zijnde, begaven zich ter plaatse en waren nog al spoedig den brand meester,
welke weinig schade beeft veroorzaakt. Ilad dit ongeluk bij nacht plaats
gehad, dan zoude het gehucht de Wilders reddeloos verloren zijn geweest.
.Vroeger hebben wij den hoofdzakelijken inhoud medegedeeld van het
regerings-verslag omtrent den staat der Hooge-Middelbare en Lagere scho
len over 1855/56. Thans is ook het Verslag der Commissie van de Tweede
Kamer omtrent dit onderwerp, tegelijk met dat over het regerings-verslag
over 1854/55openbaar gemaakt. De genoemde Commissie bestond uit de
HH. Thorbecke, Groen van Prinsterer, Godefroi, Bosscha en Storm. Uit
het eerstgenoemde verslag deelcn wij het volgende mede:
HoogescholenWal de Commissie vooral getroffen heeft, is het verschil
van het getuigenis, wegens den ijver en vlijt der Studenten aan de onder
scheidene Hoogescholen. Terwijl dit voor Leyden bij uitstek gunstig is, is
het voor Utrecht minder gunstig, voor Groningen nog ongunstiger. Uwe
Commissie wil over de juistheid dier mededeelingen geen oordeel vellen.
Maar zij meent toch tegenover de buitengewoon gunstige berigten der
Leydsche hoogesehooldie ook de Studenten in de regteu betreffente mo
gen stellen de wel eens vernomen klagt wegens de zucht, bij sommigen
merkbaar, om binnen den kortst mogelijken tijd den doctorsgraad te erlan
gen, ten einde aan de Delftsche academie de studiën te aanvaarden, tot
hel veikrijgen van het diploma van Oost-Indisch ambtenaar gevorderd.
Wanneer van die noodzakelijkheid overhaaste studie en derhalve meestal
onvolkomen vorming het gevolg worden, dan zullen de Hoogleeraren aan
de Hoogescholen tegen dit nadeel toch eenigermate kunnen waken door ge
paste gestrengheid bij examina en promolien.
Het Medisch onderwijs te Leyden wordt gezegd behoefte te hebben aan
een grooter getal lijken. Uwe Commissie las dit niet zonder bevreemding.
In ditzelfde verslag toch wordt gesproken van de aanmerkelijke vermeerde
ring der verzameling anatomische en pathologische praeparalen, ten gevolge
vooral van de door den Prosector Boogaard verrigte lijkopeningen Volgens
het vorig verslag waren door dien Prosector niet minder dan 272 lijkope
ningen verrigt. Hoe kan dus geklaagd worden over behoefte aan lijken
voor anatomische bewerking? Opheldering schijnt hier wenschelijk.
De Hoogleeraar in de stemkunde te Leyden geeft lessen over de popu
laire stemkunde, maar acht die ontbcerlijk bij het beslaan van zijne tal
rijke populaire geschriften. Uwe Commissie, ofschoon onderstellende, dat
in deze woorden de gedachte van den Hoogleeraar niet volkomen is uitge
drukt, mag echter de verkondiging van een dwaalbegrip, als dit, in een
regerings-verslag niet onopgemerkt laten. Won de hier geuite meening
veld, een tal van Academische lessen zou kunnen ontbeerd worden.
Met betrekking lot het lager onderwijs zegt de Commissie dat de ver
mindering van het getal schoolgaande kinderen zeer opmerkelijk is. De
indruk daardoor verwekt, is des te onaangenamer, wanneer men ziet, dat
de achteruitgang bijna uitsluitend de openbare scholen treft, gelijk dan ook
legen eene steeds klimmende vermeerdering der bijzondere scholen van de
eerste klasse en de toeneming in vier jaren lijds met ruim C700 van het
getal der daarop schoolgaande leerlingenhet getal der openbare scholen
sedert 1851 slechts in zeer geringe male is toegenomenen die scholen in 4
jaren tijds eene vermindering van ruim 14,000 leerlingen hebben ondergaan.
's GRAVENHAGE12 Mei.
Z. M. heeft den Heer J. J. van Voorst, Predikant bij de Ned. Ilcrv. ge
meente te Amsterdambenoemd tot Ridder der orde van den Ned. Leeuw.
Zondag middag heeft er bij H. M. de Koningin-Weduwe een groot
diner plaats gehad, dal door de geheele Kon. familie werd bijgewoond.
Heden wordt er weder bij H. M. een diner gehouden, waarop behalve de
Kon. familie, ook het Corps Diplomatique en de Ministers zijn genoodigd.
Gisteren is er mede groot diner bij Prins Frederik geweest.
II. K. H. de Groothertogin van Saksen-Weimar-Eisenach zal aanst.
Zaturdag naar hare Stalen lerugkeeren.
De afdeelingen van de Tweede Kamer hebben zich heden bezig gehou
den met het onderzoek van het wets ontwerp nopens de policie op de spoorwegen.
Tvseede Hamer der Staten-Generaal.
Zitting van Maandag 11 Mei.
Ingekomen eene Kon. boodschap, ten geleide van een ontwerp van wet,
tot herziening van de wet op het personeel.
De Minister van Finantien heeft het woord opgevat. Hij heeftin ver
band met het heden ingediende ontwerp, de redenen daarvoor en het ver
hand, met nog andere later in te dienen ontwerpen, gezamentlijk strek
kende lot tegemoetkoming in den linanliëlen nood van vele gemeenten,
uiteengezet, en te dien einde een zeer uitgebreid stuk, door cijfers en
statistieke opgaven toegelicht, aan de vergadering voorgelezen. Vervolgens
trad hij in eene beschouwing van ons belastingstelsel, en deed uitkomen,
dat eene belasting op de inkomsten hoe schoon ook in theoriein de
praktijk blijkt te falenomdat daarbij öf alles moet worden overgelaten aan
de goede trouw der ingezetenen, waarvan het gevolg is ontduiking, öfmen
de toevlugt moet nemen tot inquisitoriale maatregelenwaaraan mede groole
bezwaren verbonden zijn, daar onze landaard zich sterk verzet tegen bloot
legging van fortuinen.
De vraag is, of de Regering na de afschaffing van de gemaal-belasting
nog verder moet voortgaan om ook andere accijnsen uit de rij der belastin
gen te doen verdwijnen? Hij gelooft dit niet. Vooreerst, omdat aan af
schaffing tot een aanzienlijk bedrag niet meer te denken valt, zoodat, bij
afschaffing, andere belastingen in de plaats zouden moeten worden gesteld.
Ten andere, omdat in de laatste tijden, ook behalve het gemaal, nog
meerdere afschaffingen of verminderingen van belastingen of reglcn hebben
plaats gehad.
De Minister betoogde verder dat accijnsen en reglen geene te ruime plaats
in ons bclaslings-slelsel beslaan en dat in een land als het onze, waar veel
moet worden bijgedragenhel beste stelsel is om dit door velen te laten
Idoen, daar toch eenzijdige overbrenging van lasten op enkele klassen na-
deelig terugwerkt op de arbeidende en mindere standen. Hij erkent echter
dat, indien zonder equivalent kon afgeschaft worden, de accijns op de
brandstoffen het eerst in aanmerking zou moeten komen en dat, zoo men
nog een belastings-slelsel moest scheppeneene heffing op koffij thee en
tabak zeker de voorkeur zou verdienen boven die op zoutzeepbieren en
azijnen.
In het tweede deel zijner rede, zeide de Minister dat het hoofddoel, dat
de Regering zich heeft voorgesteld, is tegemoetkoming in de finantiële be
hoeften en den nood der gemeenten. Men weet, dat Amsterdam verzocht
heeft, dat de geheele personele belasting aan de gemeenten zou worden
afgestaan. De Regering heeft gemeend aan dat verzoek niet te kunnen vol
doen, maar tevens beloofd in de behoeften zooveel mogelijk te gemoet te
komen. Het geheele personeel kan uit de rijen der belastingen niet worden
weggelaten, zonder evenredig equivalent. Men zou alsdan tot eene in
komsten-belasting moeten overgaan. Daardoor zou de druk voor de belas
tingschuldigen niet minder zijn. Het eerste voorstel van de Regering betreft
de opcenten van den accijns en op het gedistilleerd. Reeds is daaromtrent
een wets-ontwerp bij de Kamer aanhangig, dat spoedig in nadere behande
ling zal komen. Het zal zoodanig worden gewijzigd, dat het aan de ge
meenten zal worden vrij gelalen het bedrag der opcenten lot een bepaald
maximum op te voerenwaardoor de gemeenten in de gelegenheid zullen
worden gesteld opcenten op andere accijnsen of andere middelen te laten
varen. Als tweede middel stelt de Regering dus voor eene herziening van
de personele belasting, die zoodanig zou worden gewijzigd, dat in de groote
gemeenten bij mindere opbrengst voor hel Rijk, in den nood van de ge
meenten kan worden voorzien. Bij de overweging van dat ontwerp, is men
uitgegaan van het denkbeeld, om het platteland niet noemenswaardig meer
te doen betalenmaar de verligting ten voordeele van groote gemeenten te
doen komen. De Regering is daarbij van het beginsel uitgegaanom in het
vervolg zooveel maar mogelijk geene opcenten voor het rijk meer te heffen.
De huurwaarde zou lot 4% worden verminderd. De deuren en vensters
zouden op een gelijkmatig regt van ƒ1 worden gebragl. De grondslag van
de haardsteden, die het meest tot ontduiking aanleiding geeft, zou geheel
komen te vervallen. Het mobilair zou weinig verandering ondergaan. De
opcenten voor het rijk zouden wegvallen, waardoor de opbrengst van dat
deel der belasting met 1/6 zou worden verminderd. Alleen ten aanzien
van den grondslag der dienstboden zou eene progressive belasting worden
behouden.
De Minister gaat daarbij na welken invloed dit op de behoeften der groote
gemeenten zal uitoefenen. Uit zijne berekening blijkt, dal te Arasterdam in
1855/56 aan personeel geheven is, voor het Rijk en de gemeente 1,292.000.
Wordt het ontwerp aangenomen, dan zal er voor het Rijk geheven worden
ƒ835,000. De ingezetenen van Amsterdam zullen niet meer betalenmaar
de gemeentekas zal te dezer zake ƒ250,000 meer ontvangenen in Rotter
dam zal de ontvangst voor de gemeente ƒ130,000 meer bedragen. In alle
groole plaatsen der verschillende provinciën zal men tot gelijke uitkomsten
geraken.
Een ander voorstel dat de Regering voornemens is te doen, is daarin
gelegen om, ten behoeve der gemeenten, de opcenten op de grondbelasting,
op de gebouwde eigendommen af te slaan. De Regering kan echter het
geheele bedrag niet missen en is daarom voornemens eene geringe uitbreiding
en verbetering voor te dragen der wet nopens hel regt van successie, waar
door eene meerdere opbrengst zou kunnen worden verkregen. Daardoor
zou de Regering de 7 ton, die zij aan de gemeenten afslaat, terug bekomen.
De voorstellen van de Regeringzoo zij worden aangenomenzullen ten
gevolge kunnen hebben1°. dat de verbruiksbelastingen voor de kleine ge
meenten verdwijnen; en 2». dat de groote gemeenten van de equivalenten
kunnen worden verlost. Hij wijst daarbijdat die equivalenten weinig te
vredenheid hebben verwekten daarop is of wordt teruggekomen. De Re
gering zal al verder voorstellen om voor zeer weinige groole gemeenten (die
boven de 50,000 zielen) de belasting op varkens- en schapenvleesch toe te
staan. De afschaffing van dien accijns was wel eene groote weldaad voor
het platteland, maar men kan niet toegeven, dat er redenen zouden beslaan,
om diens accijns aan groote steden te onthoudenwaar de accijns op het
gemaal is afgeschaft.
Het spreekt van zelf, dat al de voorgenomen veranderingen moeten leiden
tot eene herziening van ecnige artt. der gemeentewet. Het daartoe strek
kende wets-ontwerp zal zoo spoedig doenlijk aan het oordeel van de Kamer
worden onderworpen.
De Minister hoopt, dat de gemeenten in deze voorstellen het bewijs zullen
vinden, dat het der Regering ernst is, dat zij in hare behoeften wil tege
moet komenen hij wenscht dat de Staten-Generaal tot bereiking van dat
doel zullen medewerken. De vergadering is lot Woensdag gescheiden.
BU1TENLANDSCHE BERIGTEN.
ENGELA»».
LONDEN, 10 Mei.
Lord Granville heeft in hel Hoogerhuis aangekondigd, dat de Generaal
Outram den 5dcn April de tijding van het sluiten van den vrede met Pcrzië
heeft ontvangen, en dat dien ten gevolge de vijandelijkheden na dien tijd
zouden ophouden.
Aan het Parlement zijn op nieuw stukken medegedeeld, betrekkelijk
het geschil met China. Zij zijn afkomstig van de Vertegenwoordigers der
overige Europesche natiën die in dal land verblijf houden. In die stukken
wordt het gedrag der Engelsehe bewindvoerders goedgekeurden te kennen
gegeven dat krachtige militaire maatregelen alleen in staat zijn een einde
te maken aan de hooge verbeelding die het Hof te Peking van zijne magt heeft.