fiittrgctiijfec naar de beraadslagingen daarover in het vorige jaar gehouden, en dat be treffende het eigendoms-bezit van vaste goederen uit kracht van huwelijks contracten. Bij het huis der afgevaardigden: dat houdende de begroeting voor 1860; dat betreffende de grondbelastingen, welke in het vorige jaar met 20 pCt. waren verhoogd, maar volgens de voorstellen der commissie nu slechts met 10 pCt. zouden moeten vermeerderd worden; ten dezen opzigle is sleehls eene verhooging voorgesteld van 8 pCt. voor het geheele rijk; en dat betreffende de opheffing der woekerwetten. De minister Schwerin heeft levens te kennen gegeven dat de vvet, houdende regeling der kiesdistricten, wegens een gebrek in den vorm nog niet kon worden ingediend. Hel aantal der studerenden aan de 15 Duitsche hoogescholen bedroeg op 1 Januarij 11. 9938, derhalve 31 meer dan bij den aanvang van 1859. Aan die te Berlijn vindt men de meesten, namelijk 1475, daarop volgen Leipzig met 848, Bonn met 801, Breslau met 788, Halle met 715, Göttin- gen met 694, Tubingen met 638 studenten, en zoo vervolgens, tot dehooge- school te Marburg toe, waar niet meer dan 216 studerenden gevonden wor den. De vermeerdering gedurende 1859 beefL zich hoofdzakelijk tot de theo loganten bepaald, terwijl het cijfer der studenten in de regtsgeleerdheid daarentegen zeer sterk is afgenomen. Volgens berigt uit Petersburg was de veldmaarschalk prins Bariatinsky, de overwinnaar van Schamyl, aldaar den 8st™ dezer aangekomen. Met den keizer is hij op de gewone Zondagsche parade verschenen, en al de troe pen moesten hem de wapenen presenteren, waartoe de keizer zelf het voor beeld gaf. De keizer hief ook te zijner eer een juichkreet aan die dooi de troepen, waaronder ook de grootvorst-troonopvolger, werd herhaald. Vorst Bariatinsky is slechts 44 jaren oud. Be papierfabriek der regering, welke nabij Petersburg in het begin van het vorige jaar is afgebrandwaardoor de slaat een verlies van 3 millioen roebels leed, is herbouwd, maar op eene zoodanige wijze, dat zij dezer dagen grootendeels is ingestort. De schade, daardoor veroorzaakt, bedraagt 1 millioen roebels. OOSTENRIJK. WEENEN, 16 Januarij. Men is hier niet zeer ingenomen met de troonrede van den prins-regent van Pruissen, omdat er geene melding in wordt gemaakt van den tegen- woordigen stand der Italiaansehe quaestie. De Ost-Deutsche Post zegt dat wanneer eene mogendheid zoo als Pruissen lijdelijk is tegenover het krachtig en onvermoeid streven van Frankrijkhet niet te verwonderen is dat de Napoleontische staatkunde geene hinderpalen in Europa ontmoet. In de op den llim dezer leDebreczin gehouden vergadering van protes tanten, welke, niettegenstaande de door het plaatselijk bestuur gedane vor dering om uileen te gaan, evenwel bijeen bleef, is besloten den keizer te verzoeken het patent van 1 September in te trekken en aan de protestant- sclie kerk en scholen de vrije organisatie van vóór 1848 te hergeven. Van regeringswege is tegen deze bijeenkomst geen geweld gebruikt; men heeft zich slechts bepaald tot het doen der gewone uitnoodiging om uiteen te gaanendaar hieraan geen gehoor werd gegevenzal tegen de hoofd leiders en redenaars dier vergadering eene geregtclijke vervolging worden ingesteld. Tot de genoemde vergadering waren 10,000 personen opgekomen en de goede orde is in niets gestoord. In Hongarije trachten de roovers partij te trekken van de opgewon denheid, waarin het land verkeert. Te Lugos zijn er in deze maand 5 en te Sarvar 6 opgehangen. IKGEZOK11EK. Een woord over Statistiek. De rechte maat •Haast al te pikant" is juist van pas, Want zoo het niet op 't kantjen was Dan waar 'took gaauw Weer«wel wat flaauw." De Gids. Juist vindt menige regeringsmaatregel tegenkanting of afkeuring van de zjjde dergenen, die meenen, «dat zij een onbevangen oordeel over eenige «zaak kunnen uitbrengen," en het overbodig achten, dat het nut daarvan wordt betoogd, hetgeen zij vaak aanpreeken en smakelijk maken heelcn. Ja, «wel wordt tegenwoordig veel gesproken over statistiek en dat hare beoe fening voor de volkswelvaart noodig, ja onmisbaar is." Men vraagt, en te regt zelfs «geleerde theoriemannen" erkennen daarvan bet belang, naar cijfers, in plaats van zich met magtspreuken of theoriën te vergenoe gen. 'tZijn juist die cijfers, welke van den waren toestand doen blijken en een wissen grondslag leggen. De vroegere volkstellingen hadden plaats voor rekening van de gemeen ten; maar die nu geschiedt, komt ten laste van het rijk, waarvan de kosten berekend kunnen worden op ƒ50,000, behalve het materieel. Of die gelden productief dan wel improductief worden uitgegeven" dit hangt geheel af van het beginseldat men aankleeft ten aanzien van de be zoldiging van ambtenaren. Zijn zij noodig of nutteloos en neemt men hel laatste aandan prijkt de staatsbegrooling en elke provinciale en gemeenle- begrooting met overbodige uitgaven. Maar, 'tis veel gemakkelijker die vreemde woorden productief en improductief ter neer te schrijvendan ze te begrijpen en wat nog moeijelijker is, ze met oordeel te gebruiken. De tienjarige volkstelling is een uitnemend middel, om de juistheid der jaarlijksche statistiek, waartoe in art. 182 der Gemeentewet een voorschrift gegeven is, te toetsen. We zijn nog altoos zoo dwaas te gelooven, dat zoolang niet eene algemeene wet aan het behoorlijk bijhouden der plaatse lijke bevolkingregisters klem geeft, op de volledigheid dier stukken niet te veel kan worden gebouwd. Men moet eenigzints met de practijk bekend zijn, om daarover een gegrond oordeel te kunnen vellen. Evenzeer leert de ervaring, dat de pogingen door maatschappijen en genootschappen aange wend, om te verkrijgen eene goede statistiek, schipbreuk leden op den on wil van den een en de kleingeestigheid van een ander. De voorname taak van wijkmeesters of heeren der gebuurten is wel, om mede te werken tot eene zorgvuldige statistiekmaar toch is het niet mogelijk die taak naar eisch te vervullen, zoodat zij gewenschle uitkomsten oplevert, tenzij de ingezetenen welwillend medewerken. De algemeene tienjarige volkstelling is gegrond op een koninklijk besluit, dat straf bedreigt op onwil en tegenkanting. Zij geeft dus klem aan de zaak en werkt in de hand de trouwe inachtneming der plaatselijke voorschriften. 't Verraadt weinig kennis en doorzigt, als men de statistiek, die het cijfer der bevolking aanwijst, in verband wil brengen met eene verhooging van het patentregt en met een plan der regering om (e bepalen, «hoe groot het aantal bakkers, slagers, enz. wezen zal." Die zoo iels schrijft, legt zijne onwetendheid aan den dag, gelijk ook blijkt uit de opgave van het aantal leden der tweede kamer, dat in 1848 niet 39 maar 58 bedroeg (art. 81 Grondwet 1840). Ziet, als zij die meenen de vereischte kennis en een onbevangen oordeel te bezitten, zich zoo kunnen vergissen ten aanzien van feiten en cijfers, dan hebben hunne redeneringen ook weinig waarde. Voor hen is het meest afdoend betoog nutteloos; wie zal de moeite nemen hun eene zaak smake lijk te maken, als zij met vooroordeel en partijzucht zijn behebt. Juist die scheeve oordeelvellingen vloeijen voort uit onbekendheid met den waren toestand der maatschappij en voor hen is de statistiek het rechte middel tot genezing hunner kwaal. De wetenschap der statistiekzoo schaarsch nog beoefend en veel minder met belangstelling bejegendzal hare waarde weten te handhaven, want zij leert de feiten onder cijfers te brengen en die cijfers te ordenen lot een nuttig einde in het algemeen belang. In onzen lijd en voor onze stad is daaraan groote behoefte, opdat men zich behoedzaam op philanthropise!) ge bied bewege en geene maatregelen worden genomen, die van het goede doeldal men beoogtafleiden. Die wetenschap is onbemind, omdat zij in haar waarde nog niet is be kend; maar haar wedervaart het lot, wat elke goede zaak te beurt valt, die om hare nieuwheid wordt Tegengestaan en bestreden door bekrompen- beid en kleingeestigheid. Later zal men verbaasd staan over het nut, dat de rijks-commissie en de provinciale bureaux voor de statistiek slichten en de kosten, die daaraan worden besteed, zullen vruchten dragen. «Het zjjn «niet alleen ijver, volharding, goede wil, liefde tot de zaak bij ambtenaren «en besturenwelke ons voeren kunnen tot eene meer volledige kennis van «ons volk en zijn toestand, er is ook behoefte aan eene wetenschappelijke «leiding van dien arbeid, aan eene juiste rigling gegeven aan de verschil- «lende krachtenwaarover beschikt kan worden. De statistiek moet niet «alleen als bureauwerk of liefhebberij worden gedreven, maar worden inge- «rigt naar de regelen, welke de wetenschap aan de hand geeft, en de «ondervinding, in andere landen verkregen moet worden ter, nutte gemaakt." Du choc des opinions jaillit la vérité. 't Is waar, veel hoofden veel zinnen; maar de lijd is voorbij, waarin één hoofd voor allen denkt, de wil van één voor allen geldt en met magtspreuken een geschil kan worden beslist. Voor de kracht der waarheid moet elk gezag bukken. M. ft'9'A I> S - SS E R ti T E N. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEÏDEN; Gezien art. 364 der Wet van den 29sten Junij 1851 Staatsblad n°. 85); Gelet op art. 5 der Verordening van den 9J™ Maart 1857 (Gemeenteblad n°. 19), regelende de invordering eener plaatselijke belasting op de honden; Doen te welen, dat hel Suppletoir Kohier voor de plaatselijke belasting op de houden, over 1859, in de maand December op te maken, voorloopig is vastgesteld en van heden tot en met den 2den Februarij aanstaande, ter Secretarie dezer Gemeente, van 12—3 ure, voor een ieder ter lezing is nedergelegd. En zal deze door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, D. TIEBOEL SIEGENBEEK, Burgemeester. Leyden, 19 Januarij 1860. v. PUTTKAMMER, Secretaris. Van den 12 tot en met den IS Januarij 1S60. BEVALLEN: C. P. Tegelaar, geb. van der Kolk, D. J.J. Crama, geb. Sieval, D. M. J. de Geus, geb. d'Uaene, D. S. M. de Bolster, geb. Biegslra- ten D. H. Landzaatgeb. Reyners D. A. J. Schmiergeb. Karpesteyn Z. A. G. van Iperengeb. Dorrepaal LedeboerD. I. BaartmansZ. levenl. W. Noest, geb. Derogee, Z. E. Bouman geb. Werk D. M. de Nie, geb. GodefroyZ. L. Harlandgeb. Koevoet, D. C. den Homer, geb. van Wijk, Z. S. Verhoef, geb. van der NatZ. L. Singerlinggeb. van der Meer J. M. de Wintergeb. Lui, D. U. J. Ooymangeb. Everts, D. J. Blansjaar, geb. Kluyvers, Z. J. M. E. Doesburg I.,annooy, geb. Dulfcr, D. S. M. A. Meintsergeb. van de PoelD. A. de Goederengeb. de Bruyn Z. tweel. J. A. ForlrieZ. M. van der Blomgeb. van DisselD. levenl. P. Lensgeb. KellenaarD. GEUUWD: I.C. Snijder, Wedr. en C. Holswilder, Jd. N. P. Visser, Jm. en T. Boelje, Jd. P. C. F. Niericker, Jm. en G. Vogelenzang, Jd. OVERLEDEN: W. Maryt, D., Ij. en 9 m. A. de Ronde, 30 j. P. Queslroo, D.2 j. J. C. Lagas, geb. Sommeling, 77j. II. Sentiber, geb. Slefanus78 j. J. van der Lelie, geb. Schoonhoven 72 j. M. E. van de Poll, geb. Starrenburg28 j. J. Lancel, 19 j. G. Ingeneger Z., 2j. en2m. M. S. Overdijkgeb. Bergman41 j. J. Kok 55 j. A. Wegman geb. van Benten 39 j. W. F. HazelhorstZ.0 m. M. Sieval82 j. T. Miedema, 22 j. L. KIoos, Z.bijna 5 m. P. A. Sasse, 52 j. K. de HaasZ.6 j. en 9 m. A. Guleygeb. Kooien 63 j.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1860 | | pagina 3