LEYDSCHE
COURANT.
1857.
MAANDAG 13 APRIL.
NV 44.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag Avond.
De Prijs der Courant is 12 in liet jaar
de afzonderlijke lYommers ivordcn tegen 10
Centen afgegeven.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
LEYDEN, 11 April.
De Letterkundige Afdceling der Kon. Academie van Wetenschappen zal
op Dingsdag aanst. te Amsterdam eene gewone vergadering houden.
Vergelijkende Staat van de zuivere opbrengst der opcenten en eigene
middelen, ten behoeve dezer gemeente geheven, gedurende de maanden
Maart 1856 en 1857alsmede van die opbrengst over de drie eerste
maanden dier beide jaren.
MIDDELEN.
Zuivere opbrengst over
de maand Maart.
Zuivere opbrengst over
de 3 maanden des jaars.
1856
1857
1856
1857
Geslagt (bij opcenten en invoer
Binnenl. Gedistilleerd idem
Buitenl. Gedistilleerd (idem)
Likeuren {idem)
Gemaal eigen middel)
Wijn, Fruit enKunslwijn(j</
1785.09
3139 20
15.22
1.57
4356.35}
778.05
2008.65
3739.13}
387.02}
5121.20}
1397.55
f 4969.00}
7577.67
320.40}
17.47}
14189.93}
2516.40
5178.34}
11184.15 i
708.77}
58.39}
13303.64
4334.02}
ƒ10075.48}
ƒ12653.56} 29590.89
34767.33
Het getal der in liet Werkhuis alhier opgenonienenbedroeg gedurende
deze weck dagelijks 129 tot 146 personen.
Van Hellevoetsluis is uitgezeild het fregatschip NoordbrabantKapt.
Bokaan boord hebbende 200 Onder-Officieren en manschappen voor het
leger in Oost-Indie. Die troepen staan onder bevel van den 2den Luitenant
J. G. D. Ober Schorfheide.
Uit Leeuwarden wordt gemeld dat Z. M. de Koning de door den Ge
meenteraad uitgestelden hoofdelijken omslag heeft goedgekeurd. De grond
slagen dier belasting zijnde vermoedelijke inkomsten van den belasting
schuldige, en wanneer hiervan geene voldoende opgave geschiedt en bij
Burg. en Weth. geene genoegzame kennis daarvan bestaat, de bekende
inkomsten, in verband met de personele huurwaarde der woningen en den
uitcrlijkcn staat der belastingschuldigen; in beide gevallen met inachtneming
van der belastingschuldigen getal kinderengeen inkomen hebbende.
De longziekte onder het vee rigl in de provincie Friesland steeds groote
verwoestingen aan. In de drie eerste maanden van dit jaar zijn 1502
runderen gestorven en 2153 afgemaakt. Van de 43 gemeenten in die pro
vincie, zijn er nog slechts 8 van de ziekte bevrijd.
De Prov. Gron. Courant meldt dat in een der dorpen der gemeente
Ilemelumer Oldcphaert en Noordwolde (Friesland) dezer dagen eenc vrouw
van 86 jaren overleden is, die steeds zulk eene vaste gezondheid genoot,
dat zij nooit eenig geneesmiddel heeft behoeven te gebruiken, totdat zij
eenige maanden voor haren dood ziek werd. Zij had toen veel pijn
in den mond, waarvan het gevolg was, dat zij 6 nieuwe kiezen kreeg,
waarvan zij den overigen tijd baars levens nog nut gehad heeft. Zij had
altijd eene geregelde levenswijze in acht genomen.
Te 's Ilertogenbosch is in deze week een os geslagt die 900 Ned.
zwaar was en voor ƒ740 was aangekocht.
Te Tilburg, alwaar eene belasting op de honden bestaat, is dezer da
gen tegen een zeker persoon proces-verbaal opgemaakt, op grond dat hij in
het bezit was van een hond, ouder dan 3 maanden, zonder dien voor de
belasting te hebben aangegeven. De beklaagde beweerde dat zijn hond den
ouderdom van 3 maanden nog niet bereikt had, terwijl sommige getuigen
het tegendeel beweerden. Te vergeefs heeft men pogingen in het werk ge
steld om de geboorte-akte te vinden, doch alle nasporingen bleven vruchte
loos. De Regter heeft gemeend den eisch wegens gebrek van wettig en
overtuigend bewijs te moeten ontzeggen.
Deu 19dcn December II. is op zijne reis van Java naar Nederland, in
den ouderdom van 41 jaren overleden, de Heer A. van der Ven, laatst
Resident van Balemhang.
Uil het in onze vorige vermelde voorloopig Verslag van de HH. Rap
porteurs v. Nispen v. Sevcnaar, Blaupot ten Cale, Heemskerk, Thorbecke
en Bosscha, omtrent het wets-onlwerp op het lager onderwijs, outleenen
wij eerst uil de algemeene aanmerkingen het volgende:
Te midden van den strijd van mecningen van eenigen vond de meerder
heid alle reden om den loop te betreurendie aan geheel deze zaak gege
ven is. Degenen, die thans over groote teleurstelling klaagden, hadden
zeiven getracht den grooten hoop op te roepen, om zich met een onderwerp
van wetgeving te mengen, welks ware aard niet onder ieders bcoordceling
valt. Ziende dat zij hun lievelingsdenkbeeld langs den weg cencr bezadigde
discussie niet konden bereikenhadden zij demagogische middelen te baat
genomen en door het beroep op eene numerike meerderheid trachten te over
winnen. Zij hadden daarbij gehandeld in strijd met hun eigen beginsel.
Ook aan de zijde der meerderheid kon, indien men slechts voor misbruik
en verkeerde opvatting zeker warelegen het spreken van Christelijke
deugden in de wel niet de allerminste bedenking bestaan. Voor zoover de
schoolonderwijzer zich op het gebied des opvoeders begeven mag en bege
ven moet, zal hij onder eene natie als de onze niet anders dan lot Chris
telijke deugd kunnen opwekken. Maar het bleef een treurig verschijnsel,
dal het noemen van dat woord noodig was gekeurd door degenendie
steeds op den Prolestantschen oorsprong van onzen Slaat wijzen en van
eene Protestantsche maatschappij spreken. In zulk eene maatschappijwaar
het Christendom niet anders kan zijn dan de vrucht van vrije overtuiging,
heeft het geven eener officiële sanctie aan dal Christendom door de wet iets
ongerijmds. Hoe dit zij, de meerderheid kon hel niet anders dan afkeu
ren dat op den eisch van pelitionarissen een woord in de wet is gebragt
dat zoo zeer kon worden misbruikt. Zij kon de vrees niet verbergen, dat
eene poging tot bevrediging, die toch zoo weinig bevredigde, twist en be
roering zou levendig houden op een gebied, waar voor het welzijn der vol
gende geslachten eendraglige zamenwerking zoo wenschelijk en noodig is.
Verder wordt opgemerkt, dat de Regering weinig acht heeft geslagen op
door de Kamer met nadruk voorgeslagene verbeteringen. Zoo is geen ge
volg gegeven aan den toch zoo billijken en natuurlijken wenschdat de
kring van het lager onderwijs voor de openbare school in eene groote ge
meente, in een der middelpunten van beschaving van ons land, wijder
j mogt kunnen zijn, dan de kring van dat onderwijs in een afgelegen ge
hucht. Zoo zoekt men nog altijd te vergeefs in de wet naar organieke
bepalingen betrekkelijk de opleiding der onderwijzers, en wordt dus de
grondslag niet gelegd, waarop hel gebouw van een verbeterd lager school
wezen alleen rusten kan. Zoo zijn in de derde plaats de geopperde denk-
i beelden omtrent eene hetere regeling van het schooltoezigt geheel afgewe-
j zen en blijft de Regering in dat opzigt aan een stelsel hangen, dat, naar
de innige overtuiging van zeer vele leden, verkeerd zou werken en onder
I 'l welk de levendmakende geest in ons schoolwezen zou blijven ontbreken.
De meerderheid gevoelde, onder voorbehoud van hij de artt. daarop terug
te komenzich genoopt reeds bij dit meer algemeen overzigt ernstig aan te
dringen op eene nadere overweging der Regering van het deswege vroeger
aangevoerde. Die nadere overweging, men twijfelde er niet aan, zou lot
het omhelzen der geopperde denkbeelden leiden en alzoo eene wet aanne
melijker maken, die nu reeds in geheel haar zamenstel zoo veel aan het
vroeger gehouden gemeen overleg te danken heeft.
Wal schoolpligligheid betreft, de groote meerderheid achtte de wettelijke
invoering daarvan alleen daar mogelijk, waar alle onderwijs van staatswege
gegeven wordt; niet in Nederland, onder onze Grondwet, die het beginsel
der vrijheid van onderwijs erkent en welker geheele geest strijdig is met
den dwang, dien men langs dezen weg den huisvader zou aandoen. Onge
twijfeld is het een groot en bedenkelijk kwaad, dat in een beschaafd land
als het onzenog zoo veel duizenden kinderen geenerlei of slechts een zeer
gebrekkig en onvolledig lager onderwijs genieten. Het is echter eene dwa
ling te meenen, dat alleen door het aandoen van dwang, die dan nog niet
eens altijd de verlangde werking zou hebben, dat kwaad te genezen is.
Verlevendiging van den ijver voor het lager schoolwezenook door den
zedelijken invloed van een goed geregeld, werkzaam schooltoezigt, zal veel
tol die genezing kunnen bijdragen. Men beginne met zorg te dragen, dat
in alle gemeenten zonder onderscheid gelegenheid besla, om elk kind van
behoeftige ouders eene plaats op de volksschool te doen erlangenen het
aantal der niet schoolgaande kinderen zal reeds daardoor aanmerkelijk ver
minderen. Wat het geuite verlangen betreft omtrent maatregelen tegen het
doen werken in fabrieken van kinderendie geen lager onderwijs genoten
hebben, zoo aan dien wensch gevolg te geven is, kan hij toch bij de thans
behandelde wet geene voldoening vinden.
Verder worden de 67 artt. achtereenvolgens behandeld. Wij zullen later
daarvan eenige bijzonderheden omtrent de hoofdpunten mededeelen.
's GRAVENHAGE 11 April.
Z. M. heeft benoemd tot Ridder der Orde van den Neder!. Leeuw J. J.
de Jongh, lid der Commissie van Administratie over de gevangenissen tc
Leeuwarden.
Bij Kon. besluit is lot lid in den Raad van Nederl. Indië benoemd de
lieer Jhr. J. F. Hora Siccama, thans Directeur-Generaalwaarnemend Di
recteur van Finantien.
Tol Ontvanger tc Swalmen is benoemd de lieer J. II. Caisar, thans
te Borne.