LEYDSCHE COUHANt. 1859. MAANDAG 5 DECEMBER. De Courant wordt MaandagWoensdag en y, ijdag uitgegeven, uit Zatiirdag Avond. Die van Maandag komt De Prijs der Courant is f 12 in het jaar de afzonderlijke Nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. fleze Courant beïioort Bijblad N°. 21. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. LEYDEN, 3 December. Bij kon. besluit van 1 dezer is aan den heer A. J. de Leeuw, controleur der 2de kl. van de directe belastingen enz. alhier (lsl° afd.), eervol ontslag uit die betrekking verleend, er. in zijne plaats benoemd de heer A. J. L. Ileudt, thans als zoodanig werkzaam te llrcda. Den 5dc" en 19den dezer zal de heer van Duylin het locaal van de maatschappij tot Nut van 't Algemeen, zijne tweede en derde buitengewone volksvoorlezing houden. (Zie Advertentie). Reeds voor 14 dagen is de heer van Duyl als spreker over geschiedenis voor hel volk opgetreden en heeft hij zich als zoodanig uitstekend van zijne taak gekweten. Zoowel hel Ier behandeling genomen onderwerp (een der belangrijkste tijdperken uit de ge schiedenis van ons vaderland), als de wijze, waarop het behandeld wordt, maken de lezingen van den heer van Duyl uitnemend geschikt tol hel doel dat de Maatschappij zich daarmede voorstelt, zoodat wij het ons lot eenen aangenamen pligl rekenen de aandacht van het publiek in het algemeen cn van de minder beschaafde klasse in het bijzonder op die lezingen te vestigen. Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 100 lot 114 personen. De Roti. Cour. berigl, dat in Indië cene regterlijke vervolging inge steld is tegen den lieer H. J. Lion redacteur van hel Balaviaasch Han delsbladwegens twee artikelen, voorkomende in de laatste nommers van bedoeld blad. Het eerste artikel draagt tot titel: De zedelijkheid der ambtenaren in Neêrl. Indiëcn het tweede: Brievenport. De Ferdinandina Emmadie op 28 Nov. tusschen Pelten en Calandsoog is gestrandwas geladen met rijstarak en specerijenook was er eene geldswaarde van ruim ƒ100,000 aan boord. In weerwil van het uitdruk kelijk verbod van den kapitein, hadden dc tweede stuurman, de bootsman, de scheepsdoctorde eerste hofmeester, 3 matrozen en eene Indische dame (weduwe var. een op de reis overleden officier) zich in eene boot begeven waarschijnlijk om te trachten hel Nieuwe Diep te hereiken. De overige bemanning werd later gered cn behouden te Egmond aangebragt. Men mag aannemen, dat de boot in de branding is omgeslagen en dal de acht boven genoemde personen zijn omgekomen: want te Calandsoog is de ledige hoot aangespoeldhenevens het lijk eencr vrouw en vier lakensche pelten. De boot wasvolgens de verklaring der geredde manschappendie van het ver ongelukte schip, terwijl ook het lijk en de pellen door hen werden herkend. Men is druk bezig de lading van het schip te lossenmaar dit werk wordt zeer bemoeijelijkt door de hoogc zee. Onder de gemeente Ruinen is op een stuk land eene Israëlitische vrouw dood gevonden, die slechts cenige bemorste planeten cn liedjes bij zich had. Waarschijnlijk is zij door koude en gebrek omgekomen. IJil Breda meldt men dat het examen van de onder-officieren der in fanterie, 63 in getal, die naar den officiersrang dingen, is afgeloopen. Thans is het examen der onder-officieren van de kavalerie11 bedragende, aangevangen. Te Maastricht zijn twee personen gevankelijk binnen gebragt, als ver dacht van medepligligheid aan den moord der oude vrouw bij Sitlard; een hunner is dc schoonzoon der vermoorde, de ander is op diens beschuldiging aangehouden. 's GRAVENIIAGE 3 December. Z. Jll. heeft bij de orde der Eikenkroon benoemd tot grootkruisden luit.-generaal Dannhauer; tol groolofficier den generaal-majoor von Twar- dowskicn tot officier den kapitein von Cohausen, aile drie in Pruissische dienst. Tot officier van die orde is ook benoemd jhr. T. van Capellcn laatstelijk resident van Banca, thans met verlof hier te lande. Door Z. M. zijn benoemd: tol officieren van de orde der Eikenkroon, ■de officieren van gezondheid der lslc kl.C. J. van Hees en dr. F. S. Her- mus respectivelijk te Breda cn te Leydencn tot ridders dier orde de offi- .cieren van gezondheid der 2dc kl.II. L. Verspyck en 11. C. A. K. Eikendal, alsmede de officier van gezondheid der 3dc kl. M. W. C. Gorirespectivelijk dn garnizoen te Leyden, 's Gravenhage en Woerden, en de kapiteins-direc teuren bij de militaire hospitalen W. van der Sluytte 's Gravenhage en A. J. Biern 1c Breda. Voorts zijn benoemd tol ridders der orde van den Ned. Leeuw, de lstc offiicier van gezondheid der lstc kl. bij het garnizoen te 's Gravenhagedr. M. Slein en de officier van gezondheid der 2de kl. hij het garnizoen Ie Woerden, II. Cales. Terwijl wijders een aantal officieren van gezondheid eervol zijn vermeld ter zake dat zij zich bij de onlangs geheerscht hebbende cholerabijzonder hebben onderscheiden en gewigtige diensten bewezen. Door Z. M. zijn dc navolgende controleurs der directe belastingen enz. verplaatst, als: naar Breda, dc heer A. P. Boellaard. thans te Eindhoven; naar Eindhoven, de heer J. M. Walcson, thans te Enschedé; naar Enschedé, de heer P. C. Kooy, thans te Ubbergen; naar Ubbergen, de heer II. baron Lewe van Middelslum, thans te Ouder-Amslclnaar Harlingcn, de heer J. E. Loder, thans te Gorinchcm; naar Gorinehem, de heer J. D. Bichon van IJsselmonde, thans te Hoorn; naar lloorn, de heer 11. Byleveld, thans te Zevenbergen; naar Zevenbergen, de heer W. F. II. Tenpken, thans te Schagen; naar Deventer, de lieer J. A. Meulemans, thans te 1 Jssclsteinnaar Ooslerhout, dc lieer P. M. Maertens, thans te Bergen op Zoomnaar Bergen op Zoom, de heer N. J. Martini van Gefien, thans te Eist. Het Staatsblad van 24 Nov. bevat twee koninklijke besluiten 1°. tot regeling van de bevordering, het ontslag en liet op non-activiteit stellen van de Europesche officieren der in Nederl. Indië aanwezige landmagl; en 2". tot vaststelling van een reglement op het toekennen van pensioenen cn gage- menten van de Europesche officieren en militairen beneden dien rang van dc in Nederl. Indië aanwezige landmagl cn aan hunne weduwen cn kinderen. Z. M. de koning is heden morgen ten 5} ure met een extra-spoor trein naar het Loo vertrokken. De baron von Langenan, nieuw benoemd Ooslcurijksch gezant hij het Nederl. hof, is alhier aangekomen. Heden is het stoffelijk overschot van den lieer H. Slollc op de begraaf plaats Eik cn Duinen pleglig ter aarde besteld. Tweede Unmet' der Staten-Generanï In de zitting van Donderdag, waarin de behandeling van hoofdst. IV der begrooting werd ten einde gebragt, en waarvan wij slechts den uitslag kon den mcdedeelcn, heeft art. 47 (wachtgelden ten behoeve van ambtenaren, uitgevallen ten gevolge van maatregelen van algemeen bestuur) aanleiding tot uitvoerige beraadslaging gegeven. De heer van Asch van Wyck vroeg inlichting omtrent de aanvrage om wachtgeld, te verkenen aan den vorigen secretaris-generaal bij het dep. van justitie, den heer d'Engelbronner. Hij wilde weten of die aanvrage steunde op een kon. besluit, waarbij de nood zakelijkheid daarvan was aangetoond. Ook wenschte hij te vernemen of deze aangelegenheid op nieuw hij den raad van ministers was behandeld. Zoo dit liet geval mogl zijn, dan verlangde hij te hooren de redenen, die den raad bewogen hadden op een vroeger besluit tot afwijzing terug te ko menin hel tegenovergestelde geval zon het hem aangenaam zijn te weten op welke gronden de minister van justitie van het eenmaal uitgesproken gevoelen afgeweken was. Eindelijk vroeg hij of hel nu toe te kennen wacht geld door den betrokkene zou worden genoten lot dat het vervangen werd door pensioen, dan wel of dc belanghebbende later lot de waarneming van cenige betrekking zou kunnen worden geroepen. De minister van justitie verklaarde dat hieromtrent geen kon. besluit be stond, ten einde Z. M. niet bloot te stellen op eene beschikking, na afwij zing van den begrootingspost, terug te moeten komen. Mogt de Kamer de aanvrage afwijzen, dan zou hij den koning vragen eene beschikking te ne men op liet verzoekschriftdoor den betrokkene ingediend na de vroeger in deze kamer gevoerde beraadslagingen. Een nieuw onderzoek had hier niet plaats gehad, hetgeen geheel onnoodig zou zijn geweest; hij het request van den belanghebbende had deze aangetoond, dal zijne bedoelingen van vroeger verkeerd waren opgevat. Den raad van ministers had hij, minister, op de gronden in het adres voorkomende, voorgesteld alsnog een wachtgeld toe te kennendeze had genoegen genomen met hel denkbeelddat hij op eigen verantwoording een post op deze begrooiing zou brengen. Omtrent de vraag, aangaande de al of niet plaatsing van den belanghebbende in eenige regterlijke betrekking, verklaarde hij hel antwoord schuldig te moe ten blijven. De minister wilde niets te kort doen aan :s mans reglskcnnis en kundigheden, maar het had zijne bezwaren, iemand, die reeds zekeren leeftijd heeft bereikt en altijd administratieve betrekkingen had waargeno men, tot eene regterlijke betrekking voor te dragen. Dc heer van Ascli van Wyck, door die inlichtingen niet voldaan, stelde voor het art. met 2000 te verminderenzijnde het bedrag ten behoeve van den hier betrokkene aangevraagd. Daartoe werd met 36 tegen 31 stemmen besloten. i Zitting van Vrijdag 2 December. De heer Sander heeft kennis gegeven dal hij, ten gevolge zijner benoe ming tot raadsheer in het prov. geregtshof van Zuidholland, ophoudt lid der kamer te zijn, en dat hij wenschl hij het doen cencr nieuwe keuze niet in aanmerking te komen. De beraadslagingen werden geopend over Hoofdst. V (binnenl. zaken) der staatsbegrooting over 1860. De heer Thorbeckc wees op het eindcijfer der begrooiing, ruim 2 millioen meer dan in 1851. Met de beginselen waarop de uitbreiding door den minister was verdedigd kon hij zich niet verceni- gen. De gunstige staat der schatkist mogt die uitbreiding toelaten, latei- zou het tnoeijelijk zijn de uitgaven in te krimpen. Voorts drong die spre ker aan op de indiening eencr wet op het verleencn van concession. De minister beweerde dat er niet uitsluitend op den toestand der schatkist was gelet cn dat de begrooting het. bewijs leverde dal men het cijfer niet teveel had willen uilbreiden. Het ontwerp eener wet op de concession was ju bewerking.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 1