bombardeerboolen en 2 stoomschepeneene poging aangewend om de stoom boot Ravensbourne boven water te krijgen; doch zulks is mislukt. Door het springen van een der kettingendrukte de zwaarte niet gelijk en sprongen achtereenvolgens ook de anderen. Men verneemt evenwel, dat de bodem IJ- voet zou geligt zijn. De Gemeenteraad van 's Hertogenboschdie vroeger tot afschaffing van de belasting op het gemaalop de bouwmaterialen en brandstoffenen tot de invoering van eenen hoofdelijken omslag had besloten, is op dit be sluit teruggekomenen tot de instandhouding van het bestaande overgegaan. Uit Maastricht wordt gemeld, dat onder de gemeente Vaals een uitge strekt bosch van kreupelhout, eene oppervlakte van 5 bunders beslaande, is afgebrand. Door den sterken noordoosten-wind was geene blussching mogelijk. De brand wordt aan kwaadwilligheid toegeschreven. De schade wordt op ƒ2000 geschat. Op de tentoonstelling van vee, den 7den en 8sten dezer te Mechelen gehouden, is door den Heer J. D. Preuyt, te Geervliet, de eerste prijs be haald met een 3-jarige kalfvaarsen door Jhr. Mr. D. R. Gevers Deynoot te Rotterdam de tweede prijs met eene 5-jarige kalfkoe. Naar men verneemt heeft de Regering van Hanover, ten einde den doorvoer van vee naar Pruissen niet te belettendaartoe den weg over Aschendorf opengesteld. 's GRAVENHAGE14 Mei. Bij Kon. besluit zijn, ter zake hunner krijgsverriglingen in Ned. Indië, benoemd tot Ridders der Milit. Willems-Orde, 4de kl. de Kapitein P. J. C. van Hoey Schilthouwer, de lstc Luitenant S. H. von Frankenberg Ludwigs- dorff, de Sergeant 11. Belle, de Korporaal W. J. Wools, en de fuselier M. Steenaart, allen van het wapen der infanterie van het leger in Oost- Indië. Tevens is bepaald dat bij afzonderlijke dagorders, zoo in Indië als in Nederland, eervol zal worden vermeld de lsle Luitenant der infanterie J. Conrad. Aan den Heer P. II. Graaf van Limburg StirumHofmaarschalk van Prins Frederikis vergunning verleend tot het aannemen van het Groot kruis der Orde van de Poolstar, hem door den Koning van Zweden geschonken. De St. Cour. bevat een Kon. besluit, houdende goedkeuring der sta tuten van de Vereeniging lot instandhouding van Frankenhnysen's opvoe dingsgesticht te Montfoort. II. M. de Koningin heeft heden het paleis het Huis ten Bosch betrokken. Naar men verzekert zou U. M. de Koningin tegen het laatst der vol gende maand eene buitenlandsche reis ondernemen. Eergisteren avond heeft er bij II. M. de Koningin-Moeder eene soiree dramatique et musicale plaats gehad, welke door al de hier aanwezige leden der Koninklijke familie werd bijgewoond. Eene zoodanige soirée had ook gisteren avond bij 11. M. de Koningin plaats. De commissie uit den Gemeenteraad, belast met de regeling der open bare feestenheeft voorloopig bepaalddat op 17 Junij aanst.den dag waarop de verjaarfeesten van den Koning en de Koningin worden gevierd, een groot vuurwerk zal worden afgestokenvan hetwelk enkele stukken toepasselijk zullen zijn op de herdenking der verdediging van de Citadel van Antwerpen, waarvan het 25-jarig gedachtenisfeest op dien tijd wordt ge houden. Bij het Ministerie van Koloniën is nog ten behoeve van de noodlijden den op het eiland Grool-Sangir ontvangen 77.75i. Totaal der giften ƒ4151.14-}. Tweede Kamer der Staten-Generaal, Zitting van JFoensdag 13 Mei. Volgens het vroeger genomen besluit der Kamer, was heden aan de orde gesteld de behandeling van het wets ontwerp tot intrekking van art. 4 der wet van 31 Dec. 1856, houdende voorloopige vaststelling van Hoofdstuk V der Staatsbegrooting BinnenlZakenvoor 1857. Alvorens de overwegin gen over die voordragt geopend werden deed de Heer Thorbecke het vol gende voorstel: »om de discussie uitsluitend te doen loopen over den vorm van hel ontwerp, en ten slotte de vraag te s'ellen: verlangt de vergadering de indiening der begrooting zelve?" Over dit voorstel voerden, behalve de voorsteller, de Ueeren van Rappard, de Kempenaer, van Nispen van Seve- liaer, Mackay, van Zuylen van Nyevelt en de Minister van Binnenl. Zaken het woord, waarna het, in stemming gebragt, met 41 tegen 13 stemmen aangenomen werd. Ten gevolge van die beslissing is de beraadslaging gevoerd over den vorm van het wets ontwerp. Nadat daaraan was deel genomen door de Heeren Rullert, van Deinse, Poortman, Mackay en den Minister van Binnenl. Za ken, is de vraag, gesteld door den Heer Thorbecke, of dc Kamer de in diening der begrooting zelve verlangt, met 30 tegen 24 stemmen in toe stemmenden zin beslist. Nadat daarop de beraadslaging over het wetsontwerp zelf geopend was, heeft de Minister van Binnenl. Zaken namens dc Regering den wensch uit gedrukt, dat de verdere behandeling daarvan aangehouden wierd. De Kamer heeft toen verder, op voorstel van den Heer Thorbecke, be sloten om Donderdag het wets-onlwerp betrekkelijk den accijns op de bin- nenlandsche bieren en azijnen en Vrijdag dat lot regeling der jagt en visscherij te behandelen. Zitting van Donderdag 14 Mei. Aan de orde is de voortzetting der beraadslagingen over het wels-ontwerp omtrent de belasting op de binnenlandsche bieren en azijnen en wel over de amendementen van de Heeren ter Bruggen Hugcnholtz en van der Lin denluidende het eerste amendement: «Deze wet wordt vóór den 31sten December 1859 aan eene herziening onderworpen," en het tweede: «De belasting op de azijnen wordt met den l5tc" Januarij 1858 afgeschaft." De Minister van Finantien verklaart dat de Regering het amendement van den Heer Hugenhollz overneemt, hetwelk art. 15 van het ontwerp wordt. Daarna wordt nog over de beide amendementen het woord gevoerd door de UIL de Poorter, van der Linden en den Minister van Finantiën, waarna het amendement van den lieer van der Linden wordt aangenomen met 26 tegen 23 stemmen. De Minister van Finantiën verklaart dat hij, na dit besluit, door den Koning gemagtigd is het geheele ontwerp in te trekken. Daarna is aan de orde de beraadslaging over het wetsontwerp tot goed keuring van het gesloten verdrag tot afkoop van den Sondtol, dat na cenige beraadslaging met algemeene stemmen wordt aangenomen. Na de aanneming van de conclusiën van nog eenige rapporten is de Zit ting opgeheven. AMSTERDAM, 13 Mei. Maandag 11. hield de Letterk. afdeeling der Kon. Akademie van Weten schappen eene gewone vergadering. Tegenwoordig waren de IIII. van Ilall, Koenen, Moll, Nyhoff, Sloet, Leemans, Bake, Juynboll, Bakhuizen van den Brink, Janssen, Delprat, Milliës, de Vries, Boot, Hulleman, Kist, van Assen, Uoltius, Dirks en Ackersdyck. De Heer Ackersdyck bragt, namens de commissie ad hoe, rapport uit over de voordragt van den lieer Delprat, betreffende de brieven vanLipsius. De commissie stelt voor de geheele reeks in de Verhandelingen der akademie op te nemen. Hiertoe wordt besloten. Genoemde Heer bragt ook, namens de commissie ad hoe, rapport uit over het voorstel van den Heer Sloet, betreffende de regten van in-, uit- en doorvoer in België. In een ontwerp- adres, aan den Minister van Financiën, betoogt de commissie het wensehe- lijke der afschaffing van een inkomend regt op boeken enz. en de opheffing der belemmeringenin liet belang der wetenschap. Met algemeene stemmen wordt dit onlwerp-adres goedgekeurd. 11e Heer Moll bragt rapport uit wegens de missive, door den Heer Mr. A. J. Nieuwenhuis ingezondenwaarin deze hel wenschelijke betoogt van eene nieuwe uitgave van het werk van den Heer Humbert de Superville: Essai sur les sigues incondilionnels dans Vart. De commissie stelt voor den Heer N. te antwoorden, dat zij, ieder die daartoe in slaat is, gelegenheid wil geven gebruik te maken van de handschriften, teekeningen enz., bij de akademie berustende. Aangenomen met algemeene stemmen. De Secretaris leest den inhoud eener missive van den Minister van Binnenl. Zaken, waaruit blijkt, dat Z. M. de Koning heeft goedgekeurd de voordragt van nieuwe leden, door deze afdeeling der akademie gedaan, te weten, de HII.W. J. Knoop, Mr. G. de Vries Az.Mr. J. C. G. Boot en Mr. M. H. Godefroi. Tot buitenlandsche leden, de HII.: Rangabe', te Athene; Grote, te Londen; Roulez, te Gent en Stanislas Jullien, te Parijs. De Heer Bake deelde den uilslag van zijn onderzoek mede betreffende de vraag, in het buitenland geopperd: «wie de auteur is van het aan Longinus toegeschreven werk over het verheveneen de Heer Sloet deelde eenige belangrijke bijzonderheden mede nopens een aan het archief te Arnhem bc- hoorend middeneeuwscli handschrift (uit de 14dc eeuw). Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten eene commissie te benoemen tot onderzoek van deze mededeeling. Tot leden daarvan worden benoemd de HH. Moll, de Wal, de Vries en Janssen. Daarna wordt de vergadering gesloten. In de diergaarde van het Kon. Zoölogisch Genootschap zijn aangeko men 2 prachtige gestreepte tijgers uit Bengalen. De zeldzame makheid dezer dieren trekt ieders aandacht. BUITENLANDSCHE BEIUGTEN. ES ELGI E, Ten einde de reeds dikwijls plaats gehad hebbende ongeregeldheden voor te komen, heeft de Kommandant der troepen te Antwerpen het bevel uitge vaardigd, dat de manschappen tot de bezetting behoorende, het kasteel niet mogen verlaten. Zondag 11. heeft er over Antwerpen en omstreken een hevig onweder gewoed. De regen, met hagel vergezeld, viel daarbij niet stroomen neder. De hagelsleenen waren buitengewoon groot. Men heeft er een gevonden ter grootte van een duivenei. Daar het weder op den dag buitengemeen schoon was, had zich een groot aantal personen naar buiten begeven, vooral naar S'. Job, om dc kermisvreugde aldaar bij te wonen. Maar zij werden daarin bitter te leur gesteld. Zij die zich op het dorp bevonden konden slechts met moeite een schuilplaats vinden, maar waren nog de gelukkigste. Die genen die onder weg door hel onweder werden overvallen verkeerden in onaangenamer toestand; zij verspreidden zich bij duizenden in alle rigtingen. liepen in de eerste huizen en herbergen die zij konden bereiken, zelfs tot Borgcrhout en Sl. Willebrord toe, doornat, wadende door plassen en het slijk der wegen, met hunne schreijende en schreeuwende kinderen op den arm of aan de hand. De regen tot den avond aanhoudende, kon het grootste gedeelte dezer lieden eerst zeer laat de stad bereiken. Tegen 10 ure bood de Poort van Borgerhout een zonderling schouwspel aan. De inko mende menigte was zoo talrijkdat de op hel land wonenden naauwelijks de poort konden uitgaan. Dit tooneel herinnerde aan de vlugt die in eene tegenovergestelde rigting plaats had in October 1830, tijdens de beschieting der stad door Chasse'. ElKCtELAND. LONDEN, 12 Mei. In het Hoogerhuis is door Graaf Carnarvon het berigt van de China Mail ter sprake gebragt, volgens hetwelk de Chinezen te Hong-Kong, beschul digd van vergiftiging, erg mishandeld zouden zijn. 42 van die lieden zou den in een verblijf zijn opgesloten geweest van 16 voelen lengte en 5 voeten breedtewaarin zij bijna van honger waren omgekomen. Graaf Harrowby heeft hem geantwoord, dat hij die beriglen overdreven rekende, maar dat al de op die zaak betrekking hebbende stukken aan het Parlement zouden overlegd worden. De Times deelt thans beriglen mede uit Perziemet de brievenmaal uit Bombay ontvangen. De bemagiiging van Mohamrahop 23 Maart, door

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1857 | | pagina 2