LEYDSCHE COURANT. VRIJDAG 22 OCTOBER. N". 127. De Courant ivordl MaandagWoensdag en Vf ij dag uitgegevenDie van Maandag komt uit Zaturdag Avond, De Prijs der Courant is f\ 2 in het jaar de afzonderlijke Nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. LEYDEN21 October. De Staats Courant van gisteren bevat de volgende bekendmaking be treffende de scheepvaart te Keulenvan vvege het kon. commissariaat der spoorwegen. Gelet op de overeenkomst nopens den bouw eener vaste brug j? bij Keulen, tusschen de Rijnoeverslatcn den Z11™ Mei 1853 gesloten, maken wij de eigenaren van Rijnschepen daarop opmerkzaam, dat spoedig na de heropening der scheepvaart in het jaar 1859 de geheele breedte van den Rijn alhier dermate overdekt zijn zal, dat van dien tijd af de plaats waar de brug ligt niet dan met gestreken masten en scboorsteenen gepasseerd zal kunnen worden, liet belang der scheepseigenaren brengt mitsdien mede, dat zij in den loop van den aanstaanden winter hunne schepen dienover eenkomstig laten inrigten. Men verneemt, dat de heeren Suermondt c. s.aanvragers der ver gunning voor de zuiderspoorwegenzich bereid hebben verklaard de ver gunning op de door de regering voorgedragen voorwaarden te aanvaarden doch alleen voor bet gevaldat eenc grootere zekerheid wordt gegeven aan de uitvoering van het gedeelte der lijn tusschen Vlissingen en Rozendaal, dan in die voorwaarden voorkomt. Dij die voorwaarden toch wordt voor de lijn tusschen Vlissingen en Roozendaal de rente-verzekering lot latcren tijd verschoven en afhankelijk gesteld van den toekomstigen toestand van 's rijks schatkist. De bh. C. G. Withuys, S. J. van den Bcrgh en W. J. van Zeggelen hebben zich tol de departementen der maatschappij tot Nut van 't Algemeen gewend, met het verzoek, om hen door geldelijke bijdragen te willen in staal stellen tot liet plaatsen van een kenteeken op het graf van den gelief den volksdichter H. Tollens Cz.»dat den ontslapene en den volke eenig- zins waardig zoude zijn." Rij vonnis van de arrond.-reglbank te Arnhem is de persoon van I!. II. K. D. K.deurwaarder bij de directe belastingen, wonende te El- burg, ter zake van omkooping veroordeeld lot ecne gevangenisstraf voor den tijd van 3 jaren en eene geldboete van ƒ100, met ontzetting der burger- schapsreglcn voor den tijd van 5 jaren. Aan de Groningsche hoogeschool zijn gedurende het academiejaar 1857—1858 47 studenten ingeschreven. Den 18Jcn dezer is te Breda een aanvang gemaakt met het afnemen van examen van onderofficieren der verschillende corpsen van het leger voor den rang van 2<lc,, luitenant. In het laatst der maand November zullen deze examens voor alle corpsen afgeloopen zijn. Omtrent de ongeregeldheden aan de kon. militaire academie te Breda voorgevallen deelt het Ubl. de volgende bijzonderheden mede. Een kadet van het eerste studiejaar of baar (groen) werd door een van bet tweede studiejaar mishandeld. De geslagene wist niet of wendde voor niet te we ten, wie hem mishandeld had. Op aanwijzing van een der onderofficieren, werd daarop een kadet van het tweede studiejaar met provoost-arrest ge straft. De overige kadetien van dat jaar begaven zich hierna bij den kolonel-kommandant der akademie en verzochten het ontslag van den ge strafteonder kennisgeving dat zij wisten, dat de gestrafte onschuldig was, daar zij den dader kenden; de kolonel wilde toen van hen welen wie de schuldige was, doch kreeg daarop ten antwoord, dal zij wel de over tuiging hadden en ook daarvoor instondendat hun gestrafte makker de schuldige niet was, doch dat zij geene verraders waren en dus ook weiger den den schuldigen aan te gevenhet antwoord hierop wasdat de gestrafte dan ook gestraft zou blijven. De kadetten vervoegden zich daarop bij Z. Exc. den gencraal-gouverncurdoch ook daar zonder gunstig gevolg. Zij begaven zich daarop naar de studiezaaldrongen daar de zes kadetten surveillanten van bet vierde studiejaar uit, sloten de deuren en begonnen hun zoogenaamd bullefeest met het uitdoen der lampen, aan stukken slaan der tafels, banken en glasramenenz. enz.eene schade veroorzakende van ongeveer 300. Bij het onderzoek, dat nu sedert eenige dagen voor den raad der academie vervolgd wordt, blijven zij allen volstandig weigeren de belhamels te noe men, zoodat er moet besloten zijn, om indien de ware schuldigen niet kunnen uitgevonden wordenhet geheele tweede jaar voor een zekeren tijd naar de regimenten te zenden, om daarbij voor straf als soldaat dienst te doen. Van een anderen kant verneemt men, dat indien die maatregel wordt genomen, allen het voornemen hebben hun ontslag te nemen. De met verlof naar huis gezonden kadetten zijn niet zijdie hel meest dot de onlusten hebben bijgedragen, maar de 12 oudsten van het tweede studiejaar. Thans zien het licht de voorloopige verslagenopgemaakt door de rap porteurs der verschillende afdeelingcn van de tweede kamer der staten-gene- raal, over eenige der ontwerpen van wet, tot vaststelling der slaalsbegrooting voor 1859. In het verslag over hoofdstuk I zijn eenige algemecnc beschou wingen opgenomen. Naar het oordeel van vele leden was de voorstelling des ministers van financiën van den financiëlen toestand des rijks, in een gewigtig opzigl niet zoo zuiver als men gewcnscht had; hij heeft namelijk hier duidelijk genoeg in het oog doen vallen dal ook deze begrooting blij ken draagt van die gestadige, van jaar tot jaar toenemende uitzetting der staatsuitgavenwaarover men zich in den laatsten tijd telkens heeft be klaagd. Van den anderen kant waren er ook leden die het verkeerd achten de uitbreiding der gewone staatsuitgaven zoo onbepaald te wraken. Alge meen verklaarde men zich voor het beginsel om den aanleg van spoorwegen door rijksonderstand te bevorderen. Er waren echter leden, die de offers daarvoor, volgens het denkbeeld der regering te brengen, te zwaar achtten. Van verschillende zijden werd ook besproken de laatste zinsnede der rede voering van den minister, waarin het belastingstelsel van bet rijk en de ge meenten besproken wordt. Verscheidene leden meenden dat daarin, in stede van ecne bepaalde overtuiging, zekere weifeling doorstraalde, terwijl weder anderen zich met deze beschouwing niet konden vereenigen. Men begreep echter dit gewigtig onderwerp, dat bij de overweging der voorgedragen wijzigingen in het belastingstelsel op nieuw zou worden behandeld, niet bepaaldelijk te moeten bespreken. Alleen stelden velen er prijs op nu reeds van hunne overtuiging te doen blijkendat vooral ook in belastingzaken de minister van financiën den leider der kamer behoort te zijn en zich niet in het gevaar moet brengen van door een deel der vergadering als op sleeptouw te worden genomen. Hoofdstuk I. Huis des konings). Bij het onderzoek van dit hoofdstuk is de wettelijke regeling van de zaak der kroondomeinen weder ter sprake gebragt. Hoofdstuk II. (Hoogs collegiën van staat en kabinet des konings). Op nieuw zijn klagten geopperd over het onvoldoende der localen van de tweede kamer. Men heeft gevraagd of er nog uilzigt bestaat, dat, zij het ook na cenig tijdsverloop, de localcnthans bij den raad van state in ge bruik, door de verplaatsing van dal staalsligchaam naar de overzijde van het Binnenhof, ter beschikking van de tweede kamer zullen komen. Hoofdstuk III. (Depart, v. buiten!, zaken). Door vele leden werd aan gedrongen op ecne spoedige en voldoende beëindiging van het geschil over de wateraftappingen in de rivier de Maas. Verscheidene leden hebben herin nerd aan hetgeen in de zitting van 27 Sept. nopens de zaak van sir James Brooke is gezegd en gaven tevens te kennen met belangstellend verlangen van de regering nadere mededeelingen deswege te gemoet te zien, terwijl zij de hoop uitdrukten, dat de regering intusschen de regten en belangen van Nederland op dit punt niet uit liet oog zou verliezen. Door enkele leden werd gevraagd, of de laatste gebeurtenissen in China aan de regering geene aanleiding gegeven hebben of nog gevenom ook voor den Ned. handel op dat rijk eenige voordeelen te bedingen. Hoofdstuk IX B. Wat de begrooting zelve betreft, vele leden hebben met genoegen opgemerkt het verschil tusschen de raming voor bet volgende jaar en hetgeen voor het loopende jaar was toegestaan. De vermindering van den post voor verdere uitbreiding van hel postwezen werd met leed wezen opgemerkt, terwijl ook verscheidene leden zich legen de plaats gehad hebbende regeling in de distributie der brieven op zon- en feestdagen heb ben verklaard. 's GRAVENIIAGE 21 October. Door Z. M. zijn bij de arrond.-reglbank te Deventer benoemd tot regter mr. D. J. Weerts, thans substituut-officier van justitie; tol substi tuut-officier van justitie mr. J. J. Willet, thans substituut-griffier, en tot substituut-griffier mr. 11. R. van Marle, advocaat aldaar. Voorts lot kan- tonregter te Zaandam, mr. J. L. Melchcrs, thans in die betrekking te Sommclsdijk. Z. M. heeft goedgevonden aan de lectoren der 2dc kl. in de taal- en letterkunde bij de kon. militaire academie, dr. M. P. Lindo en dr. J. J. de Hollander den rang te verleenen van lectoren der ls,e klasse. Z. M. de koning is gisteren morgen ten 5 ure van hier naar het Loo vertrokken, vergezeld van den ordonnans-officier de Favauge. Het verblijf des konings op het Loo zal slechts van korten duur wezen. Men verneemt dat Z. K. II. de prins van Oranje tegelijk met II. M. de koningin en prins Alexander van Stuttgard zal lerugkeeren. Eergisteren is door Z. M. in een bijzonder gehoor ontvangen de beer generaal von Mansouroff, buitengewoon gezant en gevolmagtigd minister van den keizer aller Russen, ten einde den brief van kennisgeving der geboorte van den grootvorst Constantijn Constanlinowitsch te overhandigen. Gelijk bekend is, werd de verjaardag des konings sedert de troous-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1858 | | pagina 1