leydsche courant. 1860. WOENSDAG 10 OCTOBER. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag Avond. De Prijs der Courant is 12 in het jaar de afzonderlijke Hommers worden tegen 10 Centen afgegeven. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. LEVDEN, 9 October. In de laatst verloopene weken is het Munt- en Penningkabinet der Hoogeschoolonder anderen, verrijkt door 22 zeer fraaije medailles, be vattende de afbeeldingen van eenige der voornaamste gebouwen van Europa zoo van binnen als van buiten te zien; met 15 grootendeels zilveren Turksche medailles op de belangrijkste gebeurtenissen der regeringen van de Sultans Mahmoed en Abdoel Meschid; met drie Karolingische munten van groote zeldzaamheidin het voorjaar te Zuidbarge in Drenthe gevonden en van wege het kabinet op eene verkooping te Groningen aangekocht; verder met de medaille ter eere van wijlen onzen grooten landgenoot Ary Scheffer, met diens welgelijkende beeldtenis voorzien; met een aantal zeld zame Porlugesche mnnten en medailles; de eerste een geschenk van den heer Manoël Bernardo Lopes Fernandes, lid der koninklijke akadeinie te Lissabon; eindelijk (als geschenk van Z. M. koning Karei XV en de hoogeschool te Christiania) met de beide zilveren medailles, ter gelegenheid der krooning van gemelden vorst als koning van Noorwegen te Drontheim geslagen. Voor eenigen tijd maakten wij melding van het ontvreemden van wollen dekens uit het magazijn van eenen fabriekant alhier. Thans verne men wij dat de persoon van B.die als de vermoedelijke dader in verze kerde bewaring genomen was, door de arrond. reglbank alhier tot twee jaren gevangenisstraf is veroordeeld. Vergelijkende Slaat van de zuivere opbrengst der opcenten en eigene middelenten behoeve dezer gemeente gehevengedurende de maanden September 1859 en 1860, alsmede van die opbrengst over de negen eerste maanden dier beide jaren. MIDDELEN. Geslagl(iyopcenten eninvoer Vinnenl. Gedistilleerd (idem) Bnitenl. Gedistilleerd (idem) Likeuren (idem) Gemaal eigen middel) Wijn, Fruit-enKunstwijn()'rf Tlll'f (idem) Steenkolen (idem) Brandhout (idem) Zuivere opbrengst over de maand September. 1859 2172.81 3803.74 39.47' 12 80; 6760.77 1742.47; 1656.39 1119.50 288.95 ƒ17596.91. 1860 1652.614- 5174.47 150.38; 5071.46; 1321.87; 1363.76 436.87' 586.10 Zuivere opbrengst over de 9 eerste maanden. 1859 16375.71 37826.01 J 1356.06 280.961 48330.90 12297.00 11077.67 3387.25 2541.10 15703.54ji 133472.67 1860 16197.53 52776.41; 1927.79 50637.96; 16509.15 9598.55 3482.32; 2915.60 ƒ154045 32; üp de voorgedragen staatsbegrooting voor 1861 is eene som van ƒ30,250 uilgetrokken voor hel eerste perceel der werken tot oprigting van een gebouw bij de militaire strafgevangenis alhier, bestemd tot nachtelijke afzondering der gevangenen. Bij de begrooling voor het loopende jaar was reeds eene som van ƒ11,000 toegestaan tot verandering der inrigting van liet gebouw zelf voor bet bedoelde einde, maar het is doelmatiger voorge komen een afzonderlijk gebouw op te riglen en wel op zoodanige wijze, dat het later, wanneer het noodig mogt zijn, gemakkelijk tot een afzon derlijk cellen-gebouw kan worden ingerigt. Bij dezelfde begrooting wordt er ook eene som van ƒ11,900 aangevraagd voor den aankoop van gronden te Ede (Gelderland), bestemd voor de oprig ting van eene nieuwe gevangenis voor jeugdige mannelijke veroordeelden met inrigtingen voor land- en tuinbouw. Men wil de gevangenis van jeug dige mannelijke veroordeelden te Rotterdam naar genoemd oord overbrengen, ten einde erbij werkzalen voor verschillende ambachtenook gelegenheid te geven tot uiloefening van land- en tuinbouw, op de wijze ais dergelijke gevangenissen in Belgie en Frankrijk zijn ingerigt. Op de begrooting voor 1861 is eene som van ƒ4000 uitgetrokkenter bestrijding van twee wetenschappelijke ondernemingen, welke de hooge re gering gemeend heeft te moeten aanmoedigen. De eerste betreft de bewer king van het algemeen Nederl. woordenboekwaarvan de redactie is onder nomen door de heeren BI. de Vries en L. A. te Winkel alhier. Sedert geruimen tjjd had mei: zich met de voorbereidende werkzaamheden bezig gehouden. In het begin van 1860 waren deze zoo ver gevorderddat eene geregelde bearbeiding der bijeengebragte bouwstoffen mogelijk was gewor den. Ten einde hel werk spoediger voortgang te doen hebben werd bij kon. besluit van 10 Febr. 1860, n». 56, aan gemelde redacteuren eene sub sidie verleend, waarvan de strekking is, den heer te Winkel in staat te stellenzich tegen eene jaarljjksche bezoldiging van ƒ1600 uitsluitend aan deze taak te wijden. Terwijl de heer de Vries zoo veel van zijn vrijen tijd aan het woordenboek zou geven, als zjjne overige werkzaamheden zulks veroorloofden, zou zijn mede-redacteur er zich onafgebroken mede bezig houden, waardoor het vooruitzigt op eene spoedige voltooijing van dien be langrijken arbeid werd geopend. Bij evengemelde som van ƒ1600 zou nu en dan eene kleine toelage voor schrijfwerk worden vereischt. De tweede onderneming geldt lier zamenstellen van een boekwerk, waarin behandeld worden de hier te lande voorkomende insecten, welke den land bouw benadeelenmet aanwijziging der middelen, daartegen te gebruiken. Het zamenstellen van zoodanig werk werd bij kon. besluit van 18 Febr. 11. n». 55, opgedragen aan dr. Wltewaal, te Voorst, onder genot van eene toelage van ƒ1000 'sjaars. Te Delft is Zondag II. bij de godsdienstoefening in de Oude Kerk ge collecteerd een bankbiljet groot 100, voor de afschaffing der slavernij. Een zonder huisvesting zijnde persoon bragt den nacht van 11. Woens dag op Donderdag in een vinkenhuisje door, dat op een in de nabijheid van Schiedam aan de Maas grenzend stuk weiland geplaatst is. Hij werd daar door toen ingevallen hoogen vloed overvallen en was op hel punt te moeten verdrinken. De landlieden, die uitgevaren waren om hun vee met booten te redden, hoorden zijn noodgeschrei en vonden tot hunne niet ge ringe verwondering den man, en wel in een deerniswaardigen toestand. Zij namen hem onmiddellijk in hunne boot en bragten hem gelukkig behouden aan wal. Men verneemt omtrent de geprojecteerde verbeteringen der waterwegen van Amsterdam en Rotterdam naar zee dat de verbetering van eerstgenoem- den waterweg door Holland op zijn smalst aldus zal plaats hebben. Het begin van het te graven kanaal zal aanvangen van de noordzijde van het IJ te genover Amsterdam en loopen langs Zaandam en den noordelijken oever van het IJ door Holland op zijn smalst met eene haven aar. de Noordzee inge volge het rapport van den raad van waterstaat. De verbetering van den waterweg van Rotterdam naar zee zal mede plaats hebben naar de plannen voorkomende in de rapporten van den daartoe benoemden raad van water staat, behoudens afwijkingen waar die bjj beide werken noodig mogten be vonden worden. Jaarlijkste beginnen met 1861, zullen de uitgaven voor die werken naar gelang van de behoeften, op het hoofdstuk binnenl. zaken worden gebragt. Men schrijft uit Hekelingen van 5 dezer. Nadat in den nacht van gisteren de wind sterk uit hel noordwesten was opgestoken en met het aanbreken van den dag tot storm was overgegaanontstond er een buiten gewoon hooge vloed, ten gevolge waarvan de meeste buitengronden zijn overstroomd. Hierdoor is aan vele landlieden schade berokkend, naardien de overgevloeide weilanden nog al van goed gras voorzien warende in de binnenpolders gelegen weiden meest zijn afgegraasd en de winterhooi-voor- raad niet evenredig is aan de behoefte. Aan de Goudswaardsche uiterwaar den moeten een 50-tal schapen verdronken zijn. Behalve dezevoor som migen aanzienlijke schade, is de nog te veld staande oogst van haver en boonen in enkele buitenpolders geheel weg. Bleu zag heden morgen dui- zende garven- en graanschoven door den stroom op de rivier mede voeren. De hierdoor veroorzaakte schade is aanzienlijker dan het grasverlips. Men noemde iemand, die alleen voor ƒ1200 nadeel had geleden. De minister-resident van Hanover heeft aan de Nederl. regering raedc- deeling gedaan van het verongelukken van het koopvaardijschip I'Alliance, kapitein Uillers, in de nabijheid van het eiland Borkum en het vermoeden te kennen gegeven, dat het vergaan van dien bodem het gevolg is geweest van een oproer, en dat de schuldigen, ten getale van drie (van de be manning, bestaande uit negen personen, zijn slechts zes lijken gevonden,) zich met een vermist wordende boot gered hebben op de Nederlandsche kust. Van boord van de Admiraal Wassenaar, 26 Sept., ter reede van Alexandrië, schrijft men aan de Utr. C. het volgende: Den 8sleD Septem ber zijn wij van de reede van Beyrulh gestoomd, met bestemming naar Alexandriëmaar daar wij geen haast haddenbesloot de schout-bij-nacht de plaatsen langs de Syrische kust bezuiden Bcyruth aan te doen. Wij hebben dus SidonSyr, Caiffa en Acra weder bezocht. Op de laatste plaats was alles nog niet in orde; de kolonel der artillerie was er gevan gen genomen wegens het verspreiden van beleedigende spotschriften en op- ruijing tegen de Christenen; en nu was men bevreesd, dat de artilleristen, alsmede vele Muzelmannenzijne partij zouden kiezen vooral daar er geen oorlogsschip ter reede lag. De schout-bij-nacht besloot er dus voorloopig ie blijven, om de bevolking in bedwang te houden, en zoo noodig assistentie te verleenen, terwijl de Wassenaar dadelijk naar Beyrulh stoomde om er die tijding te brengen. Dienzelfden dag keerden wij van daar terug, en daar wij een brief voor den Engelscheu admiraal medegenomen hadden zoa

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1860 | | pagina 1