zenbcrg, generaal Frans vorst von Liechtenstein, vorst Vincent Anerspcrg, graaf Hartig, generaal llallcr, graaf Apponyi, veldmaarschalk von Dcgcn- feld cn baron Sokesevils. Voorts worden daarbij benoemd 38 buitengewone tijdelijke rijksraden, uit Hongarye: Vay Majlath, Somsich, burgemeester van Topcrccr; uit Boheme: Clam Martinilz, Albert Nastilz, handelskamer president Iteichenberg, Frenkler; uit liet Lombardysch-Venetiaansch gebied: graaf Mocenigo, baron Zigno. De Wiener Zeilnng bevat een keizerlijk besluit van 22 Aprilwaarbij ten einde uitvoering te geven aan 4 van het keiz. patent voor de regeling der protestantsche aangelegenhedenbevolen wordt dat de afdeeling van het ministerie van eeredienst, die uil evangelische geloofsgenoolen zal bestaan, onverwijld met hare werkzaamheden zal aanvangencn dat aan haar ook de school- en kcrk-aangelegenheden der cvangelischen in de andere kroon landen opgedragen worden. Die afdeeling zal voorloopig uit drie raden bestaan. De benoemingen zijn reeds gedaan. MADRID, 30 April. De Correspondcncia zegt dat het regtsgeding be treffende de zamenzweringdat bij de reglbank te Madrid aanhangig is, veel licht verspreidt over die zaak. NAPELS, 28 April, liet berigt omtrent het dricdaagsch gevecht voor Carini wordt nader bevestigd. De stad is stormenderhand ingenomen en heeft veel geleden. Een ieder is gehouden de te doene aangiften met zijne bandteekening te bekrachtigen. Ingeval iemand betuigt niet te kunnen schrijvenzal de Ontvanger of zijn ge- magtigde, des gevraagd, de invulling in zijnen naam, en zonder daarvoor eenige betaling te kunnen eischenverrigten, inct vermelding der redenen waarom; en zal de aangifte door den Ontvanger of zijn gemagtigdc, in tegenwoordigheid van een derden persoon en met en benevens dezeworden getcckendna voorafgaande voorlezing. De belastingschuldigen zullen de door hen in betrekking lot de belasting op het personeel te doene aangiftenin het algemeenbehooren in te leveren in die ge meenten, alwaar de belasting is verschuldigd. Denzulken, echter, wier belastings-woorwerpen naar de vier eerste grondslagen, alle of gedeeltelijk gelegen zijn of zich bevinden in cene andere gemeente dan die, waarin zij hun verblijf hebben,zal het vrijstaan de aangifte voor allen, nuts alsdan voor elke gemeente afzonderlijk, ter plaatste hunner woning of van hun verblijf te bewerkstelligen. Zoo wanneer paarden der vierde klasse door denzelfden belastingschuldige in verschillende gemeenten worden gehouden, zal hij in elk van deze, hel aldaar ge houden wordende aantal behooren aan te geven. Eindelijk wordt den Ingezetenen verwittigd, dat tot tcgenschattcrs voor meerge noemde belasting zijn benoemd de navolgende personen, als: SIMON du CROIX, JOHANNES HOLTZ, PIETER GEORGE HOUTHUYSEN, JAN van LITH, Junior, MARTINUS STEPHANUS REYST, ADRIANUS VERHOOG. En zal deze door aanplakking en plaatsing in de Leydsclie Cour. w orden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd Leyden28 April 1860. D. TIEBOEL S1EGENBEEK, Burgemeester. v. PÜTTKAMMER, Secretaris. RKKHMBIIW». ZALTBOMMEL, 28 April. Uit liet vroeger opgegeven 12-lal predikanten heeft de kerkeraad der herv. gemeente het volgende G-lal gevormd: Hagen, Ig. Koog a/d Zaan; Kocli1c Oisterwijk; dr. Rauwcnhoff, te Zandpoort- Roell, te Ier Heide; Slotcmaker, te Kruisland; cn dr. Steen, te Delden. ARABEMIE-NIEHIVS. PROMOTIE AAN DE DTRECHTSC1IE UOOGESOIIOOL. Den 27sten April de heer W. E. van Panhuys, van Middelburg, in de regten, met Theses. 2411ste Staats-Loterij. Trpklanp clpt VU felp Kin vcz» 5"e Trekking. N°U217, 5308,53269377 cn 13165 iedereen prijs van ƒ1,000. 6de N°. 11250 een prijs van ƒ100,000. Nos. 6249 en 16382 ieder een prijs van ƒ1,000. GRAANMARKT TE ROTTERDAM30 April. Tarwegoede en puike van 9.70 tot 10.50 mindere van 7.70 tot ƒ9.50. Rogge: ƒ7.a ƒ8.Gerst: Winter ƒ5.20 tW6.30; dito Zomer ƒ5.30 a ƒ6.40. Te Amsterdam was de Tarwe, witte Poolscheen bonte ƒ11.a ƒ11.10. Pruissische Rogge ƒ7.70 lot ƒ8. ASTERTENT1EN. Hardingen, 25 April 1860. Heden is, na een smartelijk lijden van eenige weken, in den ouderdom van ruim 63 jaren, overleden mijn beminde Echt genoot, de Wel-Eervv. Zeer Gel. Heer JOHANNES du SAAR, in leven Predikant bij de Hervormde Gemeente alhier. Eenige kennisgeving. M. C. du SAAR, Zaalberg. Heden overleed tot onze bittere droefheid een onzer lievelingen NICOLAAS HERMAN, in den leeftijd van even elf jaren. II. L. MULDER, Leiden 28 April 1860. Kapitein Admin. van Kleeding. F. C. II. MULDERvan Hees. De Officier van Justitie te Leyden maakt bekend, dat bij vonnis dor Arrondissemeuts-Regtbank aldaar, de dato 1° Mei 1860, JAN PIETER VOORTHUYSEN, vroeger Grutmolenaarcn laatst Winkelierwonende te Oude-Weteringop eigen verzoek is gesteld onder Curatele. De Officier van Justitie, Leyden, 1 Mei 1860. F. PONT. Wij OndergcteckendenCommissarissen der ONDERLINGE BRAND WAARBORG-MAATSCHAPPIJ, onder Directie van de Heeren DE JONG C°.gevestigd binnen Amsterdam, hebben het genoegen aan alle daarbij belanghebbenden te berigtendat heden door voornoemde Heeren Directeuren aan ons, in tegenwoordigheid van eenige Heeren Correspondenten en Deel- genootenis gedaan Rekening en Verantwoording hunner gehouden Administratie over het jaar 1859, welke door ons, iu de meest mogelijke orde bevonden zijnde, met onze volkomcne goedkering is bekrachtigd. Te vens is daarbij overgelegd een allezins naauwkeurig Ovcrzigl van den gtmsti- gen staat cn steeds toenemenden bloei dezer Maatschappijwaaruit ons op nieuw gebleken is, dat deze Inrigting het algemeen vertrouwen, hetwelk dezelve in steeds klimmende mate geniet, ten volle waardig is. Commissarissen binnen Amsterdam, Mr. J. MESSCllERT van VOLLENllOVEN. F. BENDORP. Amsterdam, 27 April 1860. Commissarissen huilen Amsterdam, II. W. Baron van AYLVA van PALLANDT van WAARDENBURG en NEERIJNEN. L. G. A. Graat van LIMBURG STIRUM. Mr. C. U. B. BOOT. M1L1TIK-R1AB) TE BEYSHSN. Na de sluiting van dc 4de Zitting op heden 1° Mei zal de Militie-Raad op den 8stCQ Mei aanstaande, des middags ten 12 ure, en den 9dcn Mei, des voor- middags ten 10 ure, alhier in de Lakenhal nog eene Nazitting houden ten dienste van hen, welke met hunne plaatsvervanging nog niet gereed zijn. De President van den Militie raad voornoemd Leyden, 1 Mei 1860. H. C. J. HOOG. STAP»- BEKIflTEM. Beschrijving van het Patentregt en de Personele Belasting over het dienstjaar 1860 en 1861. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen te weten, naar aan leiding van een ontvangen besluit van den Staatsraad Commissaris des Konings in de provincie Zuidholland van den 18den April jl., Provinciaalblad N°. 55, hou dende eenige bepalingen ten aanzien der beschrijving van het Patentregt over het dienstjaar 1860 en 1861, alsmede naar aanleiding vaneen gelijk besluit van dezelfde dagtcekcningProvinciaalbladN°. 54betrekkelijk de beschrijving der Personele Belasting voor het dienstjaar 1860 en 1861. Dat op den lsten Mei aanstaande een aanvang zal worden gemaakt met de be schrijving der Patentpligtigcnbedoeld bij N°. 3740 van tabel N°. 14, zijnde de Slijters, Tappers, Kroeg- en Koffijhuishouders, waarvoor de dcclaratoiren aan de buizen zullen worden rondgebragt, en na verloop van drie dagen, van wege den Ontvanger der Directe Belastingen, tegen rccu worden afgehaald, en wordt ge- melden Patentpligtigcn herinnerd de bepaling van art. 2 der Wet van den 24sten April 1843 Staatsblad N°. 16), dat zij hun beroep niet mogen uitoefenen dan nadat zij de helft van bunnen aanslag over het dienstjaar 1860 en 1861 hebben voldaan, en nadat bet verschuldigde over bet voorgaande jaar ten volle zal zijn aangezuiverd, waarvan zal moeien blijken, alvorens de acten van Patent aan hen zullen kunnen worden afgegeven. Dat zoodra mogelijk hunne aanslagbilletten zul len worden bezorgd, de Patenten in gereedheid gebragt, cn de tijd bekend ge maakt, waarop die zallen kunnen worden afgehaald. Dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld bij de tabel N°. 16 der Wet, van den 22sten April 1852 Staatsblad N°. 61), houdende wijzigingen en uitbreidingen van de Ordonnantie op het regt van patent, van den 21stcn Mei 1819 Staatsblad N°. 34), de tijd der uitgifte van de door de patentpligtigen in te vallen verklarin gen van aangifte, voor den jare 1860/61 wordt vastgesteld op den 8sten Mei aanst., en dat de wcderinzameling tegen re^u, door den Ontvanger of zijn gemagtigde geteekend, op den achtsten dag na de uitgifte zal geschieden. Dat de Registers der patentpligtigen, uiterlijk op den 31stcn Mei aanstaande zullen worden gesloten, en er na dien tijd volstrekt geene verklaringen zullen wor den aangenomen. Wordende ieder patentpligtige bij deze herinnerd art. 18 der Wet op het regt van patent, van den 21sten Mei 1819, inhoudende: «dal zij, die bij bet aanbieden «of bezorgen der verklaringen van aangifte, of ook bij het terughalen van die, «mogten zijn voorbijgegaanzich niet mogen beroepen op een of ander begaan verzuim «maar integendeel gehouden zijn om zorg te dragen, dat dc bij de Wet gevorderde «aangiften, verklaringen en aanvragen, welke ter invulling aan bet kantoor van den «Ontvanger der directe belastingen," (op dc Brecdeslraat binnen deze Gemeente) ver- «krijgbaar zijn, door hen in persoon of door hunne gemagtigdenbehoorlijk ingevuld, «op den daarbij bepaalden lijd, ter zei ver plaatse moeten worden ingediend." Alsmede aan art. 37 der gemelde Wet, houdende: »de aan het regt van Patent «onderhevige personen, welke, na den afloop van den tijd, tot bet doen der aangifte «bepaald, bevonden zullen worden zich niet, of door valschc, onnaauwkeurige of «onvolledige opgave, niet behoorlijk van hunne verpligtingen ten aanzien dier aan- «giflen te hebben gekweten, zullen telken rcize, wanneer bun verzuim of over- «treding wordt ontdekt, vervallen in cene boclc van niet minder dan 25, en niet «meerder dan 400 gulden." Dat, met betrekking tot de schippers, schuitenvoerders, enz., in de tabel N°. 16 der Wet van den 22slen April 1852, Staatsblad N°. 61), voorkomende, de eige naars, va-te hoarders en andere vaste gebruikers van binnenvaartuigen, gehouden zijn, om zich van behoorlijk patent te voorzien. Dat, tot de door hen daartoe te doene schriftelijke aangiften zal worden gevaceerd ter Secretarie dezer gemeente, van den lsten Mei aanst. tot uiterlijk den 15den daaraanvolgende, des voormiddags van 10 tot 1 ure, de Zondagen uitgezonderd, voor zoo verre dat beroep niet in den loop des jaars wordt aangevangen; wordende zij tevens uitgenoodigdom de meetbrieven han- ner vaartuigenmits niet ouder zijnde dan vijf jaren, mede te brengen, en al die inlichtingen te geven, die van hen, betrekkelijk de vaartuigen, zullen worden gevorderd; terwijl er na den 15den Mei voormeld, geene verklaringen meer worden aangenomen, en de gebrekigen, bij ontdekking, zullen incurreren de boete, bepaald bij artikel 37 der Wet van den 21stCQ Mei 1819hiervoren omschreven. Dat voorts alle patentpligtigenbij tabel Np. 7 der Wet van den 16den Junij 1832 bedoeld, zijnde inlandsche en vreemde kramers, welke met kramen, stallen, tafels enz., hunne waren in herbergen, buizen, kamers of op openbare markten en ker missen uitstallen, mitsgaders de debitanten in loterijbriefjes, en alle handeldrijvende en als Kooplieden te belasten personen, welke hunne waren ten verkoop, hetzij in Jtklein, hetzij in 't groot, te water of te lande met zich voeren, alsmede de onder nemers van openbare vermakelijkheden, in tabel N°. 15 genoemd, voor zoo verre al die patentpligtigen in de algemeene beschrijving voor 1860 en 1861 zullen moeten worden begrepen, gehouden zullen zijn, zich gedurende de maand Mei, ter bekoming van bun palent, aan te melden ter Secretarie dezer Gemeente, des voormiddags van 10 tot 1 ure, de Zondagen uitgezonderd; zullende er na dien tijd geene aanvragen meer worden aangenomen, behalve van de zoodanigen, die hun beroep of bedrijf na dien tijd aanvangen, en alzoo in de bijzondere beschrijvingen worden begrepen, "welke gehouden zijn, zich dadelijk bij dien aanvang van patent te voorzien. Dat ook op den 8sten Mei aanstaande, een aanvang zal worden gemaakt met de beschrijving der Belasting op het Personeel voor het dienstjaar 1860 en 1861. Zij, welke, bij bet bezorgen der billetlen, of ook bij het terughalen van die, nioglen ziju overgeslagenmogen zich, in geen geval, beroepen op zoodanig verzuim, maar zijn integendeel gehouden om dc vereischtc en behoorlijk ingevulde verklaringen in te dienen ten Kantore des Ontvangers, alwaar dc billctten ter invul ling steeds verkrijgbaar zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1860 | | pagina 3