kant van Piacenza in den rug te worden gevallen, en hebben daarom Stra- della bezet. Dc regtcroever der Po houden ze bezet en werken met 12,000 man aan de versterking van de brug bij Stella. Noch de Fransclien noch de Oostenrijkers schijnen den aanval te willen doen. Aan de eersten ont breekt nog de noodige kavallerie en artillerie, om met vertrouwen een slag te wagen en de laatslen schijnen een treffen niet eer te verlangen voor zij gerugsteund zijn door versterkte plaatsen. Naar men verneemt hebben de Oostenrijkers ook Bobbio verlaten uit vrees voor eene beweging van generaal Mac Mahon, en zou het legercorps van prins Napoleon bestemd zijn om tegen Piacenza op te rukken, terwijl ge neraal lilloa een inval in Modena zou doen. Voor Venetië is een Fransch eskader verschenen. Het dagblad van Bologna berigt dat de Oostenrijksche regering de onzijdigheid van den Kcrkelijken Staat heeft erkend. De hertog de Grammont, Fransch gezant te Rome, is op 15 Mei van daar naar Genua gegaan. Hij wordt den 205ten terugverwacht. Naar men verneemt hebben de Fransche en Sardinische consuls bij den pauselijkcn delegaat te Ancona geprotesteerd tegen de voortzetting der werk zaamheden aan de vestingwerken der stad. De delegaat was daarop in onderhandeling getreden met den Oostenrijkschen bevelhebber. Bij de Italiaansche uitgewekenen op Zwitserschen bodem wordt opge merkt dat zij gezind zijn om een opstand in Lombardye uit te lokken. Ook zijn er op de grenzen eenige kisten met geweren en een vaatje met kruid in beslag genomen. PRCISSEN. BERLIJN, 17 Mei. De werklieden in de groote fabriek van Börsig alhier hebben een fonds opgerigt tot ondersteuning der betrekkingen van diegenen hunner makkers, die onder de wapenen zijn geroepen. Allen dragen daartoe bij naar even redigheid hunner verdiensten. De oud-koning Lodewijk van Bcijeren is op eene grove wijze bestolen. Sedert verscheiden dagen is namelijk zijn kabinets-secretaris, de heer Volk, verdwenen en gelijktijdig met hem voor ongeveer 40,000 fl. in staatspapieren. OOSTENRIJK. WEENEN, 17 Mei. Aan den generaal Schlick is het bevel opgedragen over de in Gallicië gestationeerde troepen. Zijn hoofdkwartier zal te Krakau gevestigd zijn. Volgens de Ocst. Corr. is de aftreding van graaf Buol alleen aan rede nen van gezondheid toe te schrijven. Naar men beweert zullen er ook nog andere ministers aftreden. Door de nationale bank is aan de beurs van Triëst eene ondersleuning van een millioen fl. geschonken, ten einde tot het disconteren van wissels op grooler schaal in staat te zijn. RUSLAND. De geldleeningdie de Russische regering voornemens was te doenmet het doel om de metaalwaarde der in omloop zijnde schatkistbillellen te ver meerderen en op die wijze aan die billetten een beteren koers te geven is uitgesteld, omdat het tegenwoordige tijdstip daartoe ongunstig wordt geacht, daar ook ten gevolge van den uitgebarsten oorlog in Italië en het valsch gerucht dat ook Rusland daaraan zou deelnemende Russische fondsen op de Europesche beurzen waren gedaald. De regering kon tot dit uitstel overgaan, omdat er aan de sluiting dezer leening geene dringende behoefte was. De keizer heeft de soldij van hel leger met 1/4 verhoogd, hetgeen vooral voor de officieren van minderen rang, die slecht werden bezoldigd, eene weldaad is. Ook is er voor de soldaten een pensioenfonds opgerigt, waarvoor van de soldij G pCt. zal gekort worden. In't geheel zijn thans 5 legercorpsen mobiel verklaard, diegezamentlijk eene sterkte hebben van ruim 200,000 man. Deze maatregel is wel veront rustend voor Duitschland, maar die buitengewone wapeningen hebben ook in Pruissen en Engeland plaats. TURKTE. Hit Alexandrië wordt het volgende gemeld: De Bairam, het Paasch- fcest der Mohammedanenhad voor de Europesche kolonie in Egypte zeer noodlottig kunnen zijn. De Bairam wordt voorafgegaan door de maand Ra madan (Vasten), gedurende welke de Koran voorschrijft, dat ieder geloo- vige nuchter zal zijn van eten en drinkenvan den opgang der zon af tot haren ondergang. Die Vasten, welke gedurende 20 dagen door den dweep zieken Muzelman met naauwgezetheid wordt nagekomenis dikwijls in dit klimaat de oorzaak van eene of andere ziekte. De onderkoning had derhalve, in het belang der bevolking, aan zijn leger voorgeschreven de Vasten niet na te komen. Eenige priesters, door godsdiensthaat aangezet, hebben hei melijk bij het leger eene zamenzwering gesmeedwaarin een aantal troepen en eenige hoofdofficieren getreden waren. In den Bairamnacht zouden zij den onderkoning, benevens alle zich hier bevindende Christenen om het leven brengen. Gelukkig is deze zamenzwering bij tijds ontdekt en zijn de be werkers daarvan allen dadelijk ter dood veroordeeld. STADS - BERIGTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN, Gezien art. 13 der Algemeene politieverordening, vastgesteld den 9Jcn October 1856; Doen te wetendat door hen ingevolge art. 6 der gemelde verordening is benoemd tot heer der gebuurte n°. 39. zijnde de buitenwijk, de heer JOHANNES BEY, in plaats van JOHANNES SLOOTS, overleden. En zal deze door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, D. TIEBOEL SIEGENBEEK. Burgemeester. Leyden, 19 Mei 1859. v. PUTTKAMMER, Secretaris. IIER-IJK. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN, gezien hebbende bet be sluit van Gedeputeerde Stalen van Zuidholland, in dato den 15''™ Februarij jl. n°. 41, 2de afd. [Prov.-Blad n°. 21), betreffende den her-ijk der maten en gewigten in Zrjidholland, en gelet op de voordragt van den Arrondissernents-IJker alhier, van den 2(lcn dezer maand; herinneren bij deze den Ingezetenen dezer Gemeente hunne verpligting, tot het doen her-ijken van alle de bereids te voren geijkte lengte- en inhoudsmaten en gewigtenbenevens de bij de inhoudsmaten van droogc waren be- hoorende strijksels, waarmede deze, overeenkomstig art. 8 van Z. M. besluit van den 21sten December 1822 [Staatsblad n°. 54), moeten worden afgestreken. En worden zij ten dien einde opgeroepen ter bezorging der gemelde maten en gewigten, wel schoon gemaakt en gezuiverd, aan het bokaal van den Ijk, in de Lange School steeg; zullende daartoe, tegen dadelijke betaling, worden gevaceerd: Voor Wijk Iop den 3 en 4 Mei. II, van den 5 tot den 7 Mei. III, van den 9 tot den 12 Mei. IV, van den 13 tot den 19 Mei. V, van den 20 tot den 2G Mei. VI, van den 27 Mei tot den 6 Junij. VII, van den 7 tot den 17 Junij. VIII, van den 18 tot den 24 Junij. de Bnitenwijk van den 25 tot den 30 Junij. met uitzondering echter van de goud- en zilversmids-benevens de apothekers-, of medicinale-gewiglen, voor welker her-ijking afzonderlijk zitting zal gehouden worden, te weten: Voor de goud- en zilversmids-gewigten voor Wijk I, II, III en IV op den 26 April. V, VI, VII, VIII en de Buitenwijk, op den 27 April. Voor de medicinale-gewigtenvoor Wijk I, II, UI en IV, op den 28 April. s V en VI, op den 29 en 30 April. VII, VIII en de Buitenwijk, op den 2 Mei. telken dage van des morgens 9 tot des namiddags 1 ure, uitgezonderd Zon- en Feestdagen. En vermanen Burgemeester en Wethouders voornoemd een iegelijk wien het aan gaat, om zich bovengemelde dagen ten nutte te maken, aangezien de termijn voor den her-ijk in dit jaar eindigt met den 30sten Junij aanstaande, en terstond na het eindigen van dezen termijn het gebruiken of voorhanden hebben van ongeijkte maten en gewigten, volgens Koninklijk besluit van den 30slcn Maart 1827 [Staatsbl. n°. 13), verboden en, behalve met verbeurdverklaring der maten en gewigten, strafbaar is met eene boete van tien tot honderd gulden. Wordende aan de belanghebbenden in het algemeen hij deze voorts herinnerd de Notificatie van Gedcp. Staten van Zuidholland in dato 4 Augustus 1820, volgens welke de ijkpligtigheid zich uitstrekt tot alle handel- en neringdoende lieden, fabriekeurs en ambachtslieden, die in hunnen handel of hun bedrijf, eenige maten of gewigten gebruiken, en de apothekers of medicijnbereiders in het bijzonder, aan art. 3 en 5 van Zr. Ms. besluit in dato 21 October 1819 [Staatsbl. n°. 52), bepalende hunne gehoudenheid tot het bezit van een vol stel gewigtenen medeverpligting tot den jaarlijkschen her-ijk daarvan, alsmede aan het Koninklijk besluit van den 5tol Fe bruarij 1826, n°. 153, volgens hetwelk de bij den eersten ijk gestempelde greingewigten, zonder die eene nadere stempeling te doen ondergaan, jaarlijks door den ijker moeten worden nagezien en onderzocht. En wordt wijders door deze ter kennis van de belanghebbenden gebragt, dal tot jaarletter gedurende 1859 voor den ijk der maten en gewigten bepaald is de letter p. En zal deze door aanplakking en door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leyden 7 April 1859. D. TIEBOEL SIEGENBEEKBurgemeester. v. PUTTKAMMER, Secretaris. SCHVTTIinXJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen te weten, dat, ter voldoening aan de Wet van den 11 April 1827 [Staatsbl. N°. 17), weder een aan vang zal worden gemaakt met de inschrijving voor de Schutterlijke dienst van de genen, welke daartoe dit jaar in de verpligting vallen. Dat deze inschrijving zal moeten geschieden in tien afzonderlijke registers, inet dien verstande, dat de personen, geboren in 1825 tot 1833 ingesloten, welke zich hier ter Stede, sedert de vorige inschrijving, uit andere plaatsen met er woon hebben nedergezet, waaronder ook zijn begrepen de militairen, die sedert de laatste inschrij ving hun paspoort verkregen en zich alhier hchben gevestigd, alsmede de zich in dit Rijk en binnen deze Gemeente sints de laatste inschrijving gevestigd hebbende vreem delingen (waardoor verstaan worden zij, die hun voornemen, om zich in dit Rijk neder te zetten, hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verkla ring, hetzij door werkelijk den zetel van hun bestaan herwaarts, over te bren gen, zonder dat de tijdelijke uitoefening van een bedrijf of handwerk, in eenige ondergeschikte betrekking, als zoodanig voornemen wordt aangemerkt) zul len worden ingeschreven achter de registers, waartoe zij volgens hunnen ouderdom behoorenterwijl de geborenen in het jaar 1834 zullen worden geplaatst in een nieuw register, te weten: het eerste van den jare 1859 - en het tiende of dat der- geborenen in 1824 van het vorige jaar zal komen te vervallen. Dat van de inschrijving niemand der bovengenoemde personen is uitgezonderd, al vermeende hij tot de vrijgestelden of uitgeslotenen te behooren, en dus ook niet die personen, welke reeds hun ontslag uit de Schutterlijke dienst hebben bekomen. Dat de registers van inschrijving zullen worden geopend op Maandag den 16 Mei aanstaande, en op den 1 Junij daaraanvolgende finaal zullen worden gesloten. Dat derhalve de personen, welke zich vóór gemelde sluiting op den 1 Junij, niet hebben doen inschrijven, (en dus ook ieder persoon van elders zijnde komen wonen, of de in dit jaar zich alhier gevestigd hebbende vreemdelingen, alsmede de Militai ren, welke hun finaal ontslag hebben bekomen, en niet weder zijn in dienst getre den) bij ontdekking, alsnog achter de teekening, tot sluiting, door het hoofd van de Regering aan het einde van het register te plaatsen, zullen worden ingeschreven, met de bijvoeging van het woord: ambtshalveen volgens art. 9, door den Schut tersraad zullen worden verwezen tot eene geldboete, en daarenboven dadelijk, zon der lotingbij de Schutterij ingelijfd, indien het zal blijken dal er, tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot vrijstelling of uitsluiting ten hunnen aan zien bestonden; terwijl in zoodanig geval het huwelijk hun ook geene aanspraak geeft om in de tweede klasse gebragt te worden; alles onverminderd zoodanige straf bepalingen als, uit krachte der Wet van den 31 December 1832, op hen rnogten kunnen worden toegepast. Dat een ieder wordt vermaand, om voor zoo veel hij van geen bewijs van zijne geboorte voorzien js, voor die, welke alhier geboren zijn, dat bewijs te komen af halen ter Secretarie dezer Gemeente, van heden af aan, van des voormiddags 10 tot 's namiddags 1 uur; terwijl diegenen, welke elders geboren zijn, zich dat bewijs onverwijld vóór de inschrijving zullen moeten aanschaffen; zullende een ieder ver antwoordelijk zijn voor de gevolgen, wanneer hij, bij gemis zijner geboorte-acte, door eene verkeerde opgave van het geboorte-jaar, abusivelijk wierd ingeschreven. Dat den belanghebbenden bij deze nog wordt herinnerd, dat zij hij de inschrij ving tevens zullen moeten opgeven hunne woonplaatshenevens het Wijk en Num mer der huizen, hun beroep en dat hunner Ouders, zoo die nog in leven zijn, alsmede den tijd van inwoning alhier, cn eindelijk of zij ingeschrevenen gehuwd of

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 3