«asten binnen den tijd van cenc minuut over de lioogste vestingwerken zijn geklommen. De regering heeft liet dan ook zeker niet ten onregte noodig geoordeeld, om eene compagnie dezer manschappen aan de expeditie naar China deel ie doen nemen. Het appèl van den heer mr. Oliivier is door de kamer der correctio nele appellen verworpen en de straf van drie maanden schorsing in zijne heirekking als advocaat, vroeger hem opgelegd, gehandhaafd. t Xer vervanging van het dagblad VUnivers is thans een ander blad, le Monde, verschenen. Behalve den heer L. Veuillot bestaat de redactie uit dezelfde personen die aan het eerstgenoemde blad hebben gearbeid. De plegtige optogt van den vetten os, die thans den naam draagt van Solfcrino, bragt heden eene groote volksmenigte op de been. In de vorige week zijn de katakomben van Parijs bezocht door inge nieurs, die overeenkomstig de bestaande voorschriften op gezette tijden moeten onderzoeken of de ontzaggelijke werkendie deze uitgestrekte onderaarsche gewelven steunen, zich in goeden slaat bevindeu. Eenige particulieren, waaronder dames, hebben de ingenieurs op dit bezoek vergezeld. Deze ge legenheid is voor de nieuwsgierigen en belangstellenden de eenige om in de katakomben af le dalenvroeger werd daartoe op aanvrage vergunning ver leend, doch er vielen ongelukken voor en sedert mag niemand zonder de ingenieurs zich in de Parijsche onderwereld bewegen. Het gezelschap be vond zich op 20 ellen onder den beganen grond en doorliep kronkelende galerijen, terwijl de wachter of oppasser, die als gids dienst doet, steeds het oog gevestigd hield op een zeer langen zwarten band die aan het ge welf vastgemaakt en gespannen is van den ingang lot op de plek waar de mcnschenbeenderen opeengestapeld zijn, welke men op verschillende tijden uit de begraafplaatsen heeft opgedolvendie vroeger binnen Parijs aangelegd waren. Twee of drie malen liet de gids het gezelschap stil staan en telde het om te zien of er iemand aan ontbrak. ITALIË. Uit Napels meldt men dat de pogingen om een nieuw ministerie zamen te stellen mislukt zijn. Het tegenwoordig kabinet zou dus in stand blijven, echter zonder den generaal Fitangieri. Voorts wordt nog gemeld dat er 200 onder-otficicrcn en manschappen van het leger om staalkundige redenen in hechtenis zijn genomen en naar de eilanden Favignar.a, Pantellaria en S'. Elmo gezonden. Aan den commissa ris van het werfbureau te Triëst zijn 30,000 kroonen toegezonden, om het dienst nemen van vrijwilligers te kunnen aanmoedigen. PHVI8§EN. BERLIJN, 19 Februarij. Bij eenen ter gelegenheid van den vastentijd uitgevaardigden herderlij ken brief heeft de aartsbisschop van Keulen zijn voornemen te kennen ge geven om tegen 29 April aanst. een provinciaal concilie bijeen te roepen. Sedert 1549 is zulk een concilie in het aartsbisdom Keulen niet gehouden. In Baden is de spanning onder de bevolking over het met den II. Stoel gesloten concordaat eenigzins bedaard, omdat men zich verzekerd houdt dal de beide kamers der vertegenwoordigers het zullen verwerpen. Te Trier is eene bende valsche munters in hechtenis genomen. Het waren jonge lieden van 16 tot 20 jaren. Hunne werktuigen en eenige ver vaardigde geldstukken zijn mede in beslag genomen. De naam van den keizer van China is in dit jaar voor het eerst in den almanak van Gotha opgenomen. Sian Fien is de zevende keizer van de dynastie der Tsin, die in 1644 de Min-dynastie verving. Op de lijst der Chinesche keizers, die sedert het jaar 4702 de nakomelingschap van Cham beheerschen, neemt hij de 244e plaats in en zijne regering, die den 26stcn Febr. 1850 een aanvang namkan als een der merkwaardigste beschouwd worden. Sian Fien (volmaakt geluk) is nog nooit in een zijner onderne mingen geslaagd en het Chinesche volk heeft zich nog nooit in deerniswaar diger toestand bevonden dan onder bet bestuur van dezen Chineschen Ro mulus Augustulus, die op den ouderdom van 20 jarenvader is geworden over 415 millioen onderdanen. Van hel oogenblik af dat hij den troon be klom was hij de speelbal van de kuiperijen van het hof en het voorwerp van den vloek van millioenen menschen, die door schraapzuchtige ambtena ren verdrukt of door de opstandelingendie reeds gedurende 10 jaren het land beroeren, uitgeplunderd worden. 008T-INDIE. BATAVIA, 24 December. Omtrent den uilslag der expeditie in het Bonische rijk wordt hoofdzake lijk het volgende gemeld. Op den 10dcn Nov. was majoor Staring vooruitgegaan, met 3 komp. inf., geschut, sappeurs en ruiterij, en 1000 man hulptroepen, onder Aroe Palakka, geleid door den adsistent-resident Bakkers. De Lansier had Sindjai ver kend, en eene geschikte landingsplaats gevonden. Na eene verkenning door den generaal werd den 22sten Nov. het beschieten van Sindjai begonnen door de schepen SoembingGedchPhoenix, Bali, Medusa, Kinsbergen, Lansier en eenige kleinere vaartuigen. Om zich van de medewerking der kolonne, die over land was gegaan, te verzekeren, werd eerst den 24stc" Nov. geland. Ten half 6 ure waren de troepen aan wal, en rukten langs hel strand regt op de versterking aan, omdat de togt meer ter zijde, om de vele vijvers, moest worden opgegeven; eene kompagnie nam echter dien weg. Intusschen werd het geschut opgesteld en begon het vuur. De vijand zag spoedig dat de stelling niet houdbaar wasomdat die kon worden omge trokken terwijl de versterkingen alle werken waren met opene keelenen verliet dus zijne stelling, llem volgende kwam men in eene schoone vlakte, met uitstekend gewas. De vijand trok naar de kampong Balongnipa, en vervolgens de rivier Tangka overwaarop hij welhaast verdween. De Soembing, Bali en Kinsbergen hadden last de Tangka op te varen en eene komp. inf. aan wal te zettenter. einde den vijand af te snijden. Door Ide drashcid van den grond en de nipabosschen gelukte dit niet; eene komp. trok echter de rivier over, en deed den vijand al zijne stellingen verlaten. De kolonne van Boelekomba opgerukt kwam eerst aan, toen Mangara Bom- bang reeds door den vijand verlaten was. De inlanders kwamen spoedig hunne onderwerping aanbieden. Aan Aroe Pallakadien men als beschermeling der regering beschouwde, werd de meest mogelijke hulde gebragt door opperhoofden en zelfs door twee vrouwelijke Aroesmet een gevolg van 300 personen. Nadat de zaken te Sindjai alzoo voorloopig geregeld waren ging men den 28slc" Nov. naar Badjoa, waar men den 3den Dcc. bijeen was, en den 6de® naar 't binnenland optrok. De voorhoede werd door maj. Kroesende achterhoede door maj. Heisterkamp gekommandeerd. Eerst in de vlakte van Boni zag men eene borstwering, zonder veel verdedigers; de stelling was regts door boomen en struiken gedekt. De vijand opende zijn vuur uit lilla's en buksen; ook uit de kampong Hola Salimpa en eene redoute, welke geheel verscholen lag, werd vuur gegeven. Dit laatste vuur in de flank had veel kwaad kunnen doen. Daartegen werd kapt. v. Os met 3 kompagniën gezonden, terwijl de cavalerie last bekwam, na het vermeesteren der redoute, om te trekkenten einde den vijandals hij op de vlugt rnogt slaanaf te snijden. De artillerie opende haar vuur in het centrum. Het vuur des vijands werd weldra tot zwijgen gebragt; de redoute werd genomen, waarbij echter majoor Kroesen een kogel in de borst en een in de arm, kapt. Royen, twee kogels in den regter schouder en arm kreeg, en 3dooden en 17 zwaar .gekwetsten vielen. De ruiterij was intusschen den vijand omgetrokken, en de Boniereu; die na een hardnekkig gevecht alle punten weldra verlieten, om eene schuilplaats te zoeken te Pasempa, waar de koningin zich ophield, werden dus bij hunne vlugt goed ontvangen. De ruiterij had evenwel te veel bezwaren moeten overwinnenten einde nog tijdig genoeg aan te komen om de hoofden op le vangen, die trouwens te paard waren. De Bonieren vochten legen de ruiters meestal tot dat zij neergesabeld waren. De lstc luit. Koenen werd dan ook door een krissteek in de onderbuik gewond, terwijl er een cavalerist sneuvelde, 3 gewond werden en 5 paarden vielen. De massa der vlugtelingen keerde naar de hampering terug, om door't geboomte noord waarts te vlugten. Eenige kartets-granaten verhaastten die vlugt. Den vol genden dag kwam Ambe-Kamba namens 50 groote en kleine kampongs de onderwerping aanbieden. Het volk was den oorlog moede, en wenschte den vrede. Hij verhaalde ook, dat de koningin met de haren gevlugt was. De generaal gaf op de ondcrwerpings-aanbieding ten antwoord, dat de be volking naar hare woningen en tot den arbeid rustig kon lerugkeeren. Den 8sten Dec. kwamen nog andere voorname personen zich onderwerpen. Den 9den Dec. trok de generaal naar Pasempadat den naam van sterk wel verdient. Wegens rotsen, ravijnen, verschillende sterkten, en eindelijk een steil pad, waarlangs slechts een man kon naar boven komen, was de nadering bijna ondoenlijk. De schrik over de door ons behaalde zegepralen was te groot geweest en had de troepen voor een nieuwen strijd gespaard, die zeker veel offers had gekost. De koningin was zoo haastig gevlugt, dat haar draagstoel met vele kostbaarheden, hare kleeding, have en goed was achtergelaten. Alleen de grootste waarden had zij medegevoerd. Te Pa sempa, dat alleen eene versterking was, vond men 80 geweren. Nadat de wachthuizen aan de vlammen waren prijs gegeven, keerde de generaal naar Palakka, zijn hoofdkwartier, terug. Van Banjermassing wordt gemeld dat de rust en het vertrouwen al daar waren terug gekeerd. Door de troepen waren eenige zeer sterke ben- lings vermeesterd. De vulkaan Ra we, in de residentie Bezoekie, die men uitgedoofd waande, heeft weder kenleekcnen van werking gegeven. Te Padang (Sumatra's westkust) is op 24 Nov. eene vrij hevige aard- schudding waargenomen. KANTON«EREr.T NOORDU'IJK. Gewezen vonnissen in de zitting van 15 Februarij 1860. 2 personen wegens het als geleider zitten op een voertuig met honden be spannen binnen de gemeente Warmond, waarvan een bij herhaling. 2 personen wegens het baggeren in de Zijl onder de gemeente Oegstgeest op twee onderscheidene dagen. 2 personen wegens het zich in het veld bevinden builen openbare wegen en voetpaden met wildstrikken. 1 persoon wegens het bevisschen van eens anders vischwater zonder visch- acte of permissie van den regthebbende. 1 persoon wegens het zich bevinden in het veld met geladen schietgeweer zonder jagtacte of buitengewone magtiging gepleegd des nachts en met fei telijken wederstand tegen den bevoegden beambte. 1 persoon wegens het bemagtigen van wild door middel van een wildstrik. 1 persoon wegens het vervoer van een haas in open jagttijd zonder jagt acte of kostelooze magtiging. 1 persoon wegens diefstal van zoden. 1 persoon wegens diefstal van hout. 8TA»8-BERIttTEN. JAGT EN VISSCHERIJ. De BURGEMEESTER van LEYDEN brengt bij deze ter kennis van hen, die zich voor het aanstaande saizoen 1860/61 in het bezit wenschen te zien van jagt- of vischacten of wel van kostelooze vergunningen tot uitoefening der visscherijdat de blanco verzoekschriften ter bekoming daarvan gratis verkrijgbaar zijn ter Gemeente-Secretarie, alwaar zij, behoorlijk ingevuld en onderleekendvóór den 20slel1 April dezes jaars moeten terug bezorgd zijn, ten einde alsdan aan den Staatsraad-Commissaris des Konings in Zuidholland te kunnen worden ingezonden. Dc Burgemeester voornoemd Leyden, 11 Februarij 1860. D. TIEBOEL SIEGENBEEK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1860 | | pagina 3