COURANT.
LEYDSCHE
MAANDAG 6 JUNIJ.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar;
de afzonderlijke Nommers worden tegen 10
Centen afgegeven
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vtijdag uitgegevenDie van Maandag komt
uit Zalurdag Avond
BWNENLANDSCHE BERIGTEN.
LEYDEN, 4 Junij.
Heden middag ten 12 lire heeft de hoog-gel. heer mr. R. I. H. P. L. A.
van Boneval Faure zijne betrekking als hoogleeraar in de rcgtsgeleerdheid
aan de hoogcschool alhier aanvaardmet het houden eener redevoering over
letter en geest hij de uitlegging vooral van de burgerlijke wetboeken (de
vsn regulae Celsi: scire leges non hoc est verba earum tenere scd vim ac
potestatem, in interprelandis legum imprimis civilium codicibus).
De gedeeltelijke verbouwing van de kerk der Doopsgezinde gemeente
alhier, met verschillende daarmede in verband slaande werkzaamheden
waarvan de aanbesteding op Woensdag 11. heeft plaats gehad is aangeno
men door den heer H. J. van Leeuwen alhier, voor de som van 8345.
Behalve deze waren nog de volgende inschrijvingen gedaan door den heer
S. van der Kamp, alhier, 11443; door den heer Samwelalhier, 10998;
door den heer Rietbergen, alhier, ƒ10989; door den heer Blansjaar, alhier,
10500; door den heer Jansen, te Amsterdam, 10273; door den heer
Langhout, te Woubrugge, 9979; door den heer van Lilh, alhier, 8650;
en door den hecr llouthuysen, alhier, 8450.
In de maand Mei 1859 zijn binnen deze gemeente overleden 83
personen, als: 10 mannen, 16 vrouwen, 36 zoons en 21 dochters, daar
enboven als levenloos aangegeven 6. Geboren 89 kinderen, als: 39 zoons
en 50 dochters, waaronder zijn begrepen 2 paar tweelingen Voltrokken
56 huwelijken.
Aan de zwem- en badinrigling Rhijnsigt, nabij deze stad, zijn in de
maand Mei reeds genomen 1604 baden.
liet getal der in het Werkhuis alhier opgenonienen bedroeg gedurende
deze week dagelijks van 91 tot 102 personen.
Gisteren is de heer L. D. Storm, uit Breda, lid der tweede kamer,
plotseling overleden (zie het verslag der zitting van gisteren). Ilij was in
den vollen zin des woords een volksvertegenwoordiger. Zijne overtuiging,
gegrond op onderzoek en ervaringwas zijne eenige leidsvrouw. Niets kon
hem daarin doen wankelen. Hij was evea ontoegankelijk voor gunstbetoon
als verheven boven smaad en miskenning. Het belang van het vaderland ging
boven alles. Zoo was hij in de jaren toen er moed toe vereischt werd op
hervorming aan te dringen. Zóó was hij na de volbragle staatshervorming.
Hij behoorde vóór 1848 tot hendie verbetering onzer staatsinstellingen als
eerste behoefte erkenden niet alleen, maar deze langs alle wettige middelen
trachten in hel leven te roepen. Hartevriend van Luzac en Thorbecke,
stond hij met hen en anderen in die dagen aan de spitse der voorwaarts
strevende rigling. Geen wonder dat hij onder het negental behoorde, dat
in 1844 het uitgewerkt voorstel tot grondwetherziening deed, dal grondslag
en kern is gebleven van de herziening van 1848, met welker voorbereiding
ook hij door koning Willem II werd geroepen in de staats-commissie van
17 Maart. Na de volbragle herziening zagen wij hem steeds een wakend
oog houden op de uitvoering en toepassing der herziene grondwet in den
geest die bij hare zamenstelling voorzat, en kantte hij zich met ernst en
kracht tegen elke poging om van dien milden geest af te wijken.
Mr. L. D. Storm was den 25sten Maart 1792 te Breda geboren en had dus
den ouderdom van 67 jaren bereikt. Hij was gedurende een aantal jaren
burgemeester dier stad en voorzitter van de arr. regtbank aldaar.
Te Rotterdam zal op den 15d™ dezer ecne nieuwe stemming plaats
hebben voor een lid der prov. staten van Zuidholland, aangezien de heer
J. F. llollman op den 10den dezer verkozen, de benoeming niet heeft aan
genomen van wegc cene onregelmatigheid die bij de verkiezing plaats had.
Te Zwinderen (Drenthe) is op 31 Mei, tijdens een hevig oinveder, een
polderkeet door den bliksem getroffen. De bewoner was terstond dood en
cene vrouw werd verlamd. De keet is afgebrand. Ook in de omstreken
van Dieren (Gelderland) was op dien dag het onweder zwaar. Een paard
en cene koe werden aldaar doodgeslagen en door den hagel zijn sommige
korenlanden zoodanig geteisterd dat zij afgemaaid moeten worden. In som
mige oorden van Noordbrabant heeft de hagel mede groote verwoestingen
aangcrigt.
De Nederl. consul te Genève heeft medegedeeld dat aldaar voortaan
om de 2 jaren eene kantonnale tentoonstelling van voortbrengselen van
schoone kunsten zal plaats hebben, waarop kunstenaars van alle natiën
hunne werken kunnen ten loon stellen. De eerste tentoonstelling zal plaats
hebben van 1 lot 30 Augustus aanst.
's GRAVEN11AGE, 4 Junij.
Z. M. heeft aan den hecr Weimar ten Catc, te Arnhem, vergunning
verleend tol het aannemen der ondcrschcidingsteekcnen van ridder der orde
van Karei III, hem door de koningin van Spanje geschonken.
Tot burgemeesters zijn benoemd: te Oude Niedorp, de heer A. Wonder;
te Nieuwe Niedorp, de heer D. van der Slok, en te Jisp en Wijdewormer,
de heer C. Wildschut.
Tot notaris te Groningen is benoemd mr. N. van Hasselt, advocaat en
cand.-notaris aldaar.
Z. M. heeft goedgevonden te benoemen: bij liet wapen der infanterie;
bij den staf van het wapen, tot kapitein van de 3de kl. den lslcn luit.jhr.
G. B. van Bronkhorst, van dien staf; bij het 3de reg. tol kapitein van de
3dc kl. den lstcn luit. S. C. L. Meschvan het instructic-bataillon; bij het
5dc reg. tot kapitein van de 3dc kl. den ls,c" luit. P. J. de Vassy, van den
staf der infanterie, werkzaam bij de kon. militaire academie; bij het wapen
tot kapitein van de 3de kl. den lslen luit. P. M. Nelscher, van het wapen,
tijdelijk gedetacheerd bij de landmagt in West-Indie; bij het corps mari
niers tot lste luit3. D. C. W. Sulherland, W. van Bevervoorde en E. Bui-
tenhnis, thans de 2de luit8, bij dat corps.
Bij besluit van 30 Mei heeft Z. M. goedgevonden: aan mr. C. J.
Loncq jp.op verzoek, eervol ontslag te verleenen als referendaris hij liet
dep. van binnenl. zaken, en lot referendaris bij het dep. van binnenl. za
ken te benoemen dr. C. C. RoëlI, geneesheer in het geneeskundig geslicht
voor krankzinnigen te Dordrecht.
HII. KK. IIII. prins en prinses Frederik zullen in de volgende weck
UD. buitengoed het Huis de Pauw betrekken. 11. K. 11. is thans geheel
hersteld.
II. M. de koningin-moeder is gisteren naar Soesldijk vertrokken.
De eerste kamer heeft gisteren met algemeene stemmen aangenomen
hel wets-ontwerp lot eindregcling van de zaken der maatschappij van wel
dadigheid en dat tot verhooging van hoofdst. V der begrooting van 1859.
De kamer zal op 15 Junij weder bijeenkomen.
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Zitting van Vrijdag 3 Junij.
De algemeene beraadslagingen over het wets-ontwerp betreffende het Lim-
burgsch bondscontingent in de vorige zitting ten einde gebragt zijnde, zoo
was thans aan de orde de behandeling van hel artikel van dat ontwerp eu
over bet amendement daarop door den heer van Winterslioven voorgesteld.
Daarbij was voorgesteld dit art. aldus te doen luidenDe miliciens der pro
vinciale Limburgsche ligting van 1855, 1856, 1857 en 1858, dienende bij
het 5de reg. dragonders, die door ons zijn of worden onder de wapenen
geroepenworden daaronder gehouden tot zoolang door het overgaan of
aanwerven van vrijwilligers bij dat corps, des noods tegen voldoende pre
mie, in de behoeften van een afzonderlijk ingerigt bondscontingent zal zijn
voldaan.
Nadat de lib. Dullert en van Deinse het woord hadden gevoerd, stelde de
heer Thorbecke nog het volgende amendement voor: Bij gebrek aan genoeg
zame vrijwilligers worden de miliciens der provinciale Limburgsche ligting
(met uitzondering van de miliciens herkomstig uit de vestingen Maastricht
en Ycnlo en hare kringen) van 1855, 1856, 1857 en 1858, die door ons
onder de wapenen zijn of worden geroepen, voor zooveel de bonds-dienst
dit, binnen het jaar, te rekenen van de afkondiging dezer wet, vorderen
zal, onder de wapenen gehouden. De miliciens, voor de bondsdiensl be
stemd, worden zooveel en zoo spoedig mogelijk door vrijwilligers vervangen.
Aan de beraadslagingen namen vervolgens deel de hh. Storm van 'sGra-
vczande, van Hall, Dommer van Poldersveldt, van Hoëvell, van Nispen,
van Winterslioven, Thorbecke, van der Linden, de minister van buiten!,
zaken en de heer Stormvan Breda. Deze laatste verklaarde zich voor liet
amendement van den heer Thorbeckegelijk hij alles zou goedkeuren wat
strekken kon om de maatregelen in den tegenwoordigen toestand dragelijk
te maken. Onder het spreken van dezen geachten afgevaardigde had er een
aandoenlijk looneel plaats. Met de woorden op de lippen en nadat hij nog
een glas water had gevraagd, zakte hij ineen. De ontsteltenis en deelne
ming van zijne medeleden en van de ministers waren algemeen. De verga
dering werd door den voorzitter voor eenige oogenblikken geschorst. De hee-
ren doctoren de Poorter en Idserda, leden der kamer, schoten spoedig toe
en trachtten nog eenige hulp aan te brengen: doch het was, helaas, vruch
teloos. Een hevige aanval van eene hartziekte, waaraan hij sedert geruimen
lijdende was, maakte een einde aan het leven van den waardigen man.
Nadat deze in een naastbij gelegen vertrek was overgebragt verklaarde de
voorzitter dat hij geloofde dal de kamer na dit droevig voorval niet gestemd
zou zijn de discussie op heden voort te zetten. Overeenkomstig zijn voorstel
werd de vergadering tot den volgenden dag verdaagd.
Zitting van Zaturdag 4 Junij.
De voorzitter verklaarde dat hij onder den indruk van het gebeurde op
gisteren de vergadering opende. Wij allen, zeide hij, staren met leedwe
zen op dien zetelvan waar een onzer ambtgenooten gisteren het woord
voerde en waar hij stierf. Die plotselinge overgang van het leven tot
den dood maakt zijn verscheiden dubbel treffend. Velen onzer verliezen in
hem een vriendallen een waardig ambtgenoot. Mogt de herinnering aan
zijnen dood voor ons allen eene ernstige waarschuwing zijn.
Daarna werden de op gisteren afgebroken beraadslagingen voortgezet. De
minister van oorlog wederlegde de gemaakte bedenkingen en stelde ten slotte
{voor het art. dus te lezen: De miliciens der provinciale Limburgsche ligting
van 1855, 56, 57, 58, die door ons ten behoeve van het contingent van