LEYDSCHE COURANT. APRIL. Centen afgegeven 1850. De Courant wordt Maandag, Woensdag en Vtijdag uitgegevenDie van Maandag komt uit Zaiurdag Avond. VRIJDAG BINNENLANDSCHE BERIGTEN. LEYDEN21 April. Bij kon. besluit van den 19den dezer is benoemd tot hoogheemraad van Rijnland de heer jhr. mr. D. T. Gevers van Endegeest. Be hh. studenten van de geneeskundige faculteit onzer hoogeschool hebben zich mede tot de tweede kamer der staten-generaal gewend om hunne bezwaren kenbaar te maken legen het door de regering ingediende wets ontwerp, houdende regeling van het geneeskundig bestuur enz. Adres- 8 santen vermeenen dat eenheid van standzooals die door de regering bedoeld wordt, slechts tot nadeel der geneeskundige wetenschap in al haren omvang zal strekken. Ged. staten van Zuidholland hebben, bij besluit van den 12dcn dezer, de arrondissemenls-ijkers der maten en gewiglen, de kamers van koophandel en fabrieken, alsmede de gemeentebesturen in deze provincie, bekend ge maakt met, en hunne aandacht gevestigd op het kon. besluit van den 31slen Maart jl.n°. 52, waarbij vergunning verleend wordt, om den handel in olie, voor hoeveelheden boven de 50 Ned. kannen, bij het gewigt te drijven. De Arnh. C. zegt vernomen te hebben dat bij de hooge regering het plan beslaat om voor de regterlijke ambtenaren een weduwen-fonds op te riglen. Van den catalogus der bibliotheek van den heer van Voorstte Am sterdamis thans het tweede gedeelte, bevattende geschiedenis en oudheid kundeverschenen. Dit gedeelte is 230 bladz. groot. De verkooping zal op 23 Mei cerslk. aanvangen. Onder de gemeente Ridderkerk werd Maandag avond 11. brand onLdekt in een schuurtje, dat tot berging van brandstoffen werd gebezigd, en dat zeer nabij ecnigc arbeiderswoningen was gelegen. Dit en nog ecu belendend schuurtje is afgebrand, maar de woningen zijn door de ijverige pogingen der brandweer behouden. De oorzaak van den brand wordt aan kwaad willigheid toegeschrevenen reeds is de persoon van 11. Noordzijals daarvan verdacht, gevangen genomen. Ten gevolge van den jongsten storm slaat tusschen HcusdenAltena en de Langstraat het lage land onder water. Voor hel hooiland schaadt dit niet, maar de op vele dier akkers welig staande veldvruchten hebben veel geleden. In de Kilpolders zijn verscheidene stukken rundvee verdronken. (Jok uit Friesland verneemt men verschillende zeerampen. Nabij Wicrum moet een brik, met 12 man, geheel zijn verongelukt, en de assistent-sluis wachter bij de Dokkumer NieuwezijlenJ. F. Zijlstra, die zich met nog ccnige personen op Vrijdag jl. in een vaartuig naar zee had begeven heeft bij de stranding van dat vaartuig het leven verloren. Hij laat ecne weduwe en 6 kinderen na. Tc Groningen heeft zich bij den burgerlijken stand de opmerkelijke bijzonderheid voorgedaan, dat een doofstomme, weduwnaar van cene doof stomme, voor eenige dagen is hertrouwd met eene doofstomme vrouw. Door het prov. geregtshof van Noordbrabant is dezer dagen de zaak behandeld van Adrianus Vermaal, beschuldigd van zeven diefstallen van koebeesten, llij werd schuldig verklaard en lot 10 jaren tuchthuisstraf veroordeeld. In de Staats-C. der Zuid-Afrikaansche republiek werd onlangs met hooge ingenomenheid gesproken over de aankomst van den advocaat B. C. E. Proes uit Holland, als een door en door kundig regtsgeleerde en van wiens ijver men het beste verwacht voor de welvaart, den bloei en de onafhankelijk heid van het land en het volk der republiek. In 1857 naar de Kaap de Goede Hoop vertrokken, is de heer Proes werkzaam geweest ter griffie van bet parlement in de Engelsche Kaapkolonie, terwijl hem thans door het gouvernement der Transvaalsche republiek een der eerste betrekkingen waarover het te beschikken heeft, is opgedragen. Uittreksel uit het regerings-verslag omtrent den staat der hooge- middelbare en lagere scholen over 1857/1858. [Vervolg). Omtrent de hulpmiddelen voor het onderwijs wordtten opzigte van de Leydsche hoogeschool, het volgende gezegd: De bibliotheek heeft zoowel uit de subsidiën en fondsen als door geschenkenvele belangrijke aanwins ten gedaan; de studenten maakten er een ijverig gebruik van, en ook voor vele, zoo binnenlandsche als buitenlandsche geleerden, is zij weder van veel nut geweest. Ook van de bibliotheek der Oostersche handschriften kan dit laatste getuigd wordenzulks bleek1°. door de uitgave van de lsle afdee- ling van bet 2dc deel der Analecles sur l'histoire et la littérature des Ara bes de l'Espagne, par Makkaridoor den hoogleeraar Ilozy; 2°. door het voortzetten van den nu bijkans geheel voltooiden catalogus der Hebreeuwsehe handschriften, door dr. M. Steinschneider; 3°. door de Inleiding van het Lexicon geographicumbewerkt door den hoogleeraar Juynboll, welke is N". 48. |M| V v -. -y. De Prijs der Courant is f 12 in het jaar de afzonderlijke Nommers worde?i tegen 10 afgedrukt en weldra zou worden uitgegeven met het lsle stuk der Annotatio op dat werk4°. door het door den heer G. H. Engelmann uitgegeven spe cimen over Al-hadirae Diwanum. Tevens werd door den adjulor interprelis Legati Warneriani de bewerking van den catalogus der Oostersche hand schriften voortgezet. Men hoopte deze verzameling weldra met eene aan zienlijke bijdrage te zien vermeerderen, ten gevolge der nasporingen van dr. J. P. N. Land, die, door de regering in staat is gesteld, om Syrische en andere Oostersche handschriften, in het British museum te Londen berus tende, te bestuderen en daarvan ten behoeve der Leydsche bibliotheek af schriften te vervaardigen. De aanhangige plannen lot uitbreiding van hel nosocomium zijn nog niet tol uitvoering gekomen. In het voorjaar van 1858 waren zij eindelijk zoo ver gevorderddat het gebouw zou worden aanbesteed. De aanneming werd evenwel niet gegund wegens het groote bedrag der uilgaaf. Hoewel de geneeskundige faculteit, nadat dit ter harer kennis gekomen was, zich tot curatoren heeft gewend, die daarop bij het gemeentebestuur hebben aan gedrongen om den gnnsligen afloop der zaak zooveel mogelijk te bespoedi gen was bij het einde van het akademiejaar dienaangaande nog geen nader berigt bij curatoren ingekomen. De verzameling van simplicia cn geneesmiddelen bevindt zich in eenen goeden slaat; die van heelkundige en van verloskundige werktuigen zijn met eenige aangekochte of ten geschenke ontvangen voorwerpen vermeerderd. Van de palhologisch-anatomische verzameling in het ziekenhuis cn de in het anatomisch kabinet voorhanden instrumenten wordt hetzelfde medegedeeld. Voor het natuurkundig' kabinet zijn verschillende nieuwe instrumenten aangekocht, onder andere een volledige toestel van Melloni voor de leer der stralende warmte. liet observatorium is verrijkt met een klein univcrsaal-instrument van Pistor cn Martins. De waarnemingen zijn, zooverre het locaal het toeliet, door den hooglecraar en den observator voortgezet. Het rijksmuseum van natuurlijke historie mogt zich weder iu belangrijke aanwinsten verheugen. Van dp. Bleeker werden twee kisten met repliliëu en visschen uit Java ontvangen; eene verzameling van geologische voorwer pen, door wijlen dr. Vollz te Suriname bijeengebragt, werd voor het mu seum aangekocht. Door de militaire apothekers, die, 11a hunne opleiding te Utrecht genoten cn zich geruimen tijd te Leyden opgehouden te hebben, naar Oost-lndië vertrokken zijn, werden, hoewel men op bijdragen van hunne zijde genteend had te mogen rekenen, gccne toezendingen gedaan. Uil hel kabinet van den Utrechtschen hoogleeraar van Lidlh de Jcude, dat dit jaar gedeeltelijk verkocht is, zijn ten behoeve van het museum ver scheidene belangrijke aankoopen gedaan. De afdeeling der entomologie is door ruiling verrijkt met een aantal zeldzame kevers en dipteradie der conchyliologie met cene collectie fossiele conchyliën uit de omstreken van Parijs, terwijl uit de nalatenschap van den hoogleeraar S. J. Brugmans twee verzamelingen van Zweedsche rotssoorten zijn aangekocht. De werk zaamheden in de verschillende laboratoria zijn geregeld voortgezet; eenige sedert lang noodzakelijke doch tijdens het leven van den heer Temminck uitgestelde verplaatsingen op de gaanderijen zijn na den dood van dezen verrigt, zoodat ook het uiterlijk aanzien van het museum eene in het oog vallende verbetering heeft ondergaan. De kruidtuin te Leyden bevindt zich in eenen goeden staat. Het rijks herbarium is door verschillende geschenken in rijkdom toegenomen. In de eerste plaats verdient daaronder vermeld te worden cene verzameling van planten, meest uit ArabiëPalestina, Kleiu-Azië, Tunis en Algerië af komstig, van het bestuur van het HJuse'e d'histoire naturelle te Parijs ont vangen; voorts verscheidene planten uit het zuiden van Frankrijk, van den hoogleeraar Goudron te Nancy, cn eene verzameling Noorweegsche planten, van den hoogleeraar Blytt, te Christiania, ontvangen. Met de wetenschap pelijke bewerking van onderscheidene plantengroepen is men voortgegaan waardoor de waarde der verzameling weder niet weinig is toegenomen. Behalve door den directeur, geschiedde zulks vooral door den hoogleeraar Miquel, te Amsterdam, alsmede door den conservator dr. van Hall, den heer Vrijdag Zijnen cn eenige anderen. Ook buitenlandsche geleerden heb ben meermalen van het herbarium gebruik gemaakt ten behoeve van weten schappelijke onderzoekingen; onder hen mogen genoemd worden de heeren Guibourt, Reichel, Dalton en Sauvcur. Drie voor liet leger in Oosl-Indië bestemde militaire apothekers hebben gedurende de laatste maanden van het jaar 1857 zich bezig gehouden met aan het herbarium de flora onzer Oost- Indische bezittingen te Ieeren kennen. Omtrent hunne werkzaamheden wordt door den directeur een gunstig verslag gedaanvooral omtrent ée'nen van hendie groote liefde en aanleg voor de studie der kruidkunde aan den dag legde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 1