zake van de dooi' hem aan boot'd van het stoomschip Amsterdam, in 185G
bcwezenc diensten.
Tot Ontvanger te Woudenberg en Renswoude is benoemd de Heer
J. C. E. Sala, thans Surnumerair der directe belastingen in Noordbrabant.
H. II. de Koningin, vergezeld van Prins Alexander en een gevolg van
19 personen, zal Haandag morgen naar Hellevoetsluis vertrekken, en aldaar
Op de stoomboot Cycloop gaanom naar Engeland over te steken. De af
wezigheid van 11. M. zal 4 weken duren.
Bij de Tweede Kamer is van Regerings-wege ingekomen het ontwerp
ecner wet, waarbij, voor den tijd van 5 jaren, aan den Raad van de ge
meente Haarlemmermeer, de bevoegdheid wordt verleend om, onder 'sKonings
goedkeuring, van de in die gemeente gelegen landen, welke vrijdom van
grondlasten genietenecne belasting van ten hoogste e'e'n gulden per bunder
te heffenom daarmede in de uitgaven der huishouding te voorzien.
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Zitting van Donderdag 9 Julij. (Nader Verslag).
De Heer Godefroi heeft in het breede ontwikkeld, dat de gemengde
school noch voor de Christenennoch voor de Israëliten hinderlijk was.
Wil men, door de wet omtrent de omschrijving van het onderwijs te doen
zwijgende klip omzeilenmen zou alsdan het doodvonnis over de ge
mengde school uitschrijven. Hij zal voor het artikel stemmen, zonder te
kort te doen aan de gemoedsbezwaren zijner gcloofsgenoolenbehoudens
weglating van al. 4.
De Ueer Baud heeft zich verklaard voor al. 13; hij wenscht verduide
lijking van al. 2, en verklaart zich legen het amendement van den Heer
Thorbecke.
De Minister van Binncnl. Zaken heeft omtrent het amendement van den
Heer Thorbecke te kennen gegeven, dal het doel en de strekking daarvan
dezelfde zijn als in het ontwerp. De Regering stelt echter prijs op hare
redactie, en blijft op de aanneming daarvan aandringen. Z. Exc. heeft
verder betoogd, dat de woorden Christelijke deugd, niemand behoeven te
kwetsen, en dal bij de bestaande publiciteit van den tegenwoordigen tijd,
er groote waarborgen bestaan tegen alle mogelijke misbruikenzoodat daar
voor geen vrees behoeft te bestaan.
Zitting van Vrijdag 10 Julij.
Voortzetting der behandeling van art. 22 al. 13.
De Minister van Justitie zegt dat hij ingevolge gedane belofte niet kan
zwijgen. Hij gevoelt al het moeijelijke zijner taak, want hij voorziet, dal
op zijne woorden bijzonder zal worden gelet en ze eenigermate zullen wor
den geëxploiteerd, zoo door hen die in art. 22 te veel, als door hen die er
te weinig in vinden. De Heer Groen zal hem moeten verschoonen, dat hij
hem niet bepaaldelijk zal tegenspreken, omdat hij vreest, dat hij daardoor
te uitvoerig zou zijn, ook gelooft hij, dat eene opzettelijke wederlegging
van den Heer Groen hier niet te huis behoort, maar eigenaardig meer het
onderwerp kan uitmaken van een philosophisch en theologisch dispuutcollegie.
Daarop behandelt Z. Exc. de vragenwat is opleiding lot Christelijke
deugden naar den geest van het voorstel? wat is ergernis geven aan anders
denkenden? wat is hun godsdienstig gevoel niet eerbiedigen, vooral met het
oog op de Israëliten? en eindigt zijn uitvoerig betoog met een kort woord
over het amendement van den lieer Thorbecke, waartegen Z. Exc. zich
verklaart.
Na den Minister spreken nog de Heeren van Wintershovenvan Heiden
Reineslein, Wybenga, Luyben en Groen van Prinslerer. Deze laatste spre
ker betoogt hoofdzakelijk het volgende: a. Indien het woord Christelijk
en al. 4 wegvallendan is deze wet dezelfdewaartegen het petitionnement
gerigt werd. b. Indien het woord Christelijk blijft, dan is de wet nog
erger, omdat daardoor heiligschennis gepleegd wordt en men steun geeft
aan eene voor de minderheden gevaarlijke practijk. c. De wet zal, naar
des sprekers meening worden aangenomenen dat zal hel gevolg zijn van
die zucht tot afdoeningwaaraan wij reeds vele organieke wetten te dan
ken hebbenen op grond van die dubbelzinnigheidwelke aanleiding zal
geven tot proselitisme van de gevaarlijkste soort. d. De groote meerderheid
der Kamer is homogeen met het Ministerie. Ook de meerderheid van 1856,
omdat zij de wel beschouwt als haar werken het Ministerie als haar
werktuig, dat zij niet verbreekt, eer het werk geleverd is. e. De slotsom
van al het gebeurde is, dat hetgeen geschied is eene ergere politieke mysti
ficatie is dan in 1853.
De Minister van Justitie meent, op de gehouden rede niet anders te moe
ten antwoorden, dan zijne diepe verontwaardiging te kennen te geven over
het kunstig zamenste!dat de vorige spreker zich heeft veroorloofdom
een Minister des Konings in een bespottelijk daglicht te stellen en in het
oog des volks te vernederen. Hij zal dien spr. niet beantwoordenmaar
hij meent toch te moeten zeggen, dat het hem voorkomt, dat het regt van
spreken geenszins het regt geeft om zich alles te veroorlovenwal snijden
of pijnigen kan. «Mijne regtvaardiging voor mijn gedrag" zegt de Minis
ter, «laat ik over aan de nakomelingschap."
De Heer Groen is op zijne rede teruggekomen en heeft zijne bedoelingen
nader toegelicht.
De Heer Thorbecke heeft den Heer Groen beantwoord, en vervolgens zijn
amendement nader verdedigd.
De lieer van Nispen brengt hulde aan de redevoeringen der beide Ministers),
maar vreest, dat ieder in het woord Christelijkzijn Christendom zal zien.
Nadat de Minister van Binnenl. Zaken de redactie van de Regering tegen
over de amendementen had verdedigdwerd bepaald de beraadslagingen op
morgen voort te zetten.
Zitting van Zaturdag 11 Julij.
In deze zitting spreken over al. 13 de HU. MeeussenForeest, de Mi
nister van Binnenl. Zaken, Ter Bruggen Hngenholtzvan Wintershoven,
van Nispen van Zevcnaar en Luybenwaarna de beraadslagingen worden
gesloten. Daarna komt in behandeling alinea 4.
Hieromtrent worden 2 amendementen voorgesteld, strekkende om die ge
heel te doen wegvallen. Hierover voeren nog het woord de HH. Winlgens
en de Minister van Justitie, waarna de beraadslagingen mede worden ge
sloten, en de vijf verschillende amendementen in stemming gebragt.
Het amend, van den Heer Meeussen, strekkende om aan het slot van al. 2
weg te laten de woordenHij prent aan de kinderen dien eerbied inen
wekt hen op tot onderlinge liefde en verdraagzaamheid," wordt aange
nomen met 36 legen 29 stemmenen dat van den Heer van Akerlaken en
negen andere leden, van gelijke strekking als het amend, van den Heer
Blaupot ten Cate om de geheele 4e al. van art. 22 te doen wegvallenmede
aangenomen met 63 tegen 2 stemmen.
Vervolgens wordt het geheele gewijzigde art. 22 aangenomen met 45
tegen 20 stemmen. Art. 22 luidt thans aldus:
«Het schoolonderwijs wordt, onder het aanleeren van gepaste en nuttige
kundigheden, dienstbaar gemaakt aan de ontwikkeling van de verstandelijke
vermogens der kinderen en aan hunne opleiding tot alle Christelijke en
maatschappelijke deugden.
«De onderwijzer onthoudt zich van iels te leerente doen of toe te la
ten, wat strijdig is met den eerbied, verschuldigd aan de godsdienstige
begrippen van andersdenkenden.
Het geven van onderwijs in de godsdienst wordt overgelaten aan de
kerkgenootschappen. Hiervoor kunnen de schoollocalen buiten de school
uren ten behoeve van de leerlingendie er ter school gaanbeschikbaar
worden gesteld."
Hierna wordt besloten art. 3 aan te houden lot na de behandeling van
art. 35. Art. 2327 worden na eenige beraadslaging aangenomen.
BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
BELGIE.
BRUSSEL, 10 Julij.
De Prins van Wallis is op zijne reize naar Duilsehland alhier doorgeko
men en heeft slechts kort vertoefd. Hij heeft het slagveld van Waterloo
bezocht.
Een Engelsch gelukzoeker heeft alhier onderscheidene kunsthandelaars
opgeligt, zich uitgevende voor een koopman in schilderijen. Na eerst voor
10,000 fr. gekocht en betaald te hebbenheeft hij zich later van een aantal
schilderstukken, ter waarde van 50,000 fr.meester gemaakt, en is daar
mede vertrokken.
In de kerk van den II. Servaas te Schaarbeek, nabij deze stad, heeft
de bliksem zware oude eiken balken gespleten of in splinters geslagen, al
de leijen losgerukt of weggevoerd, een venster uit den toren een eind weg
in den tuin geworpen, en een zware gehouwen steen van zijn plaats gerukt
en voor de sacristie geworpen, alles zonder brand te veroorzaken.
EXGELAN».
LONDEN, 9 Julij.
De Kanselier der schatkist heeft 500,000 aangevraagd tot betaling
der kosten van den oorlog met Perzic, en eene gelijke som om de eerste
kosten van den oorlog met China te bestrijden.
Het gevoelen van Lord Palmerstonomtrent de doorgraving van de
landengte van Suezvindt over tegenspraak. Zoo de Onderkoning van Egypte
zich onafhankelijk wilde verklarenzou hij de onderneming niet bescher
men en voor den handel kan de doorgraving niet anders dan gunstig zijn.
De onlangs overleden Graaf van Morninglon levert een nieuw voor
beeld van het onzekere der fortuin op. Terwijl toch die edelman vroeger
een jaarlijksch inkomen van ongeveer 100,000 genoot, ontbeerde hij door
zijne verkwistende levenswijze gedurende de twee laatste jaren de noodige
levensbehoeften. Hij was een neef des Herl.ogs van Wellington en diens
zoon deed hem gedurende den laatslen tijd een weekgeld van 10 uitbe
talen. Zijne echtgenoote overleed in een armen-gesticht.
Eene alhier ontvangene dépêche, die de aankomst der Indische land-
maal op Egyptisch grondgebied vermeldt, moet de lijding behelzen dat de
opperbevelhebber des legers in lndië, aan het hoofd eener aanzienlijke
krijgsmagt, voor Delhi aangekomen en met het insluiten dier stad begonnen
had, zoodat men dacht dat zij weldra in zijne magt zou vallen.
Het schip St. Clair, met landverhuizers naar Quebec op reis, is in
reddeloozen staat ontmoet door het schip Grace and Jane, dat naar New-
York was bestemd. Al de in nood verkeerende personen zijn door het
laatste schip te Queenstown aan wal gebragt.
FltANKKIJH.
PARIJS, 9 Julij.
De Keizerin is thans mede naar Plombières vertrokken.
De Gaz. des Trib. berigt dat de zaak van den aanslag op het leven
des Keizers, waarin eenige Italianen zijn betrokken, in de volgende maand
voor het Hof van Assises zal behandeld wordenen dat onder de verdachte
personen vier, drie mannen en eene vrouw, zijn, voor welke de uitkomst
van het geregtelijk onderzoek hoogst bezwarend is. Deze zaak moet in
verband hebben gestaan met de Mazzinistische beweging in Italië, die niet
alleen daar, maar ook hier en in Spanje gelijktijdig moest uitbreken. Onze
Regering was bij lijds van die uitgebreide zamenzwering onderrigt en had
aan de Italiaansche Regeringen de noodige waarschuwingen doen toekomen.
In het dep. la Mayenne is de lieer Ilalligon, van de zijde der oppo
sitie tot lid van het Wetgevend Ligchaam verkozenzoodat die partij thans
8 leden telt. Op Corsika zijn de Regerings-Candidalen SeverinAbatucci
en Mariani gekozen.
Het Journal des Débats deelt mede, dat de aanstaande Koningin van
Portugal is de oudste dochter van Prins Karel-Antonius van Hohenzolleru-
Sigmaringenen alzoo behoort tot den Katholieken tak van het Koninkl.
Pruissisehe Huis.