En is deze verordening mei 13 stemmen tegen éénc slem, die van liet lid Luzacaldus vastgesteld. 6°. De verordening betreffende den verkoop van brood binnen de gemeente Leyden strekkende tot aanvulling of wijziging van liet bepaalde bij art. 191 tot 205 der Al gemeen c Poli tic-verordening, vastgesteld den 9Jcn October 1856. Na liet wisselen van algcinecnc consideration worden achtereenvolgens de nrlt. 13 met algemccne stemmen aangenomenbet laatste evenwel nadat een voorstel van liet lid Krantz, om daaruit 4°. weg te laten de woorden de witte Zeeuwsche en Hooglandsche" en verder »dc Poolsche tarwe en Pruissische," met 9 legen 4 stemmen was verworpenliet lid de Frcmery hield zich daarbij buiten stemming. Voor slemden de leden Krantz, Hartcveltde Moen en Luzac. Tegen de leden Tollens, Stoffels, lc Poole, Kluit, ten Sandc, Ilubrccht, van der Hoeven, Tichler en de Voorzitter. De artl. 4 7 worden achtereenvolgens met algemccne stemmen onveran derd aangenomen, waarna het lid Krantz voorstelt art. 8 te lezen als volgt: »Voor de aan de zetting onderworpen broodsoorten moet beste en gezonde y>tarwe en rogge worden gebruikt." "Waartoe met 8 tegen 5 stemmendie van de leden Tollens, Stoffels, Ilubrccht, van der Hoeven en de Voorzitter, wordt besloten; liet lid de Frcmery hield zich daarbij buiten stemming. Voorts worden de artt. 914 in rondvraag gebragt en achtereenvolgens met algemccne stemmen aangenomen. Eindelijk wordt de gehecle Verordening betreffende den verkoop van brood binnen de gemeente Leyden, strekkende tot aanvulling of wijziging van bet bepaalde hij art. 191 tot 205 dor Algcmcenc Politic-verordening, vastgesteld den 9 October 1856, in rondvraag gebragt en met 11 tegen 3 stemmen, die van de leden Tollens, Hubrccht en de Frcmery. vastgesteld. Zij luidt aldus: EERSTE AEDEELING. Over de zetting van het brood Art. 1. De broodsoorten, welke tot voornaamst en dagelijkse!) voedsel der ingezetenen dienen, zijn aan cenc zetting onderworpen, die alleen beschouwd wordt als een hoogste prijs (maximum), waarboven het verboden is die broodsoorten van een bepaald gewigt te verkoopen. Art. 2. Die broodsoorten zijn: a. bet beste tarwe- of zoogenaamd franschbrood. b. bet boog- of zoogenaamd gebraakt tarwebrood. c. het huisbakken- of zoogenaamd bruinbrood. d. bet ongebuild of zoogenaamd kropbrood. c. het onvermengd roggebrood. Dc zamcnslelling dier broodsoorten wordt bij art. 711 nader omschreven. Alle andere broodsoorten, zoo als: fluit- en kransbrood, dubbclgehakkcn- cn klcinbrood, kadetjes, gebak enz., behooren niet tot die welke aan de zelling zijn onderworpenmaar worden als brood van weelde beschouwd. Art. 3. De zelling wordt geregeld door Burgemeester cn Wethouders; als grondslagen daarvoor worden aangenomen 1°. de hoeveelheid ponden broods, die een mud graan oplevert, namelijk: a. 78 ponden franschbrood. b. 74 hoogbrood. c. 86 brainbrood. d. 108 kropbrood. e. 100 roggebrood. 2°. dc kosten, die vcrcischt worden om bet graan tot brood tc verbak ken alsvan ieder mud voor franschbrood5.015. hoogbrood4.385. bruinbrood4.785. kropbrood5.375. roggebrood2.48. 3°. dc winst voor den bakker, bcloopcnde 1.95 voor iedere 78 pond franschbrood. 1.95 74 hoogbrood. 1.80 86 bruinbrood. 1.62 108 kropbrood. s 1.30 100 roggebrood. 4°. Dc prijs van liet graan, als: van de witte Zeeuwsche en Hooglandsche tarwe, naar dc Piolterdamschc markt van dc Poolsche tarwe cn Pruissische rogge, naar de Amsterdamscbcinarkt. 5°, de accijns van bet graan volgens de wettig vastgestelde tarieven. Art. 4. De zetting wordt bepaald, veranderd of geregeld door Bnr^emeer- tcr en Wethouders, zoo dikwijls dc prijs van bet graan voor dc broodsoorten benoodigd zóóveel rijst of daalt, dat dc prijs van bet brood per pond met een halvcn cent moet worden vermeerderd of verminderd. Zij wordt telkens bij openbare afkondiging, door aanplakking op dc be paalde borden, alsmede door plaatsing in dc Leydsche Courant, ter kennis der ingezetenen, der broodbakkers cn broodslijters gebragt. Art. 5. Iedere bakker cn slijter van brood is verpligt, om bestendig in zijn winkel een zwart bord geplaatst le houdenwaarop de prijzen der aan de zetting onderworpen broodsoortenbenevens bet gewigt van bet brood duidelijk en van de straat leesbaarzijn opgeteckcnd. Art. 197 der Algemccne Politic verordening van den October 1856 komt daardoor tc vervallen. Art 6. Het brood dat buiten dc gemeente gebakkendaar binnen wordt gesleten en onder dc bij art. 2 vermelde broodsoorten kan worden begrepen, wordt daarmede gelijk gesteld, wat betreft de zetting, dc zamenstelling cn bet gewigt. TWEEDE AEDEELING. Over de zamenstelling van het brood. Art. 7. liet brood, van gemalen tarwe of rogge gebakken en ten ver koop bestemd, mag geen meel of afval van ander graan bevatten; maar moet zamengcsteld zijn uit bet voor iedere soort bestemde meel, 't zij van de meelfa brieken of van de binnen cn buiten de gemeente gevestigde koornmolens afkomstig. Art. 8. Voor dc aan dc zetting onderworpen broodsoorten moet beste en gezonde tarwe en rogge worden gebruikt. Art. 9. Het zoogenaamd franschbrood en bet gebraakt of hoogbrood moet zamengcsteld worden van gebuild tarwemeel, waaruit al de afval, zooals zemelen, kort en grint, is gebuild, zonder ecnigc vermenging. Het huisbakkenbrood wordt gebakken van tarwemeel, zoodanig gebuild dat niet meer dan twaalf ponden afval nit een mud tarwe wordt genomen cn bet overige, zonder andere vermengingin bet meel blijft. Het krop uit den zak moet zamengcsteld worden van ongebuild tarwemeel gelijk het van den molen komt. Ilct roggebrood moet vervaardigd worden van gemalen of gebroken rogge zooals zij van den molen komt en zonder dat de roggebloem daaruit, geheel of gedeeltelijk is gebuild of gezeefd. Art. 10. Het brood moet goed doorbakken zijn; dat tetsig of niet goed gaar voorbanden in dq winkels wordt bevonden, is ten behoeve der gemeente verbeurd. Art. 11. Hel brood, elders gebakken en bier ter stede ten verkoop inge voerd, is aan dezelfde bepalingen op de zamenstelling onderworpen, als bet brood binnen dc gemeente gebakken. DERDE AFDEELING. Over het gewigt van het brood. Art. 12. Het brood aan dc zetting onderworpen, heefteen bepaald ge wigt van vijf oneen en het veelvoud van dien. Elk verschil bij de weging, grootcr dan drie pCt. is strafbaar. Art. 13. Tot liet wegen van brood zijn bevoegd de brood keu rdersalle beambten der politie cn der plaatselijke belastingenaan wie dc bevoegdheid wordt toegekend bet gewigt van liet brood tc onderzoeken, zoowel wat zich bevindt op de openbare straat, in wagens of manden, als wat in de winkels cn bakkerijen voorhanden is. Zij mogen daartoe, met inachtneming der be palingen van art. 3 der wet van 31 Augustus 1853 (Staatsblad n°. 83), dc plaatsenwaar brood wordt vervaardigd of verkochtten allen tijde binnen treden. Strafbepalingen Art. 14. Zij die brood verkoopen boven den bepaalden zeltingsprijs of in strijd bandelen met de voorschriften dezer verordening, worden gestraft met eene geldboete van één lot vijf en twintig gulden cn ecne gevangenis van één tot drie dagen, tc zamen of afzonderlijk. Niets inecr ter behandeling overig zijndesluit de Voorzitter dc Verga dering. Tc Leyden ter Rockdrukkerij van -J. C. DRABRK,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 6