IEYDSCHE
COURAN
VRIJDAG 15 JULIJ.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
ytijdag uitgegevenDie van Maartdag komt
uit laturdag Avond.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar
de afzonderlijke Hommers worden tegen 10
Centen afgegeven
BISKESLANDSCHE BERIGTEN.
LEY DEN 14 Julij.
Ecrgislereti is te Amsterdam de 82sle algemeene vergadering geopend
van de Nederl. maatschappij ter bevordering van nijverheid. De voorzitter,
de hoogleeraar A. 11. van der Boon Mesch, hield bij die gelegenheid eene
sierlijke rede, waarin hij den toestand cn de lotgevallen der maatschappij
gedurende het afgeloopen jaar schetste.
In deze vergadering is door het hoofdbestuur ter tafel gebragt een werk,
thans door de inaatschapij uitgegeven en getiteld: Overzigt van den staat
der fabrieken in Nederland. Dit werk bevat de statistieke opgaven aan
gaande hel Nederl. fabriekwezenvoor zoover deze konden worden bijeen
verzameld en is als eene eerste poging van dezen aard zeer belangrijk te
noemen.
Na de behandeling der onderwerpen in de punten van beschrijving ver
meld werden in behandeling genomen de verslagen van beoordeeling aan
gaande de ingezonden antwoorden op prijsvragen en andere stukken, hier
van zjjn met de zilveren medaille bekroond monsters arsenik-vrije groene
vervvstof van de heeren Noortveen en O.alhier, en voorwaardelijk met de
tweede gouden medaille drie gazomeiers, hier te lande gefabriceerd. Eene
verhandeling over boterbereiding is onder zekere voorwaarden eervol ver
meldterwijl de ingezonden monsters gotidvernis en hel model van een
dorsch werk tuig onbekroond zijn gebleven.
Door de Nederl. handelmaatschappij zijn 10 schepen bevracht, voor
Amsterdam 5, voor Botterdam 3, voor Dordrecht 1 en voor Schiedam 1.
Bij de in het hoofdkiesdislrict Breda plaats gehad hebbende herstem
ming is lol lid van de tweede kamer der staten generaal verkozen de lieer
C. YV. Oomen, met 1020 van de 2021 uilgebragle geldige stemmen.
Door de prov. staten van Noordholland zijn als leden der eerste kamer
herkozen de lieer F. van Üudermetilen en gekozen jhr. C. Hartsenin de
plaats van den heer A. F. lnsinger. Door de stalen van Utrecht is als zoo
danig gekozen de heer J. baron Taets van Amerongen van Natcwisch, in
plaats van den heer J. D. C. C. YV. baron d'Ablaing 'van Giessenburg, en
herkozen jhr. inr. J. Quydecoper van Maarsseveen. Door de staten van
Overijssel is herkozen mr. J. D. C. baron van Ueeckeren van Wassenaar
tot Twickcl.
In de legerplaats te Zeist zijn van al de balaillons, die aldaar kampe
ren zullen, 1 sergeant, 1 korporaal en 4 soldaten aangekomen om liet ter
rein in gereedheid te brengen.
Ten gevolge der benoeming van den lieer J. A. Keurenaer, gepensioneerd
majoor der genie in Ned. Indië, tot directeur der kon. akademie te Delft,
hebben eenige docenten aan genoemde akademie een adres aan Z. M. den
koning gerigt, om te verzoeken, dat Z. M. die benoeming weder intrekke.
In dit adres komt o. a. het volgende voor: De directeur, zal hij zijne be
trekking eenigzins waardig bekleeden, moet een man wezen van dien ruimen
en wetenschappelijken blik, en onbekrompen zin voor alle degelijke kennis,
die alleen door strenge oefening in eenig deel, en eene geheel wetenschap
pelijke vorming verkregen wordt. Wij vreezen niet aan de kunde van den
benoemde te kort te doen, wanneer wij hem die eigenschappen ontzeggen,
welke hij, in zijne loopbaan, moeijelijk heeft kunnen verkrijgen, en waar
van hij nimmer eer.ig openbaar blijk heeft gegeven. Het behoeft voor Uwe
Majesteit geen betoog, dat zoodanig gemis, op zich zelve reeds, aan het
onderwijs schaden kan, maar het moet ook de docenten ontmoedigen, die
hunne verrigtingen aan hel toezigt en de beoordeeling zien onderworpen van
iemand, die zjj daartoe geene andere bevoegdheid kunnen toekennen, dan
die hij uit zijne aanstelling ontleent. De lust en ijver, zoo noodig voor
een vruchtbaar onderwijs, moeten daardoor bij velen worden uitgedoofd.
Door dr. YV. L. Ovefduyn, secretaris van den raad van bestuur, is ook
het volgende adres aan Z. M. gerigt:
»Sire! Geeft eerbiedig te kennen, enz.
»dat de wjjze, waarop hij dezer dagen uil zijne betrekking van lid en
secretaris van den raad van bestuur is ontslagen, hem bijzonder heeft ge
troffen, als hem het bewijs leverende liet vertrouwen en de gunst van Uwe
Majesteit verbeurd te hebben
»dat hij, hoezeer dan ook geneigd die koninklijke gunst op prijs te stel
len, evenwel gemeend heeft daarvan voorlaan de uiterlijke teekenen niet
meer te mogen dragen, en hij zich dus heeft verpligt gezien het brevet en
ordctecken van den Nederlandschcn Leeuw aan de kanseiarjj terug ie zenden.
«Sire! ook zonder dat ordeteeken zal ik de spreuk daarvan niet vergeten:
f irtus nobititat.
't Welk doende enz."
Uit het verslagdezer dagen door gedep. stalen aan de staten der pro
vincie Zuidholland gedaan, laten wij hier nog eenige bijzonderheden volgen.
Omtrent het armwezen verklaren gedep. stalen dat er in 1858, ten ge
volge van verschillende oorzaken, minder armoede werd geleden. Daar
toe bragt de niet strenge winter bij zoo mede de daling der prijzen
van de levensmiddelen en het werk, dat voorhanden was, om de talrjjke
klasse, welke bij den minsten stilstand in den arbeid lot gebrek vervalt,
voor armoede te bewaren. Meerdere zorg voor de toekomst, door spaar
zaamheid, wordt die klasse door gedep. staten aanbevolen. Er zal een
groole stap zijn gedaanzeggen zijin het belang niet alleen der volks
klasse, maar in dat der gehecle maatschappij, wanneer men bij den arme
het bewustzijn zal hebben weten op te wekken, dat hij, op eigene krach
ten steunende, zich een beter en eervoller toekomst opent, dan wanneer
hij de handen in den schoot legt, cn met zijn gezin ten koste zijner mede
burgers leeft. Het belang dat de staal er bij heeft, dal het getal bedeelden
binnen de engste grens worde beperkt, is zoo overwegend, dat wij gaarne
van de strekking gewag maken, die zich in deze provincie openbaart, om
zoo veel mogelijk daartoe mede te werken." Gedep. staten treden daarna
weder in eenige bijzonderheden over de werking van de armenweten doen
op nieuw als hunne ondervinding kennendat de wetgever zich van hare
werking betere uitkomsten heeft voorgesteld dan gebleken is het geval te
zijn. De poging om de zorg voor de armen op de kerkelijke of bijzondere
liefdadigheid te doen overgaan, mislukt gedurig; vele armen, vroeger door
de kerkelijke besturen verpleegd, komen ten laste der algemeene armbe
sturen; teregtwijzigingen en opwekkingen zijn van wege de hooge kerke-
3 lijke besturen gedaan, om vele armbesturen meer in den geest der. wet te
doen handelen. Vele klagten ryzen ook over hel bij die wet aangenomen
beginsel, tot aanwijzing der geboorteplaats als onderstands-domicilie. Som
mige gemeenten lijden daardoor in hare geldmiddelen. Met nadruk hebben
gedep. staten ook in 1858 aangedrongen op de afschaffing of vermindering
van subsidien uil de gemeente-fondsen, aan instellingen van liefdadigheid
I verstrekt, liet bedrag dier subsidiën beliep in 1856 f 646,128in 1857
729,126; zijnde dus in laatstgenoemde jaar bij de 83,000 meer dan in
1856. Volgens de goedgekeurde gemeente-begrootingen voor 1858, bedroe
gen de subsidiën ƒ628,518; op die voor de loopende dienst is toegestaan
ƒ688,140, zijnde omstreeks 58,921 meer dan in 1858.
Omtrent den landbouw wordt het volgende gezegd: Terwijl de slaat van
dezen tak van volksvlijt in de Jaalslverloopen jaren steeds van buitengewo-
nen voorspoed getuigde, zijn de uitkomsten in het afgeloopen jaar over
't algemeen niet zoo gunslig geweest. Tamelijk goede prijzenofschoon
veel minder dan vroeger, vergoedden alleen eenigzins de mindere opbrengst
van vele producten. De graanoogst leed hier eii daar door de felle hitte cn
hevige windenover het geheel genomen leverde hel graan een middelmatig
beschot op, doch in sommige streken was de opbrengst gunslig. De aardap
pelziekte week meer en meer. De opbrengst der boter was, ten gevolge
der aanhoudende droogte, niet zeer belangrijk; de prijzen stegen echter lot
die in 1857 besteed, zoodat de landmail aldus van dit product voldoende
voordeden genoot. Ook op den gezondheidstoestand van het rundvee lieten
zich de gevolgen der droogte gevoelen. Dezelfde oorzaken deden de gras-
en hooilanden aanvankelijk zeer ongunstig staan; later bekwamen die, al
thans op de lage gronden. De opbrengst bedroeg hier en daar 6000 a 7000
Ned. per bunder, doch kan gemiddeld niet hooger dan 2500 Nederl. ffi
worden gesteld, en alzoo nog eenigzins minder dan in het, hieromtrent
reeds zoo ongunstigejaar 1857; de weilanden zijn in den nazomer veel
verbeterdzoodat het vee tot in het laatst des jaars in de weide is kunnen
blijven. De longziekte onder het vee vertoonde zich weder, even als vroe
ger, doch de aanfokkingen zijn belangrjjk geweest, en over het algemeen
zeer naar wensch geslaagd. Hel vooroordeel, dat zich aanvankelijk bij de
veehouders tegen de inenting der longziekte op het rundvee verklaarde,
week groolelijks, zoodal de inenting met goed gevolg heeft plaats gehad.
Terwijl, ondanks de ongunstige omstandigheden voor het bolergeinaak
de prjjzen den landman voordeel verschaften, was de opbrengst van de
kaas niet zeer gunstig.
Voorts ziet men uil het verslag dat de toestand der fabrieken over het
algemeen zeer gunstig was en dat zelfs eenige zeer goede uitkomsten heb
ben opgeleverd. Voor de reeders was het afgeloopen jaar ecu der ongunstigste
sedert langen tijd. De zee-assurantiën waren over het algemeen niet geluk
kig. De vischhandel was weder zeer belangrijk en leverde goede uitkomsten
op. De bimienlandschc handel in granen was niet voordeelig. De vraag
naar boter en kaas voor het buitenland was niet groot. In den aanbouw
van nieuwe schepen voor de builenlandschc scheepvaart had bjjna een vol
slagen stilstand plaats. Overigens beval het verslag een aantal statistieke
I bijzonderheden nopens handel, landbouw, nijverheid enz., die uit de jaar-
j lijksche verslagen nopens den toestand der verschillende gemeenten mcerrn-
deels bekend zijn.