leden van slechts 15 dooden cn gekwetsten waaronder geen officier. De vijand werd overal geslagen en is niet meer gezien. De Jav. Cour. deelt omtrent deze gebeurtenis o. a. het volgende medeOp den 28slen Maart wa ren weder en terrein in die mate verbeterd, dat een snelle beweging tegen de hoofdplaats uilvoerbaar en doeltreffend geacht werdwaartoe de troepen dan ook zoo ligt mogelijk wierden uitgerust. De weg naar de hoofdplaats werd gekozenlangs het terreinwaar de verkenning op den IB11™ Febr. had plaats gehad. Wel was het doortrekken van de maïsvelden zeer be zwarend, vooral voor dekavallerie cn artillerie, doch onoverkomelijk waren die bezwaren niet, terwijl de hoogte der struiken niet verhinderde dat de kommandant het gezigt op de daarin opgestelde troepen behield. Deze om trekking van den vijand gelukte volkomen. Wel ontmoette men een hevi ger. tegenstand van achter opgeworpene traversen en in hoornen verborgene vijanden en toegesnelde ruiterscharen, doch de elders opgestelde hoofdmagt der Bonieren was door onze beweging zoodanig verrastdat zij niet bij magte was om op het juiste oogenblik in haar geheel aan den strijd deel te nemen. De krachtige houding onzer troepen cn ook het vuur onzer artilleriewaarvan zoowel de kartets- als kogelschoten voortreffelijk werk ten, deden den vijand wankelen en weldra op alle punten op de vlugt slaan in de rigting van de hoofdstad, liet was toen ongeveer 11 en een half uur en, daar de vlakte van vijanden gezuiverd was, werd onverwijld tot den aanval op de hoofdplaats overgegaan. In de veronderstelling, dat deze goed versterkt was en door een beduidend aantal troepen zoude verdedigd wor den werden verkenning en aanval daarnaar geregeld. Echter bleek het al ras, dat de schrik de bevolking had doen vlugten, zoodal de hoofdplaats bij de nadering onzer troepen niet verder verdedigd werdterwijl ook de koningin met de rijksgrooten die plaats reeds verlaten had. Alsnu werden hoofdplaats en aangrenzende kampongs verbrand. In den namiddag werd digt onder Boni hel bivouac betrokken, ten einde den vijand de gelegenheid te geven tot onderhandelen, maar tevens om zelfs den schijn te vermijden, dat de onzen hem in den nacht in het open veld zouden duchten. Er heeft evenwel noch toenadering noch aanval van zijne zijde plaatsgehad; en daar de wijzewaarop de troepen voor dezen logt uitgerust warengeene lange afwezigheid van het hoofdkwartier wenschelijk maakteen ook geen nut werd gezien in het behoud van de stelling, bij het vernietigde Boni, werd de lerugmarsch naar Badjoa aangenomenna alvorens nog eene ver kenning door de geheele omstreek en in de vlakte gedaan te hebben, zon der iets meer van den vijand te hebben gezien. Op den terugmarsch wer den de kampongs tusschcn Boni en Badjoa, uit welke onze troepen vroeger waren bestookt, in de ascli gelegd, zoodat Boni met regt kan gezegd worden eene gevoelige tuchtiging te hebben ondergaan. De Bonieren hebben in de onderscheidene gevechten hoogst aanzienlijke verliezen geleden en verscheidene hunner opperhoofden zijn gesneuveld. De uitwerking van het geschut moet vreeselijk onder hen zijn geweest. De ko ningin en haar rijksraad hebben de wijk naar het gebergte genomen. Naar Palembang is eenige versterking gezonden, zoodat men verwacht dat de staat van zaken ook aldaar eene gunstige wending zal nemen. De heer de Perez, vice-president der Indische regering en commissaris voor de zaken van Boni, is op den 14de" Maart overleden. In het Sinlagsche (wester-afdeeling van Borneo) heeft eene kolonne, sterk 4 officieren en 150 maneen logt ondernomen tegen eenige kwaad willigen, die zich aan een aantal moorden hadden schuldig gemaakt. De versterkte woningen des vijands werden ingenomen, maar het was niet raadzaambij gebrek aan goede gidsenhem in de wildernissen werwaarts hij de wijk had genomen te vervolgen. Van onze militairen sneuvelde een inlandsch fuselier en werden 13 gewond. De lsle luitenant Fricke bezweek ten gevolge van vermoeijenis. STAMS- St KKKiTKN. VERGADERING van den Gemeenteraad van Leyden, Donderdag den 19tol Mei 1859's namiddags ten 2 ure. Onderwerpen: 1®. Benoeming van 2 leden voor de commissie bij dc loting van de schutterij. 2°. Eadem van 2 leden en 2 plaatsvervangers voor de commissie van onder zoek voor de schutterij. 3°. Missive van Curatoren van het Stedelijk Gymnasium, betreffende dr. J. de Vlaam. 4*. Adres van B. van Kleef en A. Kellner, houdende klagt over het uit kloppen van kleeden. SCHUTTERIJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen te weten, dat, ter voldoening aan de Wet van den 11 April 1827 StaatsklN°. 17), weder een aan vang zal worden gemaakt met de inschrijving voor de Schutterlijke dienst van de genen, welke daartoe dit jaar in de verpligting vallen. Dat deze inschrijving zal moeten geschieden in tien afzonderlijke registers, met dien verstande, dat de personen, geboren in 1825 tot 1833 ingesloten, welke zich hier ter Stede, sedert de vorige inschrijving, uit andere plaatsen met er woon hebben nedergezet, waaronder ook zijn begrepen de militairen, die sedert de laatste inschrij ving hnn paspoort verkregen en zich alhier hebben gevestigd, alsmede de zich in dit Rijk en binnen deze Gemeente sints de laatste inschrijving gevestigd hebbende vreem delingen (waardoor verstaan worden zij, die hun voornemen, om zich in dit Rijk neder te zetten, hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verkla ring, hetzij door werkelijk den zetel van hun bestaan herwaarts, over te bren gen, zonder dat de tijdelijke uitoefening van een bedrijf of handwerk, in eenige ondergeschikte betrekking, als zoodanig voornemen wordt aangemerkt) zul len worden ingeschreven achter de registers, waartoe zij volgens hunnen ouderdom behoorenterwijl de geborenen in het jaar 1834 zullen worden geplaatst in een nieuw register, te weten: het eerste van den jare 1859 en het tiende of dat der geborenen in 1824 van het vorige jaar zal komen te vervallen. Dat van de inschrijving niemand der bovengenoemde personen is uitgezonderd, al vermeende hij tot de vrijgestelden of uitgeslotenen te behooren, en dus ook niet die personen, welke reeds hun ontslag uit de Schutterlijke dienst hebben bekomen. Dat de registers van inschrijving zullen worden geopend op Maandag den 16 Mei aanstaande, en op den 1 Junij daaraanvolgende finaal zullen worden gesloten. Dat derhalve de personen, welke zich vóór gemelde sluiting op den 1 Junij, niet hebben doen inschrijven, (en dus ook ieder persoon van elders zijnde komen wonen, of de in dit jaar zich alhier gevestigd hebbende vreemdelingen, alsmede de Militai ren, welke hun finaal ontslag hebben bekomen, en niet weder zijn in dienst getre den) bij ontdekking, alsnog achter de teekening, lot sluiting, door het hoofd van de Regering aan het einde van het register te plaatsen, zullen worden ingeschreven, met de bijvoeging van het woord: ambtshalvecn volgens art. 9, door den Schut tersraad zullen worden verwezen tot eene geldboete, en daarenboven dadelijk, zon der lotingbij de Schutterij ingelijfd, indien het zal blijken dat er, tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot vrijstelling of uitsluiting ten hunnen aan zien bestonden; terwijl in zoodanig geval liet huwelijk hun ook geene aanspraak geeft om in de tweede klasse gehragt te worden; alles onverminderd zoodanige straf bepalingen alsuit krachte der Wet van den 31 December 1832op hen rnogten kunnen worden toegepast. Dat een ieder wordt vermaand, om voor zoo veel hij van geen bewijs van zijne geboorte voorzien is, voor die, welke alhier geboren zijn, dat bewijs tc komen af halen ter Secretarie dezer Gemeente, van heden af aan, van des voormiddags 10 tot 's namiddags 1 uur; terwijl diegenen, welke elders geboren zijn, zich dat bewijs onverwijld vóór de inschrijving zullen moeten aanschaffen; zullende een ieder ver antwoordelijk zijn voor de gevolgen, wanneer hij, bij gemis zijner geboorlc-actc, door eene verkeerde opgave van bet geboorte jaar, nbusivelijk wierd ingeschreven. Dat den belanghebbenden bij deze nog wordt herinnerd, dat zij bij de inschrij ving tevens zullen moeten opgeven hunne woonplaatsbenevens het Wijle en Num mer der huizen, hun beroep en dat hunner Ouders, zoo die nog in leven zijn, alsmede den tijd van inwoning alhier, en eindelijk of zij ingeschrevenen gehuwd of ongehuwd zijn, en in het eerste geval of zij kinderen hebben, zoo ja, hoe veel van elk geslacht; wordende de gehuwden aangemaand, om zich van een extract uit het huwelijks-register te voorzien, om daarop door den lieer der Gebuurte, waarin zij wonen, hel getal hunner kinderen te doen certificeren, ten einde daarvan bij de inschrijving te doen blijken, zullende almede tot de afgifte dier huwelijks extracten van heden af worden gevaceerd ter Secretarie dezer Gemeente, van des voormiddags 10 tot 's namiddags ten 1 ure. Dat ten einde deze inschrijving geregeld afloopc, een iegelijk, in die lertnen vallende, bij deze wordt opgeroepen, om zich te vervoegen in een der vertrekken van het Raadhuisen wel Op Maandag den 23 Mei 1859, 's voormiddags van 10 tot 1 uur: de bewoners van Wijk I, II en III, benevens de bewoners van de Buitenwijk. Op Dingsdag den 24 Mei 1859, 's voormiddags van 10 tot 1 uur: de bewoners van Wijk IV, V cn VI. Op Woensdag den 25 Mei 1859, 's voormiddags van 10 lot 1 uur: de bewoners van Wijk VII en VIII: met uitnoodigingom op den bepaalden dag zich sliptelijk ter aangeduidcr plaatse aan te melden, ten einde men zich niet te wijten hebbe de gevolgen, welke uit het achterblijven zouden ontstaan; zullende wijders het tijdstip, dat de registers ter bezigtiging zullen liggen, en de dagen der loting, welke volgens de Wet, vóór den 1 Julij aanstaande geheel zal moeten zijn afgeloopen, nader worden bekend gemaakt. En verder gelet hebbende op art. 7 van Zr. Ms. besluit, van den 7 September 1828, (iStaatsbl. N°. 55) roepen bij deze op alle personen, welke als gehuwd of als Weduwenaars met kind of kinderen, in het afgeloopen jaar, in de termeu zijn geweest, om uit dien hoofde in de tweede klasse van de algemeene rol der Schntlerij te worden gebragt, doch sedert dien tijd door het overlijden van hunne vrouwen of kinderen, de bevoegdheid hebben verloren, om in die klasse te verblijven, en dus als nu in de eerste klasse der voor dit jaar daar te stellen algemeene Schutters- rol geplaatst moeten worden, om van dusdanige verandering van omstandigheden schriftelijk kennis te geven, of zich daartoe ter Secretarie aan te melden, des voor middags tnsschen 10 en 1 ure, vóór de aan te vangen inschrijving, en dus uiterlijk tot den 21 Mei aanstaande; zullende, wanneer deze Kennisgeving door den belang hebbende mogt zijn verzuimd, en hij dus dien ten gevolge niet bij de Schutterij zou zijn ingelijfd, door Burgemeester en Wethouders proces-verbaal tegen hem moe ten worden opgemaakt en aan de Regtbank toegezondenten einde op de nalatigcu toe tc passen de strafbepaling van art. 1 der Wet, van den 6 Maart 1818 (Staatsbl. N°. 12), houdende eene geldboete van ten hoogste ƒ50, en eene gevangenis uiter lijk van drie dagen, hetzij afzonderlijk, of wel beide de straffen te zamen genomen. En zal deze door aanplakking en door plaatsing in de Leydsclie Courant worden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, D. TIEBOF.L SIEGENBEEKBurgemeester. Letden14 Mei 1859. v. PUTTKAMMER, Secretaris. AK A DEMI K-A' 1K UW 84 PROMOTIE AAN DE LEYDSCHE IIOOGESCIIOOL. Den 16den Mei de heer C. Visser, van Java, in de reglen, met Theses. Als predikant in het Huis van Militaire detentie, acht ik mij verpligl, hulde te doen aan de nagedachtenis van den heer A. A. Messers, welke na 34 jaren getrouwe diensten in gemeld geslicht, dezer dagen voor de kracht eener kortstondige ziekte is bezweken. Gelijk de overledene betreurd wordt door de gevangenen, op welke hij gedurende al die jaren door verslandi- gen en minzamen omgang eenen gunstigen invloed uitoefende, zoo heeft ook de ondergeteekende, tot zijn leedwezen, in hem eenen belangrijken steun en raadsman in de pastorale behandeling dier ongeltikkigen verloren; doch wat nog het treurigste van dit sterfgeval is, bestaat hierin: dat eene brave, zorgvolle maar ziekelijke weduwe met 3 nog jonge kinderen, door het over lijden van hunnen werkzamen man en vader, in hulpbehoevenden staat zijn achtergeblevendaar helaas aan de betrekking des overledenen geen weduw- pensioen is verbonden. Er is dus dadelijke hulp noodig, dewijl door de reeds plaats gehad hebbende vervulling der betrekking van wijlen den heer Messers de weduwe verpligt zal zijn, om spoedig hare woning in het ge sticht te verlaten, en elders een verblijf te zoeken, en dat zonder eenig middel van bestaanDe pogingenom haar op eene eenigzins afdoende wijze te helpen, worden steeds voortgezet; doch dit haat niet voor het oogenblik, en het is daarom dat ik het waag, langs dezen weg, een beroep tc doen op de publieke weldadigheid. Van de giften, welke ik mogt ont vangen zal niet dan op uitdrukkelijk verlangen in dc Courant worden melding gemaakt, doch ik hoop dezelve, in overleg met den heer C. C. van der Hoek alhier, welke zich tot dit liefdewerk bereid heeft verklaard, zoo doelmatig mogelijk in het belang van het huisgezin te besteden. Leiden, 16 Mei 1859. A. RUTGERS van der LOEFF. 238slc Staats-LiOtcrij. Trekking der Vijfde Klasse. 9d® Trekking. N°. 15291 een prijs van ƒ2,000. Nos. 6768, 7765, 10068 cn 17680 ieder een prijs van 1,000.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 3