BIDSTOND VOOR ISRAËL, Wij hebben dit weinige hier willen aanstippen en verlangen niet meer kwetsbare punten aan te roeren, ten einde den schijn te vermijden als wil den wij in oppositie treden tegen plannenwier uitvoering ons niet per soonlijk aangaat j wij meenden alleen te moeten spreken en waarschuwen tegen de overdreven veranderingswoede van onzen tijd (nu anderendaar toe meer bevoegd dan wijhet stilzwijgen bewarenopdat ons later nooit zoude kunnen worden tegengeworpen waarom hebt gij er in berust waarom, toen het nog tijd was, er uwe slem niet tegen verheven? Aan allen, die eenigen invloed hebben, roepen wij toe: matigt de pogin gen van hen die overdrevenc veranderingen in onze gebouwen willen bren gen, spoort aan tot herstelling, zoo veel mogelijk in den geest en stijl van liet gebouw of monument, van wat door den tijd of, hetgeen nog erger is, door de straatjongens werd beschadigd en zorgt dat deze laatste in hunne baldadigheden niet langer ongestoord voortgaan Maar vooral roepen wij thans, nu het nog tijd is, hun, wier pligt en roeping het is over onze kerkgebouwen te wakentoe hebt eerbied voor het nog bestaande, bederft de Pieterskerk niet, verschoont het eerbiedwaar dig gebouw van een houten staketselduldt althans nooit dat het schoone koorhek, even als te Delft plaats greep, voor afbraak worde verkocht en dat wij iederen gevierden kanselredenaar ten koste van een Golhisch kunst gewrocht koopen moeten. December 1859. C. K. v. S. Hoe weinig belang er binnen Leyden, door de bevoegde magt, in gedenbteeke- nen gesteld wordt blijkt o. a. uit de omstandigheid, dat de fraaije fontein op de Vischmarkt, vroeger van de maand November tot Maart voor den invloed van het wintenveder gedektthans ongedekt aan vorst en sneeuw wordt prijs gegevenwelke verwaarloozing niet voor de eerste maal geschiedt. Moeten wel ligt de kosten van het nieuwe hek, waarmede dit monument een paar jaren geleden is opgeschiktop het houten bekleedsel gevonden worden STTAISg- BËHDSTËIV. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 24steü November 1859, is vastgesteld de volgende TEROISIEIÏIC} betreffende den verkoop van brood binnen de gemeente Leyden, strekkende tot aanvulling van het bepaalde bij art. 191 tot 205 der Algemeene Politie- Ver ordening, vastgesteld den 9dcn October 1856. EERSTE AFDEEL1NG. Over de zetting van het brood Art. 1. De broodsoortenwelke tot voornaamst en dagelijksch voedsel der inge zetenen dienen, zijn aan eene zetting onderworpen, die alleen beschouwd wordt als een hoogste prijs (maccimiim), waarboven het verboden is die broodsoorten van een bepaald gewigt te verkoopen. Art. 2. Die broodsoorten zijna. het beste tarwe- of zoogenaamd franschbrood b. het hoog- of zoogenaamd gebraakt tarwebrood; c. het huisbakken- of zoogenaamd bruinbrood d. het ongebuild of zoogenaamd kropbroode. het onvermengd roggebrood. De zamenstelling dier broodsoorten wordt bij art. 711 nader Omschreven. Alle andere broodsoorten, zoo als: fluit- en kransbrooddubbelgebakken- en kleinbroodkadetjesgebak enz.behooren niet tot die welke aan de zetting zijn onderworpenmaar worden als brood van weelde beschouwd. Art. 3. De zetting wordt geregeld door Burgemeester en Wethoudersals grondslagen daarvoor worden aangenomen 1°. de hoeveelheid ponden broods, die een mud graan oplevert, namelijk: a. 78 ponden franschbrood. b. 74 hoog brood. c. 86 bruinbrood. d. 108 kropbrood. e. 100 roggebrood. 2°. de kosten, die vereischt worden om het graan tot brood te verbakken, als: van ieder mud voor franschbrood5.015. hoogbrood4.385. bruinbrood4.785. kropbrood5.37°. roggebrood 2.48. 3°. de winst voor den bakker, beloopende 1.95 voor iedere 78 pond franschbrood. 1.95 j) 74 hoogbrood. 1.80 86 bruinbrood. 1.62 108 kropbrood. 1.30 100 roggebrood. 4°. de prijs van het graan, als: van de witte Zeeuwsche en Ilooglandsche tarwe, naar de Rotterdamsche markt; van de Poolsehe tarwe en Pruissische roggenaar de Amslerdamsche markt. 5°. de accijns van het graan, volgens de wettig vastgestelde tarieven. Art. 4. De zetting wordt bepaald, veranderd of geregeld door Burgemeester en Wethouders, zoo dikwijls de prijs van het graan, voor de broodsoorten benoodigd zóóveel rijst of daalt, dat de prijs van het brood per pond met een halven cent moet worden vermeerderd of verminderd. Zij wordt telkens bij openbare afkondiging door aanplakking op de bepaalde borden, alsmede door plaatsing in de Leydsche Courant, ter kennis der ingezete nen, der broodhakkers en broodslijters gebragt. Art. 5. iedere bakker en slijter van brood is verpligt, om bestendig in zijn winkel een zwart bord geplaatst te houdenwaarop de prijzen der aan de zetting onderworpen broodsoortenbenevens het gewigt van het brood, duidelijk en van de straat leesbaar, zijn opgeteekend. Art. 197 der Algemeene Polilie-verordening van den 9den OGtober 1856 komt daardoor tc vervallen. Art. 6. Het brood dat buiten de gemeente gebakken, daar binnen wordt gesle ten en onder de bij art. 2 vermelde broodsoorten kan worden begrepen, wordt daar mede gelijk gesteld, wat betreft de zetting, de zamenstelling en het gewigt. TWEEDE AFDEELING. Over de zamenstelling van het brood. Art. 7. Het brood, van gemalen tarwe of rogge gebakken en ten verkoop be stemd, mag geen meel of afval van ander graan bevatten, maar moet zamengesteld zijn uit, het voor iedere soort bestemde meel't zij van de meelfabrieken of van de binnen en buiten de gemeente gevestigde korenmolens afkomstig. Art. 8. Voor de aan de zetting onderworpen broodsoorten rnoet beste en gezonde tarwe en rogge worden gebruikt. Art. 9. liet zoogenaamd franschbrood en het gebraakt of hoogbrood moet zamen gesteld worden van gebuild tarwemeel, waaruit al de afval, zooals zemelen, kort £n grintis gebuildzonder eenige vermenging. Hel huisbakkenbrood wordt gebakken van tarwemeel, zoodanig gebuild, dat niet meer dau twaalf ponden afval uit een mud tarwe wordt genomen en het overige, zonder andere vermenging, in het meel blijft. Het krop uit den zak moet zamengesteld worden van ongebuild tarwemeelgelijk het van den molen komt. Het roggebrood rnoet vervaardigd worden van gebroken rogge, zooals zij van den molen komt en zonder dat de roggebloem daaruit, geheel of gedeeltelijk, is ge build of gezeefd. Art. 10. Het brood moet goed doorbakken zijn; dat tetsig of niet goed gaar voorhanden in de winkels wordt bevonden, is ten behoeve der gemeente verbeurd. Art. 11. Het brood, elders gebakken en hier ter slede ten verkoop ingevoerd, is aan dezelfde bepalingen op de zamenstelling onderworpen als het brood binnen de gemeente gebakken. DERDE AFDEELING. Over het gewigt van het brood. Art. 12. Het brood, aan de zetting ouderworpeubeeft een bepaald gewigt van vijf oneen en het veelvoud van dien. Elk verschil bij de weging, grooter dan drie pCtis strafbaar. Art. 13. Aan de broodkeurders wordt opgedragen, bij bet onderzoek naar de hoedanigheid van het brood, toe te zien dat de voorschriften aangaande liet gewigt behoorlijk zijn opgevolgd. Strafbepaling. Art. 14. Zij die brood verkoopen boven den bepaalden zellingsprijs of in strijd handelen met de voorschriften dezer verordening, worden gestraft met eene geld boete van eén tot vijfentwintig gulden en eene gevangenis van één tot drie dagen, te zamen of afzonderlijk. Overgangsbepaling. Art, 15. Bij het in werking komen dezer verordening vervalt die van den 6dcn October 1859, betreffende den verkoop van brood binnen de gemeente Leyden, strekkende tot aanvalling of wijziging van het bepaalde bij art. 191 tot 205 der Algemeene Politie-Verordening, vastgesteld den 9dcQ October 1856. Vastgesteld door den Raad der gemeente Leydenin zijne openbare vergadering van den 24sten November 1859. De Burgemeester, D. TIEBOEL SI EG EN BEEK. De Secretaris, v. PUTTKAMMER. Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, volgens hun berigt van den 7/13 December 1859, lit. B. N°. 7053 (le afd.) G. S. N°. 2, in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 20sten December 1859, Burgemeester en Wethouders voornoemd D. TIEBOEL SI EG EN BEEKBurgemeester, y. PUTTKAMMER, Secretaris. M. E RE NIEUWS, GORINCHEM, 17 December. Tot predikant bij de Ned. herv. gemeente alhier is beroepen ds. F. C. A. Pantekoek, te Charlois. Met hem waren op het drietal geplaatst de hh. de Pecker, te Waddingsveen en Quack, te Brakcl. AHADMIE-N1E Wl PROIYIOTIEN AAN DE GRONINGSCHE HOOGESCHOOL. Den 17den December de heer A. Hilbingh Prins, med. doet. le Beilen, in de verloskunde. Door de geneeskundige faculteit onzer hoogeschool is de heer M. G. van Pelt, officier van gezondheid 2de UI.na gehouden colloquium doctum, tot doctor in de genees-, heel- en verloskunde bevorderd. Mren Regenten van het H. G. of Armen Wees- en Kinderhuis alhier, achten zich verpligt, neringdoende personen, houders van panden enz. te verzoeken, geene goederen, welke hun door Weeskinderen van genoemd geslicht worden aangeboden, op le koopen, of in pand te nemen. Namens Regenten voornoemd, Leyden, 20 December 1859. TICHLER Voorz. A D V E R T E W V 5 E W Bevallen van eene DOCHTER A. G. GARRER, Echtgenoot van Leiden, 18 December 1859. 11. J. van der MEER. Voor de vele bewijzen van belangstelling ontvangen bij het overlijden van Mejufvrouw JOHANNA CORNELIA SCHOLTEN, Weduwe den Heer B. Drayer betuigt de Ondergeleekendeook namens de Familiezijnen dank. J. D. V1RULY Pzn. Leiden 20 December 1859. Exec. Test. In de ZAAL, Noordeinde, Wijk I. N°. 29, Op Vrijdag 23 December £.830s avonds ten 2 -ure. Spreker: Dr. A. CAP A DOSE, te Ha ge. De bekende en onbekende Selnildeischers van den onder het voorregt van beschrijving aanvaarden boedel, van wijlen de Echtelieden ARIE van der BOON en MAGDALENA HOOGWERFF, gewoond hebbende en overleden le Woubruggeworden bij deze opgeroepenom op den 30sten December aanstaande, des morgens ten elf wre, te verschijnen in het Gemeentehuis, te Woubruggeten einde de Rekening en Verantwoording aan le hooren, welke alsdan zal worden gedaan van het in dien boedel gehouden beheer, zullende, wanneer geen verzet plaats heeft, onmiddelijk tot uitbela^ ling der schuldvorderingen worden overgegaanvoor zoo ver hel bedrag das boedels toereikende zal zijn. De Hooge Raad der Nederlanden heeft, op den 28slen November 1859, aan MACHLINE JAQUELINE de KANTER, wonende te Alphen, alwaar zij op den 10den September 1837 is geboren uit het huwelijk van PI ETER JOHANNES de KANTER en wijlen Vrouwe CORNÉLIE VRIESENDORP, verleend venia aetalis of brieven van meerderjarigvcrklaring; welke, na goedkeuring des Konings, bij besluit van den 7dcl' December 1859, N". 58, van kracht zijn, en haar geven al de regten, bij de wet aan meerderja rigen toegekend, behoudens de bepaling van art. 478 van het Burgerlijk Wetboek. EYSSELL Procureur bij den iloogen Raad,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 3