drie zulke schilderstukkendie in de S'. Walburgskerk le Zutphen cenigen
tijd geleden voor den dag gekomen en thans weder verdwenen warennadat
door de zorg van dr. Malthes, rector van het stedelijk gymnasium, van het
gevondene naauwkeurige afteekeningen waren vervaardigd. Vervolgens wer
den nog eenige bijzonderheden medegedeeld omtrent de Groote of S'. Maar
tenskerk te Zalt-Bommel, ter aanvulling van eenc bijdrage betrekkelijk
hetzelfde gebouw, in eene vroegere zitting der afdeeling door den spreker
geleverd. Ten slotte sprak hij den wensch uitdat de akademie van weten
schappen zich geroepen mogt gevoelen om met de kon. akademie van beel
dende kunsten, de maatschappij tot bevordering der bouwkunst, welligt ook
met de vereeniging lot bevordering der beeldende kunstenin overleg te
tredenlot het ontwerpen van een goed planom onder de zedelijke en
stoffelijke ondersteuning der hooge regering, de overblijfsels van vroegere
Nederlandsche kunst op le sporen, tegen ondergang te behoeden, of waar
dit laatste niet mogelijk is, in getrouwe afbeeldingen te bewaren. Deze
mededeeling zal in de verhandelingen worden geplaatst en werd in handen
gesteld van eene commissie, zamengcsteld uit de hh. Moll en Janssen.
Deze mededeeling werd opgevolgd door eene voordragt van den heer van
Hensde, over de IVupfhai van Aristophanes tegenover den hislorischen Socra
tes. Deze voordragt, een uittreksel van een uitvoerig stuk, dat voor de
verslagen en mededcelingen is bestemd, gaf tot eenige discussie aanleiding,
waaraan deel namen de hh. Brill, Schollen, Karslen en van Ileusde.
Daar het uur reeds le ver verstreken waswerd de discussie door den voorzit
ter gesloten en door hem de vraag gedaanof een der leden nog iels heeft
in bet midden le brengenalvorens hij deze laatste vergadering voor de
vacantie sluitede heer Leemansdaartoe uitgenoodigd door den heer Sloet,
die de vergadering niet ten einde kon bijwonendeelt nog eene kennisge
ving mede, namens den heer van Lennep, betrekkelijk de plaats van hel
luildtooneel der oud-IIollandsche graven als heerer. van Kennemerland, in
houdende, dat door de zorg van den heer Gevers van Endegeest die plaats
door eenig gedenkteeken zal worden aangewezen en voortaan in orde ge
houden dezelfde heer overhandigt nog de 19Je aflevering der Egyptische
monumenten, voor rekening van hel gouvernement uitgegeven; hij geeft
daarbij kennis, dal hij voor het vervolg door den minister van binnenl.
zaken is belastde volgende afl. der akademie te doen toekomendat men
die dus te beschouwen heeft als vervolgen van de regtstreeks door den mi
nister afgezondenen.
Aangezien er niets meer in het midden werd gebragt, gaat de vergadering
uiteen tot den tweeden Maandag van de maand September.
Heden is alhier geopend de tentoonstelling van provinciale nijverheid
en kunst, geregeld door het dep. Amsterdam der Nederl. maatschappij tot
bevordering van nijverheid. Uit den catalogus blijkt, dat uit 43 gemeenten
bijdragen zijn ingekomen: 443 inzenders hebben 1260 nommers geleverd.
Uit Amsterdam alleen zijn 240 inzenders met 761 nommers.
Mevr. Ristori heeft in den stads-schouwburg de eerste harer vier aan
gekondigde voorstellingen gegeven. Zij heeft als Mcdea eenen onbeschrijfe-
lijken indruk gemaakt.
BUITEi\LAi\DSCDE BERIGTEN.
EW«ELAHD.
LONDEN, 21 Junij.
De regering heeft op nieuw aan bel parlement een reeks van stukken
gezonden, namelijk 92, betrekkelijk de zaken van Italië. In een dier stuk
ken, eene depêche van lord Cowley aan graaf Malmesbury, wordt door den
eerstgenoemde de staatkunde van Frankrijk en het doel van den oorlog
uiteengezet. Hij zegt dat de keizer de plcgligste verzekering heeft gegeven
dal hij zich niet met de revolutie zal verbroederen en dat hij de onzijdig
heid van Duitschland zal eerbiedigen.
De koning van België is alhier aangekomen. De Times beweert dat
de overkomst van dien vorst in verband staat met de pogingen door Pruissen
aangewend om vredesonderhandelingen aan te knoopen.
Berigten uit Bombay van 23 Mei melden dat de staat van zaken de
zelfde is gebleven. Op vele punten blijven de oproerlingen nog steeds in
het veld; in het district Nugar Parkin heeft eene botsing plaats gehad
zonder echter tot eene definitieve beslissing le leiden. De misnoegdheid van
de troepen der oude compagnie is algemeen geworden; zij nemen eene ver
ontrustende houding aan; men heeft een zeker aantal manschappen der
artillerie en der kavalerie moeten afdanken. Deze troepen beklagen zich
over de afschaffing van de hooge soldijen dal zij zonder hunne toestem
ming in het leger der kroon zijn ingelijfd.
Volgens bijzondere berigten zouden eenige troepen, vroeger in dienst van
de 0-. I. compagnie, reeds geweigerd bebben om legen de oproerlingen op
te trekken, en het 75stc regiment, dat men gebruiken wilde om de weer-
spannigen lot hunnen pligt le brengen, had daartegen geprotesteerd.
Naar men uit New-York meldt zou de Pruissischc consul aldaar aan
de Pruissischc seheepsgezagtoerders deu raad hebben gegeven om spoedig
met hunne vaartuigen naar het vaderland terug te keerenomdat een oorlog
tusschcn Pruissen en Frankrijk waarschijnlijk is.
FKANURiJH.
PARIJS, 21 Junij.
De correspondent van de Indép. Beige alhier schrijft aan dat blad
hel volgende: lk vermeen melding te moeten maken van eene vooronder
stelling die alhier meer en meer veld wint, en die, hoewel niet officieel,
wel eenige waarschijnlijkheid heeft. De beide legers staan in Lombardye
slechts op zulk eenen geringen afstand van elkander dat een veldslag onver
mijdelijk is. Als eene overwinning nogmaals onze wapenen bekroont of
zoo er maar eenig beslissend voordeel wordt behaaldzoo zou hetver
meent menniet onmogelijk zijn dat de keizer eenen wapenstilstand voor
sloeg. Daarvan zou men gebruik maken om de onderhandelingen te
openen en wel op de volgende grondslagen: Lombardye zou met Sardinië
vereenigd blijven; Venetië en het daartoe bchoorend grondgebied zou vrij
verklaard worden, op de wijze van de Hanzee-steden in Duitschland, in
ieder geval aan de Ilaliaansche nationaliteit hergeven worden; alleen de
vermaarde vierhoek met hel geheele gebied van Verona zou aan Oostenrijk
blijven loebehooren, ten einde op die wijze de belangen van den Duilschen
bond, die men bedreigd acht, te behartigen. Er bleef dan nog alleen over
de grensscheiding nader te regelen, omdat het overige Italië niet in aanra
king moet komen met dat gedeelte, dat aan Oostenrijk zou worden gelaten.
Op die wijze zouden de woorden des keizershel vrije Italië lot aan de
Adrialische zee" vervuld worden, en de keizerlijke regering zou van haren
i zucht voor den vrede blijk geven, terwijl zij tevens aan de gevoeligheid van
Duitschland ten opzigte van de Mincio-ünie zou te gemoct komen. Als deze
geruchten waarheid mogten bevattenzou men de belegering der vestingen
niet ondernemenmeer uit staatkundige dan uit krijgskundige redenen want
de middelen van vernieling, waarover men thans kan beschikken, laten geen
twijfel over of men zou zich van die sterkten meester maken.
In diplomatieke kringen wordt ook verzekerd dat de Pruissischc regering
reeds een voorstel van bemiddeling naar het Fransche en Ooslcnrijksche
hoofdkwartier heeft gezonden. Volgens bovengenoemd dagblad zouden die
voorstellen het volgende inhouden: Het Italiaansche vraagstuk zal op een
congres worden geregeld op de ruimst mogelijke zedelijke grondslagen, door
Oostenrijk le verleenentevens met herziening der verdragen door die mo
gendheid met de overige staten van het schiereiland gesloten. De grens
scheidingen in 1815 vastgesteld zullen mede eenen onwrikbaren grondslag
eener schikking uitmaken. De aanhechtingen van grondgebied door Sardinië
gedaan, met goedvinden van Frankrijk, zullen niet bekrachtigd worden."
Als deze opgave juist is, kan men gerust voorspellen dat Oostenrijk ze aan
nemen, maar Frankrijk die verwerpen zal. Keizer Napoleon zal aanvoeren
dat zoodanige voorstellen vóór het begin van den oorlog gedaan hadden
moeten wordenmaar datnu Oostenrijk tot eene verdedigende houding is
gebragt, en de gebeurtenissen voor dal rijk nadeelig zijn geweest, de grond
slagen eener schikking moeten gewijzigd worden ten voordeele van de natio
nale wenschen in Italië. Waarschijnlijk zal de keizer aan Pruissen het
regt niet betwisten om in de Italiaansche zaak een woord mede le spreken
of zich ook niet tegen het bijeenkomen van een congres verzetten, maar de
verwijdering van Oostenrijk uit Italië zal bij dit alles op den voorgrond
staan. De keizer heeft in deze zaak de handen vrij. Hij kan op Rusland
steunen en het nieuwe ministerie in Engeland is niet vast genoeg gevestigd
om zijne zienswijze duidelijk le openbaren en door zijne staatknnde eenig
gewigt in de schaal le leggen.
Behalve met de mobielverklaring van een deel van het Pruissische leger
en met de verwikkelingen die van de zijde van Duitschland zouden kunnen
ontstaan, blijft men zich hier in staalkundige kringen bezig houden met de
revolutionaire bewegingen die in den Kerkeiijken Staat zijn uitgebarsten en
die, in weerwil dat ze door de Fransche en Sardinische regeringen worden
afgekeurd, blijven voortduren. De Paus is zeer ongerust en de demonstra-
tiën, die na iedere overwinning der bondgenooten te Rome plaats hebben, II
brengen hem in eene moeijelijke stelling. De generaal Goyon doet echter al
wat in zijn vermogen is om eene uitbarsting van het nationaal gevoel der
bevolking tegen te gaan.
Alhier is eene hoofd-commissie zamengesteld tot ontvangst van bijdra
gen voor de gewonden van het leger in Italië. Zij bestaat uil de keizerin,
de prinsessen Clotilde en Malhildede hertoginnen van Malakoff en van
Magenta, den aartsbisschop van Parijs, enz.
De verzendingen van linnen en pluksel voor het leger in Italië geschieden
op groote schaal. Zoo heeft o. a. het arrondissement Wissenbourg 3500 ffi
en de stad Calais 100 8 pluksel geleverd terwijl Soissons en hel departe
ment de l'Aisne in gelijke evenredigheid hun aandeel in deze vaderlands
lievende offers hebben aangebragt.
Het Journ. des Déb. heeft uit Rome het berigt ontvangen dat de jonge
Israëliet Morlara aldaar openllijk en plegtig als lid der roomsch-katholieke
kerk aangenomen en bevestigd is.
De Moniteur heeft later de opgave, omtrent de verliezen door ons leger
in den slag van Magenta geleden, verbeterd. Volgens deze opgave beeft
dat verlies bedragen 564 dooden (in plaats van 323), 3145 gekwetsten (in
plaats van 2165) en 735 vermisten (in plaats van 470).
De heer Amedée Achard correspondent van het Journ. des Déb. in Italië,
heeft onlangs in dat blad een verslag gegeven van een bezoek op het slag
veld van Magenta. Hij drukt zich o. a. daarin aldus uil: Ik had nooit een
slagveld gezien en ik verlang er nu nooit meer een te zien. De weg, welke
van den Tessino uitgaat en door de prachtige brug van Buffalaro met Piemont
verbonden iswas geheel bezet met een convooi artillerie en noodzaakte mij
een' zijweg in le slaanwelke dwars door het slagveld van Magenta loopt,
De grond was met kogels doorploegd, de boomen waren geknakt, het graan
neêrgeslagende heiningen vernietigd, geen gerucht werd uit de hoeven
gehoord. In de weiden lagen ransels, chako's, patroontassen, verscheurde
kapoljassen en duizenderlei voorwerpen in wanorde dooreen. De grond is
nog vochtig en heeft op sommige plaatsen eene kleur, welke men niet ver
geet, als men die eenmaal gezien heeft. De poolen van een paard steken
uit eene slecht gevulde sloot; stukken van kleederen, zwaar en stijf van
bloed, hangen aan wijngaarden. Te midden dier eenzaamheid zoeken eenige
boeren naar buit.
Men beeft den tijd niet gehad de dooden te begraven en er lagen er nog
bij dozijnen achter eene haag; sommige nog in Oostenrijksche uniform,
andere geheel uitgeschud. Welke houding en welke gezigtenDe lijken
waren zwart van den kruiddamp en door ontbinding. Eenige, wier lippen in
eene laatste stuiptrekking waren opgetrokken, schenen te lagchen en toon
den hunne wille tanden. Hoe ongeloofclijk het ook schijne, twee vrouwen
plukten moerbezienbladcren op dat veld