LEYDSCHE COURANT. 1858. MAANDAG 15 MAART. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag Avond. De Prijs der Couran t is f 12 in het jaar de afzonderlijke Nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. BINA' ENL AX DSC HE BEHIGTEX. LEYDEN, 13 Maart. De arrondissements-regtbank alhier heeft gisteren uitspraak gedaan in de zaak van de gewezen binnenvader en binnenmoeder van het Minnehuis en de beklaagden vrijgesproken en van alle regtsvervolging ontslagen ten aan zien van twee punten van beschuldiging, als die betreffende het voorhanden hebben van aanzienlijke hoeveelheden levensmiddelen voor de voeding der gealimenteerden besleuid, en die, wat aangaat de verantwoording van uit betaalde begrafeniskosten en waschloonen; maar hen schuldig verklaard aan diefstal in hunne betrekking als loonbedienden gepleegd wegens het nu en dan zich loeeigenen van een gedeelte van het vleescli, voor de voe ding, en van de thee voor de zieken bestemd; en de beklaagden dien ten gevolge veroordeeld tot de straf van eenzame opsluiting voor drie maanden en in de kosten van het geding. liet getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 323 tot 303 personen. Men verneemt met belangstelling dat de heer F. W. Conrad, president der internationale commissie voor de doorgraving der landengte van Suez, besloten heeft lot de uitgave van hel journaal, door hem gedurende de twee reizen derwaarts gehouden. Dit reisverhaal zalbehalve de hoogslbelangrijke mededeelingen betrekkelijk de doorgraving, daarenboven aanteekeningen be vatten over alles wat de reiziger aanschouwde in Egypte, op zijne reizen door de Woestijn en in hel Heilige Land. De officier van justitie bij de arr. regtbank te Dordrecht heeft zich naar 's Gravendeel begeventen einde een onderzoek in te stellen naar den aldaar plaats gehad hebbenden brand. Na afloop daarvan is de landbouwer N.ten wiens huize de brand was ontstaan, in hechtenis genomen. Te Haarlem zal, te beginnen met 21 April, wekelijks des TVoensdags eene boter- en kaasmarkt worden gehouden. Door de arrond.-regtbank te Amsterdam is uitspraak gedaan in de vroeger vermelde zaak van den heer P. M. van Cleef Jz.uitgever te Hil versum wegens de uitgave van een boekwerk getiteldVerspreide dicht en proza werken van II. Tollens Cz. De regtbank heeft aangenomen dat de beklaagde volstrekt geen bewijs heeft geleverd eenig kopijregt te hebben verkregen en dat dit kopijregt bij den dichter is gebleven. Dientengevolge is de beklaagde, naar de wet van 1817, veroordeeld tot eene boete van 300 voor de algemeene armen van Hilversumen ten voordeele van de oorspronkelijke eigenaarslot verbeurdverklaring van alle ongedebileerde exemplaren, en de waarde van 2000 exemplaren der originele uitgaven, naar boekverkoopers prijzen begroot, volgens de prijslijsten, op ƒ19,000. Tol toewijzing van de vordering der civile partij tot aanplakking van het vonnis enz., oordeelde de regier geene bevoegdheid te hebben. - De veenbranden in Drenthe hebhen door den gevallen sneeuw een einde genomen. De gemeenteraad van Groningen heeft besloten de voorwaarde, door den minister van oorlog gesteldter zake van de verplaatsing van het kruid- magazijn aan te nemen. Daarbij verbindt hij zich lot de gevraagde bijdrage van ƒ6000; evenwel onder kennisgeving van zijne bevreemding, dat van de gemeente door den minister dergelijke geldelijke opoffering gevraagd wordt. Te Beek, nabij Breda, is de vrouw van een daglooner, P. van Baten burg genaamd, van twee zonen cn eene dochter bevallen. De moeder en de kinderen verkeeren in eenen gewenschlen toestand. In de StaatsC. leest men het volgende. In de zitting der Belgische kamer van vertegenwoordigers, van 23 Febr.werd, bij gelegenheid eeiier interpellatie over de verwerping hier te lande van het handelsverdrag met België, door den burggraaf Vilain XI111 gezegd, dat het voornamelijk op -aandrang en aanzoek van de Nederlandsche regering was tot stand gebragt. In de memorie van toelichting, waarvan de regering de indiening bij de tweede kamer van het wets ontwerp tot goedkeuring van het bedoelde tractaat vergezeld deed gaan, wordt verklaard, dat de openingen, die tol de daartoe strekkende onderhandelingen hebben geleid, van Belgische zijde zijn uitgegaan. De tegenstrijdigheid tusschen beide voorstellingen heeft aan leiding tot eenige bevreemding gegeven, cn maakt eene nadere toelichting wensehelijk. Bij nota van 8 Dec. 1856 heeft de Belgische gezantde sedert overleden 'baron Willmar, het toen beslaande tractaat opgezegd en tevens verklaard dal zijne regering bereid was om tot nieuwe onderhandelingen over te gaan. Daarop is niets voorgevallen lot in Mei des volgenden jaars, toen Zr. M*. gezant te Brussel van den Nederl. minister van buiten), zaken mededceling ontving eener aan laalstgemelden ter hand gestelde nota verbale van den baron Willmar, handelende over de regeling der gevolgen van de opzeg ging van het Nederl.-Belgisch tractaat van 1851. Bij die zelfde missive werd de baron Gericke uitgenoodigd om te doen gevoelen hoe men ver wachtte dat de Belgische regering het initiatief lot nieuwe onderhandelingen zou nemen. Aan deze uitnoodiging is door Zr. Ms. gezant gevolg gegeven. In Junij heeft daarop de Belgische minister van bnitenl. zaken, de burg graaf Vilain X1111de eerste openingen tot het voeren van onderhandelin gen gedaan. Naar aanleiding daarvan is eerst eene maand later de staats raad mr. I. Boeije dezerzijds naar Brussel afgevaardigd, ten einde met Zr. 3IS. gezant aldaar de voorbereidende grondslagen tot latere onderhande ling te regelen. Daags na aankomst van den lieer Boeije te Brussel werd intusschen reeds aan de Nederl. onderhandelaren, uit naam van den Belgi schen minister van buiten!, zaken, een volledig uitgewerkt ontwerp van tractaat aangeboden. Dit ontwerp is echter toen, en later in den loop der onderhandelingen, aanmerkelijk gewijzigd, op de vertoogen der Nederl. on derhandelaren, waarvan de een door ziekte is belet geweest het eindverdrag mede te onderteekenen, op het oogenblik dat de korte tijd, vóór 1 Jannarij 1858 nog overgebleven geen verder uitstel gedoogde. Het geheugen van den geachlen Belgischen staatsman moet hem dus, bij gelegenheid der bovenbedoelde discussie, minder getrouw zijn geweest, het geen te eer is te begrijpen, wijl hij geen deel aan de onderhandelingen nam, mede wegens ziekte en wegens daarop gevolgde langdurige afwezigheid. 'sGRAVENHAGE, 13 Maart. Men verneemt thans dat de koning heeft goedgevonden eervol ontslag te verleenen aan de ministers van finantiënjustitie, binnen- en buitcnlandsche zaken en koloniën, den heeren Vrolik, van der Brugghen, van Rappard, Gevers van Endcgeest en Myer cn in hunne plaats te benoemen: tot minis ter van fiinanliën, den heer m'. P. P. van Bosse; van justitie, den heer mr. C. II. B. Boot; van binnen), zaken, jhr. mr. J. G. II. van Tets van Goudriaan; van builenl. zaken, mr. J. K. baron van Goltstein en van koloniën, den heer J. J. Rochussen. Het heeft Z. M. wijders behaagd te bepalendat de overige ministers met hunne portefeuilles zuilen blijven heiast. Dientengevolge is het nieuwe ministerie aldus zamengesteld Nieuwe Ministers: Koloniën, de heer J. J. Rochussen, minister van staat, oud gouverneur- generaal van Ned. Indië. Finantiën, de heer mr. P. P. van Bosse, oud-minister, lid van de tweede kamer der staten-gcneraal en van den gemeenteraad van 's Gravenhage. Binnenlandsche zaken, de heer jhr. mr. J. G. II. van Tets van Goudriaan, commissaris des konings in de provincie Zeeland. Buitenlandsche zaken, de heer mr. J. K. baron van Goltstein, voorzitter van de tweede kamer der slaten-generaal. Justitie, de heer mr. C. II. B. Boot, lid van de provinciale stalen van Noordholland, burgemeester van Amsterdam. Aanblijvende Ministers. Marine, de heer mr. J. S. Lotsy. Oorlog, de heer generaal-majoor C. T. van Meurs. Hervormde eerediensl, de heer mr. W. Wiardi Beekman. Roomsch. Kalli. eeredienst, mr. J. W. van-Romunde. [De hoofdinhoud van dit berigt is reeds gisteren, afzonderlijk door ons medegedeeld. De bovenstaande opgave kan als officieel beschouwd worden. Alleen ver neemt men nog dat ook de heer Wiardi Beekman als minister voor de herv. en andere cerediensten aftreedt en dat zijne portefeuille ad interim aan den heer Boot is opgedragen. De aftredende ministers hebben heden namiddag ten 1 ure een afscheidsgehoor hij den konng gehad. Ook eenige der nieuw benoemde ministers zijn door den koning ontvangen. De kon. besluiten omtrent de nieuwe benoemingen zijn reeds geleekend en zullen heden avond in de Staats-Courant verschijnen. Door Z. M. is de heer van Rappard, aftredend minister van binuenL zakenbenoemd tot minister van staaten de lieer Wiardi Beekman af tredend minister van berv. eeredienst tot lid van den raad van state. De heer mr. C. H. B. Boot, nieuw benoemd minister van justitie, is thans alhier aangekomen. De heer J. J. Hupkens, eervol ontslagen griffier bij de arr.-regt'oank te Maastricht, is uit hoofde hij 60 jaren in 'slands dienst is geweest, door Z. M. benoemd tot ridder van de Eikenkroon. Aan den heer G. Webbers, ontvanger te Rotterdam, is op verzoek eervol ontslag verleend, behoudens aanspraak op pensioen. Tot grootmeesteres hij hel huis van II. M. de koningin is benoemd mevr.* de douairière van der Oudermeulen. Het Staatsblad bevat het op 3 Jul ij 1857 te Parijs gesloten tractaat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1858 | | pagina 1