KORT VERSLAG ZITTING VAN DEN GEMEENTERAAD VAN LEYDEN. OER (Be hoor end e bij de Leydsche Courant van 3 Augustus 3857, iF°. 92.) OOOO-O^C-frO-O-O Zitting Tan 30 JuliJ. Tegenwoordig de I1H. LeembruggenKluit, Ysselsteyn, Siegenbeek, Lis man, Stoffels, Luzac, Kranlz, ten Sande, Olivier, de Moen, van der Boon Mesch, Hubrecht, Gevers, du Rieu, van der Hoeven en de Voorzitter. Nadat de Burgemeester heeft medegedeeld dat de Heer Huyser kennis heeft gegeven verhinderd te zijn deze vergadering bij te wonenworden de Notulen van de vorige vergadering gelezen en goedgekeurd. De Burgemeester deelt vervolgens mede: 1°. Eenc dispositie van Gedeputeerde Stalen van Zuid-Holland van den 21 dezer maand, GS. n°. 13, houdende mededeeling, dat de magtiging tot regeling van gemeenschappelijke zaken met het gemeentebestuur van Amster dam niet kan worden verleendvoor en aleer daarop de goedkeuring des Konings zal zijn verkregen, waartoe met Gedeputeerde Staten van Noord- Holland in overleg dient te worden getreden. 2°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van den 22 dezer maand, GS. n". 26, waarbij wordt goedgekeurd het raadsbesluit van den 16 bevorens tot uitgifte van gemeentegrond aan II. A. Schmier. 3°. Eene missive van P. Venker, waarbij deze zijn dank betuigt voor het voorregt, dat aan zijn zoon André Matlhieu gedurende 6 jaren de vrije toe gang tot de lessen van het Stedelijk Gymnasium werd vergund. Allen aangenomen voor kennisgeving. De Burgemeester legt over 1°. De Geraeenterekening over 1856. 2". De rekening van Mrcn Regenten van het Evangelisch Luthersch Wees- en Oudeliedenhuis over 1856. 3°. Voorschriften betreffende de inrigting der begroolingen en rekeningen van de instellingen van weldadigheid. Gesteld in handen van de Commissie van Finantie ten fine van herigt en raad. 4°. Eenc missive van Jhr. P. E. M. van Bommel, waarbij deze zijn ont slag verzoekt als Regent der R. C. Arinen en Weezen. In handen van Regenten dier instellingen ten fine van herigt en raad. 5°. Een adres van Broodkeurders houdende verzoek lot verhooging hunner jaarwedde. 6». Een adres van Alida de Rek, waarbij deze verzoekt haar li el ge meentegrond nabij het turfdragershuisje af te staanten einde aldaar geringe eetwaren op een wagen ten verkoop te stellen. In handen van Burgemeester en Wethouders ten fine van berigt en raad. 7°. Rapport van Burgemeester en Wethouders omtrent het voorstel van het raadslid Dr. C. W. II. van Kaathoven, betreffende de riolen binnen deze gemeente. Nedergelegd ter visie van de leden in de leeskamer. De Burgemeester stelt aan de orde van den dag: 1°. De benoeming van leden en plaatsvervangers voor het stembureau hij de verkiezing van een lid voor de 2de Kamer der Staten Generaal. Nadat de HH. Stoffels, Gevers en Leembruggen waren aangewezen om met den Burgemeester het bureau van stemopneming uit te maken, is men tot de stemming overgegaan, en blijkt het bij 17 stembilletlen, overeenkomende met het getal aanwezige leden, dat zijn uitgebragt op de HI1. du Rieu 9, ten Sande 8, Hubrecht 5, Ysselsteyn 4, Siegenbeek 3, Gevers 2, Lisman, de Moen en Huyser ieder eene stemmen. Weshalve benoemd zijn de Hecren du Rieu en ten Sande, terwijl de ove rige leden van dezen Raad verzocht zijn bij afwezigheid of ziekte als plaats vervangers op te treden. 2°. De rekening van Commissarissen dezer Stads Bank van Leening over 1856. Nadat de Voorzitter en de leden Siegenbeek en ten Sande als rendanten zich ingevolge art. 24 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85) verwijderd hadden, is onder voorzitterschap van den Wethouder Stoffelscon form het rapport van de Commissie van Finantie, deze rekening met algemeene stemmen opgenomen en goedgekeurdin ontvang lot een bedrag van ƒ293731.993 en in uilgaaf ad 285821.293sluitende alzoo met een batig saldo van 7910.70, hetgeen de rendanten gehouden zijn in hunne eerstvol gende rekening in ontvang te verantwoorden. 3°. De rekening van de Gemeente-Apotheek en de vereenigde Gast- en Leprooshuizen over 1856. De Heer van der Boon Mesch als gecommitteerde lot de administratie dezer instelling, ingevolge art. 24 der wet van 29 Junij 1851 (Stbl. n°. 85), zich tijdens de opname dezer rekeningen verwijderd hebbende, worden deze, over eenkomstig het rapport van de Commissie van Finantie, met de daarbij over gelegde staten van af- en overschrijving opgenomen en goedgekeurd, als: 1°. De rekening van de Stads-Apotheekin ontvang tot 4784.40 en in uitgaaf tot ƒ5060.76, alzoo sluitende met een nadeelig saldo van ƒ276.36, hetgeen in uitgaaf van de rekening van de vereenigde Gast- en Leprooshuizen over dat jaar zal worden geleden, en 2°. De rekening van de vereenigde Gast- en Leprooshuizenin ontvang tot 14437.51 en in uitgaaf tot f 11587.123, sluitende alzoo met een ba tig saldo van 2850.385hetgeen de rendanten gehouden zijn in hunne eerstvolgende rekening in ontvang te verantwoorden. 4®. Eene missive van den Staatsraad Commissaris des Konings van den 2 dezer maand, daarbij, onder kennisgeving dat de regering besloten beeft de gemeentebesturen, die de betaling geweigerd hebben der kosten van ver pleging enz. van veroordeelde bedelaars en landloopers, verschuldigd lot den 1 September 1854, te dier zake in regten aan te spreken, en dat dit ver schuldigd achterstallige voor deze gemeente bedraagt: over 1852 11976.615 1853 11345.435 over 1854 tot 1 September 11377.24 voorts Burgemeester en Wethouders uitnoodigende hiervan mededeeling te doen aan den Gemeenteraad, en overigens in overweging gevende om in over leg met den Raad reeds nu maatregelen te beramen tot voldoening van dezen achterstand en een voorstel te doen om bet verschuldigde in eenige jaarlijk- sche termijnen af te betalen. Conform het rapport van Burgemeester en Wethouders is met algemeene stemmen besloten deze missive aan te nemen voor kennisgeving. 5°. Eene voordragt van Burgemeester en Wethouders, tot het voeren van een regtsgeding tegen de Commissie vau bedijking en droogmaking der Huis- zitten- en .Meeslouw erpolders onder Slompwijkter zake eenen door hen ver schuldigde recognitie, tevens daarbij voorstellende daartoe een regtskundig onderzoek in te winnen, en zulks bepaaldelijk bij eenen regtsgeleerde builen den Raad. Na het wisselen van consideratien vooral omtrent het punt, of dit advies door eene Commissie uit den Raadof door eenen regtsgeleerde builen hem zoude worden gegevenis het voorstel van Burgemeester en Wethouders met 13 tegen 4 stemmen, zijnde die van de leden Leembruggen, Lisman, Kranlz en van der Hoeven aangenomen. 6°. Voorstel van het Raadslid Mr. C. W. Hubrecht, tot wijziging der artikels 59 en 61 der Algemeene Politie Verordening. Gelet op het rapport van de Commissie tot de strafverordeningen, strek kende om dit voorstel als in strijd met art. 138 der Gemeentewet niet aan te nemen Is na deliberatie met 9 tegen 8 stemmen besloten zich met het voorstel van het raadslid Hubrecht te vereenigen. Voor stemden de leden Leembruggen, Kluit, Ysselsteyn, Luzac, Krantz, ten Sande, Hubrecht, Gevers en du Rieu. Tegen de leden Siegenbeek, Lisman, Stoffels, Olivier, de Moen, van der Boon Mesch, van der Hoeven en de Voorzitter. 7°. Een adres van J. Holtz c. s., daarbij eenc wijziging verzoekende in art. 74 der Algemeene Politie Verordening. Overeenkomstig het rapport van de Commissie tot de strafverordeningen is met algemeene stemmen besloten tot eene w ijziging van dat art. over te gaan. Hierna zijn met algemeene stemmen de door het lid Hubrecht voorgedra gen wijzingingen van de artt. 59 en 61, en die door de Commissie tot de strafverordeningen van art. 74der Algemeene Politie Verordening vastgesteld, luidende als volgt Art. 59. Zonder schriftelijke toestemming van Burgemeester en Wethou ders is het verboden gemeentegrond te gebruiken tot het opslaan, uitstallen, bergen of bewerken van goederen. Art. 61. Onverminderd bet bepaalde bij art. 471*1 van het wetboek van strafregt, is het verboden, zonder schriftelijke toestemming van Burgemeester en "Wethoudersen niet dan tegen betaling, volgens een door den gemeente raad vastgesteld tarief de straat te heieggen, bezetten of behangen met werk tuigen of gereedschappenmet materialenkleederen of eenigerlei andere goederen. Bij misbruik van dit verlof zal het door Burgemeester en Wet houders worden ingetrokken. Ingeval bovengenoemde voorwerpen zonder verlof op gemelde plaatsen ge legd, gezet of gehangen zijn en niet terstond, op eene waarschuwing van wege den Burgemeester gedaanworden weggeruimdworden zij van ge meentewege weggevoerd. Ditzelfde beeft plaats, wanneer, na bekomen verlof, meer plaats ingeno men wordt dan afgestaan is. Art. 74. Niemand mag, ten zij hij daartoe van Burgemeester en Wet houders schriftelijk verlof bekomen hebbe, eenige secreten, secreetputten of riolen ruimen of doen ruimen, noch eenig beer of secreetvuil vervoeren of doen vervoerendan tusschen 11 ure des avonds en 5 ure des oebtends. 8°. Een adres van het Muziek-gezclschap Musis Sacrum, houdende het ver zoek om het gebruik van de Gehoorzaal voor zijne concerten en repetitien tegen verminderd tarief te erlangen, van den 1 Julij dezes iaars tot den 30 Junij 1858. Gelet op de rapporten van Burgemeester en Wethouders en de Commissie van Finantie, Is de conclusie van het rapport van Burgemeester en Wethouders in rond vraag gebragt, strekkende om dit verzoek in te willigen, en de huurprijs op ƒ20.te bepalen en met 12 tegen 5 stemmen, zijnde die van de leden Lisman, Luzac, de Moen, du Rieu en van der Hoeven, aangenomen. 9°. Een adres van de gezamenlijke Agenten van Politie, houdende verzoek tot verhooging hunner jaarwedden. Overeenkomstig de rapporten van den Burgemeester en de Commissie van Finantie is met algemeene stemmen besloten hunne jaarweddenaan te vangen den 1 Januarij aanstaande, met 50.te verhoogen, terwijl op voorstel van het lid van der Boon Mesch goedgevonden is deze verhooging van jaar wedde eenen aanvang te doen nemen met den 1 Julij dezes jaars. Waarna de vergadering is gesloten. te zamen 34699.29, Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. G. LA LAU.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1857 | | pagina 5