LEYDSCHE
COURANT.
6,
WOENSDAG 14 JANUARIJ.
V
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdas Avond.
De Prijs der Courant is f 12 in
de afzonderlijke Nommers worden
Centen afgegeven.
het jaar
tegen 10
BINNENLANDSCIIE BERIGTEN.
LEYDEN, 13 Januarij.
Bij Kon. besluit is de Majoor de Bock, Commandant van het 4dc batail-
lon van het reg. grenadiers en jagersbenoemd tot lid van den alhier zitting
houdende Militieraad.
De AfdeelingLeyden van de Hollandsche Maatschappij van Fraaije Kunsten
en Wetenschappen zal op Dingsdag 20 Januarij wederom eene openbare
Vergadering met Dames bonden waarin de Heer Mr. J. van Lenuep als
spreker zal optreden.
Gisteren avond had weder de Koppermaandag feestviering plaats door de
alhier gevestigde Typographische Verecniging. Ten 7 ure werden Heeren
Donateurs en Patronen in de Zaal ontvangen en verwelkomd door den Voor
zitter der Vereeniging, waarna de 1° Secretaris zijn jaarlijks verslag uil-
bragt. De Voorzitter schetste in zijne feestrede, de vreeselijke ramp die
nu juist 50 jaren geleden Leyden trof en gaf daarna een kort overzigt over
den oorsprong der Typographische Vereenigingen. Na de uitvoering van
een tweetal muziekstukkenwerd door eenige leden ten tooneele gevoerd
bel historisch drama, getiteld Lourens Jansz. Coster, door den Voorzitter
J. K. de liegt vervaardigd. Bij het eindigen van een en ander, nam de
Hoogleeraar A. II. van der Boon Mesch hel woord en sprak in hartelijke
taal het bestuur en de leden aan. Voor het eerst zulk eene feestviering bij
wonende, gaf hij zijne volle goedkeuring aan het bestaan der Vereeniging;
was hij dikwerf op dergelijke feesten geweest, nimmer had hij durven den
ken dat werklieden zoo feest konden vieren. Ziglbaar was de spreker be
wogen cn schroomde hij niet te bekennen, dat, wat hij hier gezien en ge
noten had, een diepen indruk op hem had gemaakt.
Na deze toespraak nam de Heer v. d. Pavord Smits mede het woord, in
naam zijner Collega's dank zeggende voor de ontvangst aan deze feestplaats,
waarna ook nog de Heer A. W. SylholF eene hulde bragt aan de Vereeni
ging. Deze feestviering duurde tot in den morgen, en door de talrijke
feestelingen is niet eene aanleiding gegevendie tot eenige ongeregeldheid
kon leiden.
Vergelijkende Staat van de zuivere opbrengst der opcenten en eigene
middelen, ten behoeve dezer gemeente geheven, gedurende de maanden
December 1855 en 1858, alsmede van die opbrengst over de 12 maanden dier
beide jaren.
MIDDELEN.
Geslagt(fryo/)ceMfen en invoer
Binnenl. Gedistilleerd {idem)
Builen). Gedistilleerd {idem)
Likeuren {idem)
Gemaal eigen middel)
AYijn, Fruit enKunslwijri(uf
Zuivere opbrengst over
de maand December.
1855
1703.531
7815.76'
739 20
3429.60
3506 45
1856
Zuivere opbrengst over
de 12 maanden des jaars.
1855
1803.34,1 21536.33
4525.131
412 64,i
5218 46
1232 62V
42331.13
2522.82
87062.18
16924.40
ƒ17194.541'/13192.214 ƒ170376.86
1856
20701.331
44422.75 i
2918 411
1020.79.1
55402.401
14801.75
ƒ139327.45
TeWoubrugge heeft in de vorige week een zeer treurig voorval plaats
gehad. Een tiental jongelieden had zich gedurende eenigen iijd met schaat
senrijden vermaakt. Bij bet scheiden waren zij juist op e'e'n punt vereenigd
«en bel nog zwakke ijs kon dien last niet dragen. 8 hunner zakten daar
door, waarvan door ijverige pogingen slechts 6 zijn gered. 2 meisjes,
dochters van den Heer A. van Griethuizen aldaar, zijn levenloos opgehaald.
Het Ilbl. deelt liet volgende berigt uit Suriname mede: Op dit oogen-
lilik is er niets anders aan de orde van den dag dan den onwil om te wer
ken, verzet en brutaliteit der slaven, op de plantagien in het algemeen. Zij
loopeit dagelijks bij troepen naar den Procureur-Generaal, die nu in Com
missie naar verscheiden effecten is gegaanom order te stellendit alles
vloeit voort uil de afkondiging der nieuwe slavenreglementen nu is liet
sneer dan lijd, dal zij geëmancipeerd worden, want zij zijn druk bezig het
zeiven te doen.
Aan de leden der Tweede Kamer is rondgedeeld het ontwerp van wet,
nopens de zamenslelling der Reglerlijke Magt en het beleid der Justitie.
In de Memorie van Toelichting wijst de Regering, in de eerste plaats,
op het verschil van meening en de vroegere onderscheidene voordragten
waarvan geene een algemeenen bijval mogt verwerven. Be Regering wil
zich echter strikte nakoming, zoo veel in haar is, van de voorschriften dei-
Grondwet, ook waar die, gelijk met het 5dc additionele artikel hel geval
is, aan overgroote bezwaren blijkt onderworpen te zijn, als hare pligt eer
lijk en naanwgezet voor oogen stellen.
Eene aandachtige lezing van artikel 162 der Grondwet toont voldingend
aan, dat de llooge Raad toezigt uitoefent over den geheelen loop der justi
tie in burgerlijke cn in strafzaken; dat alle handelingen der reglerlijke
magt zonder onderscheid aan dat toezigt onderworpen zijn; dat de Hooge
Raadde bevoegdheid krachtens de Grondwet heeft, en die derhalve door eene
gewone wet niet verliezen kan, oin dat toezigt op onbeperkte wijze uit te
oefenen.
Hierbij wordt verder betoogd dat het grondwettig toezigt van den lloogen
Raad op zeer onvolkomcne wijze werkt, en ontaardt in een gebrekkig
onderzoek in derde instantie, dat voor de justiciabelcn slechts uitloopt op
verlenging van den duur der regtsgedingenbelangrijke verliooging der pro
ceskosten, en, als gevolg, beperking der gelegenheid lol verkrijging van
regt voor velen, die, uil vrees alleen van door drie instantien heengeslecpt,
en ten slotte nog de verliezende partij te worden, en hunne meest billijke
vorderingen ten laatste nog te zien schipbreuk lijden, op deze of gene begane
nulliteit, er de voorkeur aan geven, hun goed regt ten offer te brengen,
liever dan zich aan de gevaren van drie kostbare en onzekere instantien te
wagen.
Het toezigt van den lloogen Raad op den gang der justitie is voorzeker
hoogst weldadig, wanneer het met juistheid wordt opgevat en in toepassing
gebragt, maar gelijk liet thans werkt en velen liet willen behouden, is het
in strijd met bel openbaar en bijzonder belang.
Hoe men het keere, vereenvoudiging en mindere kostbaarheid der regts
gedingen, zijn niet te verkrijgen, tenzij men ééne der drie instantien doe
wegvallen, en hel hooger beroep in burgerlijke zaken van de boven over-
brenge op den lloogen Raad. Echter niet alle zaken kunnen den lloogen
Raad onderworpen worden in hooger beroep. Sommige worden reeds bij
den lageren regter, in eersten aanleg en hoogste ressort, beslist; andere
hebben in appel een anderen regter aan den lloogen Raad.
Na verder over de toepassing van dat beginsel bij lijfstraffelijke reglsvor-
dering te hebben gesproken, en bet op verscheidene punten, in '1 algemeen
te hebben toegelicht, wordt verder stil gestaan bij de overige hoofdpunten
des onlwerps.
Door de afschaffing der elf hoven zal voortaan de reglerlijke magt zijn
zamengesteld uit KanlongereglenArr.-Rcglbanken en den lloogen Raad.
De verandering omtrent de Kantongereglen strekt, om de betrekking van
Kantonregter te doen bekleeden door leden der Arr.-Reglbankenbij beur
ten voor twee jaren aan te wijzen door de Reglbanken in Raadkamer, en
tevens, om het O. Minist. bij de Kanlongereglen te doen waarnemen door
eenen Substituut-Officier, door bel hoofd van hel parket der Reglbank
daartoe gelast. De tot Kantonreglers aangewezen leden der Reglbanken
en de hun toegevoegde Substituut-Officieren. Zij wonen ter plaatse der Regl
bank. Hunne werkzaamheden strekken zich, waar de dienst het toelaat,
over twee, drie of meer kantons uit, in welker hoofdplaats de Kantonregter
zoo vele zitdagen wekelijks of maandelijks komt houdenals de behoefte
medebrengt. Ten einde die zitdagen niet te zeer te vermenigvuldigen, de
contentieuse jurisdictie der Kantonregters niet te belemmeren, en de mo
gelijkheid te doen bestaan, dat deze hunne regtspraak zich over meerdere
kantons kunne uitstrekken, is een groot deel der vrijwillige jurisdictie den
Kantonregters in den regel onttrokken en aan hulp-Kantonreglers opge
dragen die de tegenwoordige plaatsvervangers der Kantonregters in
zekere male vervangende, in ieder kanton zullen gevestigd zijn en, met
aanvulling van art. 33 en volgg. van hel Wetboek van Strafvordering, ook
als hulp-Officieren van Justitie zullen dienst kunnen doen. De Griffiers
zullen emolumenten mogen rekenen; de Kantonregter heeft zijn traktement
van lid der Reglbankzonder meer.
De Griffier bij het Kantongeregt blijft onveranderd en in de hoofdplaats
van 't kanton gevestigd.
Aan de Arr.-Reglbanken wordt de kennisneming opgedragen ook der
criminele zaken, en het hooger beroep in strafzaken in hel algemeen, zoo
van de vonnissen der kantonreglers van haar ressort, als van de correctio
nele en criminele vonnissen door naburige Arr.Reglbanken in eersten
aanleg uitgesproken.
De opdragt der criminele zaken aan de Reglbanken kannaar het oor
deel der Regering, geen bezwaar opleveren. De tamelijk eigendunkelijke
onderscheiding der wet lussehen correctioneel en crimineel reglvaardigt
zoodanig bezwaar niet.
Overigens zal in hooger beroep, volgens bet ontwerp, de Regter in den
regel uitspraak doen op de stukken, zonder vernieuwd getuigenverhoor,
tenzij de Regter het bevele.
De Regering gelooftdaL zij met het oog alleen op de met zooveel regt
verlangde vereenvoudiging en verbetering van ons régtswezen, en zonder