LEYDSCHE
COURANT
MAANDAG 13 DECEMBER.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vt ijd.'ig uitgegeven. Die van Maandag komt
uil Zaturdag Avond,
De Prijs der Courant is f\2 in het jaar;
de afzonderlijke Hommers worden tegen 10
Centen afgegeven
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
LEYDEN, 11 December.
Omtrent de jongelingen, die ia Aiiguslns jl. uit deze slad naar de
Kaap-Kolonie zijn verlrokken, kan bet volgende worden medegedeeld.
Jlir. E. YV. A. Beelaerts van Blokland, lid en secretaris der Raapsche
commissie te Botterdamheeft op dei; avond van den 9jc" dezer het ver
blijdend bcrigt ontvangen, dat het schip Henriettakapt. J. BI. van der
Yeen, op 10 Augustus jl. van Ilellevoetsluis uitgezeild, en aan boord heb
bende, behalve vele volwassene, ook nog een aantal van 109 jeugdige emi
granten, en daaronder negen jongelingen uit Leydenop den 19d1,11 October
jl. behouden in de TafelbaaiRaap de Goede IIoopis ten anker gekomen
en dat de emigranten, groot en klein, allen in leven en zeer welvarend
wareneven als de geheele equipage. De brieven van den Ncderl. Consul
en van den kapitein, waarin dit berigt vervat is, zijn van 21 October; zij
melden verder, dat de 60 jeugdige emigranten, die voor de Raapstad en de
Westelijke Afdeeling bestemd waren, den volgenden dag zouden ontscheept
worden en bij verschillende familiën in dienst tredendoch dat om hel spoe
dige vertrek van den maal, op den 21slcn reeds, het nader verslag dienaan
gaande, alsmede de adressen der kinderen eerst per volgende maal zouden
kunnen verzonden worden. Op den 25slcn of 26slcn October zou het schip
naar Port-Elizabeth vertrekken met de 49 overige jeugdige en andere vol
wassen emigranten, die voor Graaf Keineten de Oostelijke Afdeeling der
Kaap-Eolonie bestemd zijn. De commissie zalzoodra een volgende maal
nieuwe en nadere tijding aanbrengt, daarvan aan de belanghebbenden door
middel der nieuwsbladen mededecling doen.
Alhier heeft een persoon, die, onder voorgeven van knecht te zijn
bij een zekeren heer uit Velzende ingezetenen door leugenachtige verhalen
overgehaald, hem goederen af te geven, onder belofte deze terug te zullen
bezorgen. Deze belofte scheen hij echter te vergeten. Hij is te herkennen
aan zijn Amslerdamschen of llaarlemschen tongval.
Aan het volgende bij ons ingezonden berigt vcrleencn wij volgaarne
ccne plaats
Op Dingsdag 14 dezer zal te Utrecht, bij de boekhandelaars Remink en
Zoon, geveild worden de nog in haar geheel aldaar aanwezig en nagenoeg
honderd jaren lang bijeen bewaard zijnde letterkundige briefwisseling van
professor Petrus Wesscling, gcb. 1692, overl. 1764. Zij bestaat uit 600
a 700 brieven, deels Latijnsche, deels Nedcrduitscheover allerlei onder
werpen van geschiedenis, oudheden en letterkunde loopende, en voor de
letterkunde van de jaren 1730—1704 van onschatbare waarde. Het is te
hopen ze bijeen zullen blijven; nog meer dat ze in hel land bewaard mo
gen worden; liefst dat eene letterkundige inrigling, bovenal de hoogeschool,
waarvan de overledene gedurende het derde cencr eeuw eene der schitte
rendste sieraden was, zich dezen schat door koop moge toeeigenen, opdat
ze nog eenmaal moge gebruikt worden voor de oprigling van een letter
kundig gedenkteckengelijk Wesscling sints lang verdiende en dusverre
missen moest.
Het getal der in het Werkhuis alhier opgenouiencn bedroeg gedurende
deze week dagelijks van 111 tol 142 personen.
De rekening van inkomsten en uitgaven over het jaar 1857 van het
fonds ter aanmoediging en ondersleuning van de gewapende dienst in de
Nederlanden sluit met een batig saldo van ƒ3,080.59. liet getal der be
deelde infirmen, hetwelk in 1856 1098 bedroeg, was in 1857 tot 1114 ge
klommen; in het geheel werd in 1857 aan 1849 personen ƒ63,136.18 uit
gekeerd, legen ƒ64,280.87 aan 1878 personen in 1856. In het Invalidenhuis
zijn in 1857 verpleegd 74 verminkte en infirme militairen. Hel aantal
der dcclgeregtigdcn aan het fonds heeftna in 1855 met 48 en in 1856
met 28 te zijn afgenomenin 1857 gelijke vermindering van 23 ondergaan.
Het register van sollicitanten bevat 937 personenwaaronder 21 infirmen
van Waterloo.
De taal-, letter- en geschiedkundige afdeeling van de kon. akademie
-van wetenschappen zal overmorgen te Amsterdam eene gewone vergadering
houden.
Uil Rotterdam wordt gemeld dat de lieer N. Beets, thcol. doet. en
pred. te Utrecht, in de maand-vergadering van hel Nederlandsch zendeling
genootschap benoemd is tot director van hel zendelinghuis te Rotterdam, in
de plaats van den eerw. heer II. iliebinkdie met 1 Julij 1859 als zooda
nig aftreedt.
In het II. en Effbl. leest men: Men verneemt, dat de commissie
hare taak, het onderzoek der koninklijke militaire akademie te Breda,
heeft volbragt. Zijn wij goed ingelicht, dan moet de uitslag van het onder
zoek over het geheel zeer voldoende zijnalleen wenschte de commissie
eenige verandering gebragt te zien in het onderteekenen der krijgsartikelen.
Gelijk bekend is, waren de kadets der twee eerste studiejaren daarvan ver
schoond deze konden derhalve ongeregeldheden bedrijven en zich tot wan
ordelijkheid laten aansporen door die van hoogerc studiejarenzonder dat
de krijgswet op hen toegepast kon worden. De commissie zou het der
halve van het hoogste belang achtendat alle kadets voor de wet gelijkge
steld worden.
Te Arnhem is in den loop dezer weck gevankelijk binnengebragt de
persoon van D. II., arbeidster, wonende onder Ede, beschuldigd van haar
pas geboren kind van het leven te hebben beroofd. Men verneemt, dat het
lijkje, op eene gruwelijke wijze verminkt, ouder de gemeente Ede was ge
vonden dat het hoofd genoegzaam van den romp gescheiden wasenz. De
ongehuwde moeder heeft wel erkend hel kind gedood te hebbendoch niet
op die afgrijselijke wijze.
Yoor hel prov. geregtshof van Overijssel stond dezer dagen te rege
een nachtwaker uit de gemeente Zwartsluis, beschuldigd van op 29 Sept. II.
aldaar diefstal te hebben gepleegd door middel van inklimming. Daar hij de
misdaad bekend had, zoo meende de procureur-generaal hier eene gestrenge
straf te moeten eischen en wel eene gevangenisstraf van 5 jaren.
Wij vernemen, dat bij de regering, naar aanleiding van het verlangen
der Indische regering, het voornemen bestaat, om eene inrigling van mid
delbaar onderwijs te Batavia, of in de onmiddelijkc nabijheid dier stad, tot
stand te brengen. Hierdoor zou aan den wensch en het verlangen van een
groot deel der Europesche bevolkingin de Indische bezittingen verspreid
worden voldaan. (Ilbl.)
's GRAVEN11AGE 11 December.
Hel in den kaatsten tijd zooveel besproken kon. besluit van 9 Octo
ber 1830, houdende maatregelen van toezigt ten aanzien van vreemdelingen
en doorreizende personen, is eindelijk ingetrokken bij kon. besluit van 2
Dec. 11. Dit laatste besluit is gegrond op de volgende overweging: dat
in tijde van rust en orde bepalingen nopens vreemdelingen en doorreizende
personen, als vervat zijn in liet tot nog toe niet ingetrokken kon. besluit
van 9 Oct. 1830, als overbodig en drukkend moeten worden aangemerkt eu
dat, voor zooveel betreft het toezigt op buitenlanders, die zich hier te lande
ophouden of Nederland doorreizen, daarin op voldoende wijze wordt voor
zien door de bestaande wetten en plaatselijke verordeningen."
Heden geeft Z. R. 11. prins Frederik op zijne goederen Groot Ilazc-
broek, gelegen aan den Leydschen straatweg, eene groole jagtpartijwaarop
vele aanzienlijken zijn genoodigd.
Ten gevolge van het overlijden van een zijner naaste bloedverwanten,
zal de baron d'André, Fransch gezant alhier, zich voor eenigeu lijd naar
Frankrijk begeven.
De minister van oorlog heeft het onderscheidingsteeken voor 15 jaren
Ned. dienst als officier toegekend aan den kapt.-kwartierm. C. C. E. d'En-
gelbronner, de lstc luit. jhr. F. F. O. Sickinge, YV*. A. F. G. d'IIartitzsch
G. T. W. Vijgh, 11. J. karon Taets van Arnerongen, A. S. F. Rluppell,
J. II. Wichers, jhr. F. II. Meijer, jhr. B. Alberda van Ekenslcin, C. L.
llermsen, jhr. 11. J. K. ridder van Rappard, R. A. W. Sluiter, 11. A.
Franlzmann, L. E. F. Bolomey, C. W. Musquetier, J. ,1. C. baron Taets
van Arnerongen, J. 11. A. Cromhout, jhr. G. J. G. Rlerck11. l'iccardt,
den luit. C. G. C. F. Ising, henevens den officier van gez. ls,e kl. A. F.
Bauduinde officieren van gez. 2<lc kl. C. H. D. Vissclier, J. D. van Hemerl,
T. G. W. Schoonenberg en den apotheker 2dc kl. W. J. van de Cop.
In de maand September 11.is door den minister van koloniën aan
den thans hier te lande verblijf hondenden kapitein der artillerie van het
Oost-Indisch leger jhr. F. de Charon de St. Germain, de zending opgedra
gen lot het onderzoek in het groot arsenaal te Woolwich van hel maken
en aanwenden van ontstekingsmiddelen in dal arsenaal gebezigd. Genoemde
kapitein is van zijne inspectie teruggekeerd en heeft thans aan den minister
een verslag van zijne bevinding aangeboden.
Dezer dagen heeft de persoon van W. C. P. zich heimelijk uil de
voeten gemaakt. Men verzekert dat hij zich naar Engeland heeft begeven.
Hij moet ccne aanzienlijke schuld achterlaten.
Ttvecde Kaniev der Staten-Gcneraal.
Zitting van Vrijdag 10 December.
Aan de orde was de behandeling van hoofdstuk WH (Nat. schuldder
staalsbegrooting voor 1859. Voor algemeene aanmerkingen vroeg niemand
hel woorden de artikelen 114 werden achtereenvolgens goedgekeurd.
Bij art. 15 gaf de minister van financiën de redenen op die de regering
hadden bewogen daarop eene wijziging voor te stellenten gevolge waarvan
5 millioenen lot amortisatie van schuld zullen worden bestemd. Dit voorstel