LEYDSCHE COURANT. 1858. VRIJDAG 20 AUGUSTUS. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vt ij dag uitgegevenDie van Maandag komt uit Zaturdag Avond. Dc Prijs der Courant is f 12 in het jaar de afzonderlijke Hommers worden tegeti 10 Centen afgegeven BINNENLANDSGHE 8ERIGTEN. LEÏDEN, 19 Augustus. In den nacht van Dingsdag op Woensdag ontstond alhier een hevige brand op de Hoogewoerd, om den hoek van de Rijnstraat, in een huis waarin door W. J. Cuyle, voor rekening van den heer A. Stokhuyzen alhier, den handel in kruidenierswaren werd uitgeoefend. Deze brand is gepaard ge weest met eene noodlottige omstandigheid die ons gevoel pijnlijk aandoet. Op de bovenverdieping, alwaar de kinderen sliepen, ontstaan, verkreeg hij in weinige oogcnblikken eene zoo groote uitgebreidheid, dat niet alleen de vernieling van het pand onvermijdelijk scheenmaar dat men ook voor het behoud van het belendende perceel, de fabriek van den heer P. van Geer, zeer beducht was. Niets was natuurlijker dan dat de bewoner terstond zijne uiterste pogingen in 'twerk stelde om zijne kinderen te redden, het geen in zoo verre mogt gelukken dat vijf hunner ongedeerd aan de vlammen werden ontrukt; het zesde echter, een meisje van omstreeks 8 jaren, was zoodanig misvormd en met brandwonden overdekt, dat hel bijna oogenblik- kelijk den geest gaf, terwijl de vader, die zich in zijne wanhoop tot redding van zijn kroost te ver had gewaagd, op verschillende plaatsen des ligchaams deerlijk gebrand was. Inlusschen was de brandweer met den meest moge lijken spoed opgekomen en door de werking van een aantal spuiten mogt men er in slagen den brand zich niet verder dan het aangetaste perceel te doen uitstrekken, waarvan echter slechts een zeer gering gedeelte is staande gebleven. Aan allen die lot deze in den beginne van den brand niet te verwachten uilkomst hebben medegewerkt, komt do hoogste lof toe voor hunnen betoonden ijver, en niet minder aan de dienstdoende schutterij, de troepen der bezetting en de policiedie door hel handhaven der goede orde mede veel daartoe hebben bijgedragen. De oorzaak van den brand wordt toegeschreven aan het vlam vatten der gordijnen eener bedstede, die met het licht van een nachtlampje in aan raking waren gekomen. Het gebouw was naar wij vernemen verzekerd. Omtrent den toestand van den winkelier Cuyle vernemen wij dat er thans allezins hoop is, dat de man voor zijn talrijk gezin zal gespaard blijven. Wij kunnen niet anders dan onze goedkeuring schenken aan het plan door eenige ingezetenen opgevat, om eene inteekening-lijst te doen rondgaan, ten einde door vereenigde bijdragen den ongelukkïgen echtgenoot en vader, die bij dit onheil bijna alles heeft verloreneene zoo hoog noodige onder steuning te schenken. Ook voor hen, aan wie verzuimd mogt worden die lijst ter teekening aan te biedenis daartoe de gelegenheid geopend ten huize van den heer J. C. Dobbe, op den Nieuwen Rijn, en bij de boek en kunsthandelaren Schreuder en van Baakop de Botermarkt. De reünie van de afgevaardigden der Waalsche kerken in ons vader land werd heden morgen door het houden eener godsdienstoefening in de Waalsche kerk geopend. Ds. Perk, van Dordrecht, trad bij die gelegenheid voor de gemeente op. lieden avond is aan de afgevaardigden de gelegenheid aangeboden tot eene vriendschappelijke bijeenkomst op Zomerz.org. Van het 14dc verslag van den toestand en de verrigtingen der Neder- landsche vereeniging tot afschaffing van sterken drank, verscheen dezer dagen een tweede druk, hetgeen als een verblijdend leeken des tijds mag beschouwd worden, en een bewijs is, dat die zaak meer en meer de aan dacht tol zich trekt. Wij onthouden ons van de mededeeling van bijzon derheden omdat wij daaraan vroeger reeds een artikel hebben, gewijd. Ieder, die maar eenigzins belang stelt in het goede doel dat de vereeniging zieh voorstelt, zal, geloovcn wij dit geschrift niet onvoldaan uit de hand leggen. Ditmaal toch is aan het verslag eene groote zorg besteed, en heeft men, met afwijking van eene vroegere gewoonte, de voornaamste bc- rigten van afdeelingen en correspondentennaar aanleiding van door het hoofdbestuur voorgestelde vragenwoordelijk opgenomen. Men kan daar door een juist oordeel vellen niet alleen over den vooruitgang der vereeni ging in het algemeenmaar ook over den tegenstandwaarmede zij op vele plaatsen heeft te worstelen. Onder vele bijzonderheden die verblij dend zijnwordt menige beschamende omstandigheid ter onzer kennis ge- 'bragt. Moge het in deze bij sommigen eene pijnlijke aandoening verwek ken de waarheid te hooren, op die wijze echter is alleen verbetering te verwachten. In de Dordrechtsche Courant leest men het volgende: «Het is ons acngenaam te kunnen mededeelen dat de noodige maatregelen door het be stuur van het Dordrechlsch museum zullen genomen wordenom de kunst werken, waarin het door wijlen Ary Scheller aan dat museum gemaakte legaat beslaat, ter bezigtiging te stellen voor allen, die bijdragen ter oprig- ting van het gedenkteekendat ter eere van den grooten kunstenaar zal ■worden gesticht. Ook vernemen wij, dat, indien de bijdragen onzer stad- genoolcnin verband met die uit andere steden van Nederland en hel bui tenland, de verwezenlijking van hel beoogde doel mogelijk maken en er een gedenkteekenden beroemden overledene waardig en hetwelk Dordrecht tot eer verstrekt, wordt opgerigt, daarbij, ter blijvende herinnering, een album zal worden vervaardigd, waarin de namen van alle deelnemers aan de op- rigting zullen worden opgetcekend. De C. deelt mede, dat in de hoofdstad eenige oudheidkundigen en beminnaars van kunst en wetenschappen zich hebben aaneengesloteh tot oprigting van een oudheidkundig genootschapdat thans reeds als gevestigd kan worden beschouwd. Het stelt zich ten doel de kennis der oudheden te bevorderen, inzonderheid als bronnen voor geschiedenis, kunst en nijver heid. Tot bereiking van dat doel strekken de volgende middelena. het bijeenbrengen en op nader te bepalen voorwaarden ter bezigtiging toegan kelijk stellen van oudheden en al wat daartoe betrekking heeft; b. het beoordeelen en bespreken daarvan in regelmatige bijeenkomsten. Dc ver zameling, door het genootschap te vestigen, bestaat uit: a. Voorwerpen, voornamelijk uit den grafelijken en stadhouderlijken tijd, door schenking, ruil of koop verkregen, b. Voorwerpen, voor korteren of langeren tijd, ter bewaring of beschouwing aan het genootschap toevertrouwd. Deze ver zameling wordt in een geschikt lokaal bewaard en op nader te bepalen wijze, dagen en uren voor het publiek toegankelijk gesteld. Bij opheffing van het genootschap gaat deze verzameling in eigendom over aan de stad Amsterdam om daar blijvend bewaard te worden. Door wijlen den heer S. Crommelinin leven rustend pred. te Leeuwar den en dezer dagen aldaar overleden, zijn aan onderscheidene godsdienstige en nuttige instellingen legaten besproken. Daaronder bchooren de Ned. herv. diaconiën van al de standplaatsen des overledenen, benevens die van de evang.-luthersche gemeente te Leeuwarden het kerkgenootschap der Ned. herv. gemeente, het stedelijk armbestuur, het stads- en burgerwees huis, allen te Leeuwarden, het instituut voor doofstommen te Groningen, de beide blindeninstituten te Amsterdam, do beide koloniën der maat schappij van weldadigheid, Nederlandsch Mcüray, het asyl te Sleenbeek, het gesticht te Moulfoort enz. enz. Omtrent de uitwerking van het zware onweder dat Zaturdag II. over de provinciën Overijssel en Drenthe heeft gewoed, worden nog nader zeer treurige herigten ontvangen. Te Mander werd de woning van den landbou wer Hanninck door den bliksem in vlam gezet. Binnen korten tijd was het groote huis in de ascli gelegd, waarbij elf stuks vee omkwamen en de geheele inboedel met het ingeoogste koren eene prooi der vlammen werd. Te zelfder tijd sloeg de bliksem in bet huis van den landbouwer Dierike- naer, in het aangrenzende Getelo, kerspel Ulzen, waarbij de dienstmeid zoodanig getroffen werd dal zij het niet overleefde. Ook te Wooldc is een wever, in het weefgetouw zittende, door den bliksem doodelijk getrof fen. Te Lonnekrr sloeg dc bliksem in twee boerenhuizen, waarvan het een drie woningen bevatte, waardoor de gebouwen met bijna al de huis meubelen, den geheelen ingezamelden oogst, de bouwgereedschappen, eene koe, enz. door de vlammen werden verteerd. Eene vrouw werd, voor ecu der verbrande huizen staande, door den bliksem vrij ernstig gekwetst. Te Terwolde sloeg de bliksem in de bouwmanswoning van den heer Elfrink te Deventer; in e'e'n oogenblik was de woning met den geheelen inboedel, ongeveer 80 vim rogge, eenige vimmen tarwe en eenige duizenden ponden hooieene prooi der vlammende dienstboden hadden met opoffering van eigen lijfstoebehooren naauwelijks den tijd de paarden en koeijen den stal uit te drijven. Door den hagelslag, waarmede hel onweder vergezeld ging, hebben de veldvruchten, vooral de tabak, veel geleden. De gemeenteraden van Goes en Ylissingen, alsmede de kamer van koophandel en fabrieken te Goes, zullen zich met adressen tot de regering wenden tot ondersteuning der aanvraag om vergunning voor den Zeeuwsch- Limburgschen spoorweg. De adressanten zien niet in, waarom Zeeland in deze zaak bij andere provinciën zou moeten achterstaan, vooral daar de ver schuiving van de uilvoering van dat werk voor de nijverheid en den handel in Zeeland allernoodloltigsl kan worden. Gelijk men weet had de vorige minister van justitie het noodig geacht dat eenige der beste gevangenissen in het buitenland wierden onderzocht, omdat de inrigting der cellulaire gevangenissen in ons vaderland, in de laatste jaren gebouwd, in enkele opzigten bleek niet aan de verwachting te voldoenen het dus van belang wasomwerd eenmaal ten voordeele van dat stelsel beslist, voor eene goede inrigting der alsdan in ons vaderland vrij talrijk op te rigteu nieuwe gebouwen te zorgen. Dit onderzoek werd opgedragen aan de hoeren mr. P. W. Alstorphius Grevelink, inspecteur van 's rijks gevangenissen, boofd-ingenieur van 's rijks policie; J. A. II. Nel- schcr, hoofdcommies bij het departement van justitie, en A. C. Pierson, ingenieur voor den gevangenisbouw. Deze heeren hebben zich in den tijd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1858 | | pagina 1