AMSTERDAM, 11 Mei. Maandag 11. hield de taal- en letterkundige afdeeling van de kon. akademie van wetenschappen eene gewone vergadering. Tegenwoordig waren de hh. de Wal, Koenen, Scholten, Ackersdyck, van Lennep, Bake, Bakhuizen van den Brink, KarstenDirks, Boot, Hulleman, Nyhoff, Brill, Hoffmann van Heusde, Fruin, Koenen, Holwerda, van Gilse, Mees Az. en Holtius. De secretaris deelde mede dat Z. M. de koning bekrachtigd had de be noeming van de hh. dr. N. Beetsdr. R. J. Fruinjhr. dr. B. J. Lintelo do Geer, dr. J. van Gilse, dr. J. H. Holwerda, dr. A. Kuenen, mr. G. MeesAz, dr. Rovers, tot gewone leden, en van baron K. J. von Bunsente Bonn, C. Lassente BonnTh. Mommsente Leipzigkolonel II. C. Rawlinsonte Londen, A. Theiner, te Rome. tot buitenlandsche correspondenten, alsmede van den heer mr. J. de Wal tot voorzitter en dr. W. Moll lot onder-voorzitter. De heer Bake droeg daarop het voorzitterschap over aan den heer de Wal die deze betrekking aanvaardde met eene toespraak, waarbij hij hulde bragt aan wijlen zijn voorganger. De nieuw benoemde leden, door den secretaris binnengeleid, werden door den voorzitter verwelkomd. Daarna heeft de heer Nyhoff het verslag uitgebragt over de plaatsnamen in de provincie Gelderlandde heer Dirks over die in Frieslandde heer Bakhuizen van den Brink over die in de provincie Utrecht; de secretaris las daarna het door den heer Jonckbloet ingezonden verslag over de plaats namen in de provincie Groningen. Over die verslagen zalingevolge een vroeger besluit, eerst beraadslaagd worden, wanneer die over alle provinciën zullen zijn uitgebragt. Daarna heeft de heer van Heusde eene wetenschappelijke bijdrage gele verd over Xanthippe in hare betrekking tot Socrates. Volgens hem was inderdaad het karakter van Xanthippe, zoo als het algemeen wordt aange nomen, namelijk driftig, oploopend en kijfachtig, maar was zij tevens eene zorgvuldige huismoeder, die bijzondere gehechtheid voor hare kinderen koes terde, voor wier belangen zij ijverig waakte. Hij schreef de reden van haar gedrag jegens Socrates grootendeels toe aan hare ijverzucht, ten deele ook aan hare zucht naar pronk en vermaken, welke bij de eenvoudige leefwijze van Socrates niet bevredigd kon worden. Na eene gedachtenwisseling tusschen de hh. Karsten en van Heusde werd de vergadering gesloten. BUITENLANDSCHE BER1GTEN. ËNGDLAiD. LONDEN, 10 Mei. Den 24»,cn dezer, den verjaardag der koningin, zal er te Spilhead eene groole wapenschouwing over het Britsche eskader gehouden worden. De Morn. Her. deelt een brief mede uit Indië: waarin gemeld wordt dat vele districten op nieuw door de opstandelingen bedreigd worden, die zich naar Nepaul teruggetrokken hebben, van waar zij gedurende het heete jaargetijde de Engelschcn zeer zullen verontrusten. Zij beginnen voor het overige groote verwoestingen aan te rigten. De Sikhs bewerendat zij binnen weinige jaren hunne onafhankelijkheid zullen hebben herwonnen. In Ilyde-Park is eene volksvergadering gehouden, die ten doel had om te stemmen over een dank-adres aan keizer Napoleon, voor de wijze waarop hij ten opzigte van het Italiaansche vraagstuk tot hiertoe heeft ge handeld. De voorzitter, dr. Webb, las een onlwerp-adres voor, waarin ook den keizer geluk werd gewenscht met zijne pogingen, thans ten gunste der Italianen ondernomen. Door een der aanwezigen, den heer Mantle, werd daarop voorgesteld om dit adres af te keuren, daar, hoewel Italië vrijge maakt moest wordenkeizer Napoleon daartoe de man niet was. Hij liet zich nog verder zeer ongunstig over den keizer uit. Dit voorstel is door de vergadering aangenomenzoodat er van eene stemming over het adres niets is gekomen. De hoogeschool en de stad Cambridge hebben besloten een schullers- corps op te rigtenhetwelk zich in den wapenhandel zal oefenen om des noods het land tegen eenen aanval van buitenlandsche vijanden te helpen verdedigen. FRANKRIJK. PARIJS 11 Mei. De keizer en prins Napoleon zijn gisteren avond ten 6 ure naar het tooneel des oorlogs vertrokken. Langs den geheelen weg dien zij gingen was er eene groole menigte op de beendie blijken gaf van groote geestdrift. De keizerin heeft haar gemaal tot aan Montereau vergezeld. Aldaar had een diner plaats van 40 couverts, na afloop waarvan de keizerin afscheid van den keizer heeft genomen en de laatste regtstreeks naar Marseille is De eerste kamer heeft gisteren het wets-ontwerp betrekkelijk de her ziening der wet op de successie en den overgang met algemeene stemmen aangenomen. Daarna werden de beraadslagingen voortgezet over het tarief op den in-, uit- en doorvoer. In de zitting van heden heeft de kamer het wets-ontwerp betreffende de herziening van bovengenoemd tarief met 19 tegen 16 stemmen verworpen en de wets-ontwerpen omtrent de tarieven van het slagtvee en wijziging van sommige accijnsen aangenomen. Ticeede Kamer der Staten-Generaal. Zitting van Woensdag 11 Mei. Aan de orde was de beraadslaging over het wets-ontwerp betrekkelijk het verbod van den uit- en doorvoer van paarden. Onderscheidene sprekers voerden over de voorstellen in het algemeen hel woord. De heer Storm achtte de voorslellen niet aannemelijk, omdat zij niet nood zakelijk zijn en gevaarlijk voor onze neutraliteit. De heer Idserda is van meening dat de maatregel nopens de paarden zoowel voor het oogenblik als voor de toekomst niet noodzakelijk is, en schadelijk voor de paardenfokkerij. Beide sprekers werden door den minisler van buitenl. zaken beantwoord ter wegneming hunner bezwaren. De minister is van gevoelen dat juist onze onzijdigheid gevaar zou loopenindien wij geene maatregelen namen om die ie doen eerbiedigen. De heer van Eek ziet het verband niet in tusschen den oorlog en de tegenwoordige ontwerpen. Ilij geloofde dat het geld nut tiger besteed kon worden. De vaderlandsliefde eischt de verdediging tegen den buitenlandschen vijand, maar waar die vrees niet bestaat, daar is het pligt te zorgen voor de ontwikkeling van het Nederlandsche volk op mate rieel gebied. En dat ook op dal gebied in veel te voorzien is, behoefde hij niet uiteen te zetten. De minisler beantwoordde ook dezen spreker. Nadat art. 2 volgendcrwijze was gewijzigd: «Deze wel verbindt met den dag ba rer afkondiging; zij is slechts van kracht tot 1 Mei 1860," werd de voor- dragt aangenomen met 56 tegen 5 stemmen. Tegen hebben gestemd de heeren van Eek, BegramIdzerda, Kingma en Storm. Daarna werden de beraadslagingen geopend over de buitengewone credieten voor marine en oorlogen wel het eerst over de verhooging van hoofd stuk VIII {Marine). De heer Gevers Deynoot verklaarde dat hij voor de ontwerpen stemmen zoude omdat hij ze als credielwetlen beschouwt, in hel vertrouwen dat de regering daarvan niet dan met spaarzaamheid zal gebruik maken. Hij gelooft niet dat er dringend gevaar is. Ook de heer van Akerlaken liet zich in dien geest uit. De heer van Hoëvell wilde gaarne voor hel ontwerp stemmen, indien men daaruit de twee ton ligtte voor het dok te Willemsoord bestemd; met die zaak was er zooveel haast niet. De heer van Lynden vreesde dat de oorlog ernstige gevolgen hebben kon en wcnschte eenige geruststellende ver klaringen te ontvangen van de regering nopens de verdediging van onze koloniën. De minister van marine heeft vervolgens verklaard dat ook hij het ontwerp als eene credietwet beschouwde, zoodat er niets zal worden uitgegeven dan hetgeen nuttig en noodzakelijk is. Voorts trad z. exc. in eene breedvoerige verdediging van den post voor het dok te Willemsoord voorgedragen. Nopens de verdediging onzer koloniën had hij aan zijnen ambtgenoot voor koloniën opgaven gevraagddie hij nog niet had bekomen. Na de sluiting der beraadslagingen werden de verschillende artikelen en onderdeelen aangenomen. Er is alleen gestemd over art. 20 (de uitgave van ƒ200,000 voor het dok te Willemsoord). Die post is aangenomen met 48 tegen 14 stemmen. Het gehecle wets-ontwerp voor de marine is toen met 57 legen 5 stemmen aangenomen. Tegen de heerenWeslerhoff, L. D. Storm, van Eek, Idzerda en Kingma. Over de verhooging van hoofdst. X Oorlogder begrooting van 1859 werden uitvoerige beraadslagingen gehouden. De heer Storm van 's Grave- sande sprak over de onvoldoende inrigting der schutterijvooral ten platte lande. Hij erkende gaarne dat de schutterij beter ingerigt is dan in 1830, maar als zij mobiel zou worden verklaarddan zou men zien dat men met vele moeijelijkheden te worstelen zou hebben. Vervolgens ontstond er eene discussie tusschen den heer Storm van 's Gravesande van den minister van oorlog over hel voorzien der geweren met trekkers. De eerstgenoemde keurde dit zeer doelmatig; de minisler was van een tegenovergesteld gevoelen. Bij die gelegenheid deelde de minisler mede dat er onder de 200,000 geweren, slechts 48,000 nieuwe warende overigen waren afkomstig van 1822—30 en dus niet meer geschikt om van trekkers voorzien te worden. De minister zou echter den aanmaak van juistheidswapen, ook voor de schutterij, ver der in overweging nemen, en zoo noodig een nieuw ontwerp indienen. De onderscheidene artikelen van het oniwerp werden vervolgens aangenomen, uitgenomen art. 22, strekkende tot oprigting van kampen. De heer Storm van 's Gravesande, en met hem den heer van Hoëvell, verzochten dit art. thans uit de wet te liglenen daarover later met meer kennis van zaken te raadplegen. De minister drong op behoud van het art. aan, omdat het leger behoefte had om in massa geoefend te worden. Dit artikel werd echter met 42 tegen 21 stemmen verworpen. Daarna is het geheele oniwerp aan genomen met 59 tegen 4 stemmen. Tegen de hh. van Eek, Idzerda, Kingma en Storm. Zitting van Donderdag 12 Mei. In deze zitting zijn ingekomen twee wets ontwerpen lot het doen te za- men blijven van de miliciens der ligtingen van 1856 en 1857, en van het Limburgsch contingent van het Duilsche bondsleger. Aan de orde was de beraadslaging over het wets-ontwerp lot verlenging van den diensttijd der miliciens van 1854. De ministers van oorlog en van justitie hebben het ontwerp uitvoerig verdedigd tegen de bezwaren in het eindverslag der commissie van rapporteurs medegedeelddie ontleend waren uit art. 182 en 184 van de grondwet. Nadat verder nog eenige sprekers het woord hadden gevoerd is het ontwerp verworpen met 58 tegen 7 stemmen. vertrokkenalwaar hij heden middag ten 12 tire is aangekomen. Al de schepen in de haven aldaar waren met vlaggen versierd en de geestdrift kende geene grenzen. Ook te Genua wordt aan Z. M. eene luisterrijke ontvangst voorbereid. Voor het vertrek des keizers is er in de kapel van de Tuileriën eene pleg- lige mis gevierdten einde zegen over de Fransche wapenen van den hemel af te smeken. De aartsbisschop van Parijs, omgeven van de aalmoezeniers en kapellanen van het huis des keizersverriglte de dienst. De leden der keizerlijke familie, de ministers en de groolofficieren der kroon waren bjj deze plegtigheid tegenwoordig. Door den Moniteur zijn de bepalingen medegedeeld naar welke het regentschap gedurende 's keizers afwezigheid door de keizerin zal moeten worden uitgeoefend. II. M. zal zich in alle opzigten moeten gedragen naar de door den keizer achtergelaten bevelen. Voorts zal zij ten aanzien van alle besluiten en bepalingen te rade moeten gaan met prins Jeröme. Te Tarbes heeft een vrij zwaar oproer plaats gehadomdat het be stuur een regt wilde heffen op de marktplaatsen. De troependie tot her stelling der rust zijn ontbodenhebben van hunne vuurwapenen gebruik moeten maken. Men telde 9 öooden en een aantal gekwetsten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 2