'sGRA.VENHA.GE, 16 December.
Tot postdirecteuren zijn benoemd: te Geertruidenberg de heer J. A. L.
Gardessen, thans in die betrekking te Willemstad, en te Willemstad, de
heer G. M. Geysen, te Bergen-op-Zoom woonachtig.
Door Z. M. zijn benoemd tot scheepsklerken bij de Nederl. zeemagt:
C. W. J. Wolffensperger, H. K. J. van den Bussche, J. P. Vasseur, C.
A. E. Masman, J. J. van den Berge, J. W. Terlaak en C. J. Lagaay.
Door Z. M. zijn benoemd bij het dep. voor de zaken der herv. eere-
dienst: tot hoofdcommies, de heer A. van Heel, thans commies bij de maat
schappij van weldadigheid; tot commies, de heer M. W. L. van Alphen,
thans adjunct-commies bij gemeld dep.; en tot adjunct-commies, de heer J.
L. H. Jonker, thans eerste klerk.
De kapitein W. von Wrangel, van het lste reg. infanterie, is overge
plaatst bij het reg. grenadiers en jagers.
De minister van koloniën heeft aan den officier van gezondheid 3de kl.,
van het leger in Oosl-Indië, F. W. H. van Hoogstraten, eene zending op
gedragen naar Berlijn en Parijs, ten einde zijne kennis in de geneesknnde
te vermeerderen.
Z. K. II. prins Frederik heeft heden op HD. goederen eene groote
jagtparlij gegevenwaaraan Z. K. 11. de prins van Oranje en vele aanzien
lijken hebben deelgenomen, die vervolgens het diner bij prins Frederik heb
ben bijgewoond.
Heden heeft voor den hoogen raad de heer mr. C. M. van der Kemp
nieuw benoemd raadsheer bij het prov. gereglshof in Zuidhollandden bij
de wet gevorderden ambtseed afgelegd.
Door de eerste kamer zijn gisteren aangenomen de wets-voordragten
betreffende den inkoop van schuld, de regeling van het fonds der domeinen,
de ontruiming van Schoklandtwee nopens de begrooting van 1857en
vijftien nopens naturalisatie. Een voorstel tot wijziging van het reglement
van ordevan de heeren Cost Jordens en de Vos van Steenwijkis naar
de afdeelingen verzonden.
In de zitting van heden zijn aangenomen het wets-onlwerp tot goedkeu
ring der dading over de gronden van het voormalig kanaal van Weizingen
tien wets ontwerpen tot bekrachtiging van prov. belastingen en een wets
ontwerp tot vaststelling der begrooting wegens den arbeid der gevangenen.
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Zitting van Woensdag 15 December.
In deze zitting werden de algemeene beraadslagingen over hoofdst. XI
(Koloniën), in de avondzilting van Dingsdag reeds aangevangen, voortgezet.
Over dit hoofdstuk in het algemeen hebben het woord gevoerd de hh.
Hoffmann, Stolte, Sloel tot Oldhuis, van Eek, Duymaer van Twist, van
Hoëvell, van Hall, Storm van 's Gravesande, van Nispen van Sevenaer,
Thorbecke, Elout van Soeterwoude. De onderwerpen betroffen het belang
der koloniën voor den Nederl. handel en scheepvaart; de kwijning van
scheepsbouw en reederijen; het al of niet wenschelijke der toepassing van
het beginsel van vrijen handel in Nederl. Indië; hel onlangs genomen be
sluit om op Java en op de buitenbezittingen sommige havens, builen de
thans openslaande, voor den grooten handel open te stellen; de herziening
van het tarief van in- en uitgaande regten voor Nederl. Indië, in verband
met de differentiële en beschermende regtende quaeslie der suiker
contracten; de cultures op Javade betrekkingen beslaande tusschen de
Nederl. regering en die van Japande quaestie der levering van koperen
muntplaatjes ten behoeve van Oost-Indië, en de daaruit ontstaan zijnde
moeijelijkhedende verhooging der tractementen van alle officieren bij hel
Indische leger, enz.
Door den heer van F.ck werd o. a. ook gesproken over de zaak van den
heer llalberstadt. De kamer had meermalen verklaard dat de regten van
dien heer waren geschonden. De toenmalige minister had verklaard dat
aan het onregt een einde zou worden gemaakt, en dit heeft niet plaats ge
had. Men heeft hem een eervol ontslag gegeven, om reden dat hij reeds
genoegzaam geboet had. Dat kon geen eervol ontslag genoemd worden.
De minister van koloniën heeft herhaaldelijk op de gehouden redevoerin
gen geantwoordde gevraagde inlichtingen gegevenen zijne gedachten over
onderscheidene onderwerpen medegedeeld. Ten opzigte van den heer Halber-
stadt heeft de minister gezegd dat die heer een eervol ontslag had bekomen
en eene jaarlijksche toelage, die naar hij meent zelfs te boven gaat wat hij
volgens de wet als pensioen had kunnen genieten. Het was moeijelijk voor
een pas opgetreden minister wanneer men in revisie kwam van hetgeen onder
vorige ministers was voorgevallen. De algemeene beschouwingen zijn als-
toen gesloten verklaarden die over de onderscheidene paragraphen van het
voorloopig verslag ingevolge een vroeger aangenomen voorstel van den heer
van Hoëvell geopend.
De eerste paragraaph betrof de vraag: »hoe het met de uitvoering van het
regeringsreglement staat?" Dit punt besprak de heer van Hoëvell in het
breede, waarbij hij trad in een onderzoek der algemeene verordeningen,
welke, volgens dal reglement gevorderd, reeds in het leven geroepen zijn,
en van die artikelen van het reglement welke dienaangaande nog uilvoering
behoeven. De minister van koloniën heeft den spreker beantwoord, waarna
de heer van Hoëvell in eene beschouwing trad over het onderwerp, behan
deld bij de tweede paragraaph, namelijk het cultuurstelsel, wordende daarbij
zoowel door hem als door den heer Duymaer van Twist ontwikkeld hunne
denkbeelden over het stelsel van overgang van gedwongen tot vrijen arbeid
en de toepassing daarvan op de ingevoerde cultures en uitgifte van contrac
ten voornamelijk de suiker-contracten. De minister van koloniën heeft ook
zjjne wijze van zien over deze aangelegenheden ontvouwd.
Zitting van Donderdag 16 December.
Aan de orde was de behandeling van 2. De heer van Hoëvell sprak
daarbij over twee voorname puntenvrijen arbeid en suikerconlraclen.
Daarover voerden ook het woord de hh. Stolte, Duymaer van Twist en
Hoffmann. De minister heeft daarop een onderzoek toegezegd naar de
mogelpheid tot invoering van vrjjcn arbeid in toepassing op de suikercultuur.
De heer van Hoëvell heeft toen gezegd dat hij op veler verlangen en mei
het oog op het vergevorderd tijdstip, over de volgende niet meer zou
spreken, welk voorbeeld door andere leden is gevolgd. Die zijn dus,
schier zonder discussie, afgehandeld.
Hoofdst. XI is aangenomen met 51 stemmen legen 1 (de heer Hoffmann)
en hoofdst. XII (Onvoorziene uitgaven) met 50 tegen 2 stemmen (de hh.
Storm en Ancmaet).
In eene avondzilting zullen, vóór de wet op de middelen, eenige aan de
orde gestelde wets ontwerpen in behandeling worden genomen, zoo als dat
betreffende de verdeeling des rijks in kiesdistricten, dat tot goedkeuring
van artikelen der overeenkomst met België tot wering van den nadruk,
en anderen.
AMSTERDAM15 December.
Maandag II. hield de taal- en letterkundige afdeeling der kon. akademie
van wetenschappen hare gewone vergadering, waarbij tegenwoordig waren
de hh. van Hall, Koenen, Aekersdijk, Bake, M. de Vries, Roorda, van
HcusdeHulleman, Boot, van Assen, Schollen, G. de Vries Azn., Millies,
Knoop, Janssen, van Lennep, Moll, DelpratSloet en Leemans.
Van den minister van binnenl. zaken waren twee brieven ingekomen, ten
geleide van opgaven der plaatsnamen in Zeeland en Friesland, door de
archivarissen dier provinciën opgemaakt. Alleen de opgave van Noord
brabant ontbreekt nog.
Door de hh. L. A. te Winkel en A. de Jager is verzocht eenige stukken
van de werken der akademie le mogen gebruikenten behoeve van den
door hen uil le geven Taalgids. De hh. Koenen en van Lennep zullen in
de volgende vergadering omtrent dit verzoek verslag doen.
Uit Rome is ontvangen een Latijnsch gedicht op de prijsvraag van Hoeufft.
Dit gedicht voert ten titel: de conditione Judae. In de volgende verga
dering zal mede hierover een besluit worden genomen.
De commissie in de zaak der wetenschappelijke zending naar Spanje be
noemd isingevolge haar verzoekdiligent verklaard. Aan de orde was
hel verslag der commissie wegens de schrijfwijze der plaatsnamen. De heer
M. de Vries verzocht de behandeling uit te stellen wegens de afwezigheid
van de hh. Bakhuizen van den Brink en de Wal, die vroeger in die zaak
veel belangstelling hadden betoond. Dienovereenkomstig werd besloten.
De heer Balie leverde het vervolg zijner mededeeling over de Catilinariae
en voerde verdere bewijzen aan tegen de echtheid dier stukken, zoo als
men die thans bezit.
De heer Janssen deed eene mededeeling over de middeneeuwsche muur
schilderijen te Emmen, in Drenthe. Hij vertoonde daarbij eenige afbeel
dingen, hem door den burgemeester Tonckens verstrekt. Hij vermoedde,
dat die schilderijen afkomstig zijn uit de eerste helft der 13de eeuw. Deze
bijdrage zal opgenomen worden in de verslagen en mededeelingen.
Daar men nog tijd beschikbaar had, werd op voorstel van den voorzitter
besloten het verslag der commissie over de plaatsnamen in behandeling
te nemen.
De beer Sloet was van oordeeldat de commissie een voorstel had ge
daan in strijd met een vroeger besluit en met de waardigheid der academie.
Hij somde de bezwaren op, die verbonden zijn aan de spelling der plaats
namen. Hij is tegen het vaststellen der namen alleen op taalkundigen grond.
Hij is van meening, dat de geschiedenis op den voorgrond moet staan; de
taalkunde behoort, volgens hem, in de tweede plaats te komen. De heer
Ackersdyck meende dat men was afgedwaald van het onderwerp. De rege
ring vroeg slechts inlichting omtrent de schrijfwijze, maar niet betreffende
de geschiedenis daarvan. De heer Bake stemde daarmede in en oordeelde
dat de commissie hare laak te zwaar had geacht. De heer Leemans was
van oordeel, dat nu de academie aan de regering een maatstaf heeft doen
toekomen van den arbeid zooals de academie dien begrijptdeze zich aan
de bewerking niet kan onttrekken. De hh. Sloet, Janssen, Millies, Roorda
en de Vries voerden nog hierover het woord. Er werd besloten de beslis
sing in deze zaak tot eene volgende vergadering uit te stellen.
De heer Scholten bood een exemplaar aan van een door hem uitgegeven
werk. Daarna is de vergadering gesloten.
Naar men verneemt zal binnen kort alhier de zaak in behandeling
komen van den jongeling, die op 1 Aug. eer. aanslag heeft beproefd op het
leven van den heer Schwartz.
SS K 5. a» I K.
Te Antwerpen had Maandag avond laatstl. een moord plaats. Ten half
twaalf ure hoorde de soldaat, die aan de poort van de citadel op schild
wacht stond, een zwaar voorwerp in de gracht vallen, en te gelijk om
hulp roepen. De soldaat riep zijne kameraden onder de wapenen en zijn
post verlatende, ging hij met nog twee andere soldaten naar de plaats van
waar het gerucht was gekomen. Toen zij in de nabijheid dier plaats wa
ren, zagen zij een man in de rigting der Bcgijnenpoort vluglen. Twee der
soldaten zetten den vlugteling r.a en slaagden er na veel moeite in hem te
vatten. Ondertusschen gelukte hel den anderen soldaat eene oude armoe
dige vrouw uit het water te halenwelke echter reeds was overleden. Zij
is herkend als zekere weduwe Breton, oud 62 jaren. Haar moordenaar heet
van Dyckbijgenaamd Jan van Peer de Zoteen slagersknecht uit de ge
meente Wilrjck. Hij was op dien avond nog met zijn slagtoffer in eene
der straten gezien.
Nabij het station van den Rolterdamschen spoorweg te Antwerpen is
een beambte, die zich op eenen goederen-trein bevond en daarvan wilde
afstijgen voor dat de trein stil hieldop de rails gevallen en door midden
gesneden.
KXCELASO.
LONDEN, 14 December.
In het personeel onzer gezanten buiten 's lands zullen de volgende
veranderingen plaats grijpen: Lord Napier gaat van Washington naar
's Gravenhage; lord Lyons van Florence naar Washington; de heer Scarlett