LEYDSCHE
COURANT.
tr
1801.
N". 27.
MAANDAG 4 MAART.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaiurdag Avond.
De Prijs der Courant is 12 in het jaar
de afzonderlijke Hommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
Bij deze Courant behoort Bijblad IS'. 3.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
LEYDEN2 Maart.
In het verslag omtrent den Holl. ijzeren spoorweg over 1860, wordt
o. a. het volgende medegedeeld. De opbrengst van het vervoer bedroeg
1,226.578.38}', dat is ƒ58,627.361 meer dan in 1859. De gemiddelde op
brengst per doorloopen mijl was 3.59!. 1,309,481 reizigers werden ver
voerd (waaronder de retourbilletlen dubbel gerekend zijn), alzoo 103,538
meer dan in het vorige jaar.
Het grooter aantal is voornamelijk toe te schrijven aan de uitgifte van
retourbilletlen tegen veel verminderde vrachtprijzen. Deze maatregel heeft
ook voor de opbrengsten gunstig gewerktalhoewel daarbij de prijzen tot
op 5/8 van den gewonen prijs verminderd waren. Gedurende de 22 zon-en
feestdagen in den zomer van 1860, waarop retourbilletten zijn uitgegeven,
bebben de opbrengsten 17,133 45 meer bedragen dan op 22 gelijke dagen
van het vorige jaar, toen geen retourbilletten in gebruik waren. De uitge
geven retourbilletten verdeelden zich in de volgende klassenals3982 der
eerste, 8744 der tweede en 49,633 der derde klasse, te zamen 62,359. Het
goederen-vervoer beeft ƒ231,041.86! opgebragt. De opbrengsten der tele-
graaf-dienst langs len spoorweg bedroegen ƒ4304,62!, zijnde ƒ597.01!
minder dan in het wrige jaar. Het openen van rijks-telcgraaf-kantoren in
verschillende steden bngs den spoorweg in de laatste jarenheeft tot deze
vermindering aanleiding gegeven. De opbrengsten van al het vervoerover
de 366 dagen gedeeld, -even eene gemiddelde opbrengst van ƒ3351.31. De
dag van de meeste opl-engst was de 11 Junij ƒ13,508.73 (fcetselijke op-
togt te Leyden), en van 'e minste opbrengst de 22 Jannarij ƒ1762.04. De
Hollandsche spoorweg, waraan reeds nu de volkrijke streek, die hij door
loopt, een zoo aanzienlijk-ervoer verschaft, zal in belangrijkheid aanmer
kelijk winnen, wanneer ditspoorweg op drie punten in onmiddellijke ge-
meenschap is gebragt met de bestaande en nog aan te leggen spoorwegen.
De concessie, op 26 April 1160 aan de Holl. ijzeren spoorweg-maatschappij
verleend, verzekert dei aanleg van eenen spoorweg, die 's Gravenhage met
de badplaats Scheveniigen en de akademieslad Leyden, langs de kortste
lijn, verbinden zal aanden Ned. Rijn-spoorweg, dat is aan geheel het oos
telijk gedeelte van hetrijk en van Duilschland. Deze concessie in de alge-
uieene vergadering vanaandeelhouders van 27 Julij 1860 opgenomen onder
de werken der maateiappijis thans in uitvoering; voor de lijn Leyden-
YVocrden is door deftgering de rigling en het lengteprofil goedgekeurd, en
zijn thans onderhadelingen aanhangig met de betrokken waterschap- en
gemeente-besturen ver de aan te leggen werken. Al de grondplans zijn
opgemeten en gecacerd, zoodat de volledige onieigenings-slukken eerlang
zullen gereed zijn ,als wanneer met den aankoop der gronden tegelijk de
bouw der kunstwe:en eenen aanvang kan nemen. Voor de lijn van's Gra
venhage naar Scheningen heeft het vaststellen der rigling voor de regering
wat meer bezwaa ondervondenwegens de vele belangen die daarbij te
bevredigen waren, lit leidde noodwendig tot eenige vertraging, doch thans
beslaat gegrond vooitzigt, dat door de welwillende medewerking van rijks
en stedelijke regerit, voor den Scheveningschen spoorweg weldra eene rig
ling zal zijn vaslgesttin alle deelen aan haar veelzijdig doel beantwoordende.
Het getal der het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende
deze week dageltjksin 258 tot 301 personen.
Door de Nedermaatschappij lot bevordering der geneeskunde is aan
de tweede kamer eenires ingezonden, waarbij op eene spoedige voorziening
in eene volledige, op-n bepaald stelsel rustende medische wetgeving wordt
aangedrongen.
Al de weerbarenanschappen uit Leeuwen, die gedurende de dagen
van nood te Nijmegenerpleegd werden, doch thans in staal zijn door ver
schillenden arbeid in in eigen onderhoud wederom te voorzien, zijn naar
hunne woonplaats wetgekeerd, terwijl de vrouwen en kinderen van hen,
j wier huizen nog onbevtnbaar zijn, in genoemde stad zijn achtergebleven.
De veldtenten, welke >n als te Wamel ook daar zijn opgeslagen, zullen
aan die arbeiders, we* voor als nog van een geschikt verblijf versloken
zijn, tot woning versaken. Ook te 's Herlogenbosch wordt het getal
der verpleegden dagelijlitleiner.
- In eene buitengere vergadering der prov. stalen van Overijssel,
Woensdag 11. gehouden j besloten tot de oprigting eer.er handels- en in
dustrie-school in Twenlh
Als bewijzen van tegenwoordigen bloei der Twenlsche nijverheid
mag men aanmerken, djn het afgeloopen jaar 1860 de Enschedesche
stoomspinnerij" een dïvid> van 15 pCt. en de Twenlsche sloombleekerij"
een dividend van 29 pCt. >ft opgeleverd.
Woensdag II. werden drie uit de Ommerschans gedeserteerde kolonisten
door twee politie-agenten van Ommen achtervolgd en onder Hemse ingehaald.
De kolouisten hebben zich bij die gelegenheid krachtig tegen de agenten ver
zet, hen geslagen en een hunner zwaar aan het oog verwond, waarna zij
zich op de vlugt begaven. Den volgenden dag zijn zij echter te Hardenberg
gevankelijk binnengebragt.
Uit Harlingen meldt men dat de Groenlandsvaarder Dirkje Adama
voorzien van eene bemanning van 55 koppenonder bevel van den gezag
voerder H. Wilst, op 27 Febr. die haven heeft verlaten, om zijnen jaar-
lijkschen logt ter walvisch- en robbevangst aan te vangen.
De kadetten van de kon. akademie te Breda, van de verschillende
wapenen, behoorende tot het 3de en 4dc studiejaar, zullen, even als in
vorige jaren, van half Junij tot uit. Julij aanst. kamperen in de legerplaats
nabij die stad.
's GRAVENHAGE, 2 Maart.
Z. M. heeft benoemd tot ridder der orde van de Eikenkroon den heer
dr. M. J. Godefroi, te 's Hertogenboschsecretaris van het VIde Nederl.
letterkundig congres.
Jhr. von Goedeeke, kapt. der infanterie, adjudant van Z. K. H. prins
Frederik, is door den koning van Pruisscn tot ridder van den Rooden
Adelaar 3de kl. benoemd.
De 2dc luitenant A. C. Feith, van het reg. veldartillerie, is in zijnen
rang en anciënniteit overgeplaatst bij het wapen der artillerie van het leger
in Oost-Indië.
Gisteren middag is er een buitengewone ministerraad gehouden, die
lang geduurd heeft. Vooraf echter heeft er bij Z. M. een kabinetsraad plaats
gehadwaarbij al de tegenwoordige ministers aanwezig waren.
Bij den minister van binnenl. zaken is ten behoeve van de noodlij
denden door den watersnood ingekomen: 50 fr.van een oud-ofFicier der
kurassiers in Luxemburg; ƒ500, van Z. H. den hertog van Nassau; ƒ917.44,
uit Zeeland; ƒ1022.61!, uit Friesland359.10, van het genootschap de
Dageraad te Turnhout; ƒ1702.80, in het Zwitsersche kanton Glarus bij-
eengebragt; ƒ1543.72, uit Petersburg; ƒ769.80, van het prot. kerkgenoot
schap en een aantal schepelingen te Genua; ƒ50 van den Ned. consul te
Kiel; 50 tb. van den Ned. consul-generaal te Wismar; ƒ500, door deit
Ned. consul te Dantzig bijeenverzameld; 9000 fr., uit Brussel115.30,
uit Parijs; ƒ2340, uit Luxemburg; 1000 fr.van den koning van Hanover;
ƒ796.70, uit Limburg; ƒ373.35, te Cannes in Frankrijk bijeengebragt;
ƒ26.21uit Franekeradeel.
Naar men verneemt zijn bij de commissie der algemeene verloting ten
behoeve der noodlijdenden door den watersnood acht zeer fraaije prijzen
ontvangen van wege HH. KK. HH. prins en prinses Frederik der Nederlan
den, waaronder groote albasten vazen, een dejeuner in vermeil, een fraai
bronzen beeld, eene schilderij van mej. van de Sande Bakhuyzen enz.; ter
wijl li. M. de koningin hare reeds zoo rijke bijdragen voor deze verloting
nog heeft vermeerderd met elf zwaar verzilverde (electroplated) voorwerpen
van belangrijke waarde. Het kon. huis geeft der natie het voorbeeld, om
door het inzenden van vele en kostbare voorwerpen te zorgen, dat er tus-
schen prijzen en loten eene wenschelijke verhouding plaats vinde.
Na afloop der zitting van de kamer van heden, hebben de ministers
nog eene bijeenkomst gehouden.
Heden middag hebben reeds verscheidene leden van de tweede kamer
de residentie wederom verlaten.
Heden nacht is alhier plotseling overleden de luitenant-generaal baron
van Utenhoven, inspecteur van het wapen der kavallerie.
Heden werd in het Hotel de l'Europe door het bestuur van het Ba-
taafsch-brandwaarborg-genoolschap (opgerigt in 1806)onder voorzitterschap
van den heer mr. Fabcr van Riemsdijk, de jaarlijksche algemeene vergade
ring gehouden.
Tweede fiauter dee Staten-Generaal.
Zitting van Zaturdag 2 Maart.
De voorzitter geeft, nadat hij mededceling had gedaan van de ingekomen
stukken en van de door de afdeelingen benoemde rapporteurs over het wets
ontwerp nopens de militie, het woord aan den minister van binnenl. zaken.
De minister: Mijnheer de voorzitter! Hetgeen ik ter gelegenheid van de
jongst gebonden beraadslagingenter gelegenheid van eene interpellatie door
een lid uit Rotterdam aan de vertegenwoordigers niet vermogt aan te kondigen
ben ik thans gemagtigd aan de vergadering mede te deelen, namelijk dit,
dat de raadslieden der kroon in den toestand van zakengelijk die thans
bestaat, aanleiding hebben gevonden om aan het geëerbiedigd hoofd van
den staat hunne meening te kennen te geven, dat zij van oordeel zijn in
het belang des lands zich niet verder met de leiding der zaken te mogen
blijven belasten, en dal zij uit dien hoofde aan Z. M. eerbiedig hebben ver
zocht een nieuw kabinet te willen zamenslellcn en ten dien einde te willen
beschikken over hunne portefeuilles.