KORT VERSLAG
ZITTING VAN BEN GEMEENTERAAD VAN LEYDEN.
(Bekoorende bij de Leydsche Courant van 23 December 3837, iP. 333.)
OER
a-ooo-o C c"fc-chx>-
Zitting van 31 Becetnber.
Tegenwoordig de Heeren de Hoen, Stoffels, Luzac, van der Boon Mesch,
Krantz, Tollens, Kluit, Driesscn, Siegcnbeek, Lisman, ten Sande, Hubrecht,
Ysselsteyn, Gevers, van der Hoeven, Olivier en de Voorzitter.
De aanteekeningen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
Daarna deelt de Burgemeester mede:
1°. Rapporten van het hezoekeu der navolgende instellingen, als:
a. het Roomsch-Calholijk Wees- en Oudeliedenhuis
h. het Evangelisch-Luthersch Wees- en Ondeliedenhnisen
e. het Minne- of Armen Oude Mannen en Vrouwenhuis.
2°. Dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuidbolland, van den 8stcn
December 1857waarbij de begrooting der dienstdoende Schutterij voor den
jare 1858 definitief is vastgesteld.
8°. Dispositie van hetzelfde Collegie, waarbij worden goedgekeurd de be
sluiten van den 3<ten bevorens: a. omtrent de onderharid.-che aanbesteding
der kolken en riolen aan A. Verhoog en 11. Filippo; b. tol het in gebruik
geven van een huis aan de Commissie van oppertoezigt en beheer over de
Kweekschool voor Zeevaart; c. houdende gunstige beschikking ten behoeve
JParmentier en Zonend. idem ten behoeve C. J. Zaalbergen e. tot den
openbaren verkoop van boomen.
Deze zijn aangenomen voor kennisgeving.
Vervolgens worden door den Burgemeester overgelegd:
1°. Rapport van Vrou'wen Kraammoedersop het adres om ontslag van de
Wed. W. M. Burgersdijk geb. Pas.
2°. Rapporten van Burgemeester en Wethouders:
a. op het aanzoek van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Breda
met betrekking tot de Spoorwegen
b. op het adres van J. van Drieltot het in gebruik bekomen van een
meststaal op de Oranjegracht, en
c. op het verzoek Van de Commissie van de Bewaarschool voor armen en
haveloozen in Wijk V, om wederom voor den tijd van 5 jaren, het
gebruik te hebben van het gebouw in de Oostvoidersteeg.
Is conform de voordragt besloten deze stukken, ter inzage van de leden
in de leeskamer neder te leggen.
3°. Voordragt tot vermindering van den prijs van het gaz en omtrent
andere punten de gasfabriek betreffende.
4°. Voordragt aangaande de bezoldiging van den comuiies-rocijer P. J. van
Sonderen.
Deze zijn ten fine van berigt en raad gesteld in handen der Commissie
van Financien.
5°. Requesten om tot Commissaris van de Vereeniging der Turfdragers te
worden benoemd, van H. van Ark, P. Coenders, J. W. Groot Enzerink en
J. J. Taffijn.
Gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt
en raad.
6°. Verslag door Dr. W. M. S. Junius, omtrent de in het Caecilia Gast
huis alhier verpleegde zieken, van 1° Januarij tot uit0 December 1856.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit aan te nemen voor ken
nisgeving.
Daarop brengt de Burgemeester in behandeling:
1°. De bedenkingen van den Minister van Binnenl. Zaken, medegedeeld bij
dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuidholland van den 1/4 dezer
maand aangaande het adres en de verordening in zake de invoering eener
peilrekening ter verzekering van den rijks-accijns op het geslagt alhier.
Gelet op het rapport van Burgemeester en Wethouders, is dienovereen
komstig na deliberatiemet algemeene stemmen tot de intrekking van bedoeld
adres besloten.
2°. Een bezwaarschrift van J. II. Wartjouw, tegen het kohier der plaat
selijke directe belasting over 1857, medegedeeld bij marginaal appointement
van den Staatsraad Commissaris des Konings in deze provincie, letter B.
N°. 7000 (3 Afd.), daarbij verzoekende zijnen aanslag met 1.32 te ver
minderen, uithoofde hij in de Rijks personele belasting eene vermindering
van 2.20 heeft erlangd.
Gezien het ingewonnen berigt van den Ontvanger van 's Rijks directe be
lastingen, waaruit de gegrondheid van het verzoek blijkt,
Gelet op bet rapport van Burgemeester en Wethouders
Is na deliberatie met algemeene stemmen beslotenbet verzoek van den
requestrant in te willigen, het kohier dienovereenkomstig te wijzigen en dit
daarna op nieuw vast te stellen.
3°. Een adres van Mr. L. C. Luzac, waarbij deze verzoekt, tegen een bil
lijken prijs den vrijen eigendom te erlangen van het ledig erf, gelegen naast
zijn huis op het Rapenburg, Wijk IV, N°. 872, en door hem, ingevolge
dispositie van den Maire dezer Stad dd. 12 April 1812, tegen eene jaarlijk-
sche recognitie van 12 met eenen muur omgeven en tot tuin gebruikt.
Gelet op de rapporten van Burgemeester en Wethouders en de Commissie
van Finantie
Is na deliberatie met 16 stemmenhebbende het lid Siegenbeek zichin
gevolge art. 46 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad R°. 85), wegens
aanverwantschap van medestemming onthouden beslotennadat het gebleken
was dat deze grond niet valt in de termen van art. 230 der even genoemde
wetaan den requestrant dezen grond in vrijen eigendom af te slaantegen
eene som van 300, onverminderd de verpligting tot betaling der recog
nitie voor bet loopende jaar.
4°. De benoeming van ambtenaren bij de actieve dienst voor de plaatse
lijke belastingen.
Gelet op het rapport van Burgemeester en Wethouderswaarbij is overge
legd een rapport van den Controleur (2e Afd.)
Zijn na deliberatie voor den tijd van een jaar, ingaande 1° Januarij aanst.
benoemd
Tot HoofdcommiesPaulus Johannes Boudewijn Zuurdeeg.
Tot Opziener bij dag: Cornells Capteyn.
Tot Opziener bij nacht: Jacobus Raaff.
Tot Commies-roeijerPieter Johannes van Sonderen.
Tot Commies-veescbatterJohannes Engels.
Tot Gaarders: Jan Frederik van Wijngaarden, Franciscus Doove, Johannes
Abraham van NielHendrik Eggink Johannes van Tertholen en Pieter de
Ridder.
Tot Commiesen portiers: Cornelis Pieter Stoppendaal, Izak Berg, Jan
Hendrik Timp, Pieter Bernardus van der Worm, Bartholomeus Kok, Willem
Monlagne en Hendrik Huntelman.
Tot Commiesen: Hendrik Bodijn, Adrianus Taffijn, Gerrit Jan Florijn,
Frans Wilhelm Langguth, Johannes Schreuder, Matthijs Francois de Wild,
Willem de Koning, Pieter van Weizen, Johannes Brakel, Christiaan Plu,
Johannes Leendert van der Noordaa, Abraham van der Walle, Josephus
Johannes van der LindenAugustus Eugenius Victor Ziedses Desplantes
Pieter Jacob 't Hoofd, Hendrik Poelijoe, Gerrit Tragoo, Johannes Philippus
van den Bosch, Gysbertus Matthias RooijaardsAntonius Johannes Heppen-
strijdt en Johannes Roos.
Tot Adsistent-Commiesen PortiersJohannes Cornelis de VroedeJohannes
Retel, Johannes Willem le Noble, Jacob le Mair, Jacob de Tombe en Jaco
bus Johannes Brakel.
5°. De Verordening voor de plaatselijke Schoolcommissie.
Na bet wisselen van algemeene consideratienworden achtereenvolgens de
verschillende artikelen, alleen met geringe wijziging van art. 5, onveranderd
aangenomen.
Vervolgens wordt de geheele verordening in rondvraag gebragt, luidende
als volgt
Art. 1. De plaatselijke Schoolcommissie bestaat uit twaalf leden.
Art. 2. De leden der Commissie worden door den Gemeenteraad, die
eene aanbeveling van twee personen voor iedere vacature, door de Commissie
in te dienen, ontvangt, voor drie jaren benoemd en zijn hij aftreding dade
lijk weder verkiesbaar.
Jaarlijks treden met den laatsten December vier leden der Commissie af.
Art. 3. Die ter vervulling eener buiten den gewonen tijd opengevallen
plaats benoemd istreed af op het tijdstipwaarop degeenin wiens plaats
hij is benoemdmoest aftreden.
Art. 4. De gewone tijd ter benoeming der leden van de Commissie is in
de maand December.
Art. 5. De Benoeming ter vervulling der plaatsendie door ontslag of
overlijden openvallengeschiedt binnen zes weken.
Art. 6. De leden der Commissie kunnen ten allen tijde hun ontslag
nemen.
Het wordt door hen ingezonden aan den Raad.
Art. 7. De Commissie kiest uit haar midden haar Bestuur en deelt de
benoeming daarvan aan Burgemeester en Wethouders mede.
Art. 8. De Commissie mag niet hesluitenzoo niet ten minste zeven
leden tegenwoordig zijn.
Alle besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen opgemaakt.
Art. 9. Het huishoudelijk Reglement, door de Commissie voor hare ver
gaderingen en Werkzaamheden vast te stellen, wordt aan den Raad mede
gedeeld.
Art. 10. De Commissie dient den Raad en Burgemeester en Wethouders,
over de tot haren werkkring behoorende zaken van berigt en raad.
Overgangsbepalingen.
Art. 11. De eerste benoeming geschiedt in de eerste Raadsvergadering van
Januarij 1858.
Burgemeester en Wethouders doen eene aanbeveling van twee personen
voor iedere te vervullen plaats.
Art. 12. Vier leden van de Commissie treden af met den laatsten De
cember 1858, vier met den laatsten December 1859 en de overige vier met
den laatsten December 1860.
Het lot bepaalt den tijd waarop elk der leden aftreedt.
En wordt deze met algemeene stemmen vastgesteld.
Waarna do Vergadering is gesloten.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van be Wed, LA LAU.