leydsche courant; 18 a O - VRIJDAG 28 OCTOBER. N120. A De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zuturdag Avond. De Prijs der Courant is f 12 t» het jaar j de afzonderlijke Piommers worden tegen 10 Centen afgegeven. - BIMENLANDSCHE BERIGTEN. LEYDEN27 October. Naar gemeld wordt heeft de lsle luit. J. Koosmale a Nepveu, van het reg. rijdende artillerie, ordonnans-officier van Z. M. den koning, van den her tog van Nassau het ridderkruis ontvangen van de orde van Adolph van Nassau met de zwaarden. De wis- en natuurkundige afdeeling van de kon. akademie van welen- schappen zal op Zaturdag aanst. te Amsterdam eene gewone vergadering houden. Sedert cenigcn lijd is hel observatorium te Leyden door den telegraaf draad verhonden met de drie zeeplaatsen Willemsoord, Hellevoelsluis en Vlis- singen, en wel meer bepaald met de localen alwaar de inrigting is, lot het aangeven van den middelbaren tijd, ten dienste van oorlog- en koopvaardij schepen, ter regeling hunner tijdmeters. Die inrigting bestaat in een' mast of paal, hoven een der landsgebouwen opgerigt en daardoor, zoo veel doenlijk, op de reede en in de haven zigl- baar. Aan het boveneinde van dien paal zijn vier schermen bevestigd, welke in den regel horizontaal liggen en bijgevolg nagenoeg onzigtbaar. Vijf minuten vóór den middag worden door een eenvoudig toestel die scher men verticaal gezet en daardoor van alle zijden ziglbaar, terwijl op het juiste oogenblik van den middelbaren middag dier zeeplaats de schermen plotseling in hunnen horizontalen stand worden temggebragt. Deze inrigting bestond reeds sedert eenige jaren, doch dikwijls en voor namelijk gedurende den winter was het schier niet doenlijkop de zee plaatsen zelve waarnemingen tot tijdsbepaling met eenigen graad van naauw- keurigheid te doen, en was men wel vcrpligt, dagen, soms weken, op de uurwerken te vertrouwen, zonder in staat te zijn deze behoorlijk te con troleren. Daardoor werden dikwijls onwillekeurig minder juiste opgaven gedaan, die voor den zeeman, die er op vertrouwde, nadeelige gevolgen zouden kunnen hebben. Op eene goed ingerigle stcrrewacht is één enkel helder half uur in den nacht voldoende, om eene zeer naauwkeurige tijdsbepaling te verkrijgen, en hoe moeyelijk dit toch ook in onze streken kan zijn, om dat gewensclite half unr te verkrijgen, zoo zijn de kansen daartoe zooveel grooler en de graad van naauwkeurigheiddie bereikt wordt, voldoende. Twee keeren 's weeks, of zooveel meer als zulks noodig wordt geoordeeld, stelt men 's avonds na tien ure, wanneer op die plaatsen de telegrafische gemeenschap voor het publiek gesloten is, die verbinding daar met de onder scheidene observatoria en opmerkelijk is het, dal dan de likken van het uurwerk, te Leyden waargenomen, gelijktijdig te Willemsoord, Hellevoet- sluis en Vlissingcn worden hoorbaar gemaakt. De gewone seinen worden aan de maritieme dircctiën, zonder eenige moeite, met eene zekerheid van twee tiende gedeelten eener seconde waargenomen. Ontegenzeggelijk zijn deze seinen voor de marine en voor den handel van groot belang: door dezelve verkrijgt men den waarborg, van met goed ge regelde tijdmeters naar zee te kunnen vertrekken, welke gebezigd worden tot bepaling der geographische lengte op zee. Doch het nutdoor dit gebruik van den telegraafdraad verkregenwordt nog verhoogd, wanneer men bedenkt, dat deze seinen ook kunnen worden opgevangen, ter regeling der uurwerken, langs telegraaflijnen in gebruik. Dit geschiedt reeds te Amsterdamwaar ook de tijdmeiermakcrs er nut van trekken voor het onderzoek hunner uurwerken. Men vertrouwt, dat er spoedig gebruik van zal gemaakt worden, lol eene juistere aanwijzing van den tijd, door openbare uurwerken aangegeven. De reeds nu verkregene gunstige uilkomsten, om den eleclromagnelischcn telegraaf lot het overbrengen van den juisten tijd naar onze zeehavens te bezigen, heeft men grootendcels te danken aan den ijver en de kunde van onzen hooggeschatlcn hoogleeraar Kaiser. (Dbl. v. 's Gr.) De minister van marine heeft ter kennis van belanghebbenden gebragt, fdat op 7 November aanst. door den directeur der marine te Amsterdam bij inschrijving zal aanbesteed worden de levering van 100 stuks veile inlandsche ■ossen, mei het benoodigde zout om het van die ossen afkomende vleesch te zouten. Naar wij vernemen is onlangs nabij de slagkruidfabriek te Delft een stuk land aangekocht, dat waarschijnlijk ingerigt zal worden voor eene pyrotechnische werkplaatsten dienste van het ministerie van oorlog. Het gerucht loopt, dat aan het hoofd hiervan geplaatst zal worden de kapitein der artillerie Delprat. Te Brielle is Zaturdag 11. de bliksem geslagen in den toren van de ■hervormde kerk, waardoor brand ontstond in den nok van het dak. Door spoedig aangewende middelen is men er echter in geslaagd dien brand te stuiten. De toren was van seen afleider voorzien. Uit de Anna Paulowna-polder, (Noordholland) schrijft men ook nog, dat er in dien omtrek geen enkele boer is, van wien dien avond of nacht niet eenig vee is doodgeslagen of verdronken. Men meldt uit Utrecht dat eergisteren aldaar de plegtige installatie heeft plaats gehad van den nieuw benoemden voorzitter en den advocaat fiscaal hy het hoog militair geregtshof, mrs. J. S. Vernède en YV. J. van Hoytema, waarbij door die heeren toepasselijke aanspraken zijn gehouden, waarin zij aan de verdiensten van wijlen den heer mr. P. lias op nieuw hulde bragten. Een stuk land aan den straatweg tusschen Wij he en Deventer is reeds voor de derde maal gehooid. Dc oudste lieden herinneren zich niet dit ooit te hebben gezien. Op den 22slcn dezer is te 's Hertogenbosch in den ouderdom van 84 jaren overleden de heer A. Heeren, 11. K. priester, vroeger pastoor en deken van Oirsehot, stichter en rector van het huis der zusters van liefde aldaar. In zijn leven heeft hij zijn geheel vermogen, ruim ƒ100,000 bedragende, aan dat gesticht geschonken. In ons vorig nommer hebben wij den uitslag medegedeeld van de examens, volgens de wel op het onderwijs dezer dager, door de commissie in Zuidholland gehoudenwij laten hier de opmerkingen volgenwaartoe dal onderzoek aanleiding heeft gegeven. Ook ditmaal heeft die verhouding haren geregelden tred van vooruitgang behouden. De cijfers doen echter ook weder hier wel de waarheid, doch niet de geheele waarheid kennen. Het examen heeft ja doen ziendal er zich niet zoo velen hadden aangemeld, die volstrekt onbekwaam waren, zoo als de vorige malen plaats had, en daardoor is, zoo als uit de cijfers blijkt, het getal afgewezenen betrekkelijk gering; doch de opgegevene ge tallen kunnenzonder nadere toelichtingde bekwaamheid der toegelalenen niet aan den dag brengen. Daarop valt nu ditmaal niet zeer te roemen; de gunstige teekenen van vooruitgang, die de vorige maal konden vermeld wor den, waren nu slechts in zeer geringe male aanwezig. Builen enkele gun stige uitzonderingen, faalden zelfs de toegelalenen in vele zaken, zoodat, al mogt men hun den gevraagdeu rang toekennen, meerdere wetenschap, en vooral een beter oordeel, bij hen wenschelijk blijft. De voor den onderwijzer noodzakelijkste kundigheden waren juist diegene, die den mecslen ontbraken. Hunne kennis van de taal en rekenkunde was zeer gering; en dit geldt zoowel voor hel examen voor den rang van hoofd onderwijzer, als voor dat van hulponderwijzer; dit was immers de voorname redenwaarom zoo weinigen er in slaagden om de acte van hoofdonder wijzer te bekomen. De oorzaak van die geringe wetenschap lag kennelijk in onoordeelkundig werken. De geringste omzetting van de woorden eener zinsnede deed den meesten onderwerp en voorwerp geheel uil het oog ver liezen; zij lieten b. v. slaan: »zijne(n) plannen werden den bodem inge slagen." En de oorzaak van het kwaad was niet ver te zoeken: er was weder kennelijk te weinig werk gemaakt van de studie der verschillende rededeelen: de verwarring van bijwoord en bijvoegelijk naamwoord, en bij woord en voegwoord behoorde daardoor weder tol de gewone verschijnselen. In de rekenkunde bleek heL zeker, dat velen zich de aanmerkingen, bij vorige examens medegedeeld, ten nutte hadden gemaakt, en dal vooral de geëxamiueerden tot hulponderwijzers in de theorie vrij wel te huis waren; doch aan de toepassing en het gebruik van de afgetrokkene waarheden in de school hadden de meesten nog niet veel gedacht. Dit bleek o. a. daaruit, dat velen niet in staat waren, voorbeelden op te geven, geschikt voor de verschillende klassen van eene lagere schoolzelfs werd de vaardigheid om benoemde getallen met decimaalbrcnkcn ter neder te schrijven bij som migen gemist. De schriftelijke oplossing der wezenlijk niet mocijelijkc rckenvoorstellen liet, vooral bij de hoofdonderwijzers, veel te wenschen over; bepaaldelijk weder ook wat de wijze van oplossing betreft. De hoofdonderwijzers ble ken ook weinig bekend te zijn met de eigenschappen en wijze van bewer king van magten en wortelgetallen, en daardoor wisten zij ook niet, hoe die kennis in de lagere scholen kan toegepast worden, hoewel zij hetgeen hun daarover werd medegedeeld spoedig begrepen. He oude klagt mag ook nu weder worden herhaald: de meeslen konden geene goede bepalingen ge ven van de woorden en zakende kennis waarvan in elke wetenschap onmisbaar is. liet hier opgehangen tafereel za! menigeen te sterk gekleurd schijnen; allendie het examen bijwoondenzouden zeker er nog eenige donkere tinten kunnen bijvoegen. Dc lezer verlicze echter niet uil het oog, dat dc ruimte hier niet toelaat, om over het goede uit te weiden, dat ook nu aan den dag gekomen is. Veel meer nut wordt geslicht, de ondervinding heeft het nu reeds geleerd, door eene aanwijzing van een enkel beslaand gebrek, dan door dc uitbundigste algemeene loftuiting, al moge zij nog zoo verdiend zijn. Daarom maken wij hier nog opmerkzaam op het gebrek aan paeda- gogische kennis, ook bij hen, die naar den hoofdonderwijzersrang dongen. YVeder bleek hel, dat liet volgen van eene goede leerwijze bij de meesten meer hel gevolg was van het werkzaam zijn in eene goede school, dan van zelfstandig onderzoek. Een b. v. kende de leerwijze van Prinsen niet, om dat hij in eene school onderwijs gegeven had, waarin, tot in den laatstes tijd, het leesonderwijs nog volgens de spelmethode geschiedde. Tc wenschen ware het ook, dat de aanslaande hoofdonderwijzer, meer dan nu het geval is, eenige kennis van physiologie en gezondheidsleer trachtte te verkrijgen, al ware hel slechts om den ouderdom te kennen, op welken de hersenen van hel kind eenige inspanning verdragen kunnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 1