KERKWIEVW§. ROTTERDAM, 29 Dec. Wegens het bedanken van dr. E. Laurillard, pred. te Leydenheeft de kerkcraad der Ned. herv. gemeente op nieuw het volgende 12-tal predikanten gevormd: Bcrlage, th. doet., te Zalt-Bommel; van Griethuyzen, te Harlingen; van Eyk, th. doet., te Deventer; Rauwen- hoff, th. doet., te Dordrecht; Schuuring, le Hoorn; Vorstman, te Breda; Scheuer, te LeeuwardenStemberg, le Hoorn Decleman, le BrielleAbresch, te Middelburg; Koch, te Doesborghen Rogge, le Oudkerk en Roodkerk, de twee laatsten bij overstemming tegen ds. Adriani, te Utrecht. INGEZONDEN. [Ofschoon de geachte inzender ons dit stuk een weinig te laat deed gewordenhebben wij toch de opneming niet willen weigeren. De daarin vervatte beschouwingen kunnen welligt later hier of elders nog van nut zijn.] Wanneer scholen inrigtingen zijn voor opvoeding en onderwijs der jeugd, en door beide beoogd wordt de vorming van het opkomend geslacht voor zijne toekomstige, zoowel algemeen-menschelijke als maatschappelijke, be stemming, en wanneer de maatschappij er het grootste belang bij heeft, dat hare aankomende leden eenmaal dit doel bereiken, omdat daarvan de gees telijke en stoffelijke welvaart, d. i. het geluk der maatschappij afhangt, wanneer dit waar is, dan mag men met grond verwachten, dat niet alleen de staat, maar ook ieder burger in het bijzonder het zich tol een duren pligt rekent, de belangen van het schoolwezen te behartigen en met raad cn daad het zijne bij te dragen tot bevordering van het hooge doel, waar voor de scholen bestemd zijn. Van deze overtuiging doordrongen wenschten wij nu er binnen kort een zoo belangrijk voorstel betreffende het gymna sium alhier in den gemeente-raad zal overwogen worden, eenige gedach ten dien aangaande openlijk uit te sprekenten einde zoo mogelijk het onze bij te dragen ter voorkoming van een besluit, dat o. i. met het welbegrepen belang van ons opkomend geslacht lijnregt in strijd en daarenboven voor onze stad geenszins eervol zijn zou. Het is nu nagenoeg eene eeuw geleden, dat er, voornamelijk in Duitseh- land, die hevige strijd tusschen Philanthropisten en Humanisten, of, het geen nagenoeg hetzelfde is, tusschen de voorstanders der oude latijnsche scholen cn die der scholen voor moderne talen en zoogenoemde realiage streden werden nadat die strijd tusschen Realisme cn Humanisme meer dan eene halve eeuw geduurd hadis hijtoen de gemoederen allengs tot bedaren waren gekomen, daarmede geëindigd, dat zich algemeen de over tuiging vestigde, dat het onderwijs in de levende talen en in de realia in onzen tijd niet mag ontbreken op eene school, die hare leerlingen niet voor de Academie alleen, of, heler gezegd, voor het examen der toelating alleen, maar ook voor het leven en voor het verkeer in de beschaafde wereld vor men wil. Vermits alle geleerde wetenschappen van de Grieken en Romeinen zijn uitgegaan, en eene grondige, historische kennis dier wetenschappenniet mogelijk is zonder de kennis der bronnen, waarin dezelve zijn vervat, en omdat daarenboven het aanleeren der oude talen, met name van het Grieksch en Latijn, meer dan van eenige andere de ontwikkeling der geestvermogens zoowel intensief als extensief bevordert, zoo valt er aan de noodzakelijk heid cener beoefening der oude talen cn der oude letterkunde niet te twij felen; maar aan den anderen kant is het ook even zeker. daL de oude talen thans niet meer alles zijn, niet meer in alle behoeften van onzen tijd voor zien en dat er tot eene beschaafde opvoeding thans niet meer enkel en al leen de kennis der taal en letterkunde van Griekenland en Rome, maar ook die der meest beschaafde hcdendaagsche volkeren behoort, alsmede die der historische, mathematische en natuurkundige wetenschappen. Aan deze thans algemeen gevestigde overtuiging hebben de gymnasiën hunnen oorsprong te danken, terwijl de latijnsche scholen, waar de zoo even genoemde vakken zijn buitengesloten, of, hetgeen niet veel beter is, waar die vakken slechts stiefmoederlijk behandeld worden, zoodat ze meer in naam dan in de daad onder de leervakken mede tellen, algemeen gerekend worden beneden het peil onzer hcdendaagsche beschaving te staan en niet meer te mogen door gaan voor inrigtingen van onderwijs voor jongelieden uit de meest beschaafde standen der maatschappij. Maar ook buitendien, wanneer men ze enkel en alleen als voorbcreidings-scholen voor de Universiteit beschouwd, ook dan nog zijn de latijnsche scholen van den ouden stijl niet meer in slaat aan hunne bestemming te beantwoordenzoolang zij de levende talen buiten sluiten. Want sedert de Latijnsche taal opgehouden heeft de taal der ge leerden te zijn, sedert de Duitsche geleerden Duitsch, de Fransche Fransch en de Engelsche Engelsch schrijven, sedert dien tijd is de kennis dier talen voor ieder studerende even onmisbaar als het Latijn, ja voor eene hooger en uitgebreider studie nog onmisbaarder (men denkc slechts aan het Hoog- duitsch b. v. voor den Medicus en Philosoof) dan al de kennis van het Latijn en Grieksch te zamen genomen. Wie bij gevolg zoodanig eene zuiver latijnsche school bezoekt en zich verbeeldt eenmaal als student te kunnen volstaan met hetgeen daar onderwezen wordt als met de vereischte hulp middelen tot verdere studie, die zal zich later deerlijk bedrogen vinden. Maar al te spoedig zal hij gewaar worden, hoeveel hij bij diegenen zijner commilitones le kort komt, die van gymnasiën komende de vereischtc be drevenheid in de nieuwere talen medegebragt hebben en hij zal slechts met spijt en wrevel aan eene school terhgdenken, waar hij om zoo te spreken nee scholacnee vitae geleerd heeft l. w. niets voor het levenen te weinig voor zijne tegenwoordige studie. Indien daarom het voorstel, strekkende tot opheffing van het thans bestaande gymnasium alhier en tot wederoprig- ting van de voormalige latijnsche school doorgaat, dan aarzelen wij geen oogenblik, der nieuw op te rigten latijnsche school eene zeer treurige toe komst te voorspellen. Al spoedig zal het blijken, wcrwaarts de geest van onzen tijd meer overhelt, lot de moderne inrigtingen van onderwijs of tot het volbloed-latinisme van olim. Elk die de waarheid van het tot hiertoe gezegde inziet, zal deze latijnsche school stil voorbij gaan en zich lot die inrigtingen wenden, waar de nieuwere talen en de reaalvakken onderwezen worden en voor het overige zijne toevlngt nemen lot het privaat-onderwijs in het Latijn en Grieksch, d. i. in twee vakken, veel liever, dan de La tijnsche school bezoekende, in 6 of 3 vakken privaat-onderwijs le nemen. Dan zal de nieuwe latijnsche school weder eene even zoo treurige exis tentie beleven als weleer, cn de kosten vau deze nieuwe school zullen dan betrekkelijk nog grooler zijn dan die van het tegenwoordige gymnasium. O. i. kan daarom de gemeente-raad niets beters doen, dan het gymna sium te houden in statu quo, tot dat, krachtens de nieuwe wet op het onderwijs, de staat, die het schoolwezen van een hooger standpunt dan het commerciële zal beschouwen, de gemeente-kas van eenen naar het schijnt zoo ondragelijken last ontheft. 23uv0crïtjfee Van <len 23 tot en niet den 29 December 1858. BEVALLEN L. Uogendoorngeb. Pander, D. J. P. tlaaygeb. Basliaans Z. A. J. van Leeuwen, geb. Koelhoff, Z. J. VV. Koster, geb. Schmidt, D. S. J. Hakkaartgeb. Bregaar, D. C. J. PersoonZ. C. Nieuwenburg geb. Colpa, Z. S. van der Linden, geb. Zaalberg, D. S. Momberg,geb. Neuteboom D. C. P. Brouwer, geb. van HorssenD. P. J. A. Ysselsleyn geb. Timmermans, Z. W. Mervel, Z. C. ErkelensD. J. E. Ligtvoet geb. van Vliet, D. S. C. van Zijp, geb. de Wild, D. M. Mulder, geb. de Krijger, Z. G. Bergman, D. VV. de Bruin, geb. Stikkelorum, Z. J. Zwaangeb. van der SpreeZ. D. van den Broekgeb. VeenstraD. J. Ko renhof, geb. Singeling, Z. OVERLEDEN L. Caffyn71 j. M. Questro 95 j. J. KreftD.3 w. J. Chaudron D.14 d. A. Lambinon D.9 m. M. van Veen Z.3 j. en 11 m. A. Klein, geb. van Delft, 22 j. C. W. Klinkhamer D.,lj.en 11 m. N. Starkenburg, 60 j. Neeltje Groen63 j. S. M. SchoutenD. 2 j. en 10 m. W. F. ChaudronZ.19 d. M. HeymansD.lj. A. van BorselenZ.7 d. A. J. Verhoeven D.1 j. en 9 m. M. de Granw, D. 4 ra. Joha Corn3 Walle,68j. W. Bonte, 54j. F. A. Straatsburg, Z., 4 j. en 9 m. Sus3 Joh3 Ant3 Prins71 j. 11. M. P. van der Lof, Z.8 m. 11. van den Berg, 65 j. M. de Moen 18 j. C. van Floreslein21 j. J. Te gelaar, Z. ,9m. Bestuurderen van het Werkhuis berigten onder dankbetuiging dat bij hen is ontvangen: door tusschenkomst van den Heer Krantz ƒ60; door tusschen- komst van den Heer Stoffels 25 en acht hemden. Bestuurderen voornoemd B. F. KRANTZPresident. H. P. C. STOFFELS, Secretaris. A KIERT E XT1E1Ï. Bevallen van een' ZOON C. OLIVIER EDERZEEL. Leyden 28 December 1858. E enige Kennisgeving. Heden overleed onze geliefde Zuster SUSANNA JOHANNA ANTONIA PRINS, in den ouderdom van 71 jaren. Is. PRINS. Leiden, 25 December 1858. J. B. PRINS. Heden overleed, na een langdurig lijden, onze geliefde jongste Zoon MARINUS, in den jeugdigen leeftijd van 18 jaar. J. B. de MOEN. Leiden 27 December 1858. E. de MOEN, Visser. De Ondergeteekendcn betuigen, ook namens hunne verdere Familie, den hartelijksten dank voor de vele blijken van belangstelling, die zij gedurende de ziekte cn het overlijden van hun geliefd Kind mogten ondervinden. G. H. BLANKEN. Leyden, 31 December 1858. L. J. BLANKEN, Paters. Zij die iets te vorderen hebben van of verschuldigd zijn aan den boedel en nalatenschap van JURIAAN van PARIDON, Bouwman, gewoond heb bende te Rijnsburg en aldaar overleden den ö11"1 December 1858, worden verzocht daarvan vóór den 15a™ Januarij 1850 opgave of betaling te doen ten Kantore van den Notaris Mr. C. C. van der SCHALK, le Noord- wijk, of van den Notaris A. E. ROEST van LIMBURG, te Katwijk aan den Rijn. Bij vonnis der Arrondissements-Reglbank te Leyden, dd. 21 December 1858, is MAARTEN van der ZWART, gedomicilieerd le Rijnsburg, doch thans verblijvende te Delft, ter zake van Krankzinnigheid, gesteld onder Curatele. (Kosteloos). M. E. BOOY Procureur. J. II. EICIIMAN vraagt als SiweeUeling een fatsoenlijk Jongeling, wien levens de gelegenheid zal worden gegeven om zich in de Wiskunde en de kennis van vreemde Talen te bekwamen. Het onderstaand Attest kan niet alleen dienen lol een bewijs, dal de Abshaubbin's Watten een algemeencn en ver verspreiden roem be zitten, maar bewijst ook tevens, dal, waar de heillooze plaag Rhumatiek woedt, men geene hulp zonder haar heeft gevonden, doch wat hier zeer opmerkzaam is, is, dal in ons Land nog duizende Lijders zijn, die haar nimmer gebruikt hebbenterwijl men in een ander koningrijk hare waarde kenthoog schat en profiteert. WEL EDELE DEER! Uit liefde voor de waarheid cn in hel bijzonder dat der lijdende mensch- heid in het algemeen, acht ik het een duren pligt voor mij UEd. te mel den, dat ik door het gebruik van de Abshaubbin's Watten door UEd. bereid, en die ik een goeden vriend van mij heb mede laten brengen uit Rotterdam, geheel en al hersteld ben van Rheumalick in de becnen cn len denen, na 3 jaren daar veel aan geleden le hebben en alle Doctoren cn Professors te hebben geraadpleegd en veel aan besleed le hebben. Hartelijk betuig ik UEd. bij deze mijnen opregten dank voor UEd. uit vinding en hopende, dat deze letteren UEd. in staat zullen stellen dezelve te laten zien en liooren daar, waar er nog zijn, die niet gelooven aan de onfeilbaarheid der Abshaubbin's Watten. Bij deze heb ik de eer mij le noemen Brussel(Was Gel.) P. E. SANSBOLAN, 7 Augustus 1858. Gepcnsionncerd Kapitein te Brussel. Verkrijgbaar op Franco aanvrage aai: het lioofd-Dépöt te Delft, bij A. BREETVELT Zn., en verder bij A. van 't Hooft, LeydenMaarsman- sleeg, bij de Vischmarkt. N. J. Sanders Gz.Leyden, Haar lemmerstraat. Iserief Comp.'s Hagc. A. de Vink Sr.Boskoop. II. den Ouden, Zoetermeer. En meer bekende Depóts in andere plaatsen. L. Sakkers, Vianen. W. J. van Gameren, Leerdam. Mej. C. v. d. Meer, Noord wijk. J. J. Vollaerts, Woerden. Gcbr. Kauling, Alphen. A. Bols, Nieuwkoop. E. van Mansum, Uillegom.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1858 | | pagina 3