BUITEiSLAKDSCnS BER1GTEN.
KNCiELAKD.
LONDEN, 22 December.
De hofcourant meldt dat II. M. de koningin voornemens is naar Berlijn
te vertrekkenindien de bevalling van prinses Frederik Wilhelm niet voor
valt tijdens de bijeenkomst van het parlement, welke men in de tweede
week der maand Februarij te gemoet ziet.
Het geruchtdat dezer dagen aan de beurs was verspreidbetreffende
twee nieuwe geldleeningen door de Russische en Ooslenrijksche regeringen
alhier aan te gaanwordt door den Times bevestigd. De Russische leening
zou 8 millioenen bedragen.
De laatste mannelijke erfgenaam van sir Walter Scott is dezer dagen
overleden.
De heer Bright heeft te Glasgow weder zijne denkbeelden omtrent de
hervorming van het kiesstelsel uiteengezet. De vergadering had plaats op
het stadhuis en werd door 2700 personen bijgewoond.
Onlangs is gemeld dat er tusschen de Engelsche en Chinesche com
missarissen oneenigheid was onlstaan over de tariefsherziening. Men ver
neemt nader dat de Engelsche commissaris geeischt heeft: 1°' eene verlaging
van het inkomend regt op de opium, en 2°. de verplaatsing van het entrepot
van de opium van Woo-Sung naar Shanghai. De Chinesche commissarissen
hebben geweigerd daarin toe te stemmenomdat naar hunne meening de
opium niet viel onder de artikelenwaarover de tariefsherziening moest
loopen. Zij hebben nadere instruction van Peking gevraagd. De vertegen
woordigers der andere mogendheden blijven buiten dit geschilmaar kun
nen ter wille der waarheidde Chinezen geen ongelijk geven. De toestand
van den handel wordt inmiddels beier.
FKANHIIIJK.
PARIJS, 21 December.
De grootvorst Constanlijn is bij zijne aankomst alhier aan het Russi
sche gezantschapshötel afgestapt. Hij heeft bij den keizer en bij onderschei
dene leden der keiz. familie bezoeken afgelegd en aan het diner op de Tuile-
riën deelgenomen. Des avonds bezocht de vorst incognito de opera. Heden
gaf de Russische gezantter eere van zijnen hoogen gast, een luisterrijk diner,
waaraan graaf Walewski en meer andere aanzienlijke personen deelnamen.
Ook de keizer heeft aan den grootvorst in het gezantschapshötel een bezoek
gebragt. Z. K. H. zal zijn verblijf alhier met een dag verlengen.
Men wil gaarne in het bezoek van den grootvorst iets meer zien dan eene
gewone beleefdheid. Volgens sommigen zou zijne komst betrekking hebben
op de sluiting van een verbond tusschen Rusland, Sardinië en Frankrijk,
maar op dit oogenblik heerscht tusschen die hoven eene zeer goede verstand
houding, zoodat men een nader verbond overbodig mag rekenen, en het zou
Ruslands belang niet zijn daartoe het initiatief te nemen. Anderen zijn van
gevoelen dat de nrootvorst het bezoek van zijnen broeder, keizer Alexander,
ROiHt Yooruereiaenmaar tot op lieden is de verwezenllijking van dit ge
rucht zeer onwaarschijnlijk.
De zaak van den heer de.Montalembert is voor liet geregtshof alhier
behandeld op dezelfde wijze, als'of er geen besluit des keizers bestond om
hem de door den regter uitgesproken straf kwijt te schelden. Slechts op
één punt is het appèl gegrond verklaard: het hof heeft nameliik aeonrdeeld
mén. Prins en prinses Frederik hebben ook lieden het huis de Paauw ver
laten en hun paleis alhier betrokken.
De minister van binnenl. zaken zal op Zaturdag aanst. en op Zatur-
dag 1 Januarij 1859 geen gehoor verleenen.
Bij de tweede kamer der staten-generaal is ingekomen een ontwerp
van wet, waarbij de termijn, verleend bij art. 3 der wet van den 7del1
Mei 1856, tot het doen van eene wettelijke voordragt omtrent de eindbe
stemming van de baten voor den staat voortspruitende uit de liquidatie der
voormalige wees- en memboirkamersen welke met het einde dezes jaars
verstrijkt, verlengd wordt tot 1°. Jan. 1860, uit hoofde dat het voorberei
dend onderzoek aangaande de voor te dragen eindbestemming nog niet is
afgeloopcn, en dat geen belang door de verlenging van den termijn wordt
benadeeld.
AMSTERDAM22 December.
Gisteren werd bij de arrond.-reglbank alhier eene belangwekkende zaak
behandeld, namelijk die van Samuël Abraham Hirsch, geboren op 1 Maart
1843, en dus nog geen 16 jaren oud, legen wien op 2 Aug. door de regt-
bank regtsingang was verleendter zake dat hij in den voormiddag vari
1 Aug. 1858 in de Schotsche Zendingskerk op den Biunen-Amstel moed
willig zou hebben toegebragt drie wondeneene in de linkerborst en twee
in den linkerarm aan den predikant C. A. F. Schwartz, tijdens deze zich
tot hel houden eener godsdienstoefening op den kansel had begevenmet
het doel om genoemden predikant van het leven te beroovenhebbende hij
den dolk, waarmede dit feit door hem is volbragl, met hetzelfde doel
eenigc dagen te voren gekocht en ook met dat voornemen zich naar ge
noemde kerk begeven om aldaar den predikant op te wachten."
De beschuldigde, een kleine, blceke en tengere knaap, werd bijgestaan
door den advocaat mr. L. II. Kulinterwijl het O. M. waargenomen werd
door den lieer in'. B. R. L. Tcrmaat, siibstitunl-officier van justitie.
Er werden in deze zaak 12 getuigen 5 charge gehoord. Deze geltiigen
gaven de omsiandigheden op, die voor, bij en na het plegen van het feit
hebben plaats gehad. Daaruit bleek dat de jongeling het deurtje van den
predikstoel niet heeft kunnen openen, en toen den predikant, terwijl deze
stond te biddenin het blinde eciiige steken heeft toegebragt. Een der
getuigen die den bekl. vast hield tol hij aan de politie werd overgegeven,
deelde mededat de bekl. toen lot hem zeideIk ben Israëliet" en die
proselietenmaker moet weg." Een andere bezoeker van de kerk zeide,
dat, toen hij den bekl. vroeg: «waarom heb je dat gedaan," deze, vrij
bedaardgeantwoord zou hebbendaarvan heb ik jou geen rekenschap te
geven." De verltooper van het mes was ook een der getuigen. Ilij ver
klaarde, dat de beklaagde, zonder lang te zoeken, het in judicio voor
handen dolkmes, op 29 Julij bij dag voor ƒ1.50, bij hem heeft gekocht.
De laatste getuige was eene vrouw, die als dienstbode bij de moeder van
den beklaagde diende. Deze heeft in de lade van de tafel op Maandag 2
Amr. gevonden, egn.^tnk,Ju.vja'ileri^Q!!lrz9'liTisJJl
huis diende, was de beklaagde nimmer ziek, terwijl hij haar over het alge
meen stil voorkwam.
De geneesheer J. van Lier Ez, die als geneesheer de familie van den be
klaagde kent, was als getuige door den beklaagde ter ontlasting geroepen.
De advocaat van den bekl. vroeg aan dezen getuige of de bekl. niet als
ziekelijk in zijnen zielstoestand moest worden beschouwdzoodat hijhoe
wel vóór en na den aanslag kalm, niet vrij was in zijne daden. Getuige
antwoordde, dat juist die kalmte zeer te mistrouwen is en dat het hem
niet alleen waarschijnlijk, maar bijna zeker voorkomt, dat de beklaagde
niet vrij was toen hij het feit bedreef.
Bij de ondervraging van den beklaagde, die thans volgde, erkende deze
op nieuw het feitvan hetwelk hij de beweegredenhet wegruimen van
de proselietenmakerij, ontvouwde. Hij vatte aanvankelijk het plan op,
vroeg zich zeiven af, of hetgeen hij wilde een Gode welgevallig werk zonde
zijn, kwam tot de overtuiging daarvan en dacht er niet aan iemand te
raadplegen, zelfs niet de naaste leden zijner familie, en voerde zijn voor
nemen uit. Bekl. zeide verder, dat hij sedert dien tijd gevoeld heeft, dat
hij verkeerd gehandeld had. Op de vraag van den president, of hij het
aanwezige hebreeuwsehe stukinhoudende een godsdienstig gebedvoor den
aanslag heeft geschrevenantwoordde de bekl. toestemmend. Wijders
zeide de bekl. nog, dat hij op den ochtend van 1 Aug. het door hem op
gesteld en dikwerf nagezien gebed heeft opgezegddat hij voortdurend
gejaagd en zonder rust was, tot dat het feit was volbragt; dal op den
dag van 1 Aug. bij den aanslag alles zwart voor zijne oogen was en dat
hij zijne hand, door overspanning, den ganschen dag van 1 Aug. niet kon
gebruiken.
De substituut-officier van justitie qualiSceerde het feit als eene poging lot
manslag met voorbedachten rade en met geleider lage gepleegd en requireerde
schuldigverklaring aan genoemd feit en veroordeeling tot eene gevangenis
straf in een verbeterhuis voor den tijd van 10 tot 20 jaren.
De verdediger van den beklaagde mr. L. II. Kuhn concludeerde tot ontslag
van regtsvervolging op grond der zinsverbijstering of wilsverlammingwaar
aan de beklaagde zigtbaar leed en eindigde met subsidiair, zoo de regter die
zinsverbijstering niet mogt aannemen op grond der provocatie, die er om
meer dan ééne rede bestond, te verzoeken, het misdrijf als verschoonbaar
te willen aanmerken.
Na re- en dupliek heeft de regtbankoordeelende dat de beklaagde de
daad met vrijen wil en oordeel des onderscheids heeft gepleegd, hem tot eene
gevangenzetting in een verbeterhuis voor den tijd van 12 jaren veroordeeld.
De voorzitter heeft, na het uitspreken van dit vonnis, eene gevoelvolle toe
spraak tot den beklaagde gerigt, met aanzegging tevens dat deze, zich met
het vonnis bezwaard voelende, daarvan binnen 14 dagen in hooger beroep 1
kan komen.
dat de heer de Monlalembert zich in het aangeklaagde dagblad-artikel niet
heeft schuldig gemaakt aan aanranding van het algemeene stemregt en van
's keizers constitutionele regtenmaar dat hij te regt schuldig verklaard is
aan den toeleg om het gouvernement in haat en minachting te brengen, en
aan aanranding van het aan de wetten verschuldigde ontzag en van de
daardoor erkende regten. Op grond hiervan heeft het hof de hem opgelegde
gevangenisstraf van 6 maanden verminderd tot 3 maanden, en de bepaling
van het eerste vonnis waarbij hem eene geldboete van 3000 fr. opgelegd
was, bekrachtigd.
De Porlugesche gezant alhier keert nog heden op zijnen post terug.
De baron James von Rothschildt heeft, ever, als in vorige jaren,
weder 30,000 brood aan de armen der hoofdstad geschonken.
Men verzekert dat, bij gelegenheid van den nieuwjaarsdag, aan een
groot aantal personen, veroordeeld wegens staalkundige misdrijven, gratie
zal worden verleend, bepaaldelijk aan hen, die naar Algerië getranspor
teerd zijn.
Het hof van assises van het departement Eure et Loire heeft dezer
dagen den notaris Augoulvent, te Baillesu-le-Pin residerende, veroordeeld
tot 15 jaren dwangarbeid, wegens 45 vérvalschingen in openbare stukken
gepleegd.
Te Mirabeau, eene plaats in het dep. der Beneden-Alpen, alwaar het
kasteel van den beroemden redenaar van dien naam staat, is eene aardbe
ving waargenomen.
Voor de oprigting der sterrewacht in Algerië is de som van 20,000 fr.
aangewezen, benevens 2,200 fr. jaarlijks voor het onderhoud en 5,500 fr.
voor het daaraan te verbinden personeel. Er zullen aldaar slerreknndige en
weerkundige waarnemingen worden gedaan, waarvoor men de ligging des
lands bijzonder gunstig acht.
gPAHJS.
MADRID, 20 December.
Bij kon. besluit van 15 Dec. is bepaald dat er eene kolonie zal geves
tigd worden op de aan Spanje toobehoorende eilanden Fernando Po, Anno-
bon en Corisco, in de bogl van Guinea. Er zal een gouverneur met eencn
secretaris en de noodige krïjgsmagt derwaarts worden gezonden en jaarlijks
25,000 piasiers uit de schatkist voor de ontwikkeling der kolonie, alsmede
6000 piasters voor de aldaar te vestigen Jezuiten-zending besteed worden.
Zij, welke zich aldaar willen nederzetten, zullen den noodigen grond om
niet ontvangen.