klasse zal slechts levenslang benoemd worden, terwijl in de tweede klasse die betrekking erfelijk zal zijn. De eersten zullen door de Koningin benoemd worden. De tweede klasse zal uit Generaals en Edellieden bestaandie een inkomen van 15 a 20,000 piasters genieten. De Aartsbisschoppen zijn reg- lens leden van den Senaat. ITALIË. Door eenige Officieren van het Fransche bezettingsleger is cene kaart van den Kerkelijken Staat vervaardigd. Zij hebben daarvan een exemplaar, in 4 bladenden Paus aangebodendie over het werk zeer voldaan was. Te Rome is weder eene rooverbende ontdekt. Deze bende had meer dan 30 belangrijke diefstallen met huisbraak gepleegd, en zoude daarmede zijn voortgegaan, zoo niet een heler, de politie er van had verwittigd, voor welke dienst de wet hem straffeloos verklaart. Nabij Alessandria worden 20,000 man Sardinische troepen vereenigd. Het oogmerk daarvan moet alleen het houden van krijgsoefeningen zijn. DENEMARKEN, In den Deenschen Rijksraad is door den Minister van Financien eene voordragt gedaan tot regeling van het gebruik, hetwelk van de gelden ge maakt zal wordendie wegens den afkoop van den Sondtol in 's lands kas zullen vloeijen. Volgens dat voorstel zouden 1,200,000 Rd. tot bestrijding der loopende uitgaven gebezigd, en voorts op den Minister van Financiën volmagt verstrekt wordenom eene gepaste som tot den aankoop van staats schuldbrieven te gebruiken. Uit Elseneur zijn bij den Rijksraad een aan tal adressen, zoo van de gemeente als van bijzondere personen, ingekomen, alle strekkende om vergoeding te erlangen van de schade, welke door de afschaffing van den Sondtol aan die plaals en hare bewoners berokkend is. OOSTENRIJK. WEENEN, G April. Eenige dagen geleden hebben 2 Slavoniërs, in weerwil van het strenge toezigt, middel weten te vinden om bij gelegenheid van een gehoor, lot den Keizer door te dringen. Daar zij geen hofcosluum droegen, wilde men hen verwijderenmaar zij weigerden de zaal te verlatenspraken met veel levendigheid, zonder dat men iets anders kon begrijpen dan de woor den: ii Majesteit, verraad." Ten laatste was er een jong mensch, die hen begreep; en die verklaarde, dat zij waren gekomen; om den Keizer te ver wittigen van cene zamenzwcringstrekkende om Z. M. gedurende zijne reis in Hongarye te vermoorden. Het gelukte eindelijk hen te verwijderen en zij werden voorloopig in hechtenis genomen. Men gelooft dat deze personen op de eene of andere wijze zijn misleid. RUSLAND. De betrekking tussclien de Russische en Oostenrijksche Regeringen staat niet op den besten voet. Vorst Eslerhazy, Oostenrijksch Gezant, zal eerstdaags huiswaarts keeren, ten gevolge van een hem verleend verlof. Aan de sluiting van een nieuw handelsverdrag tussclien Rusland en Frankrijk wordt geen geloof meer gehecht. De Russische Regering heeft onlangs aan de Pruissisehe zeer stellig verklaard, dat het met geenen Staat van Europa nieuwe handelsovereenkomsten wilde aangaan, voor dat de aangevangenc herziening van het Russische tarief van regten op den in- en uitvoer tot stand gebragt zou zijn. TURKTE. De Sultan heeft aan de Echtgenoole van den Groot-Vizier eene prachtige armband, met zijne beeldtenis voorzien, geschonken. Dit geschenk moet zoowel in rijkdom van edelgesteente als in bewerking uitmunten. Voor het vertrek van de Engelsche vloot heeft de Sultanop zijn verlangen, het Admiraalschip Royal Albert bczigligd, en is aan boord van dat schip pleglig ontvangen. De Engelsche en Fransche Gezanten te Konslantinopel hebben een af scheidsmaal aan den Admiraal Lyons gegeven. De bevolking, zoowel als de Regering, ziet hem met genoegen vertrekken, omdat het daaruit ten duidelijkste blijkt dat al de moeijclijkhedcn die de Engelsche scheepsmagt in den Bosporus hebben doen verblijven, zijn opgeheven. De Regering heeft te Londen 10 stoomboolen besteld voor de dienst in de Zwarte zee, zooals zulks bij het verdrag van Parijs is bepaald. Tijdens het overlijden van den laatsten Onder-Koniug van Egypte, Abbas-Pachaliep het gerucht dat deze in zijn eigen paleis verworgd was en dat de moordenaars zich uit de voelen hadden weten te maken. In den nacht van den 25slen Maart zijn nu 3 Cireassiers te Konstantinopel ver moord door 2 bedienden van den zoon van Abbas-Pacha, die zich thans aldaar bevindt. De moordenaars verklaarden vroeger in dienst geweest te zijn van Abbas-Pacha, dat hunne slagtoffere de moordenaars waren van den vroegeren Onder-Koning van Egyptedat zij hen sedert hunne aankomst hadden herkend, en niet uit het oog verloren vóór dal zjj den dood van hunnen ongelukkigen meester hadden gewroken. Betuwsclic Novellen, door J. J. CREMER. Haarlem 185G. Onze provintiale almanakken hebben voornamelijk eene archaeologische strekking en daardoor minder eigenlijk gezegden letterkundigen naam. Bij gevolg moet het dubbel verwondering wekkendat eenige stukjes in de boerentaal der Betuwe door den jeugdigen landschapschilder Cremer geschre ven en gedurende de laatste jaren in de Geldersche volks-almanak geplaatst, niet alleen langzamerhand tot de kennis van het algemeen zijn doorge drongen, maar, inzonderheid na de verschijning van zijn laatste verhaal (Deinc-Meu)de ingenomenheid van het letterkundig gedeelte des lands zoo danig hebben opgewekt, dat de schrijver tegenwoordig onder onze meest oorspronkelijke penvoerders genoemd wordt en onderscheidene boekverkoo- pers het verzoek tot hem rigtlcn, die kleine vertellingen, tot een bundel verzameld, in het licht te geven. De Erven Loosjes te Haarlem werd het toegestaan, en voor eenige maanden verschenen de Betuwsche Novellen, vijf in getal. Het zijn toonbeelden van eenvoudigen, onschuldigen verhaaltrant; meesterstukken van even eenvoudig, onschuldig en frisch gevoel. Men be speurt duidelijk, dat de schrijver, ook hierin gelijk aan onze oude meesters, niet wist, hoe mooi was wat hij deed; daardoor is er iets opregts, waars, eigenaardigs in de novellen gekomenhetwelk in tegenstelling is met heel veel wat in ons land van de pers komt envoor enkelen althansonlecs- baar-gemaakt, ten gevolge van allerlei praalzieke verslrooijingenuitvalt, en gaat er een geur uit op en ligt er een waas over, dat den gevoeligen mensch wel treft, den man vatbaar voor humor wel een traan ontlokt en de teederste snaren doet trillenmaar ontsnapt aan alle ontleding. Ten ge- gevolge van die onbewustheid, is de schrijver ook zoo objectief. Nooit eenige eerzuchtige beschrijvingnooit op den voorgrond de natuur in phrasentooi en woordenkeur gehuldof zich opgehouden hij stoffelijke bij zonderheden ge voelt den middag op het zonnige hooiveldmaar de boeren en boerinnetjes gaan stilletjes hun gang, zonder zich om hun lezer te be kreunen. Om den mensch zeiven, om diens geest en gemoed, is het den schrijver te doen, en gij staat verbaasd en verrukt over de poëzijdie Cre mer uit de waarheid haalt, en over het ideaal, dat hij uit de werkelijkheid weet af te zonderen zonder deze ooit te benadeelen. Tevens predikt hij stilzwijgend de gulden les, dat zedelijk, waar zij een algemeen menschc- lijk gebied betreden en het een algemeen menschclijk belang geldt, allen gelijk staan en de landbouwer, even kiescheven fijn, even edel, door een zelfde gevoelal is het dat hij het niet in door de wereld vooraf be paalde vormen uitdruktbewogenbestuurd en doordrongen wordt en in zekeren zin even fatsoenlijk man is als de heer wiens land hij bearbeidt. Er zou, wilde men de Betuwsche Novellen met de voortbrengsels van Auerbach en anderen vergelijken, een uitvoerig opstel over deze inderdaad belangrijke verschijning in onze vaderlandsche kunst te schrijven zijn. Dit bestek gedoogt zulks echter niet. Wij bepalen ons slechts tot de bewering, dat Cremer zijne plaats vindt tussclien Sand en Conscience, minder kunstig en overdreven dan de eerste, minder kinderachtig en oppervlakkig dan vaak de laatste zijn kan. Als man der kunst staat Cremer ongetwijfeld hooger dan de Belgische romanschrijver; daarbij is hij degelijker dan Sand en loopt er door al wat hij voortbrengt een ader van gezond en zuiver gods dienstig gevoel, welke een liefelijken indruk geeft en bij Sand meestal ge mist wordt of vervangen door eene soort van wijsgeerige en staatkundige godsvereeringwaarmede zich Nederland niet kan vereenigen. Onder de hoedanigheden, waardoor zich Cremers werk onderscheidt, noemen wij, magt over zijn onderwerp, spaarzaamheid, gemakkelijken slag van verhalenvoorstellenvoortzettenaan een hechtenovergaan van den eenen toon in den anderenhet nemen en doen van gelukkige wendingen en grepen(De regte Josef blz. 25) en het in zekeren zin onwillekeurig bereiken eener groote verhevenheid door de meest ongezochte middelen ('t Kriekende Kriekske blz. 133). Gaarne haalden wij de brokken aanwaarop wij het oog hebbendoch moeten ons bekorten. Wilden wij vervolgens nog kritiek uitoefenenzouden wij ons inzonderheid naar een gebied dienen te begeven waar Cremer het landleven en den boerenstand ontrouw wordt, en enkel de Betuwsche Novellen liggen voor ons. Na de uitgave zijn ze door een zesde 't Kriekende Kriekske, tot een half dozijn vermeerderd. Slechts een half dozijn verhaaltjes! Oppervlakkig beschouwd, welk een gering letterkundig contingent! maar belangrijker voor de regtbanlt van den goeden smaak en de ware kunst en waarschijnlijker voorwaarden van leven bevattende dan menig paar lijvige boekdeelen. Anacre'on n'a laissé qu'une page Qui flotte encor sur l'abime du temps. L. April 1857. J. K. Wij kunnen ons evenwel niet weerhouden terug te wijzen op de oude Wcsscls en zijn gezin, blz. 113118, en Deine-Meu blz. 7678. Butr0crItjfic £?tanb. Tan den 2 tot en met den 8 April 1857. BEVALLEN: J. Ilemerikgeb. Olgaar, D. E. de Groot, geb. Ooijendjjk, tweel. D. en Z. M. Louwrier, geb. Stavleu, Z. M. Bink, geb. Smit, D. H.Dirkze, D. A. Cornet, geb. van der Krogt, Z A. E. Sommeling, geb. van der WoerdZ. M. J. van Heuzcgeb. Steenstraten D. M. M. Arbouw geb. Cedron, J. Groencveldgeb. Smit, Z. E. van Dokkum, D. levenl. H. G. van Poelgeest, geb. Jutting, D. M. Nieuwenburg, geb. Wakka, D. M. P. Sleglenhorstgeb. AnibaD. C. van den Broek geb. EtienneD. M. J. Boerma geb. Teunissen D. II. WagemakerZ. levenl. M. C. Ramak geb. Taffijn D. L. C. Heymans, geb. Zitman, Z. M. Harlandgeb. Ruiter, Z. C. Ramakgeb. AalberseZ. S. L. van der Leek geb. HoefsmitZ. M. A. van Dijkgeb. HaanD. E. S. LavermanD. C. M. van Oerlegeb. Verwijs, D. C. Boer, geb. MaasbachZ. A.de Kier, geb. Guldemond, D. C. II. Woulerloodgeb. BlomD. C. van der Reyden geb. LefeberD. F. Vinkesteyn, geb. Trel, D. M. Buskens, geb. Guley, D. B. 11. Rombaut, geb. FischerZ. J. M. Pleviergeb. PielaneD. S. E. SiljceZ. GEHUWD: A. du Mortier, Jm. en M. Verhoogt, Jd. A. Heusen, Jm. en J. Robbers, Wed0. A. J. L. Musseri, Wedr. en D. de Vet, Jd. K. van Vliet, Wedr. en A. C. Peulen, Jd. OVERLEDEN: Francisca Smit, 19j.Catharina van Lendt, 76 j. II. Ondshoorn 63 j. P. van Schaik 22 j. H. van DisselZ.1 j. en 3 m. M. Meerburggeb. Colpaar88 j. L. Lozie geb. Vermey59 j. II. van Ooijen 53 j. A. Plalteel, Z., lj.enSm. M. S. J. van der SpruylD.,2m. J. Blink53 j. P. Brunenberg 78 j. H. van den Hoek 47 j. C. van Dijk D.12 j. M. van Wijk D.13 m. A. M. Franchimon geb. Caltel41 j. A. J. Sloos, 20 j. J. Heykoop, Z. 11 w.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1857 | | pagina 3