LEYDSCHE COURANT WOENSDAG 16 SEPTEMBER. 18l)7. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt uit Zaturdag Avond. De Prijs der Courant is ƒ12 in het jaar de afzonderlijke Nonwiers worden tegen 10 Centen afgegeven. BINNENLAN'DSCIIE BERIGTEN. LEY DEN, 15 September. Volgens beriglcn bij liet Dep. van Marine ingekomen, is het stoom schip Groningen, aan boord van welken bodem Z. K. [I. de Prins van Oranje zich bevindt, ie Valencia aangekomen. Vervolg van den hoofdinhoud der akte van beschuldiging in de bekende zaak der Maleijers. Dij de instructie dezer zaak is verder gebleken Dat den 12,!e" Aug., ten 10 ure, de lslc beschuldigde op het dek is ver schenen en op zijn boolsmansfluilje heeft geflotenop welk teeken al de beschuldigden op liet dek tot hem gekomen zijn en zich bij hem verzameld hebben, dragende hunne scheepsmesscn ter zijde; dat de lstc beschuldigde nlsiocn tot den Kapitein gerigt heeft de vraag om ander voedsel voor de beschuldigden, en, op het herhaald weigerend antwoord des Kapiteins, het verlangen heeft genit otn allen aan wal te worden gezel; waarop de Kapi tein verklaart knorrig te hebben geantwoord: als je naar den wal wilt, zwem er dan heen;" terwijl de Ist0 beschuldigde, volgens de verklaring van den Kapitein en de Stuurlieden Vermeulen en Darends, tol den Kapitein heeft gezegd, dat het schip dan noch in Holland, noch op Java zou terug komen, welk zeggen de lstc beschuldigde echter heeft ontkend te hebben geuit; bewerende te hebben gezegd: «als gij ons niet hebt. hoe kan het schip dan over zee komen?" dat op dit gesprek is gevolgd ecne bestorming der campagne, terwijl de 1 l'lc beschuldigde, Klaas Ledesmadie, volgens getuigenis van den tweeden Stuurman Vermeulenhierbij het eerst de trap pen van de campagne is opgekomen, riep: Djaga! Bjaga! hebbende die be schuldigde een en ander evenwei ontkend; dal bij gelegenheid dier bestor ming een gewelddadige aanval heeft plaats gehad op de personen van den Kapitein Coopmans en den eersten Stuurman Soil"; dal bepaaldelijk de lsle, 2<ie cn 4de beschuldigden den Kapitein hebben aangegrepen, en met dezen geworsteld, gedurende welke worsteling den Kapitein is loegebragt eenc gestokene wonde onder den linkerschouder; da! de Kapitein verklaard heeft, dat bij deze worsteling zijne aanvallers dadelijk zijne beide handen hebben vastgehouden, doch dal hij, zijne regterhaud vrij gekregen hebbende, een geladen revolver vóór uit zijn broekzak heeft getrokken en toen getracht heeft zijne linkerhand vrij te krijgen, ten einde zijn wapen in slaat te brengenom er gebruik van te kunnen makendat echter de lste beschul digde hem dien revolver heeft ontrukt, hem denzelvcn tegen de keel gezet en den haan afgetrokken; dat echter deze revolver, ofschoon geladen, niet had kunnen afgaan, omdat de cilinder niet gerigt was, welke poging om den Kapitein te doorschieten ook door den eersten Stuurman Soff is waar genomen; dat de genoemde Ist", 2de en 4dc beschuldigden den Kapitein vast hielden en wel, volgens de verklaring van den tweeden Stuurman Vermeu len, een hunner aan de becnenterwijl zij hem, volgens de verklaring van den derden Stuurman Darends, reeds ter halverwege over de ijzeren leuning hadden, ten gevolge waarvan deze beide Stuurlieden, evenzeer als de Kapi tein meendendat zij den laatstgenoemden over boord wilden werpen hetgeen deze ook verklaart te hebben gekeerd, door zijn voet om een ijzeren lick te slaan; dal de tweede Stuurman Vermeulen, toegeschoten zijnde om den Kapitein te ontzetten, met een sabel op diens aanvallers heeft ingehou wen, den 2d™ beschuldigde op zijn hoofd en den 4llcn op zijn arm heeft ge raakt, waarop zij den Kapitein hebben losgelaten en met den lstcn beschul digde naar voren weggeloopen zijn; dal de kok Dunnewijkdie den lstcn beschuldigde met den Kapitein op de campagne bezig heeft geziendezen tegen het want drukkende, een pistool, dal hij vond liggen, heeft opgeno men cn gezet op de borst des 4dc" beschuldigde, die met den lstcn bij den Kapitein stond, doch welk pistool weigerde, hebbende de 4dc beschuldigde erkend, dat, gelijk hij het noemt, de kok op hem geschoten, doch hem niet geraakt heeft; dat de Kapitein, ontzet door den tweeden Stuur man zich willende begeven van de campagne langs den trap naar het dek om de overige schepelingen te hulp te roepen, alstoen door cenige der be schuldigden op nieuw is aangevallenwelke hem met snijdende werktuigen «en 17-tal wonden, meer of minder zwaar, aan de linkerhand hebben loe gebragt; dat de lstc beschuldigde, de opgegeven toedragt van den aanval op den Kapitein wedersprekende, ontkennende hem te hebben gestoken, een pistool op de keel gezel of over boord willen werpenheeft opgegeven dat terwijl hij met den Kapitein stond Ie spreken, er een schot uit de kerklanlaarn is gevallen, waardoor niemand gekwetst werd; dat de Kapitein daarop zijn' jas open deed, waaronder twee pistolen waren ver- horgen waarvan hij er één trokwelks haan hij wilde spannenwaarom hij I** beschuldigde hem dit pistool heeft uit de hand gerukt cn het op het dek geworpen; dal de Kapitein toen een tweede pistool heeft ge trokken hem lslcn beschuldigde van zich heeft afgeduwd, die daardoor achteruit struikelde cn viel, wanneer de Kapitein dat pistool op hem, toen hij juist wilde opslaan, afschoot, en hem met den kogel in de lin kerborst getroffen heeft, zoodat hij nedervicl bij den trap der campagne, en hij volstrekt niet weetwat er verder met hem is gebeurddat de lslc Stuurman Soff, die verklaard heeft, dal, bij het begin van den aanval, hij, evenmin als de Kapitein, den tijd gehad heeft om zijn pistool te trekken, en dat hij terstond door 8 man is besprongen, gedurende de worsteling met zijne aanvallers heeft bekomen cene gestokene wonde in de linkerzijde, onder de korte ribbe, en twee gehouwen wonden op het hoofd, van welke verwondingen gezegde Stuurman wel vermeent, maar niet met zekerheid kan verklaren, dal de gestokene hem zou zijn toegebragt door den lld™ beschuldigde Klaas Ledesma, die zulks echter heeft ontkend, of schoon belijdende, dal hij, vrcczendc, dal de lsl<! Stuurman schieten zou, hem wel bedreigd heeft met zijn sehcepsmes, om hem daarmede bang te makentoen hij beneden op het dek bij het trapje van de campagne stond dal het den Kapitein en ls,cn Stuurman gelukt is de kajuit te bereiken, waar, met uitzondering der beide andere Stuurlieden, alstoen al de leden der Europcsche bevolking van hel schip aanwezig warendal de 3dc Stuur man Darends verklaard heeft, dal, hij ook, tol hulp des Kapiteins toege schoten, den trap van de campagne zullende opgaan en zich zooveel mo gelijk met een' sabel verwerende, van den 2den beschuldigde een slag met eenc handspaak op den reglerarm heeft bekomen, welke een breuk van het ondergedeelte van dien arm heeft te weeg gebragtwordende hel toebren gen van dezen slag door den beschuldigde ontkend; dat de 2de Stuurman, in de kajuit toevallig een pistool op tafel vindende liggen, dit terstond naar boven heeft afgeschotenzonder met zekerheid te kunnen zeggenof hij iemand geraakt heeft, ofschoon zulks vermeenende, daar het scheen, alsof beschuldigden iemand opraapten cn wegdroegen, gelijk ook de 3Jc Stuurman heeft verklaard; dat de Enropesche bevolking van het schip de kajuit niet koude verlaten, daar de beschuldigden, alles vernielende, de deuren had den digtgespijkerd, voor de ramen, op het dek uitkomende, planken had den bevestigd cn de kap bleven bewaken, dcor welke (terwijl de Kapitein, volgens den 3dcn Stuurman Barends, den beschuldigden toeriep, dal hij hun in alles genoegen zon geven, en, volgens deze, den 2,lcn Stuurman Ver meulen, den kok Dunnewijk en den Hofmeester Haider de Ia Laine, onder vcrlooning van een stuk ham, hun onder anderen toeriep: cassi sampi dal hij hun vleesch zou geven) allerhande brandbare en brandende stoffen naar heneden in de kajuit werden geworpen, waar de daardoor ontstaande brand slechts met moeite werd tegengegaan, door middel van wollen de kens, die door de openslaande lenspoorten ter bevochtiging in het water werden ncdergclalcnen door middel van door gezegde poorten geschepte polten water; dat, onder hel zooveel mogelijk blusschen van den brand in de kajuit en nadat verscheidene uren daarin waren doorgebragt, de jongen Blanken door een patrijspoortje heeft gezien dat de beschuldigden in de barkas wegvoeren, hetgcc-n hij aan den Kapitein heeft medegedeeld, die zich daarvan heeft vergewist, waarna, na vruchtelooze poging om de ka- juilsdcuren open te maken, met alle krachten de kerkskap is opengebro ken waardoor de 2dc Stuurman Vermeulen het eerst en vervolgens de overigen op het dek gekomen zijn, en de gewondene geholpen zijn; dat, op het dek gekomenmen zag dal de beschuldigden zich in de verte ver wijderden en de Twenthe een verschrikkelijk tooncel van verwoesting verloo- nende, aan verschillende kanten in brand, terwijl de 2de Stuurman Ver meulen zich desniettegenstaande terstond naar voren begaf, om te zien, of er daar ook nog van de beschuldigden verstoken waren, en hoe liet daar met den brand gesteld wasdoch niet naar beneden kon komendaarin verhinderd door de hem te gemoet komende rook cn vlammen; dal ver- gcefsche pogingen zijn gedaan tot blussching van den brand, welke po gingen niet in uitgebreide of afdoende mate konden worden aangewend, daar de brandspuit was vernield, de putsen niet werden gevonden, en de verwoestingin welke de beschuldigden het schip hadden gebragt en met de door hen weerloos gemaakte, van vlammen omringde, Euro pcsche bevolking, aan haar lot overgelaten, zoo groot was, dat slechts een enkele koperen ketel en casserol aanwezig werd bevondenwelke geschikt waren om «enigermate bij de blussching te worden gebruikt; datvermits de weinige handen en onvoldoende hluschmiddelen het meer cn meer de overhand krijgende vuur niet konden meester wordenhet schip noodwendig moest worden verlatenterwijl ook gevreesd werddat het vuur het kruid mogt bereiken; dat inmiddels ontdekt werd een schip, op de Twenthe aanhoudendewaarna is gebruik gemaakt van den éénigen nog nevens het schip aanwezig bevonden sloep, welke, vol water zijnde, zoo goed mogelijk is uilgchoosd, waarin de Europesche leden der bevolking van het schip zich hebben begeven, met achterlating van al wat zij bezaten,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1857 | | pagina 1