LEYDSCHE
COURANT.
Wmi
WOENSDAG 10 MAART.
1858.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt
uit Zalurdag Avond,
üb sJl
N°. 50.
De Prijs der Courant is f 12 in liet jaar
de afzonderlijke Hommers tvordcn tegen 10
Centen afgegeven.
BHVRENLANDSCflJS BERIGTEN.
LEIDEN, 9 Maart.
Tn de vergadering van den gemeenteraad, gisteren gehouden, welke door
21 leden werd bijgewoond, is met 14 tegen 7 stemmen besloten, het bouwen
van een stads ziekenhuis aansluitende tegen het Nosocomium Acadethicum,
op den 15del1 Februarij 11. door J. C. van Berkum te Utrecht voor ƒ158,000
aangenomen, niet te gunnen.
Van goederhand wordt ons gemelddal de heeren Louis Brassin
pianist, en Jacques Dupitis, violist, die zich reeds in andere plaatsen van
ons land met toejuiching hebben doen hooren voornemens zijn aanstaanden
Maandag alhier in de gehoorzaal een concert te geven. Zonder twijfel
zal dit berigl door de beminnaars der toonkunst met tncer dan gewoon ge
noegen ontvangen worden.
Vergelijkende Staat van de zuivere opbrengst der opcenten en eigene
middelen, ten behoeve dezer gemeente geheven, gedurende de maanden
Februarij 1857 en 1858, alsmede van die opbrengst over de twee eerste
maanden dier beide jaren.
MIDDELEN.
i
jZuivere opbrengst over
de maand Februarij.
1857
1858
G eslagi[bijopcenten en invoer
liinnenl. Gedistilleerd {idem)
Huilenl. Gedistilleerd [idem]
Likeuren {idem)
Gemaal {eigen middel
Wijn, Fruit enKunstwijn(ïrf
Turf {idem)
Steenkolen {idem)
Brandhout {idem)
Zuivere opbrengst over dc
2 eerste maanden.
1857
1858
1538 23;/ 1742.95;-!/
3340.37 3368.49;
133.77; 261.01;
45.491 153 04
4006.35; 4714 11;
1468.80 1141 65
34.72.;!
521.55 j
11.85
3169.69;
7445.01;
321.75
58 39;
8182.43;
2936.47;
3495.34;
6694.67;
628.05"
153.04
9030 46
2760 60
119.88
604.15
93.30
i f 10533.03 1949.3!); f 22)13 70;/ 23579 50
Volgens het verslag van liet algemeen eommiité van de in Engeland
opgerigte vereeniging lot andersleuning der slagtoffers van den Indischen
opstand, is in Nederland tot genoemd doel ingeschreven voor een bedrag
van 422
Door den hevigen storm die zoo bier als elders in den nacht van
Zondag op Maandag heeft gewoed, zijn op onderscheidene plaatsen in meer
dere of mindere mate verwoestingen aangerigt. Vooral is zulks het geval
geweest in de omstreken van Rotterdam. De N. 11. C. deelt daaromtrent
de volgende bijzonderheden mede. Van verschillende huizen in en om deze
stad werden de daken beschadigd en schoorsteenen afgeworpen. Dc ruk
winden waren vooral tusschen 4 en 5 ure in den morgen zóó feldat o. a.
de haardoekfabriek van de heeren Hnygens Cic.onder Hillegersbergdaar
aan geen wederstand kon biedenzoodat het geheele gebouw in een puin
hoop veranderd werd. Een 5-tal schepen welke in den mond der ATugt-
haven lagen werden losgerukt en gedeeltelijk naar huiten gedreven; hel
mogt hun echter gelukken de haven weder te bereiken. De ducdalven
waaraan het schip Catharina Wilhelminadat aan de Nieuwe Sleephelling
hoven het Park lag, was vastgehecht, werden uit den grond gehaald, en
de zwaarste trossen gebrokenzoodat het schip de haven uit op stroom
dreef. Gelukkig had men het anker gereed en hield dit; anders was het
schip zeker aan den Zuidwal omhoog gedreven, en waren de gevolgen on
berekenbaar geweest. In den Kethel-polder is de woning, toebehoorende
aan van den Endeten gevolge van den hevigen stormgeheel ingestort.
In de Maas voor onze stad blijft het ijs van hoven steeds vast, en aange
zien er weinig eb komt, drijft er ook weinig af en blijft het opgepakt zitten.
Een ijsdam hij den Krimpenerwaard is, naar men ons verzekert, weg
geslagen en ook zegt men, dat de dijk van een polder bij Maassluis door
gebroken en dat daardoor een gedeelte van het Wesiland geïnundeerd is.
Alhoewel wij dit nog niet als stellig durven melden, zoo is het toch bijna
:zeker, dat er hier of daar eene waterkeering moet bezweken zijn, aange
zien het waler, dat eerst heden morgen ten 9 u. 10 min. hoog was, tus
schen 8 en 9 ure eensklaps circa een voet vieliets dal zonder bijoorzaken
.zeer vreemd zou zijn.
Te Rotterdam heeft gisteren Jacob Former, wonende in de Bleeker-
steeg, zijn 100st™ verjaardag gevierd. Altijd zeevarende geweest heeft hij
vele gevaren uitgestaan en zelfs in Turkye als krijgsgevangene 7 jaren in
fooeijen gezeten. Hij mag zich echter nu nog in eene vrij goede gezondheid
verheugen. Hij leest en schrijft nog zonder het gebruik van een bril.
Te 's Gravendeel heeft Vrijdag avond 11. een zware brand gewoed. Die
brand ontstond in de schuur van een voerman, alwaar 2 paarden, 4 lcoeijen
en 1 varken omkwamen. Twee ten zuidwesten belendende huizen, waaraan
het vuur zich mededeelde, werden daarna spoedig in de aseh gelegd. Onge
lukkig keerde nu de wind, waardoor de brand zich ten noordoosten uit
breidde, zoodal binnen korten tijd nog 6 gebouwen tot den grond waren
afgebrand. 9 gebouwen, waarvan 7 vlassersstellingen en een timmermans
winkel alsmede ovengenoemde schuurzijn geheel vernield, terwijl overigens
nog partijen vlas, lijnzaad en hooi door het vuur zijn verteerd. De oorzaak
is onbekend. Be gebouwen waren allen tegen brandschade verzekerd. 18
huisgezinnen zijn door dit onheil van hunne woningen beroofd.
Door curatoren van het gymnasium te Zutphen zijn twee voordragten
opgemaakt ter vervulling van de onderwijzersplaats in de wis- en natuur
kunde en van die in de aardrijkskunde en geschiedenis. Op de eerste zijn
geplaatst de heeren dr. Greeven, te Deventer en dr. fficezenhroek, te Veen-
dam; op de laatste de heeren dr. Huberts, te Gouda, en dr. Doorenbos, te
Winschoten.
Uit Drenthe verneemt men steeds van uitgebreide veenbranden. In
het gehucht Dalerveen is de brand ook overgeslagen lot de korenakkers,
waarin winterrogge was gezaaid, waardoor eene groote schade is veroor
zaakt. In het Lotlerveid, nabij Hoogeveen, was de brand in de veenen
mede van een hoog ernstigen aard. Alle eigenaren van de veenen, bijge
staan door eene menigte arbeiders, wenden alle mogelijke middelen aan,
zoo hij dag als hij nacht, om, zoo veel nog doenlijk is, het vuur te beteu
gelen, hetgeen echter, bij de droogte der veenderijen, het gebrek aan
water en bovenal door den hevigen wind, bijna ondoenlijk is. Reeds zijn
eene groote massa turf en eenige arbeiderswoningen van verschillende veen-
eigenaren, zoo hier als te Dedemsvaart, door het vuur vernield, en is de
schade zeer aanzienlijk.
Omtrent den brand te A'cenhuizen deelt dc Pr. Dr. Cour. nog dc
volgende bijzonderheden mede. In den namiddag van den 31!™ dezer merkte
de oppasser in de seabicuse zaal licht op een vlieringje of zoldertje boven
hem. Hij opende een luikje en de vlammen sloegen hem reeds tegen.
Onmiddellijk brengt hij hiervan berigt aan den directeur van dat geslicht,
doch toen men terug kwam, had de brand reeds zulke vorderingen ge
maakt, dal hij tot in de ziekenzaal was doorgedrongen en men de zieken
uil de vlammen moest redden. Aan den noordweslkant is ongeveer 25 el
lengte weggebrand, en meer westwaarts 12 el; 6 groote zalen, gemiddeld
door 80 personen bewoond, en 25 woningen voor militaire huisgezinnen,
benevens 2 woningen tot andere einden gebezigdzijn een prooi geworden
van het alles vernielende vuur. Naar opgaven der directeuren wordt het
verbrande meubilair op 8,000 begroot en dat der militaire huisgezinnen,
ook gedeeltelijk aan de maatschappij toebehoorende, op ƒ1,600. Allen lof
verdienen de directeurenopzieners en binnen-kolonislenwegens hunne in
het werk gestelde pogingen om den brand meester te worden.
Uit Venlo wordt gemeld dal in de afgeloopene week in die streek
twee branden hebben plaats gehad. Dc eerste ontstond onder Kevelaar en
sloeg naar de gemeente Bergen over. Daardoor werd eene aanzienlijke
hoeveelheid heide en een gedeelte van een dennenbosch vernield. De tweede
had plaats onder Afferdendie waarschijnlijk is aangestoken, en mede het
verlies van hakhout en dennenbosch, ter waarde van 3.000, ten ge
volge had.
Thans zijn openbaar geworden de stukken betreffende de bij de tweede
kamer ingediende begrooting voor het dep. van Oorlog, 1858. Hel eind
cijfer daarvan bedraagt ƒ11,536,300. lil de memorie van toelichting zegt
de minister o. a. het volgende
Voor den nieuw opgetreden minister was het werk der zamenstellir.g
eener nadere begrooting voor een dienstjaar dat reeds aangevangen is zeer
moeijelijk. Het was hem toch niet doenlijk, in een betrekkelijk zeer kor
ten tijd, de bestaande instellingen aan eene herziening te onderwerpen, zon
der welke herziening aan geene vermindering van uitgaven van eenige be-
teekenis kan gedacht worden. Hij heeft dus de begrooting van 1857 tot
grondslag zijner beschouwing moeten aannemen in het vertrouwen dat hem
de noodige tijd zal gelaten worden om eene herziening, zoo als hiervoren
bedoeldnaanwgezet te kunnen overwegen. Hij zou vooral gewenscht heb
ben om aan het bezwaar, tegen het eindcijfer der laatst ingediende begroo
ting ingebragl, te hebben kunnen te gemoet komen; doel) ook daaromtrent
verkeerde hij in eene buitengewone moeijelijkheiddaar hel bekend is, dat
het eindcijfer der begrooting van oorlog over 1858, zoodanig als het hij het
ingediend wets-ontwerp ten bedrage van 11,512,600 00 werd voorgesteld,
r.og verhoogd moet worden met eene som van 243,442.59als meerder
benoodigd wegens den hoogen prijs der fourrages. Het is echter zijn ernstig