J. ÏR HET GOËDKÜOPE VERKöOPlföiS.'^® s SKSHIET G0EDK00PE VERKOOPHUIS. len worden bezorgd, de Patenten in gereedheid gebragt, en de tijd bekend ge maakt, waarop die zullen kannen worden afgehaald. Dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld bij de tabel N°. 16 der Wet, van den 22slen April 1852 Staatsblad N°. 61), houdende wijzigingen en uitbreidingen van de Ordonnantie op het regt van patent, van den 21sten Mei 1819 Staatsblad N°. 34), de tijd der uitgifte van de door de patentpligtigen in te vullen verklarin gen van aangifte, voor den jare 1858/9 wordt vastgesteld op den 8sten Mei aansl., en dat de wederinzameling tegen re^n, door den Ontvanger of zijn gemagtigde geteekend, op den achtsten dag na de uitgifte zal geschieden. Dat de Registers der patentpligtigen, uiterlijk op den 22sten Mei aanstaande zullen worden gesloten, en er na dien tijd volstrekt gcene verklaringen zullen wor den aangenomen. Wordende ieder patentpligtige bij deze herinnerd art. 18 der Wet op het regt van patent, van den 21sten Mei 1819, inhoudende: »dal zij, die bij het aanbieden «of bezorgen der verklaringen van aangifte, of ook bij het terughalen van die, «mogten zijn voorbijgegaanzich niet mogen beroepen op een of ander begaan verzuim, «maar integendeel gehouden zijn om zorg te dragen, dat de bij de Wet gevorderde «aangiften, verklaringen en aanvragen, welke ter invulling aan het kantoor van den «Ontvanger der directe belastingen," (op de Breedeslraat binnen deze Gemeente) ver- «krijgbaar zijn, door hen in persoon of door hunne gemagtigdenbehoorlijk ingevuld «op den daarbij bepaalden tijd, ter zeiver plaatse moeten worden ingediend." Alsmede aan art. 37 der gemelde Wet, houdende: »de aan het regt van Patent «onderhevige personen, welke, na den afloop van den tijd, tot het doen der aangifte «bepaald, bevonden zullen worden zich niet, of door valsche, onnaauwkeurige of «onvolledige opgave, niet behoorlijk van hunne verpligtingen ten aanzien dier aan- «giflen te hebben gekweten, zullen telken reize, wanneer hun verzuim of over- «treding wordt ontdekt, vervallen in eene boete van niet minder dan 25, en niet «meerder dan 400 gulden." Dat, met betrekking tot de schippers, schuitenvoerders, enz., in de tabel N°. 16 der Wet van den 22slen April 1852, Staatsblad N°. 61), voorkomende, de eige naars, vaste huurders en andere vaste gebruikers van binnenvaartuigen, gehouden zijn, om zich van behoorlijk patent te voorzien. Dat, tot de door hen daartoe te doene schriftelijke aangiften, zal worden gevaceerd ter Secretarie alhier, van den isten Mei aanst. tot uiterlijk 15 daaraanvolgende, des voormiddags van 10 tot 1 ure, de Zondagen uitgezonderd, voor zoo verre dat beroep niet in den loop des jaars wordt aangevangen; wordende zij tevens uitgenoodigdom de meetbrieven hun ner vaartuigen, mits niet ouder zijnde dan vijf jaren, mede te brengen, en al die inlichtingen te geven, die van hen, betrekkelijk de vaartuigen, zullen worden gevorderd; terwijl er na den 15den Mei voormeld, geene verklaringen meer worden aangenomen, en de gebrekigen, bij ontdekking, zullen incurreren de boete, bepaald bij artikel 37 der Wet van den 21sten Mei 1819hiervoren omschreven. Dat voorts alle patentpligtigenbij tabel N°. 7 der Wet van den 16den Junij 1832 bedoeld, zijnde inlandsche en vreemde kramers, welke met kramen, stallen, tafels enz., hunne waren in herbergen, huizen, kamers of op openbare markten en ker missen uitstallen, mitsgaders de debitanten in loterijbriefjes, en alle handeldrijvende en als Kooplieden te belasten personen, welke hunne waren ten verkoop, hetzij in 'tklein, hetzij in 't groot, te water of te lande met zich voeren, alsmede de onder nemers van openbare vermakelijkheden, in tabel N°. 15 genoemd, voor zoo verre alle die patentpligtigen in de algemeene beschrijving voor 1858 en 1859 zullen moeten worden begrepen, gehouden zullen zijn, zich gedurende de maand Mei, ter bekoming van hun patent, aan te melden ter Secretaire dezer Gemeente, des voormiddags van 10 tot 1 urede Zondagen uitgezonderdzullende er na dien tijd geene aanvragen meer worden aangenomen, behalve van de zoodanigen, die hun beroep of bedrijf na dien tijd aanvangen, en alzoo in de bijzondere beschrijvingen worden begrepen, welke gehouden zijn, zich dadelijk bij dien aanvang van patent te voorzien. Dat ook op den 8sten Mei aanstaande, een aanvang zal worden gemaakt met de beschrijving der Belasting op het Personeel voor het dienstjaar 1858 en 1859. Zij, welke, bij het bezorgen der billettcn, of ook bij het terughalen van die, mogten zijn overgeslagenmogen zich, in geen geval, beroepen op zoodanig verzuim, maar zijn integendeel gehouden om de vereischte en behoorlijk ingevulde verklaringen in te dienen ten Kantore des Ontvangers, alwaar de billetten ter invul ling steeds verkrijgbaar zijn. Een ieder is gehouden de te doene aangiften met zijne handteekening te bekrachtigen. Ingeval iemand betuigt niet te kunnen schrijvenzal de Ontvanger of zijn ge magtigde, des gevraagd, de invulling in zijnen naam, en -zonder daarvoor eenige betaling te ku?men eischenverrigten, met vermelding der redenen waarom; en zal de aangifte door den Ontvanger of zijn gemagtigde, in tegenwoordigheid van een derden persoon en met en benevens deze, worden geteekend, na voorafgaa?ide voorlezing. De belastingschuldigen zullen de door hen in betrekking tot de belasting op het personeel te doene aangiften, in het algemeen, behooren in te leveren in die ge meenten, alwaar de belasting is verschuldigd. Denzulken, echter, wier belastings-woorwerpen naar de vier eerste grondslagen, alle of gedeeltelijk gelegen zijn of zich bevinden in eene andere gemeente dan die, waarin zij hun verblijf hebben,zal het vrijstaan de aangifte voor allen, mits alsdan voor elke gemeente afzonderlijk, ter plaatste hunner woning of van hun verblijf te bewerkstelligen. Zoo wanneer paarden der vierde klasse door denzclfden belastingschuldige in verschillende gemeenten worden gehouden, zal hij in elk van deze, het aldaar ge houden wordende aantal heliooren aan te geven. Eindelijk wordt den Ingezetenen verwittigd, dat lot tegenschatters voor meerge noemde belasting zijn benoemd de navolgende personen, als: SIMÓN dü CROIX, PI ETER van DUUREN, Jünior, JAN van LITH, Jünior, JOHANNES RIJK. PETRUS SAMWEL, ADRIANUS VERHOOG. En zal deze door aanplakking en plaatsing in de Leydsche Courworden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd Leiden, 29 April 1858. VAN LIMBURG STIRUM, Burgemeester. v. PUTTKAMMERSecretaris. AHA.ÖJËMIE-1VIEUWS PROMOTIE AAN DE LEYDSCHE IIOOGESCHOOL. Den 30slen April de heer P. Hoogvliet, van Delft, in de Letteren, na ver dediging van zijn Specimen de vita et scriptis Heraclidae Pontici. De Ondergcleeker.de, Schoolopziener in het 3de district van Zuid-nolland brengt ter kennisse van het onderwijzend personeel in zijn district: 1». dat kweekelingen hun 18dc jaar bereikt hebbende, niet langer als zoodanig mogen werkzaam zijn, nadat zij de gelegenheid zullen gehad hebben zich als hulp onderwijzers te doen examineren2°. dat zijdie thans als hulponderwijzers of hulponderwijzeressen in openbare of bijzondere scholen of instituten werk zaam zijnzonder in die vakkenwelke zij onderwijzenexamen te hebben afgelegd, verplicht zijn het eerstkomend examen bij te wonen, 3°. dat zij, die in een of ander vak van het meer uitgebreid lager onderwijs, bepaald bij art. 1 der wet van 13 Aug. 1857onderwijs gevenzonder daartoe ge rechtigd te zijn, bij het e. k. examen proeven hunner bekwaamheid daarin moeten afleggen4°. dat vreemdelingen daarenboven de vergunning behoeven van Z. M. den Koning5°. dat het programma der onderscheidene examens vervat is in het Staatsblad, n». 103, 6°. dat hel e. k. examen zal plaats hebben den 14den Junij aanstaande en volgende dagen, 7". dat zij, die wen- schen mochten deel te nemen aan dat examen, zich daartoe, met de ver eischte stukken, in persoon of met franco brieven, voor het einde dezer maand bij den Ondergeleekende moeten aanmelden. Leiden, 1 Mei 1858. A. C. OUDEMANS. AIÏ VEHTJENTIEN. Heden overleed, na eene ongesteldheid van twee maanden, onze waarde Vader C. A. SALA, in den ouderdom van 54 jaren. Allen, die den man in zijn werkzaam leven gekend hebben, zullen de zwaarte van ons ver lies beseffen. J. H. SALA. Leyden, 28 April 1858. Uit aller naam. De Ondergeteekenden betuigen, ook namens hunne wederzijdsche Betrek kingen, hunnen dank, voor de menigvuldige bewijzen van deelneming, bij gelegenheid van hun huwelijk ondervonden. M. SALVERDA de GRAVE, Leyden, 1 Mei 1858. P. de GRAVE, Brutel de la Rivière. Voor de vele blijken van belangstelling van Vrienden en Bekenden, tijdens de ziekte en bij het overlijden van mijne geliefde Echtgenoote ondervonden betuigt de ondergeteekendenamens zijne Kinderen en Behuwd-Zuslers zijnen welmeenenden dank. Leyden 3 Mei 1858. P. LADAGE. Bij vonnis der Arrondissements-Regtbank te Leyden van 30 April II.is JACQUES JEAN LEONARD de KONING, Winkelier in KoffijThee en Kruidenierswaren aldaarverklaard te zijn in Staat van Faillissement aanvang genomen hebbende den 28s,en derzelfde maand. Tot Regter-Com- missaris is benoemd de Edel Achtbare Heer Mr. J. W. SCHUURMAN en tot Curator de Ondergeleekende Leyden, 1 Mei 1858. Mr. W. C. D. OLIVIER. Krachtens bevelschrift van den Edel Achtbaren Heer Mr. J. van OUTER EN, Regler-Commissaris in den failliten boedel van LAAS OEDSES de VRIES, vroeger Koopman en Winkelier te Leydenthans wonende onder Soeter- woudeis bepaald, dat de eerste bijeenkomst der Schuldeischers ter verificatie hunner vorderingen, zal plaats hebben op Woensdag den 12 Mei 1858des voormiddags te elf urein het locaal der teregtziltingen op het Raadhuis alhier. Leyden, 1 Mei 1858. De Curator, J. LUZAC. Bij Acte op den 30slen April 1858, voor den Notaris J. A. PRYN en Getuigen te Leyden gepasseerd, behoorlijk geregistreerd, is door de lleeren HENDRIK PIETER van der POST en CHRISTIAAN van der POST Junior, beide wonende te Leyden, de tussehen hen beslaan hebbende Vennootschap ter zake van den Handel en het drukken van Meubelpapie ren, mitsgaders het uitoefenen der Ledekant- en Kamerbehangers-Affaire onder de Firma van GEBROEDERS van der POST, ontbonden, zul lende die Firma voortaan door geen van beide mogen worden gebruikt of geteekend. Geschiedende deze aankondiging in voldoening aan Art. 31 van het Wetboek van Koophandel. Fijne gekleede Lakcnsche Jassen Dito Lakensche Jakets Dito dito Tweens Dito dito Paletots Busking Tweens en Jakels Cassinctte Paletots en Jassen Kriplasting dito dito Een groot assortiment Huis- en Kan toorjassen Regenjassen Maarsmansleegliet tweede Huis van de Tischbrug, W. IV. J\°. 72. gaat steeds voort zijne geëerde Begunstigers, volgens onderstaande Prijs-Courant, zijne Goederen aan te bevelen, en wor- den dezelve zonder verhooging van prijs naar het lijf aangemeten. PKIJ8-COUBANT VAN 1IEEKEN EN BURGER KUEEBEVG STUKKEN!. ƒ12.50 en h. -11.25 - 9.90 -11.— - 9.25 - 4.90 - 4.75 - 1.75 - 6.75 Fijne Satin de Laine Broeken Dito Lakensche dito Fransche Busking dito Halve Wollen Broeken Eene groote massa Beverteene Werk broeken Zwarte Satijne Vesten Lakensche en Busking Vesten Pique' Vesten Fantasie Vesten 7.75 en h. 5 50 4.75 2.60 1.50 3.75 2 30 2 50 1.50 Eene groote sortering Pelten ƒ0.90 Fijne Overhemden van af- 0.90 Fantasiehemden-1 50 Krimpvrije Flanelhemden-1 75 Boezeroens- 0.75 Half hem den-0.25 Moderne Boorden-0.10 Opera-, Slip- en Schuifcols-0.60 Bretels, Sokken, Handschoenen -0.20 Uitrustingen naar Oost- en West-Indië worden binnen weinige dagen in gereedheid gebragt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1858 | | pagina 3