Per Telegraaf.
nen gegeven dat hjj de belastingen zou blijven heffen, de wetten zou uit
voeren en den gemeenschappelijken eigendom met al zijne krachten zou
verdedigen. Twee oorlogs-stoombooten zullen naar Charleston worden ge
zonden. In Zuid-Carolina werden de oorlogstocbereidselen voortgezet. De
Unie is door de tegenwoordige gebeurtenissen lol in hare grondslagen geschokt.
FRANKRIJK.
PARIJS, 15 Januarij.
Naar men zegt is de keizer voornemens het rijk op een andere wijze in
te deelen: de 89 departementen zouden door 35 gouvernementen vervangen
worden.
Naar men verneemt zullen op verzoek van verschillende hier wonende
Nederlanders bij den gezant alhier inteekenl(jsten worden nedergelegd voor
de slagtoffere der overstroomingen in Nederland.
Men meldt dat een reiskleed, door Jud, in eene herberg in Zwitser
land, aehtergelalen, aan den keiz. procureur alhier is opgezonden, als ver
moedelijk aan den heer Poinsot toebehoord hebbende.
Verscheidene fabriekstedenwelke tot dusver altijd groote bestellingen
uit Amerika ontvingengaan reeds nu gebukt onder den invloed der gebeur
tenissen, welke aldaar op handen zijn. Men voorziet niet alleen den burger
oorlog, maar ook eene geldcrisis, welke, naar men beweert, niet lang meer
kan uitblijven.
I'Union meldt, dat de emir der Drusen, Said Bey Djamblatt, en twee
andere aanzienlijken van dat volk ter dood zijn veroordeeld wegens deelne
ming aan den moord der Christenen in den Libanon. De voormalige Turk-
sche gouverneur van BeyruthChurchid-Pachais wegens medepligligheid
veroordeeld lot levenslange vestingstraf.
Voorts meldt men uit Beyruth, dat na het vertrek van de Europesche
commissarissen een hevige brand is uitgebarsten in een der Turksche wij
ken, waardoor een bazar en verscheidene woningen werden vernield. Daags
na dit voorval ontstond er ook brand in de Christen wijk, die vijf nieuw
opgebouwde huizen in de asch legde. De Turken en de Christenen beschuldi
gen elkander wederkeerig de bewerkers van deze branden te zjjnzelfs beschou
wen de Christenen die beide voorvallen als eene handeling der Turkenom
hun het verblijf te Damascus ondragelijk te maken. Eene nieuwe verhui
zing is daarvan het gevolg. Fuad-pacha zal omtrent het gebeurde een onder
zoek instellen. Een gerucht zegt dat er een gevecht heeft plaats gehad
tusschen de Franschen en de Drusen, waarbjj van de laatsten 6 gedood en
60 gevangen genomen waren.
De Ost-Deutsche Post van Weenen berigt dat de kolonel de Bloque-
ville, lid onzer zending in Perzië, door de Turkomannen gevangen is genomen.
Men verhaalt dat de hertog van Malakoff op 2 Januarij te Algiers
eene officiële receptie heeft gehouden, waarbij ook de vreemde consuls te
genwoordig waren, Hjj vroeg aan den Napelschen consul inlichtingen om
trent Gaëta en deze gaf tot antwoord dat men daar voor en tegen het regt
streed. Het is jammer, zeide de hertog, dat uw vorst niet twee maanden
vroeger te paard is gestegen; en zich tot al de consuls wendende, zeide hij:
Wat daar gebeurt, is eene onwaardige handeling, en van de staatkunde
die men daar volgt, kan ik geen begrip krijgen. Deze woorden hadden
veel opzien verwekt.
ITALIË.
Naar de Abruzzen worden voortdurend Sardinische troepen gezonden
om de reaclionnaire beweging te stuiten, en ook om te trachten de kleine
vesting Civitella del Tronto te bemagtigenwaarin zich zekere Grovine met
200 Napelsche scherpschutters tegen den generaal Pinelli staande houdt.
Beze vesting is op eene bijna ongenaakbare rots gelegen.
Men schrijft ook aan koning Frans II het voornemen toe zich in de
Abruzzen te nestelen, indien hij zijne stelling te Gaëta moet opgeven.
PRUIS SEN.
Naar men uit Danlzig meldt is aldaar een kinddat in de kerk den
doop had ontvangen, bjj het naar huis brengen dood gevroren.
Prins Sergius Trubetzkoihoofd der zamenzweringdie bij de troons
beklimming van keizer Nicolaas uitbarstte, is te Moskou overleden, waar
hjj sedert eenigen tjjd woonde, na gedurende 30 jaren in Siberië verbannen
te zjjn geweest.
OOITËNRIJ K.
Naar de Servische grenzen zijn in haast troepen gezondenomdat de
gisting in die streken onrustbarend toeneemt, en men voor eene schending
van het grondgebied door de Serviërs vreest. Ook naar Zevenbergen wor
den troepen gezonden en al de bergpassendie naar Moldavië voerenop
militaire wijze bezet.
TURYN, 16 Januarij. Eergisteren heeft de prins van Carignan eene
proclamatie uitgevaardigd. Hjj verklaart daarin de hereeniging van de ver
schillende deelen van Italië te zullen bevorderen en de goede orde te wil
len handhaven. De regering, die hjj vertegenwoordigt, zal de kerk en de
geestelijkheid eerbiedigenmits deze zich onderwerpen aan 's lands wetten.
Hjj drukt ten slotte de hoop uit, dat Gaëla spoedig aan koning Frans zal
worden ontweldigd, waarna de Napelsche provinciën ongetwijfeld bereid
zullen zijn om alles op te offeren voor de eenheid van Italië.
MADRID, 15 Januarij. De prins van Asturië is buiten gevaar.
MARSEILLE, 16 Jannarij. Volgens berigten uit Konslantinopel heeft de
Porte aan Frankrijk en Engeland de schadevergoeding voor het gebeurde te
Jeddah betaald. Oostenrijk heeft de Porte verzocht om de Hongaarsche
en andere staatkundige zendelingen, die zich in de vorstendommen ophou
den, gevangen te nemen; Klapka moet zich ook aldaar bevinden. De
Europesche commissarissen zijn te Damascus door de bevolking beschimpt
en zelfs door de vrouwen bedreigd. Volgens het rapport van den Engelschen
commissaris zijn de Christenen nog steeds aan dreigende gevaren blootgesteld.
PARIJS, 17 Januarij. De Moniteur bevat een decreet, waarbij het bui
tengewone regt van drie franken op de honderd kilogrammen voor de
vreemde suiker, die uit landen buiten Europa met Fransche schepen wordt
ingevoerdopgeheven wordt.
Omtrent het terugroepen der Fransche vloot van Gaëla leest men in dat
blad het volgende: De zending van het eskader naar Gaëta had ten doel,
om een bewijs van sympathie te geven aan den vorst, die zoo zwaar be
proefd wordt. De keizer, getrouw aan het beginsel van non-interventie,
heeft nooit de bedoeling gehad een werkzaam deel aan den strijd te nemen.
Door den langen duur veranderde de demonstratie van karakter en werd zij
eene aanmoediging van den tegenstand, eene werkelijke ondersteuning. Deze
staat van zaken moest ophouden; wij konden niet op den duur tegenwoor
dig zijn bij eene worsteling, die alleen op een verschrikkelijk bloedvergieten
moest uitloopen. Op raad van Frankrijk zijn de vijandelijkheden tot den
19de° geslaakt. De admiraal de Tinan zal zich heden van Gaqta verwijderen.
LONDEN, 17 Januarij. De Times zegt dat Denemarken niet zonder
krachligen steun zal gelaten worden. Het beginsel van non-interventie in
het geschil tusschen Holslein en Denemarken zal door de mogendheden ge
handhaafd wordenmaar drie hunner zullen er voor waken dat Denemar
ken niet overweldigd of verdrukt worde.
INGEZONDEN.
Een woord over den Leldschen Studenten-Almanak.
Er heeft in de laatste maand des verledenen jaars in de academische
wereld van Leiden eene merkwaardige gebeurtenis, een belangrijk, een
volgens velen heugelijk feit plaats gegrepen in de verschijning van den Stu
denten-Almanak voor 1861, geenszins evenwel, wegens die verschijning
zelve, welke de loop des tjjds regelmatig medebrengt, maar wegens den geest
dien het Jaarboekje, in tegenstelling met de vorige jaargangen, ademt
en voorzeker door ieder vrijzinnig gestemd gemoed hartelijk en levendig
zal worden toegejuicht. De tegenwoordige Redactie heeft het namelijk be
neden zich geoordeeld de tolk en trechter der niet altijd zelfs geestige on
betamelijkheden te zijn, die in de laatste jaren het orgaan van het studen-
corps ontsierdenhet eene ongelukkige beruchtheid gaven enin plaats
van gewenschte verbeteringen in het leven te roepenoveral verwijdering
en verbittering zaaiden. Ook daar zelfs, waar hel boekje ernstig sprak,
openbaarde zich duidelijk en scherp eene dikwjjls regtmatige ontevredenheid
met den toestand van het hooger onderwijs. De tegenwoordige Redactie
daarentegenteregt begrijpendedat men meer vliegen met honig vangt
dan met azijn, slaat een leger.overgestelden toon aan en geeft, op gevaar
van pedant en aanmatigend te worden gevonden, aan grootendeels dezelfde
onvoldaanheid een beleefden, bescheiden, beschaafden vorm.
Dat zich ook aan deze wijze van behandeling der slof deze of gene
ergeren zal, lijdt geen twijfel, want sommigen vallen de zaak in beginsel
aan en beweren, dat de student geen regt zou hebben zich over het onder
wijs, hem door den staat toebeschikt, uit te laten. Ik geloof echter, dat
zij, die aldus oordeelenin eene dwaling verkeeren, denkelijk eenigzins
door de vreemdheid van den toon verrast; maar ik ben er bijna zeker van,
dat zijbjj onderstelden goeden wil en na bezadigde overwegingzich met
den geest van het jaarboekje zullen verzoenenbegrijpendat in de ernw
waarin wij leven, kritiek nergens meer uit te sluiten of te bannen is, en
dat du choc des opinions jaillit la véritézij zullen het van lieverlede
met mij eens wordendat de student wel degelijk regt van spreken heeft
daar waar het geene andere dan zijne eigene ernstigste wetenschappelijke
belangen geldt, jadat spreken zelfs pligt voor hem kan worden, en zullen
vooral bedenkenals de wijze toon hen hier en daar hinderen mag dat
zij hier een symptoom van reactie waarnemen en er niet aan te twijfelen
valtof weldra herstelt zich het noodzakelijke sludenlikooze waterpas;
vooral, wanneer het uit ieder woord van hel bij uitstek knap gestelde
Verslag blijkt, dat niet bedilzucht, betweterij, begeerte om wien bel ook
zij lastig en onaangenaam te vallen, maar eene innige, vaste overtuiging,
waarachtige ingenomenheid met de studie en ernstige zucht om aan roeping
en pligt te voldoen, de pen der schrijvers bestuurd heeft. In de eerste
plaats heeft bij het academisch onderwijs niemand anders dan de student
onmiddellijk belang en zou hij dan zijn gevoelen niet openlijk mogen
uilen, zijne verlangens niet mogen kenbaar maken! Maar hij is niet rijp,
mompelt men. Ieder is rijp in den kring zijner belangen. Ordenllijke,
degelijke Gymnasiasten wier leeftijd trouwens nog niet gevormd genoeg is
en die ook nog geene pen kunnen voerentroffen mij enkele malen door de
juistheid hunner nogtans eerbiedig voorgedragene op- en aanmerkingen en
nooit kwam het mij in den zin hun er eene beschuldiging van te maken
of er hun over op de vingers te tikken; integendeel meende ik, dat juist
in die vrijmoedigheid een beginsel ter verbetering der inrigting lag. En
van den student zouden de beste bedoelingen miskend, de geest van toe
nadering, welke hem thans bezielt, afgeweerd en hij daardoor mogelijk,
helaas! tot de verlatene baan teruggedreven worden!
Eigenlijk heeft de buitenwereld zich volstrekt niet met de zaak te be-
moeijen. Ze is een louter academisch vraagstuk en de Academie vormt
eene afgeslolene, op zichzelve staande maatschappij. Alleen het docerend
personeel, wiens zaak bet is, die besproken wordt, heeft kennis van de
zelve te nemen. Begrijpen de Hoogleeraren waar alles in dit geval op neer
komt, dan zullen ze aan wal de student thans door zjjn orgaan bljjk geeft
te bedoelen hun opregten bijval schenken en door gemeenschappelijke en
welgemeende zamenwerking met de kweekelingcn der Hoogeschoo! een
geest bevorderen, welke, helaas! de betrekking van leermeester en leerling
in de laatste jaren maar al te weinig kenschetste. Al moge deze of gene
Hooggeleerde al eens bij hel lezen van den Almanak het voorhoofd gefronsd
hebben, zijn gezond verstand, zijne eigenaardige welwillendheid en zijn
regt begrip der omstandigheid zal buigen, hetzij voor de welsprekendheid
der aangewezene feilen, hetzij voor de goede trouw, welke in het Jaar
boekje doorstraalt. Wat meer is, degenen, die ons hooger onderwijs met
belangstelling volgen, de academische jeugd liefhebben, het wel meenen
met de toekomst des vaderlands en in de goede verstandhouding van Pro
fessoren en studenten eene voorname bron voor den bloei der universiteiten
zien, zij zouden de Hooggeleerden, zoo noodig, willen bezweren deze ge
legenheid niet te verwaarloozenmaar aan te grijpenzich van de bewe
ging meester te maken en niets na te laten van wat strekken kan om zich
met de bedoelingen van het Jaarboekje eenstemmig te toonen.
Mjjn oogmerk was niet in eene aesthetische beschouwing van den Stu
denten-Almanak te treden. Ik deel alleen den warmen indruk mede, wel-