De beer Dhoutevillelid van liet wetgevend ligchaamis door den
keizer benoemd lot voorzitter van het centrale consistorie der hervormde
kerken hier te lande.
In 1852 was door de regering een prijs van 50,000 fr. voor de nut
tigste toepassing der zuil van Volta uitgeloofd. De termijn voor de mede
dinging naar dien prijs, welke nu zou verstreken zijn, is weder met
5 jaren verlengd.
De Indép. Beige, welk dagblad gelijk men weet dezer dagen eene
berisping heeft ontvangen in den Moniteur, is bij beschikking van den mi
nister van binnenl. zaken gedurende eene maand in dit rijk verboden.
Waarschijnlijk is deze maatregel daaraan toe te schrijven dat genoemd blad,
in weerwil van de officiële berisping, vol heeft gehouden dat de regering
bedacht is op de versterking der vloot en daaraan aanzienlijke geldsommen
te koste legt. De redactie van de Indép. zegt de beweegredenen niet te
kennen, die tot het besluit aanleiding hebben gegeven, maar dat zij niet
zal afwijken van de onpartijdigheid die zij zich steeds ten pligt heeft gesteld.
In den plantentuin alhier staat weder in volle bladerenpracht de acacia,
welke ten jare 1635 door Vespasien Robin uit Amerika naar Europa werd
overgebragt en naar hem Robinier werd genoemd. Deze was tevens de eerste
van deze boomsoort in dit werelddeel.
De Conslitutionnel deelt eenige beriglen mede uit Hong-Kong van
14 April, waarin o. a. het volgende voorkomt. Nu en dan verneemt men
geruchten omtrent eenen aanvaldie de Chinezen voornemens zijn op Canton
te doenmen bepaalt zelfs den dag waarop de dapperen storm zullen
loopen, maar tot nog toe heeft men niets daarvan vernomen. Op eênigen
afstand van de stad houden zich echter eenige benden van die dapperen
verscholen. Een 30-tal Engelsehe officieren had zich dezer dagen 2 a 3 mij
len ver landwaarts begeven, toen zij eene zoodanige bende ontmoette, die
steunende op de overmagt hen aanviel, maar daar de Engelschen van goede
revolvers en karabijnen voorzien waren, volbraglen zij eenen geregelden
teruglogt en schoten daarbij eenige Chinezen ter neder. Ten gevolge van
dit voorval heeft de bevelhebber besloten eene afdeeling van 1200 man af te
zenden om de 96 dorpen rondom Canton te bezoeken en het land schoon
te vegen. Op aanmaning van den generaal zal ook Pi-Kueide gouverneur
van Canton, daarbij eenige Chinescbe troepen voegen.
In het keizerlijk besluit waarbij Yeh van zijne waardigheid wordt ontzet,
wordt hem ten laste gelegd dat hij laatdunkend, koppig, laaghartig en
zorgeloos is, en zich in zijne betrekking van keizerlijk commissaris aan
groote verzuimen heeft schuldig gemaakt. Ilij heeft, naar luid van dit be
sluit de depêches door de barbaren gezonden onder zich gehoudenen deze
laatstendaardoor ongeduldig gewordenhebben zich daarom van Cantón
meester gemaakt. De andere hoofdofficieren, hoewel meer of minder schul
dig daar zij de stad niet verdedigd hebben zullen door eene reglbank ge
oordeeld worden. Yeh heeft zijne ongenade te danken aan eenen brief van
Pi-Kuei en van den Tartaarschen generaal, die hun voormalig opperhoofd
in niets schijnen gespaard te hebben.
De Pays berigt dat er in Cochinchina waarschijnlijk een burgeroorlog
zal uitbarsten. De koning van Cambodje heeft geweigerd de bevelen te ge
hoorzamen Van den keizer van Annam, aan wien hij schaipligtig is, en die
hem voorschrijven de uitoefening van de katholieke godsdienst te verbieden.
Hij is daarom van den troon vervallen verklaard. De koning is echter niet
gezind daarin te berusten, maar heeft nabij Saigong, zijne hoofdstad, een
talrijk leger bijeengebragt, om daarmede aanyallenderwijze te handelen. De
keizer, die zulks niet verwacht had, is daardoor niet weinig in het naauw
gebragt en heeft zijne onderdanen te wapen geroepen, om dezen aanval af
te keeren.
De koning van Cambodje blijft in zijne verdraagzame gevoelens volharden
en heeft de oprigting van verscheidene nieuwe katholieke kerken toegestaan
zooals te Saigong en te Panomping. Hij verklaarde deze gunst te hebben
verleend uit dankbaarheid jegens de Christenen voor de diensten aan hem
bewezendoor de kennis en de beoefening Van de zedekunde onder het
volk te verspreiden en het invoeren van wetenschappen en nuttige kunsten.
Deze daadzaken kunnen belangrijk zijn voor de christelijke beschaving
in Azië.
In het depart, du Nord neemt de olie-bereiding zeer in uitgebreidheid
toe. Te Duinkerken zal eene inrigting lot stand komen, die dagelijks 300
vaten olie zal leveren.
De beroemde lceuwenjager Gérard is dezer dagen met eenige jagers,
waaronder dè Russische graaf Branicbi, naar Algerië vertrokken.
De vernieling van het schip Marie Caroline, van Nantes, op de kust
van Madagascar, wordt door latere berigten bevestigd. Op last van Vinang,
hoofd van den stam Mena-Be', is eerst de'kapitein vermoord, en daarna de
bemanning van het schip verraderlijk aangevallen". Na de bemagliging van
het schip werd het uitgeplunderd en verbrand. Slechts 3 personen ontkwa
men aan de slagting en deze bevinden zich thans onder de wilden en zijn
aan de grootste ellende ten prooi. Eene zekere prinses Narouva zou echter
voornemens zijn hen te laten ontsnappen.
ITALIË.
Naar men verneemt heeft de Engelsehe admiraal Lyons de vordering
zijner regering, tot schadevergoeding voor de willekeurige gevangenhouding
van de beide machinisten van de Cagtiari, aan het Napelsche kabinet inge
leverd. Die vordering zou 100,000 fr. bedragen.
P15 LISSEN.
BERLIJN, 2 Mei.
Dezer dagen is het gerucht verspreid dat EngelandFrankrijk en
Rusland bij de Duitsche bondsvergadering zijn tusschen beide getreden met
betrekking lot het geschil over de hertogdommen Holstcin en Lauenburg,
welke zaak nog altijd tusschen Duitschland en Denemarken aanhangig is.
De genoemde mogendheden zouden bij de bondsvergadering aangedrongen
I hebben om de voorstellennu laatstelijk door Denemarken gedaanin
ernstige overweging te nemen, ten einde de zaak op eene minnelijke wijze
te schikken. Tot hiertoe was men voor eene algeheelc verwerping dier
voorstellen beducht.
De hoogleeraar in de physiologie dr. J. Muller, die sedert 1833 aan
de hoogeschool alhier werkzaam was, is op 28 April overleden.
De orkaanwelke Donderdag 11. tusschen 3 en 5 ure de streken langs
den Rijn heeft bezocht, is allerhevigst geweest. Overal heeft hij zijne baan
gekenmerkt door groote schade. Te Anderdacb zonken verscheidene sche
penwaarbij meer dan een menschenleven is verloren gegaan. Ook op vele
andere gedeelten des Rijns zijn dergelijke onheilen voorgevallen. Daaren
boven zijn vele boomen ontworteld, daken der huizen weggesleurd, waarbij
vele personen zwaar zijn gekwetst. Als een bewijs van de hevigheid des
orkaans mag onder anderen worden vermeld, dat stukken van het dak
eener katoenspinnerij, in de nabijheid van Duisburg, werden voortgeslingerd
tot over het 10 minuten van de fabriek verwijderde spoorwegstation.
Te Keulen heeft het regtsgeding van de weduwe Briickmann een aan
vang genomen. Zij wordt beschuldigd haar man en eenig kind door lang
zaam werkend vergif omgebragt te hebben. Vooral heeft de betrekking,
die zij met een juwelier onderhield, haar tot die misdaad gebragt.
In de maand September zal te Munchen het 700-jarig bestaan der stad
plegtig gevierd worden.
In Zweden is eene kon. verordening uitgevaardigd, waarbij ten gevolge
van de hevige brandendie onlangs de steden Christiania en Moss verwoest
hebben, bepaald wordt, dat de metselsteenen en dakpannen, welke van
buiten 'slands naar de beide genoemde plaatsen ingevoerd worden, tot
nader order van inkomende regten zullen zijn vrijgesteld.
OOST EN RE.» Ii.
WEENEN, 1 Mei.
De aartshertog Maximiliaan en zijne gemalin zijn nit Milaan alhier
aangekomen.
De landgravin von Eurstenberg heeft 10,000 in nationale leenings-
obligatiën geschonken voor de uitbreiding van het doofstommen-instituut alhier.
TL Rit NE.
De togt van Omer-Pacha tegen de zwervende Arabieren in de omstreken
van Bagdad heeft eenen goeden uilslag gehad. Onderscheidene hoofden
hebben zich onderworpen en de troepen hebben 1500 kameelen en andere
dieren buit gemaakt.
De Egyptische regering heeft het noodig geoordeeld de buitenlanders,
die te Alexandrië en te Cairo verblijf houden, aan het toezigl der politie
te onderwerpenomdat hun aantal zeer toeneemt en sommigen zich reeds
aan ongeregeldheden hebben schuldig gemaakt.
STABS-BÊKIffiTEN.
Beschrijving van het Patenlregt en der Personele Belasting
over het dienstjaar 1858 en 1859.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen te weten, naar aan
leiding van een ontvangen besluit van den Staatsraad Commissaris des Konings in
de provincie Zuidholland van den 29stcn Maart jI.Provinciaalblad N°. 41, hou
dende eenige bepalingen ten aanzien der beschrijving van hel Patenlregt over liet
dienstjaar 1858 en 1859, alsmede naar aanleiding vaneen gelijk besluit van dezelfde
dagteekeningProvinciaalblad Ji". 42, betrekkelijk de beschrijving der Personele
Belasting voor het dienstjaar 1858 en 1859.
Dat op den lst«n Mei aanstaande een aanvang zal worden gemaakt met de be
schrijving der Patentpligtigenbedoeld bij N°. 37 40 van talie! N°. 14, zijnde de
Slijters, Tappers, Kroeg- en Koffijhuishouders, waarvoor de declaratoiren aan de
lmizen zullen worden rondgebragt, en na verloop van drie dagen, van wege den
Ontvanger der Directe Belastingen, tegen reen worden afgehaald, en wordt gc-
melden Patentpligtigen herinnerd de bepaling van art. 2 der Wet van den 24stcn
April 1843 Staatsblad N». IC), dat zij bun beroep niet mogen uitoefenen dan
nadat zij de helft van hunnen aanslag over het dienstjaar 1858 en 1859 hebben
voldaan, en nadat het verschuldigde over het voorgaande jaar teü volle zal zijn
aangezuiverd, waarvan zal moeten blijken, alvorens de aclen van Palent aan hen
zullen kunnen worden afgegeven. Dat zoodra mogelijk hunne aanslagbilletten zul
len worden bezorgd, de Patenten in gereedheid gebragt, en de tijd bekend ge
maakt, waarop die zullen kunnen worden afgehaald.
Dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld bij de tabel N°. 16 der Wet, van
den 22stcn April 1852 Staatsblad 61), houdende wijzigingen cn uitbreidingen
van de Ordonnantie op bet regt van patent, van den 21sten Mot 1819 Staatsblad
N°. 34), de tijd der uitgifte van de door de patentpligtigen in te vullen verklarin
gen van aangifte, voor den jare 1858/9 wordt va-lgesteld op den 8sten Mei aanst.,
en dat de wederinzameling tegen reendoor den Ontvanger of zijn gemagtigde
geteekend, op den achtsten dag na de uitgifte zal geschieden.
Dat de Registers der patentpligtigen, uiterlijk op den 22stcl1 Mei aanstaande zullen
worden gesloten, en er na dien tijd volstrekt geene verklaringen zullen wor
den aangenomen.
Wordende ieder patentpligtige bij deze herinnerd art. 18 der Wet op het regt
van patent, van den 21s,cn Mei 18i9, inhoudende«dal zij, die hij liet aanbieden
»of bezorgen der verklaringen van aangifte, of ook bij bet terughalen van die,
«mogten zijn voorbijgegaan, zich niet mogen beroepen op een of ander begaan verzuim,
«maar integendeel gehouden zijn om zorg Ie dragen, dat de hij de Wet gevorderde
«aangiftenverklaringen en aanvragen, welke ter invulling aan bet kantoor vari den
«Ontvanger der directe belastingen," (op de Breedeslraat binnen deze Gemeente) ver-
«krijgbaar zijn, door ben in persoon of door hunne gemagtigden behoorlijk ingevuld,
«op den daarbij bepaalden tijd, ter zeiver plaatse moeten worden ingediend."
Alsmede aan art. 37 der gemelde Wet, houdende: «de aan bet regt van Patent
«onderhevige personen, welke, na den afloop van dcri tijd, tot bet doen der aangifte
«bepaald, bevonden zullen worden zirli niet. of door valsche, onnuaowkeurige of
«onvolledige opgave, niet behoorlijk van bonne verpligtingcn ten aanzien dier aan-
«giften te hebben gekweten, zullen telken reize, wanneer bun verzuim of over-
«treding wordt ontdekt, vervallen in eene boete van niet minder dan 25, en niet
«meerder dan 400 gulden."
Dat, met betrekking tot de schippers, schuitenvoerders, enz., in de tabel N°. 16
der Wet van den 22sl™ April 1852, Staatsblad N°. 61), voorkomende, de eige
naars, vaste huurders en andere vaste gebruikers van binnenvaartuigen, gehouden
zijn, om zich van behoorlijk patent te voorzien. Dat, tot de door hen daartoe
te doenc schriftelijke aangiften, zal worden gevaceerd ter Secretarie alhier, van den
jstcii nep aanst. tot uiterlijk 15 daaraanvolgende, des voormiddags van 10 tot 1 ure,