zien de daartoe gevorderde uitgave voor de kas lmnner inrigling te bezwa
rend is.
Gelet op de rapporten van Burgemeester en Wethouders en de Commissie
van Fabricage, is na deliberatie dienovereenkomstig met 15 stemmen (de
leden Tichler en Tollens bielden zich, als mededirecteuren der betrokkene
inrigting, ingevolge art. 46 der wet van 29 JuDij 1851 (Staatsblad n°. 85),
buiten stemming) besloten, bet verzoek der adressanten, als in lijnregten
strijd inet het in dato 30 Januarij 1855 aangegane contract, te wijzen van
de hand.
9°. Adres van Willem Arnoldusom vergunning tot het leggen eener brug
over de sloot voor zijne slijterij builen de Marcpoortonder den zoogenaam-
den stads vrijdom.
En, gelet op 'de rapporten van Burgemeester en Wethouders en de Com
missie van Fabricage;
Is na delibaralic dienovereenkomstig met algeineene stemmen besloten,
bet verzoek van den adressant te wijzen van de hand.
10°. Adres van G. Wilhelmy Damstéhoudende verzoek om een gedeelte
van den muur van de waag gemeen te mogen maken en daarop te bouwen.
Gelet op de rapporten van Burgemeester en Wethouders en de Commissie
van Fabricage;
Is na deliberatie dienovereenkomstig met algemcene stemmen besloten
het verzoek van den adressant in te willigen en hem mitsdien het bouwen
op een gedeelte van den muur der waag toe te staanmits hij de goot
welke door dit innemen versmallen moetzooveel doet rijzen als de nevens-
liggende goot aangeeft, het lijen dak van bet boterkuis cene laag inkort en
het lood en voetlood weder naar behooren herstelt en opmaakt, alles buiten
kosten en bezwaar van de stad.
11°. Adres van P. Lagerenbergom een gedeelte gemeentegrond te mogen
innementen einde den voorgevel van het huis in de Lokhorststraatgetee-
kend wijk IV, n°, 630, bij vernieuwing, p. m. 20 duim te laten vooruit
springen.
En gelet op de rapporten van Burgemeester en Wethouders en de Commissie
van Fabricage; is na deliberatie dienovereenkomstig met algemcene stemmen
besloteneen gedeelte gemeentegronds voor het huis in de Lokhorststraat
wijk IV, n°. 630, ter lengte van ongeveer 11 ncderlandsche ellen, op eene
breedte van gemiddeld 20 duim, ingevolge art, 230 der wet van 29 Junij 1851
(Staatsblad n». 85), te verklaren ter openbare dienst niet meer bestemd te
wezen, en voorts aan den adressant te vergunnen, den voorgevel van dat
huis p. m. 20 duim in de straat vooruit te laten springentegen betaling
eener recognitie van vijftig cents jaars, waartoe dc vcreiselite besluiten tevens
zijn vastgesteld.
12°. Rekeningen over 1859, van:
o. de plaatselijke Schoolcommissie;
Gelet op het rapport der Commissie van Financiën
Is na deliberatie dienovereenkomstig met 15 stemmen (de leden Sicgenbcck
en van der Hoeven hadden als medeleden der betrokkene commissie, inge
volge art. 24 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n». 85), tijdelijk dc
vergadering verlaten, terwijl de Wethouder Stoffels inmiddels bet praesidium
op zich nam) beslotendeze rekening op te nemen en goed te keuren in ont
vang tot 225.00, in uitgaaf tot 171.53 en alzoo sluitende inet een voor-
deelig saldo van 53.47hetgeen de rendantcn gehouden zijnin hunne
eerstvolgende rekening te verantwoorden.
h. Vrouwen kraammoeders
En, gelet op het rapport der Commissie van Financiën; is na deliberatie
dienovereenkomstig met algemeene stemmen besloten deze goed te keuren en
vast te stellen in ontvang tot 3357.033, in uitgaaf tot 2168.763 en
mitsdien opleverende een voordeelig slot van 1188.27, welk saldobene
vens eene som van ƒ9.00, die nog te verbalen overgebleven is, door de
rendanten in hare eerstvolgende rekening in ontvang moet worden gebragt.
c. Regenten van het Gereformeerde minne- of arme oude mannen- en
vrouwenbuis;
Gelet op het rapport der Commissie van Financiën
Is na deliberatie dienovereenkomstig met algemeene stemmen besloten deze
op te nemen en goed te keuren in ontvang tot ƒ16256.10, in uitgaaf tot
16186.02, en alzoo met een goed slot van 70.08, hetwelk door de ren
dantcn in hunne eerstvolgende rekening moet worden verantwoord.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter de vergadering.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. KRABBE,
