Heden is het stoffelijk «verschot van den Heer J. B. van Bree naar
de laatste rustplaats gebragt. De kunstbroeders en vereerders van den ont
slapene hadden zich in grooten getale bij den lijkstoet aangesloten, en de
slippen van het lijkkleed werden gedragen door de Heeren Roumen, Penn,
Verschuur en Broekhuysenals vertegenwoordigers der maatschappijen Cae-
cilia, Tot bevordering der Toonkunst, Arli et Amicitiae en V. W. In de
kapel van het kerkhof de Liefde builen de Raam-barrière had de lijkdienst
plaats, waarbij de Wel-Eerw. lieer llanraats, R. K. Pastoor, in cene tref
fende rede eene gepaste hulde aan den overledene bragt. Nadat het lijk
daarna in den grafkuil was ncdergelatenwerd door een GO-tal zangers
eene treurcantate met begeleiding van bazuinen gezongenwaarvan Dr. Heije
den tekst en Dr. Viotta de muziek had vervaardigd. De plegtigheid werd
besloten met een koraal van koperen instrumenten.
BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
ENGELAND.
LONDEN, 17 Februarij.
De Perzische Gezant Ferruck-Khan wordt spoedig hier verwacht. Men
gelooft dat de zaak op eenen goeden voet staat, in weerwil van de oorlog
zuchtige beriglen uit het Oosten. Als grondslagen eener schikking geeft
men op, dat Engeland Boeshire en de Perzen Herat zullen teruggeven, en
dat het eiland Karrack tot eene vrije haven zal worden verklaard. Perzië
zou ook aan Engeland een stuk grond afstaanom te dienen tot uitgangs
punt van de spoorweglinie naar den Euphraat. Alleen zou de eisch van de
Perzische Regering, eener som namelijk van 300,000 die zij zegt dat
Engeland, ingevolge een tractaat van vóór 30 jaren, haar schuldig is,
ernstige moeijelijkheden kunnen veroorzaken.
Lord Clarendon heeft in het Hoogerhuis aangekondigd, dat hij de hoop
voedt, dat de onderhandelingen met den Perzischen Gezant, tot een vol
doenden uitslag zullen leiden.
De van wege zijne bedriegelijke handelingen bekende James Sadleir is
met algemeene goedkeuring uit het Parlement verbannen. Volgens een be-
rigt uit Parijs bevindt hij zich aldaar, en neemt hij dagelijks zijn middag
maal in eene der gaarkeukens van het Palais-Royal.
Lord Granville, in het Hoogerhuis, en Lord Palmcrslon, in het La
gerhuis, hebben beiden de verklaring afgelegd dat van de beschieting van
Canton met gloeijende kogels bij de Regering geen berigt was ontvangen.
Volgens een brief van wege de policie in de Times geplaatst, zou de
Officiers-Weduwe die zich tot Prins Albert om onderstand had gewend
(zie ons vorig nommer), niet dat medegevoel verdienen, hetwelk men haar
betoond, naardien zij reeds sedert 1848 bedelbrieven rondzendt en de waar
heid van hetgeen zij aanvoert niet is gebleken.
Volgens eene officiële opgave, hebben in Januarij dezes jaars 340 schip
breuken op onze kusten plaats gehad, waarbij 186 menschen zijn omgeko
men. Door de hulp der reddingbooten zijn 662 behouden.
Het werk Social Historyvan G. Roberts, deelt eenige belangrijke
bijzonderheden medeomtrent de geschiedenis van het Engelsche looneel.
Eerst in het midden der 16dc eeuw kwamen tooneelspelers uit Londen in de
graafschappen. Te Lyme ontvingen in 1569 de tooneelspelers van Lord
Montsoy dagelijks eene geringe bezoldiging (elk ongeveer 90 c.), even als
die van Lord Essex (elk ongeveer 1.20). Destijds werd in de kerken ge
speeld. Dat dit ook te Londen geschiedde, bewijst het verbod daarvan door
den Bisschop Bonner, uitgevaardigd in 1542, waaruit men ziet, tot welke
tegenstellingen het in de kerken van Engeland voor de hervorming gekomen
was. Onder de Koningin Elisabeth ontvingen de tooneelspelers bezoldiging,
opdat zij niet meer in de kerken zouden spelen. De gestrenge viering van
den Zondag is van Cromwell afkomstig.
Alice Race, het 10-jarig meisje onlangs opgevorderd door hare moeder,
ten einde in de Roomsche godsdienst opgevoed te worden, in strijd met de
bedoeling des overledenen vaders, is volgens besluit van het Gereglshof on
der voogdijschap gesteld en zal in het Protestanlsche geslicht voor weezen
varf zeevarenden te Hampslead terug gebragt worden, nadat 4 personen zich
verbonden hadden 25 'sjaars bij te dragen voor opvoeding en kleeding.
Dit besluit is het gevolg der weigering van liet kind zelf om genoemde in-
rigting te verlaten. Haar broeder, die 12 jaren telde, geene zwarigheid ge
maakt hebbende, ging over onder de leiding van Roomsche geestelijken,
die ook het meisje verlangden op te voeden.
Onder de verliezen, welke men door den brand der factorijen te Can
ton te betreuren heeft, behoort ook de vernieling van de drukkerij van
Dr. Williams, met den rijken voorraad Chinesche letters, waarmede Dr.
Morrison's Woordenboek gedrukt is, alsmede eene grootevoorraad Chinesche
of op China betrekking hebbende boeken.
FRANKRIJK.
PARIJS, 17 Februarij.
Gisteren heeft de Keizer de zitting der Wetgevende Kamers in per
soon geopend. De troonrede gaf over het geheel eene zeer gunstige voor
stelling van den staat des rijks cn van zijne betrekkingen met de andere
Staten. Van de buitenlandsche aangelegenheden sprekende zeide Z. M.dat
de wegruiming der moeijelijkheden, die de volkomene uitvoering van het
Parijsche vredesverdrag vertraagd hadden, thans verzekerd was; dat de
zaak van Neufehatel hare vreedzame vereffening te gemoet ging; dat Grie
kenland door de buitenlandsche troepen onverwijld ontruimd zou worden,
daar hun verder verblijf aldaar door de beschermende Mogendheden, in vol
komen overeenstemming, noodeloos geacht werd. Alleen ten aanzien der
Napelsche aangelegenheid gaf de Keizer te kennendat die oneenigheid nog
bestond en zou blijven bestaan, zoo lang als niet voldaan wierd aan het
geen Engeland en Frankrijkin het belang der beschaving en der mensche-
ljjkheid, verlangden.
Bestond alzoo buiten 's lands eene heuglijke verstandhouding tusschen al
de groote Mogendheden, dan was het naar het oordeel des Keizers des te
meer pligtthans binnen 's lands alle middelen aan te wenden om 's lands
rijkdom en de krachten der natie te ontwikkelen; onder welke middelen
Z. M. bepaaldelijk de uitbreiding der voordeden van het crediet tot alle
takken der volksbedrijvigheid vermeldde, tevens erkennende dat het crediet
thans, door overdreven speeulaliegeesl misbrflikt, de ondergang werd voor
dezen en genen.
Ten opzigle van Frankrijks inwendigen toestand, zeide de troonrede,
dat het land niettegenstaande de lasten van den oorlog en de duurte der
levensmiddelen, die het doorgestaan had, voorspoed genoot: als bewijs
waarvan aangevoerd werddat de opbrengst der indirecte belastingen (on
gerekend hetgeen bepaaldelijk tot goedmaking der oorlogskosten is geheven)
sedert het jaar 1855 met ruim 50 millioen fr.cn sedert de herstelling des
Keizerrijks met 210 millioen toegenomen was.
Met dat al erkent de Keizer, dat de tijdsomstandigheden voor een ge
deelte der natie drukkend zijn, en belooft hij de onverwijlde afschaffing
van zekere belastingenwelke door eene levens in de uitgaven gebragte
vermindering mogelijk wordt, zonder gevaar voor den goeden staat der
finanlienzullende in de voor te dragen staatsbegrooting voor het aanstaande
dienstjaar het totaal der gewone inkomsten met dat der gewone uitgaven
gelijk staanterwijl al de oorlogskosten door middel der vroeger daarvoor
aangegane geldleeningen goedgemaakt zouden kunnen worden.
Voorts werd medegedeeld, dat de Regering voor het aanstaande jaar
magtiging zal vragen tot eene ligting van 100,000 man voor de dienst der
land- en zeemagt, dat is 20,000 man meer dan vroeger in vredestijd door
gaans geschiedde; maar daarbij wordt gevoegd dat slechts twee derde ge
deelten van die lotelingen onder de wapenen gehouden zullen wordenzoodat
die maatregel niet bezwarend voor de schatkist noch voor de ingezetenen
zal zijn, terwijl hij eene reservemagt van 600,000 geoefende manschappen
ter beschikking des vaderlands stelt.
Verder wordt een groot aantal maatregelen en voorstellen der Regering
aangekondigdalstot verhooging van de jaarwedde der burgerlijke amb
tenaren van minderen rang, met eene buitengewone bijdrage uit de schat
kist van 5 millioen fr.lol oprigting van regelmatige stoombootdiensten op
landen aan gene zijde des Oceaans; lot vestiging eener strafkolonie in
Afrika, daar het menschlievende plan der Regering, om de opsluiting in
de galeikerkers door verbanning naar Guyana te vervangenin de gele
koorts een onoverkomelijk bezwaar ontmoet; lot vaststelling van een nieuw
wetboek voor het krijgsvolk; tot vermeerdering der opbrengst van den bo
dem in eenige departementen; en tot verdere ontwikkeling van Algerië;
terwijl de Regering bedacht is op de invoering eener belasting op roerende
goederen, ter vervanging eener heffing, welke, tijdens den oorlog inge-
voérd zijnde, nu afgeschaft zal worden.
De Keizer eindigde zijne rede aldus: Frankrijk heeft, zonder iemands
regten te krenken, den rang in de wereld hernomen, welke aan hetzelve
toekwam en kan zich thans in veiligheid bezig houden met al het belang
rijke, dat de geest des vredes heeft voortgebragt. God moge het voort
durend beschermen, en alsdan zal men van ons tijdperk mogen zeggen,
'twelk een beroemd en nationaal Staatsman van het Consulaat heeft ge
schreven Allerwegen was men voldaan en iederdie geene booze drif
ten een gevolg van partijgeestin zijn boezem koesterdegevoelde zich
bevredigd bij het aanschouwen van het algemeene geluk"
De troonrede heeft eenen gunsligen indruk op de Kamer gemaakt.
Dit zoude ook het geval op de Beurs zijn geweest, indien niet de zinsne
den over de speculaticgecst cn de nieuwe belasting op de roerende goede
ren een nevel hadden geworpen op het gunstig tafereel door den Keizer van
den toestand des lands opgehangen. Hel heeft de opmerkzaamheid tot zich
gelrokkendat er in de rede geen gewag wordt gemaakt van de Perzische
aangelegenheden.
Het is in sommige kringen niet onopgemerkt gebleven, dat de Keizer
in zijne rede zich zeer vleijend voor den Heer Thiers heeft uitgelaten, ter
wijl tot nog toe in den Moniteur niet een woord is gerept van de rede
van den Heer Guizot, bij de ontvangst van den Heer Biot als lid der Aca
demie uitgesproken. Men gelooft dat de Keizer niet gediend is met de be
ginselen door genoemden Heer bij die gelegenheid ontwikkeld.
De Heer Biot is door de HH. Guizot, "Villemain en Viennet aan den Keizer
voorgestelddie een langdurig onderhoud met hen had. L. M. klaagde over
de langzame voortzetting van de Diet, de VAcadémie. Guizot antwoordde
«de Academie waant zich eeuwig." Later liet hij zich nog, op eene we
tenschappelijke uitdrukking van den Heer Biot, ontvallen: «De weten
schappen vormen de eenige stichting, die nooit zal instorten."
Het bevestigt zich dat het uitstel der landbouw-tentoonstelling tot een
volgend jaaralleen aan bezuiniging moet worden toegeschreven. Van
onderscheidene zijden komt men van wege de nadeelige gevolgen legen het
genomen besluit op. Zoo moet er reeds puik vee van Australië naar
Frankrijk zijn afgezonden, en voor machines aanzienlijke kosten gemaakt
zijn. Nabij Neuilly is, tot het nemen van proeven, een aanzienlijk stuk
grond afgehuurd, 'twelk dit jaar voor rekening van het bestuur blijft.
Men is niet vreemd aan het denkbeelddat op eene of andere wijze in
sommiger belang te gemoet zal gekomen worden.
De Duitsche bladen hebben dezer dagen berigt dat de toonkunstenaar
Listz in de Franciscaner orde zou worden opgenomen. Een brief, door den
Heer Jules Janin van hem ontvangenmaakt daarvan niet de minste melding.
Volgens het dagblad le Nord, heeft de onlangs overleden Russische
Prinses von Lieven, eene lijfrente van 8000 fr. vermaakt aan den Heer
Guizot, onder uitdrukkelijke bepaling, dat deze som door hem zal moeten
worden gebezigd voor een rijtuig. Bij haar leven had de Prinses meerma
len haar leedwezen aan den dag gelegd over de omstandigheiddat de Heer