BUITENLANDSCHE BERifiTEiV. EKCiGLAKD. LONDEN 24 Januarij. Het parlement is door de koningin op de gebruikelijke wijze geopend. In bare rede heeft H. M. hoofdzakelijk het volgende gezegd. Mijne betrekkingen tot andere mogendheden zijn steeds van vriendsehap- pelijken aard. Ik heb van Oostenrijk en Frankrijk eene formele uitnoo- diging tot het bijwonen van een congres ter behandeling der Italiaansche aangelegenheden ontvangen. Deze uilnoodiging aannemende verklaarde ik tevens, op het congres het beginsel te zullen vasthouden, dat geen uitwen dig geweld zou worden aangewend om aan het Italiaansche volk eene of andere regering of staatsinrigting op te dringen. Door den loop der om standigheden is het houden van hel congres voor onbepaalden tijd ver daagd; maar hetzij op het congres, of bij bijzondere onderhandelingen zal het steeds mijn streven zijn, gewapende tusschenkomst van het buitenland in Italië's inwendige aangelegenheden te verhoedener. ik hoop dat I take's zaken minnelijk vereffend zullen worden. Ik heb onderhandelingen met Frankrijk geopend tot uitbreiding van handelsverkeer tusschen de beide landen, waardoor het verbond tusschen dezelve nog meer bevestigd zal wor den. Met Frankrijk vereenigd heb ik eene expeditie voorbereid ten einde de uitvoering te erlangen van het met China gesloten verdrag. Het zoude mij verblijden, indien toegeeflijkheid van den kant van China de aanwen ding van geweld overbodig maakte. De moeijelijkheden ter zake van de aangelegenheid van het eiland San Juan zijn ten gevolge van billijke en verzoening ademende voorstellen van de zijde van Amerika uit den weg geruimd. In Indiü is de rust volmaakt hersteld. »De begrooting is opgemaakt met hel oog op hetgeen voor de verdediging des lands noodig zal zijn. De opbrengst der staats-inkomslen is bevredigend. Door de oprigting van corpsen vrijwilligers wordt de verdediging van het land bevorderd. Er zullen voorstellen worden ingediend tot regeling van de volksvertegenwoordiging, op uitgebreider grondslagen. De toestand des lands is bevredigend, terwijl in onze bezittingen in Indië de stemming jegens het moederland steeds gunstiger wordt." Na het uitspreken van de troonrede werd, zoowel in het hooger- als lagerhuis, het antwoord daarop voorgesteld. De heer Disraëli verklaarde daarop geen amendement te zullen doenmaar gaf levens te kennen dat het handelsverdrag met Frankrijk, zijns inziensonvereenigbaar was met het stelsel van vrijen handel dat door Engeland wordt gehuldigd. Voorts noemde hij Frankrijks staatkunde ten opzigte van Italië dubbelzinnig. De noninterventie keurde hij goed, maar hij meende te moeten vragen of Engeland keizer Napoleon had gemagtigd, om den Paus zijn overig grond gebied te waarborgen, bijaldien hij van de Romagna afstand doet. Lord Palmerston gaf op een en ander ten antwoord dat het handelsverdrag met Frankrijk gesloten was onder voorbehoud van de goedkeuring des parle- ments. Ten aanzien van de Italiaansche aangelegenheden verklaarde hij voor onwaar, dat een verdrag van alliantie tusschen Engeland en Frankrijk voorgesteld was gewordenhetwelk iedere vreemde tusschenkomst in Italië voor eenen casus belli verklaarde; de overeenkomst tusschen de beide sla- ten berustte eenvoudig op het beginsel, dat de Italianen geregligd zijn om hunne aangelegenheden zeiven te regelen. In het hoogerhuis verklaarde lord Grey zich mede tegen het handelsverdrag met Frankrijk; overigens laakte hij het sluiten van een handelsverdrag, en vooral het afzenden eener expeditie legen China zonder voorafgaande bewilliging van het parlement. Ten aanzien van dit laatste punt stelde hij een amendement voor, hetwelk echter verworpen werd. Ook lord Derby bestreed de staatkunde van het ministerieen wilde alle vreemde troepen uit Italië teruggeroepen hebben. Te Liverpool leeft op dit oogenblik eene zekere Betty Roberts, die in Junij 1749 is geboren en mitsdien 110 jaren lelt. Zij beroemt zich, steu nende op een stok, nog drie mijlen in het uur te kunnen afleggen. In eene kolenmijn nabij Wolverhampton hebben 7 werklieden het i leven verloren, ten gevolge van het breken van het werktuig, waarmede zij naar boven werden gebragt. FKA.NIÏ4J&S.JIi. PARIJS. 24 Januarij. Het reeds sedert gernimen tijd verwachte verslag van den minister van finantiënover den toestand der geldmiddelen, is thans in den Moniteur verschenen en volgens dat verslag verkeeren 's lands geldmiddelen in eenen bloeijenden staat. Het te kort op vroegere diensten sedert 1848hetwelk 88G millioen bedragen hadwas tot 6G0 inillioen verminderd. Het bedrag der in omloop zijnde schatkistbons was slechts 185 millioen. Sedert 1852 was de buitenlandsche handel met 80 per cent toegenomen. Aan den staats raad waren de noodige bescheiden voor het gereed maken der begrooting van 1861 toegezondenwelke het uitzigt gaven op een overschot van 3 mil lioen. Intusschen zouden de bij den brief van 5 Januarij ontwikkelde plan nen voor alsnog eene schorsing van de amortisatie noodig makenten einde het evenwigt tusschen inkomsten en uitgaven te behouden; de minister drukt echter de hoop uit, dal die schorsing van korten duur zal wezen. Het handelsverdrag tusschen Engeland en Frankrijk is reeds giste ren geteekend, en wel door de bh. Cowley en Cobden voor Engeland en Baroehe, Rouher en Magne voor Frankrijk, zoodat de wijze waarop zich de koningin van Engeland daarover heeft uitgelaten verwondering wekt. De Patrie deelt omtrent dit verdrag eenige bijzonderheden mede. De invoerregten op wijnen in Engeland zullen van 150 tot op 28 pCt. ver minderd worden. Zijden waren zullen van inkomende regten worden vrij gesteld. Op ijzer zal, bij invoer in Frankrijk, een regt van 7 fr. op de 100 worden geheven. Bewerkte wollen en katoenen stoffen zullen wor den beschermd door de heffing van een regt, echter niet hooger dan 30pCt. De vrijstelling der regten op de grondsLoffen zal ingaan den lsten Julij 18G1 terwijl alle verbodsbepalingen voor liet einde van October daaraanvolgende j, zullen zijn opgeheven. Het tractaat zal voor Engeland in werking treden onmiddellijk na de uitwisseling der ralificaliën, die omstreeks het begin van Febr. aanst. zal plaats hebben. De strijd tusschen vrijheid van handel en behoud van bescherming blijft steeds voortduren. In het noorden en in het midden des lands wordt hij met hevigheid gevoerd. Het verdrag met Engeland is het mikpunt, waarop de fabriekanten hunne aanvallen rigten. De heer Lemoinne heeft in het Journ. des Déb. een uitvoerig artikel geplaatst over het wereldlijk en geestelijk gezag van den Paus. Dit artikel heeft een protest uitgelokt van den hoofdredacteur van genoemd blad, den heer de Sacy. In een brief aan den verantwoordelijken uitgever, den heer Berlin, verklaart hij dat zijn geweten hem vcrpligt te betoogen dat de be ginselen van zijn vriend en medewerker den ondergang van het pausdom en de gehecle katholieke kerk ten gevolge zouden hebben. In het brcede wordt deze stelling door hem uiteengezet. In Cochin-China heeft op nieuw een gevecht plaats gehad. Onze troe pen hebben zich van twee forten meester gemaakt. ITALSE. Hit Turyn meldt men dat graaf Cavour zich gereed maakt om, vergezeld van de bh. Fabrizzi en Georgini, beiden Toskaners, eene reis naar Parijs en Londen te doen. Het doel dezer reis is natuurlijk om in die hoofdsleden voor de vereeniging van Midden-Italië met Sardinië werkzaam te zijn. In het Venetiaansehe neemt de gisting, na het optreden van graaf Cavour als ministerzeer toe. Te Rome blijft het rustig. Voor het geval dat het werkelijk lot het vertrek der Fransche troepen mogt komen, nam de regering maatregelen om 5000 man linietroepen en karabiniers in Rome te vereenigen. De meeste der Romeinsche vorsten en edelen hebben een adres van verknochiheid aan den Paus onderteekend, maar verklaren daarbij levens dat zij, dit doende, alleen het beginsel op het oog hebben gehad, zonder zich omtrent de rege ringswijze of de ministeriële quaestie te willen verklaren. Prins Joseph Napoleon staat aan het hoofd der onderteekenaars. Men verzekert dat een aantal inwoners van Umbrië en de Marken een verzoekschrift tot keizer Napoleon hebben gerigt, waarbij zij verzoeken hen te onttrekken aan het bestuur waaraan zij tot nu onderworpen zijn, en dat zij niet omver kunnen werpenvan wege de tegenwoordigheid der Fransche troepen. Het Dagbl. van Rome beweert echter dat men in die streken gcene ontevredenheid opmerkt. Uit Napels meldt men dat de generaal Filangieri nu werkelijk zijn ontslag heeft ingediend, en dat de aftreding van het geheele kabinet daarvan het gevolg is. Als de oorzaak wordt opgegevendat de koning in den ministerraad het voorstel had gedaan om den Paus gewapenden bijstand te verleenenwaarmede het ministerie zich niet kon vereenigen. De koning heeft de vorming van een nieuw kabinet aan den heer Murena opgedragen. OOSTEAKIAH. WEENEN, 23 Januarij. Volgens besluit des keizers zal de rente van alle openbare schuldbekente nissen, na verloop van 6 jaren, na het tijdstip der vervalling, verjaard zijn. Vroeger was die termijn 30 jaren. De IFien. Zeit. spreekt liet berigt, betreffende het in beleg stellen van Veronategen. Men verzekert dat de regering voornemens is, met het oog op den tegenstanddie de verordening regelende de aangelegenheden der Protestan ten in Hongarye ontmoet, de uilvoering daarvan te schorschen, en de ge meenten uit te noodigen tot het kiezen van afgevaardigden voor eene te h houden synode, ten einde nieuwe maatregelen te beramen. INKEXONDEN. Zeker zal, als het geschrijf van S. nog een antwoord vereischt, dat het beste zijn en voor de lezers van meer belang, wanneer in enkele losse trek ken het nut der statistiek in het algemeen en van de tienjarige volkstelling in 't bijzonder wordt aangetoond. Of de uilgaaf voor die telling verkwis tend zn de commissie voor de statistiek, die alleen reis- en verblijfkosten in rekening brengt, kostbaar mag genoemd worden, zal later blijken aan iedereen die voor overtuiging vatbaar is eu zijne dwalingvergissing of on bekendheid, ten aanzien van hetgeen hij schrijft, wil erkennen. Als in dit blad met de gewone welwillendheid daarvoor een plaats wordt ingeruimd zal later dat nut op eene practische wijze worden betoogd en tevens wor den toegelicht wat men als fictie en contradictie aanmerkt. Die wel onder scheidt oordeelt wel. Voor dit oogenblik mag het volgend voorbeeld strekken tot bewijs, hoe nuttig eene oordeelkundige statistiek is, waarmede de wetenschap in het algemeen zich bezig houdt. Dezer dagen werd de opmerking gemaakt, dat hij het heerschcn der cho lera onder de minvermogende standen zij vooral waren aangetast, die onze groote hervormde kerken bezoeken, terwijl vaak verschoond bleven zij, die in kroegen en herbergen buiten de Zijlpoort des Zondags zich ophiel den. 't Is de taak der geneeskundige statistiekdat feit te onderzoeken eu de oorzaken op te sporen. Maar intusschen beweert de een liet nadeel van het ter kerk gaan en prijst de ander het gebruik van sterken drank aan. Als ik de oorzaak toeschrijf aan de ongeschiktheid of het gebrek aan be hoorlijke zitplaatsen voor den minvermogenden leek en het staan op den hardsleenen vloer, zoodat het noodig werd alleen daarom eene radikale verbetering van de banken en zitplaatsen aan te raden, opdat meer en med io eene Christelijke vergadering het verschil in rang of stand onmerkbaar werd, zal dan niet bij hem, die zich K. v. S. noemt, mijn gevoelen als een socialistischedemocratische of revolutionaire maatregel worden uitgekreten? Zal men niet afkeuren en als nog veel meer wandalisch be schouwen, wanneer niet enkel eene schennende hand zich vergrijpt aan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1860 | | pagina 3