5juvgcvliihc 5?tanb. BROO!$Z£TTIM. fan den vrede; maar het kan zulks niet doen, wanneer het alleen strekken snoet om aan anderen een door hen gewenscht uitstel van het begin des oorlogs te verschaffen. Als voorloopige voorwaarde van het congres had Oostenrijk de ontwapening van Sardinië gesteld, waarmede Engeland zich had vereenigd; voorts had het als eerste punt van behandeling op het con gres een voorstel tot algemeene ontwapening gedaanen alzoo bij de reeds bekende vier praeliminaire punten een vijfde gevoegd. Daar Frankrijk ech ter meende dat Sardinië niet te bewegen zou wezen om alle'én tot de ont wapening over te gaanheeft Oostenrijk vervolgens voorgesteld om eene algemeene ontwapening aan het congres te doen voorafgaanten einde het zelve eenen waarachtigen waarborg voor het behoud van den vrede zou opleveren. De spoorweg tnssclien deze stad en Triëst is van den 12Jen lot den Ogstcn dezer maand voor het vervoer van koopmansgoederen geslotenten einde uitsluitend voor militaire transporten te kunnen dienen. Volgens een berigt uit Bucharest zou aldaar een helsch werktuig zijn ontdekt, tegen het leven van vorst Couza gerigt. 7 personen waren dien ten gevolge gevangen genomen. OOST-I UI DIE. BATAVIA, 23 Februarij. Door de Jav. Cour. wordt omtrent de expeditie naar Boni het volgende medegedeeld. De gouvernemenls commissaris voor de zaken van Celebes en onderhoorighedenden 12dcn Jan. aan boord van het stoomschip Madura van Batavia vertrokken, was den 18den Januarij te Makasser aangekomen, van waar hij den 24sten te Bonthain arriveerde. Den 7den Feb. was de gc- heele militaire magt te Sindjai en Badjoa bijeen. De zendelingen der rege ring, die den 5dcn Feb. het ultimatum naar Badjoa over zouden brengen, waren afgewezenden volgenden dag derwaarts terug gekeerdwerden zij goed ontvangen en het ultimatum aangenomen. Den 9dcn Feb. verzocht Boni evenwel uitstel om zich aangaande de gestelde voorwaarden te verklaren, ten einde daaromtrent vooraf te raadplegen met de rijken van Soppeng en Wadjo, welk verzoek werd afgewezen, met den eisch tevens dat den 10dcn Feb. een bepaald antwoord zou worden gegeven. Ook die dag ging voorbij zonder dat aan den eisch werd voldaan, waarna de zendelingen den lldcn Feb. de oorlogsverklaring overbragten. Hoewel daartoe eerst toegelaten, werden zij op het naderen van verkenningsloepen afgewezen. Den 12dc" Feb. is een gedeelte der expeditie ontscheept, dat met weinig verlies Badjoa heeft ingenomen. De Java-Bode deelt het volgende berigt uit Palembang mede: Onze troepen zijn midden op den dag in de gracht van de sterkte Djatti afge daald, en hebben er, zonder door de belegerden verontrust te worden, eene mijn aangelegd, die door het springen eene bres van 1* Ned. el breedte heeft doen ontstaan. Niettegenstaande deze bres, moet de daarop gevolgde bestorming mislukt zijn. Bij het aanvallen dier sterkte vielen er van de onzen 2 dooden en 46 gekwetsten. Onder deze laalsten de majoor van den Bergh, de kapitein Rorman en de luitenants Gey van Pittius en de Grijs. Op 5 Febr.des namiddags, is de bliksem geslagen in de voorbram steng van het te Bangil ter recde liggende Ned. schip Eva Johanna, ge zagvoerder S. van Bochove, heeft die geheel verbrijzeld en zich langs den ankerketting door de kluis in zee uitgedoofdzonder andere schade aan te rigten. Een matroos, die zich op 2 voet afstand van daar bevond, is be wusteloos neêr gevallen. Toen hij twee uren daarna weder bij kwamwas hij zijne spraak kwijt en heeft die eerst later terug gekregen. In verschillende oorden hebben overstroomingen veel schade aan de suikerrietvelden toegchragt en onderscheidene bruggen vernield. gaan, dit is zeker dat de cijfers het minimum uitmaken van het getal pon den brood dat uit een mud graan verkregen wordt. De meerdere droogte van het meel en de kortere of langere tijd, die het meel in voorraad ligt vóór het tot bakken wordt gebezigd, hebben er wel invloed op, maar op de aangenomen cijfers kan deze niet merkbaar zijn. Het gebruik van meel uit binnen- of buitenlandsehe meelfabrieken zal evenmin eenige voor den bakker ongunstige verandering daarin te weeg brengen. In eene welinge- rigte broodbakkerij verkreeg men van een mud tarwe 74j pond meel en dit gebuild zijnde gaf 55 pond tarwebloem en 3j pond achtermee!waarvan vervaardigd werden 75 pond best tarwebrood en 5 pond kropbrood. Bijaldien nu te dien aanzien nog eenige twijfel overbleef, zal deze geheel worden weg genomen, wanneer men acht geeft op de verhouding tusschen het meel en gebak, die tot maatstaf is aangenomen bij de peiling en het onderzoek, waaraan de bakkers met betrekking tot de plaatselijke belasting op het ge maal onderworpen zijn. Bij art. 7 der verordening van December 1855 is aangenomendat 100 pond meel van belast graan gelijk slaat met 137 pond ongebuild of 109 pond gebuild tarwebrood, of 144 pond roggebrood. De bakkers hebben zich tegen die bepaling niet verzet en bij vergelijking met den grondslag der broodzetting verkrijgt men op elk mud graan 8 pond ge build tarwebrood en 3j pond roggebrood meerin het voordeel der bakkers. Zóó komt men geleidelijk tot de narekening. M. PROGRAMMA Certaminis Literarii a Reolore et Senatu Academiae Groninganae die XV mensis Aprilis anni MDCCCLIX indicti. Ex Regis Augustissimi Guilielmi III liberalilate et munificentia, Rector et Senatus Academiae Groninganae omnes Academiarum huius Regni cives et Alhenaeorum alumnos in proximum annum ad cerlamen Literarium invi- tant, et quaestiones, a singulis Ordinibus Academicis positas, promulgant hasce Ah ordine philosophiae theoreticae et literarum humaniorum. I. Exponantur praecipuae malerialismi et spiritualismi de hominis nalura senlenliae, turn etiam pro ulrisque allala argumenta diiudicentursunirno- que cognoscendi criterio subiicianlur. (In responsis ad hanc quaestionem patrio sermone uti licebit.) II. Ex veris orationum funebrium Atticarum reiiquiis, ficlis earundem in Thucydidis libro secundo et Platonis Menexeno exemplis, reliquis vcterum lestimoniis forma et species eloquentiae funebris Atticae, qualis usque ad Ilyperidem floruit, adumbreiur; sirnul exponalurquid de imraipioti Lysiae et Demostheni adscriptis existimaudum videatur. Ah ordine iurisconsultorum. Exponatur iuris criminalis locus de mutanda et cmendanda accusatione. Ita autem explicetur, ut, investigatis principiis quibus nititur, disquiratur de praeceptis quibus regitur, et de finibus quibus coercetur facultas aecusa- toris, iis quae in iudicitim deduxit aliquid vel addendi, vel detrahendi, vel ipsum adco accusationis caput mutandi. Principia illaregulae et fines ex iis repetantur quae oblinuerunt, et eliamnunc tisum habent in iudiciis priva- tis. Differentia quoque huius instituti forensis in utroque iudiciorum genere animadvertatur et explicetur. Ah ordine medicorum. I. Quanam rationecum in sanatione vulnerum sive per primam sive per sccundam intenlioncm, turn in exsudaiis aliis ex inflammatione orlis, fit formatio vasorum novorumel quomodo in utroque casu vasa recens for- mata cum iis, quae dudum adfueruntconiunguntur? II. Quid innotuit de functione hepatis et eius effectu in oeconomiam organismi Facultas in responsis ad has quaestiones requirit non solum, ut quae de istis rebus scripta sint colligantur, componantur, diiudicentur, sed etiam ut propriis invesligationibus responsorum futuri auctores sentenliam suam muniant. (Etiam sermone patrio ad has quaestiones responsa conscribere licebit.) Ab ordine disciplinarum mathematicarum et physicarum. I. Conscribalur brevis conspectus sed plenus de iis, quae nostro tempore innotuerunt circa parthenogenesin inseclorum, ita ut addantur auctoris ipsius observationes et investigaliones. llluslrentur autem liaec omnia praeparatis commentationi addendisvel minimum iconibus observata accurate referentibus. II. Disquisitio analytica de insignibus quibusdam curvis sphaericis a geo- metris adliuc non satis aut plene aut accurate indagatis, vel plane negleelis. Praemittalur curvarum sphaericarum theoria generalis. (Ad utramque quaestionem etiam patrio sermone respondere licebit.) Ah ordine theologorum. Inter se conferantur Joannis Calvini el Joannis a Lasco senlenliae de Ecclesia. Exponatur, quomodo ex utriusque rcformatoris historia et ingenio sint ortae et cum reliqua utriusque doctrina cohaereant. Ad Euangelii normam diiudicentur. Commentatior.es, Lalina oralione conscribendae, nisi diserle patrii sermo- nis usus concessus est, et aliena manu describendae, ante diem XV m. Aprilis a. MDCCCLX millunlor ad Viruni Clarissimumqui Senatus Acade mici acta curabit. Singulae lemmate inscribuntor adiunguntorque scedulae obsignatae, scriptorum nomina el praenomiua integra coniincntes eodemque lemmate extrinsecus distinclae. Ordinum de Commentalionibus indicia pronunliabonlur, oplimarumque Commenlationmn scriploribus, disquisitione ante instituta, praemia tribuen- tur ipso die Academiae natali a. MCCCLX. STA0S- BEÏStïOTEftl. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen te weten, dat, wegens den invallenden Feestdag, de Beestenmarktin plaats van op Vrijdag den 22stcn April aanstaande, zal worden gehouden op Woensdag den 20stca bevorens. Burgemeester en Wethouders voornoemd D. T1EB0EL SIEGENBEEK Burgemeester. Lf.yden, 7 April 1859. v. PUTTKAMMER, Secretaris. Van «len tot en met den 13 April 1859. BEVALLEN E. Karrcmangeb. DingjanD. M. W. Straathof, geb. Vclt- huyzenZ. A. Gerard D. J. Verhoeven geb. van der NatZ. M. ,T. van der Staat, geb. van Leeuwen. Z. J. Voorhuyzen geb. Langezaal, D.. levenl.— C. W. E. Spöhlergeb. Giethoorn Z. Q. Lagerbcrggeb. van der MeelD. E. M. van der Heyden geb. de Ridder, Z. E. van der Velden geb. van Kope renZ. J. C. Sasburggeb. SchreuderZ. M. Marksgeb. SchoutenD. INGEZONDEN. IV. Op grond van gedane proefnemingen is aangenomendat elk mud tarwe wegende 75 pondoplevert 74 pond gebuild tarwebrood78 pond fransch- brood, 86 pond huisbakkenbrood, en 108 pond krop uit de zak, alsmede dat elk mud rogge, wegende 72 pond, oplevert 100 pond zuiver roggebrood. In hoever die uilkomsten juist zijn, kan beoordeeld worden door eene ver gelijking met de proefnemingen, die in andere gemeenten hebben plaats gehad. Voor Leyderdorp, Soeterwoude en Oegstgeest verkreeg men de cijfers aldus: 77 pond gebuild tarwebrood, 106 pond krop uit de zak en 100 pond roggebrood. Voor 's Gravenhage waren de uitkomsten: 74 pond gebuild tarwebrood95 pond ongebuild tarwebrood en van 70 pond rogge 100 pond roggebrood. Inlnsschen moet worden opgemerkt, dat het huisbakkenbrood eene verbe tering heeft ondergaan, die op den prijs natuurlijk niet zonder invloed kon blijven, 't Is eene nieuwe broodsoort gewordendie door de bakkers is in gevoerd en met den naam van bruinbrood bestempeld. Die soort is grooten- deel in de plaats van het witte- of gebuilde brood getreden en kan onder de grove witbroodsoorien worden gesteld, ofschoon wel te onderscheiden van het zoogenaamde gebraakte tarwebrood. Uit die opmerking vloeit voort, dat het onjuist zou zijn bij de toepassing der grondslagen van de broodzet ting uit het oog te verliezen, dat er eene nieuwe broodsoort bestaat, waar omtrent die toepassing niet geldt. Bij de wederinvoering der broodzetting zou het onvermijdelijk zijn ook vooral te dien aanzien eene nieuwe proef neming te doengelijk die in zoodanig geval zich tot de overige broodsoor ten, die in de zetting worden opgenomen, zou moeten uitstrekken. Hoe dit ook zijmen kan veilig aannemen dat die grondslaghet getal ponden brood uit ée'n mud graan gebakken wordende, bij de broodbakkers- nering geen bezwaar zal vinden als naar dien maatstaf de broodzetting ge regeld wordt. Hoe aanmerkelijk ook de veranderingen zijn mogen die de toestand der bakkerijen en de smaak der broodverbruikers hebben onder

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 3