Per Telegraaf. y inixRiujii. PARIJS, 13 Mei. v De regering heeft zich tot die van Sardinië gewend, om inlichtingen omtrent hare houding met betrekking tot de expeditie van Garribaldi. Het antwoord moet zeer voldoende zijn geweest, hetgeen men ook kan afleiden uit de wijze, waarop de heer Grandguillot zich in de Constitutionnel over de zaak uitlaat. Hij neemt de Sardinische regering in bescherming en meent dat zij niet anders konde handelen. Voorts dringt hij aan op een parige zamenwerking van Frankrijk en Engeland, ten einde naar hetzelfde doel te streven. Men beweert ook reeds dal beide regeringen besloten hebben onzijdig te blijven, maar ook niet zullen toelaten dat Oostenrijk zich in de zaak mengt. Het is opmerkelijk dat de meeste dagbladen in hunne beschouwingen over Garribaldi thans van gevoelen zijn veranderd. Men meent dat de regering daarin de hand heeft. De Mon. de la Plotte berigt dat het eskader van de Middellandsche zee naar Toulon is ontboden om met eene gewigtige zending te worden belast. Zoo het niet naar Sicilië is bestemd, zal het waarschijnlijk naar de Levant gaan, waar eene gisting heerscht, die de tusschenkomst der wes- lersche mogendheden noodzakelijk zon kunnen maken. Volgens de Patrie zijn de geruchten omtrent het zamentrekken van troepen in de zuidelijke gewesten van Rusland ongegrond. De Russische grootvorst Nicolaas is te Marseille aangekomen en zal waarschijnlijk de hoofdstad bezoeken. De hh. Duméi'il, hoogleeraar bij de faculteit der geneeskunde alhier, die gedurende 59 jaren zich met het onderwijs heeft bezig gehouden en Lordat, hoogleeraar in de geneeskunde te Montpellier, die hoewel reeds 87 jaren oud en gedurende 58 jaren werkzaam, zijne betrekking nog waar neemt, zijn tot kommandeurs van de orde van het Legioen van eer benoemd. De heer Lordat heeft thans zijn emeritaat gevraagd. Dr. L. Cruveilhier, hoogleeraar bij de medische faculteit alhier, is dezer dagen overleden. ITALIË. Aller aandacht is thans gevestigd op Garribaldi, die met eene schaar zijner vroegere volgelingen zich op Sicilië wil werpen, ten einde de opstan delingen aldaar te hulp te komen en zoo mogelijk dat eiland aan de heer schappij van den koning van Napels te ontrukken. Naar onderscheidene berigten te oordeelen kan men thans aannemen dat een deel van zijn corps op de kust van Sicilië is geland, en wel te Marsala, prov. Trapani. Ter wijl de landing bewerkstelligd werd, kwamen twee fregatten van de Napel sche zeemagt opzetten en het vuur dezer schepen heeft eenige manschappen van het expeditie-corps gedood, en een der sloombooten, die hen over- gebragt hadden, de Lombardo, in den grond geboord. Het andere vaartuig, de Piemonte, werd prijs gemaakt. De Napelsche troepen zijn terstond tegen dat gedeelte der expeditie, dat aan land was gekomen, opgerukt. Volgens een ander berigt, van de Napelsche regering afkomstig, zouden de Napelsche oorlogsschepen het vuur gedurende twee uren hebben moeten staken, omdat zij door Engelsche stoomschepen verhinderd werden, tot dat hunne officieren van het land aan boord gekomen waren. Dit berigt ver- eischt echter bevestiging, omdat de ondervinding geleerd heeft dat men aan de berigten van die zijde weinig vertrouwen kan schenken. Te Napels verkeert men, in weerwil dat de orde nog niet verstoord is geworden, in groote ongerustheid. Het vertrouwen op eenen goeden afloop der zaken begint te wankelenzoodat eenige gezinnen zich tot ver trek gereed maken. Te Palermo is de gisting buitengewoon groot. Op 10 Mei had er eene groote volksbeweging plaats en allerwegen hoorde men de kretenLeve Italië! leve Victor Emmanuel! leve Napoleon! Vooral de vrouwen gaven blijken van opgewondenheid; zij vuurden den moed der mannen aan en beschimpten overal de soldaten. De troepen waren op dien dag in de ca- zernen geconsigneerd. Naar men berekent kwamen er op dien avond meer dan 10,000 menschen op de openbare wandelplaatsen bijeen. De poli- cie, builen staat om zulk eene menigte uiteen te drijven, vuurde op het volkmet het gevolg dat 3 personen gedood en 10 ernstig gewond werden. Er hebben daarna talrijke gevangennemingen plaats gehad. De dagbladen van Turyn bevatten twee proclamation van Garribaldi. In de eene spoort hij de bewoners van de Marken en Umbrië tot opstand aan, en in de andere herinnert hij aan de Romeinen de gebeurtenissen van 1849. PI&ÏJISSE1V. BERLIJN, 13 Mei. De Voss. Zeit. meldt uit goede bron, dat de bibliotheek, met daarbij behoorendc kaarten enz., welke door Alex, von Humboldt aan de familie Seifert was vermaakt, thans door aankoop is overgegaan aan den boekhan del A. Asher C°. alhier. In Hanover zal de doodstraf niet meer in het openbaar ten uitvoer gelegd worden. Slechts 12 personeningezetenen der plaats waar de teregt- stelling geschiedt, zullen daarbij tegenwoordig zijn. De dagbladen bevatten eene breedvoerige beschrijving van de pleglig- heden, welke bij gelegenheid van de krooning van koning Karei XV en de koningin Wilhelmina Frederica Alexandra Anna Louisa (prinses der Neder landen), als koning en koningin der Zweden en Wenden, te Stokholm hebben plaats gehad. De aartsbisschop dier stad heeft beiden als zoodanig gezalfd. Uit Petersburg wordt gemeld dat vorst GortschakolF onlangs de ver tegenwoordigers der voornaamste mogendhedendien van Turkye uitgezon derd, bijeengeroepen, en hun verklaard had: dat het lot der Christenen in Turkye ondragelijk was geworden; dat Rusland op het punt was van na drukkelijke vorderingen ten gunste der Christenen aan de Porte te doen, en dat het daarbij op de medewerking der overige mogendheden hoopte. Men verzekerde dat er op dit punt ccne volkomenc overeenstemming tus- schen Rusland en Frankrijk bestond. OOSTENRIJK. WEENEN, 12 Mei. De personen, benoemd lot ambtenaren bij het ministerie van ceredienst, in de afdeeling voor de protestantschc aangelegenheden, zijn thans bekend. De keuze der regering schijnt niet gelukkig te zijn geweest, want het be rigt hunner benoeming heeft algemeene ontevredenheid in Hongarije verwekt. De Hamburgsche Börsenhalle deelt, volgens een schrijven van hier, uitvoerige opgaven mede omtrent de nalatenschap van den minister von Bruck. Daaruit blijkt dat het actief van die nalatenschap niet meer dan 600,939 fl. bedraagt. OOST-IXOI E. BATAVIA, 26 Maart. Tot buitengewoon ls,e commies bij de directie der cultures is benoemd mr. J. A. baron Taets van Amerongen, en ter beschikking gesteld van den resident van Palembangten einde belast te worden met het civiel gezag in de Redjang, de controleur 2de kl. A. Pruys van der Hoeven. De Javasche Couranten bevatten een uitvoerig verslag van de krijgs- vcrriglingen op de rivier van Banjermassing, waarvan de goede uitslag reeds vroeger is gemeld. De geest der bevolking is thans veel verbeterd; men keert langzamerhand naar zijne woonplaats terug. Zij die dit weigeren, worden door het verbranden van dezelve gestraft. Te Banjermassing zijn doodvonnissen voltrokken aan een aantal opstandelingen, die schuldig zijn bevonden aan den moord van Kalangan, gewapend verzet of poging om soldaten tot desertie over te halen. Bijzondere berigten van Banjermassing melden, dat het gebleken moet zijn, dat de ellendeling, die luitenant Bangert op de Onrust overhoop heeft gestoken, niemand anders is dan zijn gids en raadsman Mohamed Taib. Hoewel men vroeger berigt heeft dat hij in het oog werd gehouden, is het hem toch gelukt te ontkomen. Den 16den Maart is de hiit.-gencraal van Swietenlaatstelijk bevelhebber van de Bonische expeditie, alhier teruggekeerd. Op 13 Febr. is eene over eenkomst geteekend, waarbij Boni de souvereiniteit van Nederland erkent, van alle onregtmatige aanspraken op sommige gedeelten van Celebes afziet, een gedeelte van het rijk aan de Nederl.-Indische regering afstaat, en ver dere waarborgen voor de voortdurende rust en vrede geeft. In Febr. II. zijn te Muntok uit China aangebragt 118 Chinezen bestemd voor de mijnenonder welke zich 27 Mohamedaansche Chinezen bevonden, die verklaard hebben afkomstig te wezen uit het landschap Njai Tjioe op het tot China behoorende eiland Hainan en afstammelingen te zijn van Mohamedanendie volgens overlevering omstreeks 400 jaren geleden met 7 praauwen op de kusten van gemeld eiland schipbreuk hebben geleden. TURYN, 14 Mei. Bij de landing der expeditie van Garribaldi op Sicilië zijn 4 zijner manschappen gesneuveld. Een Engelsch oorlogsvaartuig bevond zich op de hoogte waar de landing plaats had. Het schijnt dat de wapenen en de oorlogsbehoeften mede aan wal zijn gebragt. Er waren ook eenige dagen vroeger wapenen, uit de Levant afkomstig, op de zuidelijke kust afgezet. Te Palermo duren de volksbewegingen nog voort. LONDEN, 15 Mei. De Times zegt dat Engeland niet zal verflaauwen in het aanwenden van pogingen om het Turksche rijk in stand te houden, wanneer Rusland weder het zenden van een nieuw gezantschap, overeen komende met dat van vorst MensChikoff, naar Konstanlinopel in den zin heeft, en de heer Lavalelte, dezelfde die zich door het vraagstnk omtrent de heilige plaatsen heeft doen kennen, derwaarts terugkeert. De Morning Post meldt dat Garribaldi zelf te Marsala aan wal is gegaan. 9TA1J8- «ERIGTES. SCHUTTERIJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen te weten, dat, ter voldoening aan de Wet van den 11 April 1827 StaatsblN°. 17), weder een aan vang zal worden gemaakt met de inschrijving voor de Schutterlijke dienst van de genen, welke daartoe dit jaar in de verpligting vallen. Dat deze inschrijving zal moeten geschieden in tien afzonderlijke registers, met dien verstande, dat de personen, geboren in 1826 tot 1834 ingesloten, welke zich hier ter Stede, sedert de vorige inschrijving, uit andere plaatsen met er woon hebben nedergezet, waaronder ook zijn begrepen de militairen, die sedert de laatste inschrij ving hnn paspoort verkregen en zich alhier hebben gevestigdalsmede de zich in dit Rijk en binnen deze Gemeente sints de laatste inschrijving gevestigd hebbende vreem delingen (waardoor verstaan worden zij, die hnn voornemen, om zich in dit Rijk neder te zetten, hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verkla ring, hetzij door werkelijk den zetel van hun bestaan herwaarts over te bren gen, zonder dat de tijdelijke uitoefening van een bedrijf of handwerk, in eenige ondergeschikte betrekking, als zoodanig voornemen wordt aangemerkt) zul len worden ingeschreven achter de registers, waartoe zij volgens hunnen ouderdom behoorenterwijl de geborenen in het jaar 1835 zullen worden geplaatst in een nieuw register, te weten: het eerste van den jare 1860 - en het tiende of dat der geborenen in 1825 van het vorige jaar zal komen te vervallen. Dat van de inschrijving niemand der bovengenoemde personen is uitgezonderd, al vermeende hij tot de vrijgestelden of uitgeslotenen te behooren, en dus ook niet die personen, welke reeds hun ontslag uit de Schutterlijke dienst hebben bekomen. Dat de registers van inschrijving zullen worden geopend op Woensdag den 16 Mei aanstaande, en op den 1 Junij daaraanvolgende finaal zullen worden gesloten. Dat derhalve de personen, welke zich vóór gemelde sluiting op den 1 Junij, niet hebben doen inschrijven, (en dus ook ieder persoon van elders zijnde komen wonen, of de in dit jaar zich alhier gevestigd hebbende vreemdelingen, alsmede de Militai ren, welke hun finaal ontslag hebben bekomen, en niet weder zijn in dienst getre den) bij ontdekking, alsnog achter de teckening, tot sluiting, door het hoofd van de Regering aan het einde van het register te plaatsen, zullen worden ingeschreven, met de bijvoeging van het woord: ambtshalveen volgens art. 9, door den Schut tersraad zullen worden verwezen tot eene geldboete, en daarenboven dadelijk, Bon der lotingbij de Schutterij ingelijfd, indien het zal blijken dat er, tijdens de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1860 | | pagina 2