Berlijn; ƒ1508.74, uit Frankfort; ƒ400, uit Stuttgart; 10 van den Ned. vice-consul te Lissabon; ƒ5071.12Juit Parijs; ƒ1905.40, uitWeenen; ƒ1415.24, van Nederlanders te Alexandrië en te Caïro; 47.25van den beer B. te Stockholm; ƒ10, van den heer J. Moll te Keulen; 23, uit Bergum; 262.35, uit Limburg; ƒ450, uit Uellevoetsluisƒ114, uit Vree land en Breukelen Nyenrode. Men verneemt dat Z. M. de koning van Hanover 1000 fr. heeft ge zonden, als bijdrage in de algemeene collecte voor den watersnood. Volgens een bij de regering uit Batavia van 16 Jan. ontvangen berigt waren aldaar bevredigende tijdingen uit Banjermassing ontvangen. Volgens een bij het dep. van koloniën van den Nederl. commissaris voor Japan en Siam, mr. J. H. Donker Curtius, uit Bangkok ontvangen berigt, heeft op 17 Dec. 11. de onderteekening plaats gehad van een tusschen Nederland en Siam gesloten handels-tractaat. Dit berigt ging vergezeld van de mededeeling dat de ontvangst van den Nederl. commissaris door de beide koningen van Siam niets te wcnschen had overgelaten en dat zijne zending hun bijzonder aangenaam is geweest' Naar men verneemt is het bouwen van een diaconie-weeshuis alhier niet gegund. Waarschijnlijk zal er eerlang eene herbesteding worden uitgeschreven. Gisteren gingen twee dragonders de paarden van hunne officieren waarbij zij oppassers waren, afrijden. Toen zij in het hosch kwamen, trof hun het ongeluk, dat eerst de een en daarna de ander van het paard viel, waardoor de een onmiddellijk dood op den grond bleef liggen, terwijl de andere zwaar verwond werd. De afdeelingen van de tweede kamer hebben gisteren een aanvang ge maakt met het onderzoek van het wets-ontwerp nopens het regt op het ze gel voor zoo veel het handelspapier betreften heden is behandeld het wets-ontwerp nopens de natione militie. Men verneemt echter dat eenige sectiën besloten hebben dit ontwerp nog niet in behandeling te nemen. Tweede Kamer der Staten'Getier aal. Zitting van Dingsdag 26 February. In deze zitting zijn ingekomen de kon. besluiten houdende eervol ont slag aan den heer van Hall als minister van financiën, en tijdelijke opdragt van dat dep. aan den minister van marine. De Voorzitter stelde vóór de behandeling van het wetsontwerp tot rege ling van het koloniaal batig slot te bepalen op aanstaanden Donderdag, waarop de heer Betz het woord vroeg en het volgende in het midden bragt: Wij bevinden ons in een zonderlingen toestand. Gedurende een jaar hebben wij geslaan tegenover een kabinet, dat den naam droeg van een erkend hoofd. De Staatscourant heeft ons medegedeelddat de heer van Hall, het hoofd van dit kabinet, zijn eervol ontslag als minister heeft ge vraagd en dat Z. M. dit heeft verleend. Het ministerie van Hall beslaat dus op dit oogenblik zonder den heer van Hall. Wij weten niet, welke de voornemens zijn der overige leden van het kabinet. Ik geloof dat de ka mer regt heeft om te welenniet alleen wat aanleiding heeft gegeven tot de aftreding van den heer van Hall, maar ook, welke de voornemens zijn der overige leden van dit kabinet. De toestand van het oogenblik verlamt en belemmert den gang onzer werkzaamheden. Ik verzoek dus der kamer verlof eenige vragen te mogen rigten tot het ministerie nopens de aanlei ding tot de aftreding van den heer van Hall en welke de voornemens zijn der andere leden van het ministerie. Dit voorstel werd door den heer Mackay ondersteund, die geloofde dat hier niet alleen sprake was van het regt der kamer, maar ook dat het was in het belang der regering dat men kwam op een zuiver terrein en wist waaraan men zich te houden had, opdat de regering van hare zijde haar regt uitoefene en de kamer van haren kant wake dat de grondwettige be ginselen behoorlijk worden gehandhaafd. De voorzitter stelde toen voor aan den heer Betz het gevraagde verlof te verleenen, en den dag tot het doen der vragen te bepalen op morgen, zoo de regering er zich niet tegen verzette; waarop de minister van binnen!, zaken te kennen gaf dat van de zijde der regering zeer gaarne aan het ver langen der kamer zou worden voldaan. Dienovereenkomstig werd besloten. BUITENLANDSCUE HERUITEN. ENGELAND. LONDEN, 24 Februarij. Uit een verslag van het bestuur der Great Eastern maatschappij blijkt, dat de reis van dit schip naar Noord-Amerika in hel vorige jaar 344 verlies heeft opgeleverd. In de maand April zal weder een togt naar New- York worden ondernomen, die, tengevolge van ingevoerde besparingen, dit maal waarschijnlijk winstgevend zal zijn. Door de Court of Common Pleas is eene onderzeescbe telegraafmaat- schappij schuldig bevonden aan het doen beschadigen (inslaan van een spijker in een der draden) van den telegraafkabel, die door eene andere maatschappij in de maand Sept. 1858 tusschen Engeland en Zandvoort was gelegd en waardoor onkosten ten bedrage van 7 a 8000 waren berokkend. De som der schadevergoeding is nog niet bepaald. Door den storm, die in den nacht van den 21stcn hier en op verschil lende andere plaatsen woedde, is een groot gedeelte van den noordelijken vleugel van het glazen paleis te Sydenham naar beneden gerukt. Wijders verneemt men nog, dat de oude toren van de hoofdkerk te Chichester, eene groote fabriek in South Lambeth en een huis in Kensington zijn ingestort. Bij dit laatste ongeval hebben verscheidene personen het leven verlorenter wijl anderen meer of minder ernstige kwetsuren bekwamen. FRANKRIJK. PARIJS, 24 Februarij. Men verzekert, dat de voorloopige onderhandelingen, die met de Neder- landsche regering omtrent een handelsverdrag zijn aangevangenop goeden weg zijn en de eigenlijke onderhandelingen binnen betrekkelijk korten tijd zullen kunnen geopend worden. Door de kerkelijke en legitimislische bladen wordt thans een antwoord medegedeeld op het geschrift van den heer de Ia Guéronnière, van de hand van den bisschop van Orleans. Dit antwoord is vrij hevig en ten opzigte van Sardinië, Victor Emmanuel en Garibaldi, en somtijds ook voor onze regering, beleedigend. Aan het slot noodigt de heer Dupanloup den heer de la Guéronnière uit, het masker af te leggen en zich duidelijk te verkla ren of hij de handhaving verlangt van de wereldlijke magt van den Paus, of de vernietiging dezer magt, die de katholijken voor de onafhankelijkheid van hun geloof noodig achten. Over de zaak van den heer Mirès is nog geen meerder licht verspreid. In officiële kringenhoe men ook eenige opheldering wil uitlokkenwordt daarover geheimhouding in acht genomen. De heer de Germiny, bijgestaan door de boekhouders der bank, is inlusschen ijverig met het onderzoeken van den stand des boedels bezig. Naar men wil zijn reeds aan onder scheidene huizen aanbiedingen gedaan om enkele der ondernemingen van den heer Mirès over te nemen. Volgens het Journ. de Rennes heeft aldaar, bij de terugkomst van den aartsbisschop van Rennes uit Rome, eene manifestatie plaats gehad. Deze geestelijke werd namelijk bij het station ontvangen en langs de straten ver gezeld door eene talrijke volksmenigte, uit wier midden onophoudelijk de kreten: Leve de aartsbisschop! Leve de Paus! werden aangeheven. Bij zijne komst in het paleis heeft hij zich op het balkon aan de menigte ver toond en haar namens den Paus niet alleen bedankt, maar ook, naar men zegt, er bijgevoegd, dat deze vast besloten was in niets toe te geven en aan alle gebeurtenissen het hoofd te bieden. De heer Ganesco, de voormalige redacteur van den Courrier du Bi- manche, heeft verlof bekomen om naar Parijs terug te keeren. De dezer dagen overleden baron Crouseilhcs heeft aan het fonds voor den Sl. Pieterspenning een legaat van 10,000 fr. gemaakt. De verzameling schilderijennagelaten door wijlen dr. Leroy d'Etiol- les, heeft bij openbare veiling 358,689 fr. opgebragt. Een stukje van Karei Dujardin werd met 4000 fr. betaaldeen Gerard Dow (de biddende kluize naar) gold ook 4000 fr.een Ruysdael (het korenveld) werd met 2700 fr. een Rembrandt (de Emmaüsgangers) met 3100 fr. betaald enz. Uit Beyrulh meldt men dat in het kamp onzer troepen te Cab-Elias door eene sneeuw-Iawine 37 tenten zijn omgeworpen. Een stevig van hout gebouwde stal is onder het gewigt van de sneeuw bezweken, waardoor 7 paarden zijn gedood; ook heeft een soldaat van het 3de reg. jagers zijn dood in de sneeuw gevonden. De onderkoning van Egypte is den 23s,cn Januarij de gewijde stad Mekka plegtstatig binnengetrokkenen heeft zich terstond naar de Kaaba begeven om in dat heiligdom te bidden. Hij zou 10 dagen te Mekka vertoeven. ITALIË. Men verwacht dat het Italiaansche parlement, bij de behandeling van het adres in antwoord op de troonrede, bij graaf Cavour krachtig zal aan dringen om langs diplomatiquen weg de verwijdering der Fransche troepen uit Rome te verkrijgenopdat de Sardinische troepen bezit van die stad zouden kunnen nemen, zonder de veiligheid van den Paus in het minst te benadeelen. Hiertoe geeft aanleiding een verzoek van de inwoners van Vi- lerbo, om bij het verecnigd Italië ingelijfd te worden. Reeds vroeger wa ren de Sardiniërs meester van die stad, maar zij hebben haar op aanma ning van generaal Goyon moeten verlaten. In het geheim hebben echter de inwoners aan de algemeene stemming, die in de Marken en Umbrië plaats had, deel genomen. Volgens een schrijven uit Napels hadden de uit de citadel van Messina gedeserteerde hoofdofficieren verzekerd, dat de bezetting op den 22s,e" eene demonstratie zou doen om den generaal Fergola tot de overgave te bewegen. Volgens de Opinione van Turyn hebben de Piemonlesche batterijen voor Gaëta ongeveer 55,000 scholen gedaan en zijn er 190,000 Ned. ffi kruid verbruikt. Van de vesting schijnt nog iets meer geschoten te zijn. De ver liezen door Gaëta geleden zijn, volgens hetzelfde blad, zeer aanzienlijk. Het schouwspel, dat de stad op verschillende punten aanbiedt, herinnert aan dat van Sebastopol. PRUIS SEW. BERLIJN. 24 Februarij. De heer Wagener heeft bij uitersten wil zijne rijke verzameling schil derijen aan den staat vermaakt, ten einde de kern te vormen van een natio naal museum. De waarde dier schilderstukken wordt op 200,000 th. begroot. Te Suplilz had dezer dagen het volgende vreeselijke voorval plaats. Sedert verscheidene jaren woonde aldaar een gezin bestaande uil man en vrouw met vier kinderen. Deze familie was vroeger zeer vermogend geweest en had verscheidene heerlijkheden bezeten, maar van dat alles niets overge houden dan een enkelen wijnberg, welke met hypotheek was bezwaard. Ook dit laatste overblijfsel van voormalige welvaart werd door den man verkocht, hetgeen zijne echtgenoot tot het heillooze besluit bragt, om een einde aan haar leven en dat harer vier kinderen te maken. Tot dat einde begaf zij zich naar een nabij gelegen meer, bond hare vier nog zeer jeugdige kinderen door middel van touwen aan elkander en vervolgens aan zichzelve vast, en stortte zich daarna in het meer. Eenige personen snelden zoo spoedig moge lijk ter hulp van de ongelukkigenmet dat gevolg dat allen uit het water werden getogen. Het mogt echter aan de kunst niet gelukken ze allen te behouden; slechts de moeder en het jongste dochtertje werden gered. Drie harer kinderen, van welke het oudste 7 jaren telde, hadden den geest reeds gegeven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1861 | | pagina 2