GROOT VOCAAL EN INSTRUMENTAAL COXCERT BELASTING OP DE HONDEN. IaETBSÖIE SCIOÜWBÜHG. VOOR HEEREN Door de Vcrceniging van MUSICI uit liet Leidsch Orkest. 18dcn dezer naar Pamanoekan ingescheept drie compagniën infanterie, onder bevel van den luitenant-kolonel Happéonder wiens bevel tevens alle bezet tingen in het Cheribonsche gesteld zijn. Later zijn omtrent deze zaak ge ruststellende beriglen ingekomen. De eerste tijdingen waren niet vrij van overdrijving. Omtrent den staat van zaken in Djambi kan het volgende worden medegedeeld: ïn de eerste helft van October werd de hoofdkampong Djambi verontrust door eene bende vagebonden, groolendeels bestaande uit vreem delingen diê op roof en moord uilgingen. In weerwil van waarschuwin gen, dat elke aanranding op het leven der Nederl. troepen met de grootste gestrengheid zoude worden gestraft, bleef men daarmede voortgaan, tot dat e'e'n der bende, gevat door eene militaire patrouille en na ter dood te zijn veroordeeldtol voorbeeld voor anderen de straf des doods had onder gaan. De veroordeelde was vroeger zeeroover van beroep, en had deel ge nomen aan het wreedaardig en verraderlijk vermoorden van twee militairen en het doodelijk verwonden van een persoon uit het gevolg van den Nederl. commissaris. Na deze strafoefening had men geen overlast meer van die vagebondenwaarvan een groot gedeelte vroeger in dienst was van de zoo genaamde radja's. Op 28 Oct. ontving de Nederl. commissaris een bezoek van den Pangeran Ratoe, de Panumbahan en andere rijksgrooten. De Pangeran Ratoe (kroon prins), aanvankelijk bestemd om tot sultan van Djambi te worden verhe ven, gaf schriftelijk te kennen dat hij daartoe niet in aanmerking wenschte te komen, terwijl hij tevens in overweging gaf om den Panumbahan Pra- boe, oom van den ex-sultan, voor den troon te bestemmen. Nadat op deze wijze de troonopvolger van zijn regt vrijwillig afstand had gedaan, werden onderhandelingen aangeknoopt met den Panumbahanmet het ge volg dat hij den 2dc" Nov.na teekening en beëediging van een nieuw ver drag, plegtig in het hijzijn van eene groote menigte volks onder den naam van Ratoe Achmad Nazar Oedin als Sultan werd geïnstalleerd. De ex- sultan gedraagt zich bij voortduring stil en rustig. Daar hem overigens ten eenen male de middelen ontbreken om zich van het verloren gezag we der meester te maken, is het zeer onwaarschijnlijk, dal hij eer.ige pogin gen daartoe zal aanwenden. In den kraton op de hoofdplaats, welke in verdedigbaren staat is ge- bragt, is eene bezetting gelaten onder bevel van den kapitein der infanterie Backerns. Te Palembang werd op 8 Oct. de lijding ontvangen dat de doessons Djatti en Slawé, beide in de Goemay-oeloe en niet ver van Lahat gelegen, waren overrompeld en bezet door 500 kwaadwilligen uit de Goemay-marga's, gewapend met ongeveer 200 geweren. Den 17den rukte eene kolonne, sterk 225 man, onder bevel van den luitenant-kolonel W. Lammere'e, van Lahat langs drie verschillende wegen naar de doesson Djatti op. Ten 8 ure in den morgen van dienzelfden dag had de aanval op dien doesson plaats. De vijand verdedigde zich hardnekkig en sloeg herhaalde stormen af, met het gevolg, dat onze troepen, na een verlies van 4 dooden en 23 gekwetsten te hébben geledenvan den verderen aanslag moesten afzien. Op den 23st™nadat men nog eenig aangevraagd geschut had ontvangen, werd de aanval hervat, en op nieuw storm geloopen, maar de verdediging was zoo hardnekkig, dal men weder met verlies van 1 doode en 11 gekwet sten moest terugtrekken. Het binnenste gedeelte van den doesson was ech ter door het werpen van lichtkogels in vlam gezet en grootendeels vernield. Uit Samarang wordt gemeld dat op 4 Nov. in de kampong Pcdjagalan een zware brand heeft gewoed, waardoor in korten tijd 240 inlandsche woningen werden vernield. Bij dit onheil zijn 2 mcnschen omgekomen, een inlandsch meisje van 10 en een inlander van 70 jaren. De schade be groot men op ƒ20,000. Op 9 en 10 Nov. hebben zich op Amboina bij herhaling schokken van aardbeving doen gevoelen. Eenige gebouwen werden beschadigd. liet Huis ter Lucht. In de Donkersteeg te Leyden bevindt zich een gebouw, waarvan thans eigenaar is de heer Manger Muntz, en dat reeds vóór 1581 den naam droeg van het huis Ter Lucht. Ik weet niethoe het aan dien naam gekomenen nog minder of het oorspronkelijk een kasteel geweest is. Het is echter thans uitgemaakt dat het huis Ter Lucht een leen was van de heeren van Wassenaar, als burg graven van Leyden, en dat de lee»®erAe^«^en sedert den jare 1581 volkomen bekend zijn. Het huis Ter Lucht moet vroeger grooter d) geweest zijn dan thans, omdat de toenmalige eigenaar, Hendrik van der Eemdaarvan vóór 1595 een gedeelte verkocht aan zijne nevenburen (thans de heeren Timmer mans en Taverne) en voor welken afstand aan den huize van Wassenaar vergeheertcaard werd een' havik of 10 schellingen. Uit het Straat- en Grachtenboek der stad Leydenin den jare 1582 te zamen gesteld, kan men den plattengrond der huizen in de Donkersteeg leeren kennen. Daaruit blijkt dat het huis Ter Lucht eene breedte van 4 Rijnl. roeden (aan de Marezijde) en eene lengte van 2 roeden2 voet en 6 duim had; rekent men den tegenwoordigen gang daarbij, dan had het eene lengte van 6 roeden. Eene geteekende kaart der stad Leyden, (naar eene copij van den jare 1579), hangende in de Arrondissements-Regtkamer alhier, vertoont in op stand de gelegenheid van het huis Ter Lucht in gemeld jaarmen ziet daarop dat langs het huis van den heer Timmermans een' weg of plaats ge loopen heeft, rondom het huis Ter Luchttot aan de Marebrug. Waar schijnlijk heeft op den hoek van de Donkersteeg een poortje gestaan, dat toegang gaf tot gemelden weg langs het huis van den heer Timmermans. J) Het had in 1806 5 schoorsteenenwaarvoor f 7.50 betaald werd. De grondlasten bedroegen ƒ13.50. Het aantal schoorsteenen te Leyden bedroeg in dat jaar 12858, op brengende eene som van ƒ18,151. R, E. Sterfte te Leyden In 1604. Het is uit de geschiedenis bekenddat het jaar 1604 zich in ons vader land door eene buitengewone sterfte van menschen gekenmerkt heeft. Leyden heeft toen niet minder in dien ramp gedeeld, want uit het dood register van dien tijd blijkt, dat in de Pielers-, de Hooglandsche- en de Vrouwekerk, van 1 Januarij 1604 tot 1 Januarij 1605, begraven zijn 3311 menschen. Het volgende jaar 1605, toen de ziekte aan het afnemen was, zijn in die kerken begraven 1018 menschen. De koster, die dat doodregister schreef, voegde er in 1605 dikwijls de woorden bij «God lof, heden niemand begraven." Onder de personen, die toen te Leyden eenen hoogen ouderdom bereikten, behoorde zekere Steven Bugont, wonende op de Breedestraat, die den 6dcn Mei 1608 in de SC Pieterskerk begraven werd, oud zijnde 107 jaren en 4 maanden. In hel doodregister is zulks als eene bijzonderheid vermeld. R. E. STA IS - RERKSVE V. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN. Gezien art. 1 der Verordening van den 9dc" Maart 1857 Gemeenteblad n°. 19), regelende de invordering eener plaatselijke belasting op de honden te Leyden; Doen te weten, dat iedere eigenaar of bezitter van een of meer honden, die in de termen der belasting vallenverpligt is daarvan jaarlijks vóór den 31sten Januarij aangifte te doen, waartoe het vereischte billet kosteloos ten Kantore van den Gemeente-Ontvanger verkrijgbaar is. Burgemeester en Wethouders voornoemd D. TIEBOEL SIEGENBEEK, Burgemeester. Leyden, 8 Januarij 1859. v. PUTTKAMMER, Secretaris. 23ïsle gtaats-Foterij. Trekking der Vijfde Klasse. 8ste Trekking. N°. 2532 een prijs van 100,000. N°. 566 een prijs van ƒ50,000. N°. 9051 een prijs van ƒ5,000. N°. 8222 een prijs van ƒ1,500. N°s. 979, 3298, 7350, 14858 en 17145 ieder een prijs van ƒ1,000. ADVEKTENTIEN. Heden overleed na eene kortstondige, doch hevige ziekte, mijn dierbare Behuwdzoon de Wei-Edele Geleerde Heer B. H. J. KOETS, in leven Jled. Doctorte Groningen. Leyden, 10 Januarij 1859. H. J. van WENSEN. VERIFICATIE. De eerste bijeenkomst der Schuldcischers in het Faillissement van JACOBUS JOHANNES GROEN, Goud- en Zilverkasthouderte Leyden, is bepaald op Woensdag den 2Gst™ Januarij 1859, des middags ten twaalf ure, in de Vergaderkamer der Arrondissemeiils-Reglbankop het Raadhuis alhier. De Curator, Leyden 15 Januarij 1859, M. van den IIEUVELL. KONINKLIJKE IIOLLANDSCIIE TOONEELISTENonder Directie van BREEÏBÉ VALODi. MAANDAG, 17 Januarij 1859. N°. 7 van 't Abonnement. Fanfan, de Tulpgroot drama in 6 Tafereelennaar het Franseh van Paul Medrice door B. L. De Mise en-Scène geregeld naar die van het Thédlre de l'Am- bigu-Comique te Parijs, door den Heer Victob Driessens. Muziek van Alexander Aries. Nooit alhier vertoond. lc Tafereel Fanfan en zijn paard Mimi; 2e laf. de Rozenkrans; 3e taf. Onschuld en Bedrog; 4naf. de Zelfop offering; 5C laf. de Valstrik; 6C taf. Fanfan's zegepraal. In het zesde tafereel Pas Grotesque a double figure, door den Heer en Madame Zixck. Om de uitgebreidheid van dit Drama geen Nastuk. De groote Pauze na het 4e tafereel. Aanvang ten half zeven ure. Te geven op Woensdag den 2G Januarij 19 J O E® ®i ©m®@aiAi\L $Jr<xgra:mmiï. Eerste Afdceling. N». 1. Ouverture Ruy Bias, Mendelssohn Bartholdy. 2. Concert voor Viool, van Mendelssohn Bartholdy, voor te dragen door den Heer A. J. Wetrens. 3. Tenor aria uit de Opera Pietro d'Abano, L. Spohr. 4. Fantaisie uit de Opera Othello, voor Viool, van II. W. Ernst, voor te dragen door den Heer A. J. Wetrens. Tweede Afdeeling. 5. Simfonie in B. dur, Niels W. Gade. 6. Cavatine uit het Oratorium PaulusMendelssohn Bartholdy. 7. Krooningsmarsch uit de Opera le Prophéte, Meyerbeer. Aanvang des avonds ten 7 ure. Toegangkaartjes zijn te bekomen a ƒ0.99 bij de HU. SCHREUDER en van BAAK en JOH. STRAATMAN, Boek- en Muziekhandelaren alhier.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 3