'sGRAVENnAGE, 30 April. Bij besluit van 23 dezer heeft Z. 31. goedgevonden: den gcneraal-ma- joor bij het leger in Oost-Indië C. P. Schimpf, op het daartoe door hem gedaan verzoekop de meest eervolle wijze ontslag te verleenen als gouver neur der kolonie Suriname, onder dankbetuiging voor de in die betrekking bewezene diensten; en te benoemen tol gouverneur der kolonie Suriname, den heer R. F. van Lansberge, thans gouverneur van Curacao en onderhoo- righedenen tot gouverneur van Curasao en onderhoorigheden den heer D. J. Crol, thans gezaghebber van St. Martin (Nedcrl. gedeelte). Z. M. heeft aan den Oosl-lndischen ambtenaar P. J. Lange, laatste lijk pakhuismeester, boekhouder en scriba bij de factorij van den Nedcrl. handel op Japan, op verzoek, een eervol ontslag verleend uit 's lands dienst, onder toekenning van pensioen. II. K. II. mevrouw de prinses Jlarianne der Nederlanden, door een talrijk gevolg vergezeld, is dezer dagen van Aken te Maastricht aangekomen. Op den 9dcn dezer is alhier overleden de heer mr. J. P. C. Rulofïs oud vice-president van den raad van Ned.-Indië. Naar wij vernemen zal er bij de aanslaande opening van de tweede kamer der statcn-generaal, van regeringswege, eene voordragt worden ge daan tot verhooging van hoofdstuk X [dep. van oorlogder slaatsbegrooting voor 1859. Men verzekert, dat die verhooging lusschen de 2 a 3 millioen zal bedragen, hetgeen berekend wordt voldoende te zijn om gedurende een jaar twee vroegere Iigtiugen in dienst te houden, een voorzorgsmaatregel, ook in 1848 gebezigd. Te gelijkertijd zal er ook eene suppleloire begrooting voor het depart, van marine voor den jare 1859 worden aangeboden. In de zitting van de eerste kamer van gisteren is het wets-ontwerp betrekkelijk den inkoop en de amortisatie van 10 millioen renlegevendc nationale schuld, zonder beraadslaging, met algemeene stemmen aangenomen. BUITENLANIDSGHE BKKIGTKN. ENGELAND. LONDEN, 28 April. Zeer uiiecnloopcnd zijn de geruchten omtrent een of- en defensief ver bond dat lusschen Frankrijk en Rusland zou zijn gesloten. Door de Fransche bladen wordt ten stelligste verzekerd dat het berigt daarvan, door Duitsche bladen verspreidonwaar is. De Times slaat er echter geloof aan en zegt dat er tusschen de beide rijken twee verdragen zijn gesloten; bij het eerste zou Rusland zich hebben verbonden om, in het geval van eene vredebreuk tusschen Frankrijk en Oostenrijk, de eerstgenoemde mogendheid bij te slaan met de vloten die het in de Jliddellandsche en in de Oostzee heeft, en om een legercorps van 50,000 man nabij de grenzen van Oosten rijk te plaatsen. Bij het tweede zou Rusland zich verbonden hebben om, indien Oostenrijk het Sardinische grondgebied mogt schenden, binnen 14 dagen aan die mogendheid den oorlog te verklaren. Genoemd blad zegt dat daardoor het voorstel van een congres, waardoor lord Cowley's bemiddeling werd afgebrokenbegrijpelijk wordt. Bij slot van rekening had Oostenrijk dan toch ecnige reden voor zijne handelwijze, welke anders eene onverklaarbare overijling scheen. Het is maar al te dui delijk, dat belangen die meer invloed hebben dan hartstogt de geheime drijfveren waren, welkeOostenrjjk noopten om zijnen dreigenden eisch aan Piemont te rigten, en dat de gevolgen van den op handen zijndeu oorlog niet alleen voor Italië, maar ook voor het Oosten en den Rijn dreigend zijn. Wat er ook van dit verbond moge zijndit is zeker dat men in Rusland de verdrijving van Oostenrijk uit Italië met welgevallen zon zien. Volgens de Mom. Her. heeft de Russische gezant aan onze regering de verzekering gegevendat er lusschen Frankrijk en Rusland geenerlci af spraak of schikking is gemaaktwaardoor Engelands belangen zouden kun nen worden gemoeid. FRANKRIJK. PARIJS 29 April. De gebeurtenissen in Italië volgen elkander met eencn onruslbarendcn spoed op. Eene volksbeweging, in Toskane ontstaan, schijnt zich over ge heel middcn-Italië te zullen verspreiden en dit zou wel eenige verande ring kunnen brengen in de plannen van Oostenrijk, omtrent den veldtogt. Immers, tot nog toe heeft men de zekerheid niet dat de Oostenrijksche troe pen over den Tcssino zijn getrokken. Slen wil dat uitstel ook toeschrijven aan de gezindheid onzer regering om het laatste bemiddelingsvoorstel van Engeland aan te nemen. Blaar indien die aanneming, zoo als men verze kert, waar is, dan kan men die alleen beschouwen als een blijk dat Frank rijk aan Europa wil geven, dat het de laatste pogingen tot behoud van den vrede aangewend niet onnadenkend heeft verworpen. De voorwaarden aan die aanneming verbonden zijn te zwaar, om er goede gevolgen van te ver wachten. Die voorwaarden moeten de volgende zijn: Engeland moet Frank rijk waarborgen dat Oostenrijk zonder nevenbedoeling de onderhandelingen wil opvatten; het naar Turyn gezonden ultimatum moet door ecnen buiten gewonen afgezant teruggenomen worden en bijaldien de onderhandeling mislukt, moet Engeland zich bij Frankrijk en Italië aansluiten. Wat zal men van die voorwaarden te Londen en te Wecnen zeggen? Er is eene raadsvergadering gehouden, onder voorzitting des keizers, welke door de keizerinprins Jeromede ministers en de voorzitters van het wetgevend ligchaamvan den senaat en den staatsraad bijgewoond werd. Zeker is daarin beraadslaagd over de wijze van beheer tijdens de afwezigheid des keizers. De marsch der troepen naar Sardinië wordt met den meest mogelijker, spoed voortgezet. Bij het overtrekken van den berg Cénis ontmoette men eene moeijelijkheidnamelijk de massa sneeuw, die den bergpas bedekt; 4000 arbeiders zijn aan het werk gesteld en hebben dien hinderpaal weggeruimd. Het legercorpsdat onder hel opperbevel van prins Napoleon zal staan wordt te Toulon verecnigd. De keizerlijke garde, die een deel van dit corps uitmaakt, blijft onder het bevel van den generaal Regnault de S'. Jean d'Angely. De geestdrift der troepen is, naar liet uiterlijke te oordcclen, zeer groot. 31 en verhaalt dat eenige conscrits, niet op de hoogte der zaak zijnde, bij hun vertrek riepen: weg met de Russen! Zij meenden nog naar de Krim te moeten. Het regeringsvoorstel om de ligting van 1858 met 40,000 man te ver meerderen is met algemeene stemmen aangenomen. Slechts 5 leden, waar onder de hh. Jules Favre, Emile Ollivier en Darimon hielden zich buiten- stemming. D1'. Larey zal den keizer gedurende den Italiaanschen veldtogt als geneeskundige vergezellen. Hem is de som van 20,000 frs. voor zijne uit rusting toegestaan. Te Lyon worden met spoed op het stadhuis vertrekken in gereedheid gebragt ten behoeve van den keizer. Tc Algiers hebben de inlandsche tirailleurs ernstige wanordelijkheden gepleegd jegens de Israëlitische bevolking. In sommige stralen werden hare huizen als het ware belegerd. De Israëliten trachtten zich te verdedigen door van het terras hunner huizen steenenaardewerk enz. op de aanvallers te werpen. Eenige detachementen der bezetting hebben de orde hersteld. ITALIË. Het antwoord door graaf Cavour op het Oostenrijksch ultimatum gege ven was hoofdzakelijk van den volgenden inhoud. De Oostenrijksche rege ring is niet onkundig dat de onderhandelingen ten gevolge hebben gehad dat er door Engeland een voorstel tot algemeene ontwapening is gedaan dat door Frankrijk, Rusland en Prnissen werd goedgekeurd. Sardinië, door eenen geest van verzoening geleid, heeft dit voorstel mede aangenomen zonder eenig voorbehoud of nevenbedoeling en Oostenrijk kan noch van het voorstel van Engeland, noch van de aanneming van Sardinië onkundig zijn. De Sardinische regering heeft hierbij niets te voegen, om zijne gevoelens te doen kennen omtrent de moerjelijkheden die het bijeenkomen van een con gres hebben verhinderd, liet gedrag van Sardinië in die omstandigheden is door geheel Europa op prijs gesteld. Wat nu ook de gevolgen mogen zijn, de verantwoordelijkheid valt alleen op Oostenrijk, dat zich het eerst heeft gewapenddat het voorsteldoor de overige mogendheden aangenomen heeft verworpen, en vervolgens eene dreigende sommatie tot Sardinië heeft gerigt. De koning van Sardinië heeft eene proclamatie aan het leger gerigt. Hij zegt daarin dat hij den eisch lot ontwapening als eene beleediging voor zich en de natie beschouwt en die eisch dan ook verachtelijk verworpen is geworden. Hij herinnert aan de jammerkreten van Italië en belooft het le ger te zullen aanvoeren. Ik heb, dus spreekt de koning tot zijne soldalen, uwe dapperheid op het slagveld aan de zijde van mijn beroemden vader leeren waardeeren. Ditmaal zult gij tot krijgsbroeders hebben de dappere Fransche soldaten, uwe medestrijders aan de oevers der Tschernaja, welke de keizer zendt om de regtvaardige zaak der beschaving te verdedigen en te ondersteunen. Snellen wij de overwinning te gemoet! Onze vaan geleide ons! Ons doel en onze krijgsleus zij: de onafhankelijkheid van Italië! De koning heeft bij zijn vertrek naar het leger den prins van Carignan lot zijnen algemeenen stedehouder aangesteld, gedurende den tijd dat de oorlog zal duren. De Fransche generaals Canrobert en Niel zijn reeds te Turyn aangekomen. Milaan heeft een zeer somber voorkomen. Naar men zegt heeft gene raal Giulay het bestuur aan den podesta opgedragen met de verklaring, dat hij slechts twee bataillons in de forten achterliet, maar met het bevel, de stad te beschietenzoodra de bevolking de minste beweging maakte. Uit Florence wordt gemeld dat de hoofdofficieren des legers zich naar den groothertog begeven en hem uitgenoodigd hebben om een ver bond met Piemont te sluiten. De driekleurige vlag werd gelijktijdig van de citadel van het Palazzo Vecchio uitgestoken. De groothertog had den raad ingewonnen van prins Corsinien deze had hem voorgehouden dat tot het aangaan van een verbond met Piemont het allernoodzakelijkst was dat hij afstand deed van de regering. De groothertog heeft daarop den staat van zaken aan het corps diplomatique medegedeeld en verklaard dat hij liever verkoos het land te verlaten. Dat vertrek heeft ook plaats gehad en den groothertog werd door eene eerewacht uitgeleide gedaan. Vervolgens is er een voorloopig bestuur gevormd, bestaande uit de hh. Pernuzzi, Sanzoni en Melanchini; ook verwachtte men den generaal IJlloa, die thans aanvoer der is van een der vrijcorpsen in Sardinië. Tusschen de troepen en het volk was er eene verbroedering ontslaan en men hoorde slechts de kreten: Leve Italië! Leve Frankrijk Te Massa zijn al de staatkundige gevangenen in vrijheid gesteld. Te Rome neemL de gisting der gemoederen niet minder toe. Toen de Paus op Paaschdag het volk, alsmede de Romeinschc en Fransche troepen, gezegend had, ging de volksmenigte uiteen onder de kreten: Leve Frankrijk! Leve Italië! Die demonstratie werd den volgenden dag voor de woning van den Franschen gezant herhaald. 31en weet niet wat de Paus in deze omstan digheden zal doen. Naar men wil zou hij geneigd zijn om naar Bologna of naar Gaëta te vertrekken. PRUIS SENT. BERLIJN, 28 April. De minister van builenl. zaken heeft aan de kamer der afgevaardigden medegedeeld dat de geschillen tusschen Oostenrijk en Frankrijk en Sardinië zulk eene hoogte hebben bereikt, dat men elk ooger.blik de tijding van het uitbreken van den oorlog kan verwachten. Engeland heeft in dezen toe stand eene laatste poging gedaan tot het behoud van den vrede. Zij biedt echter weinig hoop aan op een goeden uitslag. De minister kan onmogelijk zeggen wat er in de eerstvolgende dagen zal geschieden. Hij geeft voorts de vergadering kennis van de maatregelenwelke de regering heeft gemeend te moeten nemenin afwachting van den verderen loop der gebeurtenissen. Dien gevolge zullen, in overleg met de bondsvergadering, drie legercorpsen op den voet van oorlog worden gebragt. De regering heeft de bondsverga dering de noodzakelijkheid doen inzien van deze maatregelen in het belang der veiligheid van den bond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 2