LEYDSCHE COURANT. WOENSDAG 31 AUGUSTUS. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vtijdag uitgegevenDie van Maandag komt uit 'laiurdag Avond. De Prijs der Courant is f 12 in het jaar de afzonderlijke Hommers worden tegen 10 Centen afgegeven. BINNENLANDSCUE BERIGTEN. LEYDEN, 30 Augustus. De Nederd. hervormde gemeente alhier leed gisteren een smartelijk ver lies, door het afsterven van een harer jongste leeraren, ds. W. van Wete ring. In Mei 1856 van Breda herwaarts overgekomen, mogt hij slechts kort in de gemeente werkzaam zijn, daar de ziekte, die hem ten grave sleepte, hem reeds sedert gernimen lijd had verhinderd zijn dienstwerk te verrigten. Van Kalwjjk aan Zee wordt gemeld dat er reeds met de sleur- en pekelharing-visscherij een aanvang is gemaakt. Twee bomschuiten zijn met dat doel van daar in zee gegaan. Een Fransch geleerde, de heer Ch. Paeile, bibliothecaris en archi varis van Rijssel, heeft voor eenigen tijd een werk in 't licht gegeven over de uilvinding der drukkunst, onder den titel: Essai historique ct critique sur I'invention de Vimprimerie. Ilct doel van zijn schrijven is, om zoo veel mogelijk zekerheid te verspreiden over den waren uitvinder dezer kunst en over de plaats waar de eerste proefnemingen hebben plaats gehad. De slotsom van zijn onderzoek is dat men aan Gutemberg en Scholier, vooral aan den eersten, belangrijke verbeteringen, en aan den laatstcn en Fust de verspreiding der kunst moet dank weten maar dat aan Cosier de eer der uitvinding moet toegekend worden. Hoewel het den Nederlander goed doel dal een vreemdeling, bevoegd om over het geschilpunt zijn oordeel mede te declen, de eer van Coster en het regt van Haarlem meent te moeten hand haven, zoo mag echter niet verzwegen worden, dat, volgens het oordeel van den heer Campbell, in den Alg. Konst en Lett. Bode van 27 Aug. II. uilgesprokengenoemd werk voor hemdie zich op de hoogte gehouden heeft van 'tgeen in de laatste 20 jaren ten onzent nopens dit vraagstuk is gewerkt en geschreven weinig of geen nieuws bevat, en het opmerkelijkste vau de verschijning van dit geschrift daarin bestaat, dat een eerlijk man, op een geheel onbevooroordeeld standpunt geplaatstna een ernstig onder zoek lot eene uilkomst geraakt, welke ook ten onzent verkregen is. Men leest in de Amst. Cour.Dezer dagen is door de heeren mr. II. J. Schimmelpenninck en H. W. Weylingh eene instelling in het leven geroepen oinzoo Nederland in het vervolg door watersnood mogt worden geteisterd, onmiddelijk hulp te kunnen verleenen aan hen die door die ramp huisvesting en goed verloren. Tot het kunnen helpen is door hen een kapitaal op het grootboek ingeschreven, dat zij hopen door wederbelegging der rente en door giften te zullen vergroolen, opdat die hulp afdoende zal zijn. Het achtbaar hoofd dezer stad heeft zich willen belasten met het loezigt op de afschrijving van kapitaal. Aangenaam was het ons te vernemendat het fonds, op het grootboek ingeschreven, groolendeels lot gemeld doel is bijeen- gebragt door bewoners onzer O.-I. bezittingenwaardoor deze aanspraak hebben op onze voortdurende dankbaarheid, vooral dan wanneer bij waters nood, die, God geve, nog verre moge zijn! teil gevolge hunner milddadig heid dadelijk hulp wordt geboden. Wij kunnen niet nalaten den wensch hierbjj le voegen, dat de hh. Schimmelpenninck en Weytingh de voldoening zullen smaken, dat ook inwoners van Nederland van het hunne zullen bij dragen, om de instelling meer kracht bij le zetten. Menige gift worde door hen ontvangen ten behoeve van het fonds voor noodlijdenden door waters nood in Nederlandgevestigd te Amsterdam. Te Amsterdam is Zalurdag avond tusschen twee broeders, wonende in de ütrechtsche dwarsstraat, ten huize hunner ouders twist ontstaan, die zoo hoog liepdal de eendie in beschonken toestand verkeerdeden ander met een tafelmes eene wonde in de zijde heeft toegebragtwaaraan hij kort daarna is overleden; de dader heeft zich vrijwillig in arrest gesteld. Op 5 Sept. aanst. zal aan 's rijks werf le Amsterdam eene commissie vergaderenom de oorzaken op te sporenwaardoor het springen van het geschut is ontslaan op de stoomschepen Uledusa en Amsterdam en op liet vaartuig Pro Patria. Naar men verneemt zal het oorlogsfregat met stoomvermogen Fice- Admiraal Evertsen, liggende te Nieuwe Diep, in het laatst der maand September naar Batavia vertrekkenen zullen daarmede worden overgebragt 200 mariniers en 3 a 400 kolonialen voor het leger in Oosl-Indië. De 13de algeraeene vergadering der Hollandsche maatschappij van land bouw zal gehouden worden op Vrijdag 30 September 1859, des middags ten 12 ure, in de zaal van het hotel het wapen van Amsterdam, te Zaandam. In de legerplaats nabij Zeist heeft Vrijdag 11. de luit.-generaal Nepveu zijne volbragte 50-jarige dienst herdacht. Aan den avond van dien dag heeft Z. K. U. de prins-veldmaarschalk een feest gegeven in zijn kampe ment, dat op eene smaakvolle wijze versierd en fraai verlieht was. Al de officieren, gcregtigd lot het dragen van het metalen kruis waren daartoe uilgenoodigd. Bij die gelegenheid heeft Z. K. H. den luit.-generaal Nepveu op eene hartelijke wijze toegesproken. Zondag morgen is de godsdienstoefening in het kamp een uur later dan gewoonlijk aangevangen, omdat er bij aanhoudend onweer veel regen viel. De beide prinsen, alsmede II. K. II. prinses Frederik met hare dochter en hofdames, waren bij de godsdienstoefening tegenwoordig. De groote parade had ten 1 ure plaats. Bij den afmarsch trokken de troepen onder een stortregen, die ruim j kwartier uurs aanhield, naar het parade-front. Z. K. H. prins Frederik hield wapenschouwing en II. K. H. met prinses Maria reden in een open rijtuig langs de gelederen. Daarna werd voor de prinsen en prinsessen gedefileerd. Het getal der bezoekers van het kamp was weder zeer groot te noemen. Des avonds ten 8 ure waren de onder-officieren en verdere manschappen, bezitters van het metalen kruis, bij Z. K. U. prins Frederik op een onthaal genoodigd; waarbij 2 soldaten van het l,,e en 6de reg. infanterie, ridders der Militaire Willemsorde, die deze onderscheiding in onze overzcesche bezittingen verwierven. In de omstreken van 's Hertogenbosch is eene hevige ziekte onder de runderen uitgebroken. Deze dieren vallen plotseling in de weide of op stal dood; als zij geopend zijn, wordt aan den strot eene buitengewone ophooping van dik bloed gevonden. Burgemeester en wethouders van de genoemde ge meente hebben de ingezetenen gewaarschuwd dat, volgens het oordeel van een deskundige, het gebruik van hel vlecsch van die runderen nadeelig voor de gezondheid is. Den 24s,cq dezer had te Kerkrade (Limburg) een droevig voorval plaats; terwijl de mijnwerker K. Kreulsin een der gangen der steenkoolmijnen werk zaam wasstortte een steen45 8 zwaarvan eene aanmerkelijke hoogte neder en trof hem; zijn broeder en twee andere mijnwerkers hoorden hem om hulp roepen, doch toen men bij hem kwam, was hij reeds overleden; bjj onderzoek bleek het, dat hem het nek wervelbeen was gebroken. Een onzer sladgenooten ontving dezer dagen van een achtenswaard Italiaansch uitgewekene volgenden brief uil Bologna, waarvan de mededee- ling ons goedgunstig wordt toegestaan. Uw brief van 27 Junij heeft een langen omweg gemaakt en is mij einde lijk te Bologna geworden, alwaar ik mij sedert de eerste dagen van Juljj bevind, na mij eenigen tijd le Genua en te Turijn le hebben opgehouden. Gij kunt niet begrijpen, hoe liefelijk de wenschen en gebeden mij in het hart nederdalen, die gij voor ons en voor de onafhankelijkheid van Italië slaakt! God verhoore ze en beloone er u voor met al het welzijn, dal gjj kunt verlangen voor u zelve, uwe betrekkingen en uw vaderland! Dit zeg ik, niettegenstaande de préliminaires van Villafranca, omdat ik heter voor houd, dat de strijd nog niet geëindigd is en er nog een laatst en be slissend woord zal gesproken worden, hetwelk ons gunstig zal zijn, als wij ons wijs en gematigd betoonen, als wij ons krachtig gereed houden om met de wapenen de uitdrukking onzer wettige verlangens te steunen en er nog eenige schaamte en cenig eergevoel in de hedendaagschc diplomatie is overgebleven. Wat betreft de beide eerste voorwaarden, men kan ze reeds op eene waarlijk bewonderenswaardige wijze vervuld noemen. De be volkingen van Toscane, van de Legaliën en van de hertogdommen, steu nende op hun goed regt en op de woorden van Napoleon III, verklaarden hunne oude en despolieke behcerschers vervallen van den troon en kondig den de toevoeging af aan Piemont, ouder den conslilutionelcn scepter van Victor Emmanuel II. Zij hebben reeds lot onderlinge verdediging eene mi litaire wel ingevoerd en aan Europa reeds zoovele waarborgen gegeven van orde en rust, dat zij aanspraak mogen maken op de bewondering van een ieder, wiens oogen niet geblinddoekt zijn, wiens hart niet is vergiftigd om ons te belasteren en te verdervende heiligste regtcn der metischen met voeten tredende. Ach! gij hadt wel gelijk, toen onze alliantie met Frankrijk li deed twijfelen aan het welslagen van onze onderneming; ik erken dit des te eerder, dewijl ook ik door dezelfde vrees bevangen was, zoodaL al mijne vrienden mij geschreven hebben: »wij welen, dat gij wel bedroefd, maar niet verwondert zult zijn!" Was ik maar gebleken geen waar profeet te zijn geweest! Evenwel altijd redenerende uit het oogpunt van onzen beschermheer zooals ik eerst vreesde voor eene slaking, zoo hoop ik thans op een gelukkig einde in een min of meer verwijderd tijdstip. De hertog van Modena ten noorden en de Paus ten zuiden verzamelen huur- benden om (zoo het heet) ons aan le tastenwjj verlangen niets liever maar ik vrees, dat zij het niet zullen durven. Als dit gebeurde, zouden wij lot aan de poorten van Rome voortrukkenen wij zouden het, zelfs op dit oogenblik, kunnen, indien het kabinet der Tuileriën zulks niet verhinderde. Ik herinner mij de fabel van het herthet paard en den man eu slui mer gedwongen weer in. Na tien jaren, op denzelfden dag. dezelfde maand en hetzelfde uur, waarin ik uit Rome ging, ben ik in de Romein-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 1