hij moest afzien van het bestuur over de Legatiën. Daar moest de admi
nistratie aan leeken toevertrouwd worden.
Voorts beweert men dat de genoemde gezant reeds de voorstellen heeft
niedegebragt omtrent het afzonderlijk bestuur in de Legatiën. Die provin
ciën zouden in eencn gelijken toestand geplaatst worden als Polen na 1815,
dooi' een gouverneur worden bestuurd, met een parlement, en een afge
scheiden finanlieël beheer. Jaarlijks zouden zij echter eene schatting op
brengen en, in tijd van gevaar, tot verdediging van den Kerkelijken Slaat
medewerken. Het hof van Rome zou alleen het beleid der buitenlandsche
aangelegenheden en der kerkelijke zaken behouden. Het is niet te verwach
ten dat de Paus met eene zoodanige schikking te vreden zal zijn. Reeds
vroeger is daarvan sprake geweest, maar toen werd te kennen gegeven,
dat de afscheiding der Legatiën den ondergang van den geheelen staat zou
voorbereiden en dat de Romagna, de rijkste der provinciën, moeijelijk voor
de schatkist kon gemist worden. Eerder zou, naar men gelooft, de Pause
lijke regering gezind zijn de grondwet van 1848 te herstellendan tot
een zoodanig voorstel toe te treden.
Omtrent de door eene aardbeving verwoeste stad Norcia verneemt men
treurige bijzonderheden. Men lelt reeds 300 slagtoffers en dagelijks brengt
men deerlijk verminkte lijken van onder de puinhoopen te voorschijn. Hoe
wel de inwoners reeds veel hulp hebben ontvangenis die echter nog ver
beneden de behoeften.
Het stedelijk bestuur van Genua heeft besloten aan Pisa de zegeleeke-
nen terug te zenden, welke in de 13de eeuw in den kampstrijd lusschen
die twee republieken door de Genuezen vermeesterd en sedert in Genua
openlijk ten loon gesteld zijn. Uierdoor wil Genua loonen dat de aloude
tweedragt lusschen de Italianen uitgewischt is.
OOiTEHRIJK.
WEENEN, 4 September.
Bij besluit des keizers zijn 51 generaals op non-activiteit gesteld.
De nieuwe minister van binnen), zakengraaf Goluchowskiheeft eene
circulaire gerigt aan de gouverneurs der provinciën, waarin hij hen uitnoo-
digd om met de regering mede te werken ten einde aan het rijk eene vaste
en krachtige administratie te geven, onder inachtneming van hel karakter en
de bijzondere belangen der onderscheidene kroonlanden. Zij moeten een
onderzoek instellen naar de behoeften der landendie aan hunne zorgen zijn
toevertrouwd en uit de opgaven daaromtrent zal aan het ministerie een
geheel gevormd worden.
De uniform onzer troepen zal eene geheele verandering ondergaan. De
wapenrokken zullen, in plaats van uit wit, uit donkergrijs laken vervaar
digd worden.
Naar men beweert heeft de keizer, in den jongsten ministerraad, die
onder zijne voorzitting werd gehouden, het besluit geleekend, waarbij aan
de protestanten vrijheid van handelen wordt toegekend in de regeling hun
ner kerkelijke aangelegenheden en meer andere voorregtendie aan deze
kerk eene even vrije beweging geven als aan de roomsch-katholieke.
Het consistorie der evang. gemeente alhier heeft eene ministeriële aan
schrijving ontvangen, waarbij vergunning wordt verleend tot het doen van
jaarlijksche collecten voor de Gustaaf-Adolf-Vcreeniging.
Waarschijnlijk de oudste man in Boheme is zekere Anton Bronecker,
te Marschendorff, die 119 jaren telt, terwijl zijn zoon, een te Praag woon
achtig grjjsaard, 85 jaren oud is.
TURKTE.
De Sultan, die thans van zijne ziekte geheel is hersteld, heeft aan de
officieren van zijn huis en vooral aan zijne geneesheeren, die hem hebben
bijgestaan, aanzienlijke geschenken gegeven. De eerste geneesheer heeft
voor eene waarde van 400,000 piasters (ƒ50,000) ontvangen.
De Fransche en Engelsche gezanten hebben aangedrongen op de uit
voering van het vonnis, uitgesproken over de schuldigen aan den moord te
Jeddah. Men schijnt hen in de gevangenis te willen vergeten.
Vereen!gingen van werklieden.
I.
Reeds lang is het verpligtend gebruik van plaatselijke werklieden afge
schaft. Ofschoon onze grondwettelijke instellingen niet gedoogdendat dat
gebruik bestond, was er toch in het jaar 1827 een koninklijk besluit noodig
dat dit beginsel handhaafde en nieuwe voorschriften gaf, ten aanzien der
instelling van plaatselijke vereenigingen. Men heeft daardoor het belang
erkend, dat voor handel en nijverheid kan bestaan bij zulke vereenigingen,
waardoor het plaatselijk besiuur zorgt, dat die takken van volksbestaan ten
allen tijde kunnen rekenen op diensten die zij in bepaalde gevallen behoeven.
De gemeentewelgever heeft dat beginsel opgenomen in art. 238, waarbij
wordt toegestaan het heffen van regten en loonen voor diensten, die door
of van wege de gemeente zijn verstrekt, 't Staat dus vast, dat ofschoon het
gemeentebestuur onbevoegd is, om het gebruik van plaatselijke werklieden
verpligtend te maken, toch het algemeen belang in menig opzigt de mede
werking van het plaatselijk gezag kan eischenom zulke vereenigingen op
te rigten; waartoe het de bevoegdheid niet mist. Op dat belang wilden we
bepaald het oog vestigenofschoon we zouden kunnen wijzen op de menig
vuldige vereenigingendie in de aanzienlijke steden en op ambtenaren die
in bijna elke gemeente gevonden worden, alle dienende tot overtuiging
dat het plaatselijk gezag zich belast met de zorg voor werkliedendie aan
de ingezetenendes gevraagd, op billijke voorwaarden ten dienste staan.
Behalve turfwerkers, meiers en wegers, die naar de behoefte schier in
elke gemeente gevonden worden, zijn er vereenigingen van werklieden, die
ook uilsluitend dienen om de riglige invordering van plaatselijke accijnsen
te helpen verzekeren en overigens diensten verstrekken aan ieder die zulks
verlangt, tegen een loon, dat geregeld is naar een door den gemeenteraad
vastgesteld en door den koning goedgekeurd tarief. Zoo vindt men gewag
gemaakt van turftellers of tonnerswijnwerkers enz. Maar men treft ook
hier en daar aan waagwerkers, sjouwers, enz., die meer bepaald diensten
verrigten onder toezigt van het plaatselijk gezag, dat voor zulke vereenigin
gen regels van orde en beheer heeft vastgesteld en op het werk en het ge
drag toezigt doet houden.
'tLigt in ons plan, om op het belang te wijzen dat zooveel mogelijk de
handel en de nijverheid op die wijze worden gebaat en de openbare orde
kan worden bevorderd.
Het koninklijk besluit van den 18dc" Mei 1827 (Staatsblad n°. 25) rust op
de veronderstelling, dat het voor den handel en voor de ingezetenen soms
van belang kan zijn, dat door het plaatselijk gezag worde gezorgd, dat
ten allen tijde en op bijzondere plaatsen, personen worden gevonden, ge
schikt en gereed om goederen te lossente laden en te verwerkente lel
len, te melen of te wegen; mits aan hen, die daarvan gebruik willen ma
ken, de meest mogelijke vrijheid worde gelaten, en gcene verpligting daartoe
opgelegd. Tot dat einde wordt aan elk plaatselijk bestuur, dat nuttig of
noodig acht zulk eene vereeniging van werklieden daar te stellenvoorge
schrevendat zooveel mogelijk alle personen geschikt en genegen om leden
van zulk eene vereeniging te zijndaarin worden opgenomen en door doel
treffende bepalingen wordt gezorgddat de ingezetenen en verdere belang
hebbenden zonder onderscheidzulke werklieden steeds behoorlijk tot hunne
dienst bereid en gereed vinden tegen een loondat bij tarief wordt vastge
steld. Vervolgens wordt als een algemeene maatregel gesteld, dat de leden
der vereeniging van een onderscheidingsleekcn zijn voorzien en onder de
leiding en het toezigt slaan van een of meer hoofden, door het plaatselijk
bestuur te benoemen, waaraan zij gehoorzaamheid verschuldigd zijn, naar
voorschriften, op wier overtreding straf wordt bedreigd van schorsching en
ontslag, terwijl eindelijk door het aanleggen van eene spaarkas wordt ge
zorgd voor de ondersteuning van hen, die door ouderdom of gebreken bui
ten staat zijn geraakt om te arbeiden.
Zulke vereenigingen van werklieden zijn dus instellingen van openbaar
nut, in het belang der openbare orde door het openbaar gezag geregeld en
bestuurd, des noods ondersteund. De aard en strekking hangt even als
hare talrijkheid af van plaatselijke omstandigheden en behoeftenmaar zeker
zeker is het, dat in aanzienlijke gemeenten die vereenigingen van meer nut
kunnen zijn, dan oppervlakkig zou schijnen. Wij hebben het oog op dat
meer of min aanzienlijk getal sjouwers, die, op bepaalde en vaste plaatsen
aanwezig, hunne diensten aanbieden en soms opdringen aan die er behoefte
aan hebben. De aard van het werk brengt mede, dat hun inkomen onge
lijk en wisselvallig is, en op zekere lijden des jaars te veel, op andere
daarentegen weinig of niets bedraagt. Die onregelmatigheid blijft niet zon
der invloed op hun karakter en levenswijze, zoodat zij soms in overvloed
en losbandigheiddan weder in gebrek en werkeloosheid leven en verkee-
ren. Zulk een verschil in lot en leven blijft evenmin builen invloed op de
openbare orde en zedelijkheid. Het afwisselend genot van verdiensten zoo
wel als de onregelmatigheid van den arbeiddie gewoonlijk geschiedt op dc
openbare straat, geeft aanleiding tot allerlei zedeloosheid. Wel zijn het
vereenigingen van werklieden tot hetzelfde doel, maar zonder regel of
band, zonder orde of toezigt. De handel en de nijverheid, die er behoefte
aan hebben en gebruik van maken, zijn meestal overgeleverd aan willekeur
of onwil, omdat men van allerlei omstandigheden gebruikt maakt. De
bepaling van tijd en loon is vooral willekeurig. Het gedrag is meestal on
geregeld en losbandig. Waarborgen bestaan er niet, dat het werk eerlijk
en trouw zal worden verrigt, en wat door tucht en huishoudelijke straffen
kon worden te keer gegaan, moet eerst vallen onder het bereik eener ge
brekkige strafwet, om doeltreffend te worden gestraft. Er zijn hier en daar
vereenigingen van personendie zich een naam hebben gemaakt wegens
vergrijpen tegen de eerlijkheid misbruik van vertrouwendronkenschap en
ruwheid, waarvoor moeijelijk kon worden gewaakt. Men zal in menige ge
meente straatwerkers en sjouwers aantreffendie door de ingezetenen wor
den gebruikt tot het lossen en Iaden van koopwaren, van levensmiddelen,
brandstoffen enz.turftellers en turfdragers cn wie daarmede gelijk staan
die het er op toeleggenlangs allerlei slinksche wegenden kooper of ver-
kooper te benadcelen of het belang van den een boven dat van den ander
in het oog te houden. Men zal in menige gemeente dergelijke misbruiken
kunnen ontdekken, zoo men er slechts naauwkeurig op Iet.
't Is naar ons oordeel de pligt van het plaatselijk gezag om in overwe
ging te nemen, wat te dien aanzien in het algemeen belang kan en moet
worden verrigt. Wij stellen ons voor daaromtrent eenige voorschriften aan
de hand te geven.
[Overgenomen uit de Gemeentestem van 22 en 29 dug. 1859.]
nvt; Kir, ox
In het aan de Leidschc Courant van Maandag II. ingezonden berigt we
gens het afsterven en de begrafenis van wijlen den zoo zeer geachten en
geliefden Ieeraar Willem van Wetering komt eene onnaauwkeurigheid voor,
die wel eenige teregtwijzing verdient. Daarin wordt gezegd: Bij vernieuwde
verhindering sedert 22 Atigustus 1858 om zijn predik- en ander herderlijk
werk ivaar te nemen, enz. Dit is niet zoo. Op Zor.dag 22 Augustus her
vatte v. W., voor het eerst na zijne herstelling, zijn dienstwerk, en van
dien dag af tot op Woensdag 29 September nam hij zevenmaal de predik
dienst waar, vijfmalen voor de gemeente en tweemalen voor het garnizoen.
Zondag 26 September bediende hij nog het Avondmaalen Woensdag avond
daaraanvolgende betrad hij voor het laatst den predikstoel met de-genoemde
leerrede over Openb. III: 21. Bij gevolg eerst van toen af, of kort
daarnadagteekende 's mans vernieuwde ongesteldheidaan welke hij nu
onlangs bezweken is.
KERKNIEUWS.
Te Brielle is lot predikant bij de hervormde gemeente beroepen ds. J.
Post, pred. te Houtrijk en Polanen.
239sle Staats-KoteriJ.
Trekking der Vijfde Klasse.
5de Trekking. N°. 16492 een prijs van ƒ50,000. N°. 16647 een prijs van
ƒ25,000. N°. 821 een prijs van ƒ1,000.
STARS- RERICtTEN.
De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leydendoet
te wetendat aan den Ontvanger der directe belastingen is ter hand gesteld
een, op den 30slc" der vorige maand invorderbaar verklaard, Kohier van het
Palentregt, over het dienstjaar 1859 en 1860, inhoudende aanslagen voor
Wijk 7, 8, 9 en restanten cn dat ieder verpligt is zijnen aanslag op den
bij de wet bepaalden voet te voldoen.
En zal deze door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd.
De Burgemeester voornoemd
Leiden, 6 September 1859. D. T1EBOEL SIEGENBEEK.