leydsche
courant.
1857.
WOENSDAG 7 JANUARIJ.
De Courant wordt Maandag, Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit ïaturdag Avond.
De Prijs der Courant is ƒ12 in het jaar
de afzonderlijke Hommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
BWNENLANDSCnE BERIGTEN.
LEYDEN, 6 Januarij.
Bij Kon. besluit zijn benoemd tot Burgerlijke leden van den Militieraad,
alhier zitting houdende, Mr. II. C. J. Hoog, lid der Prov. Stalen, en Mr.
P. G. Hubreclit, Burgemeester van Lcydcrdorp, en tot hunne plaatsvervan
gers, J. Droogleever Forluyn, lid der Slaten, en G. van Leeuwen, lid van
den Raad der stad Gouda.
Bij gelegenheid dat de Heer S. Meerburg Jz. de betrekking van Pen
ningmeester van het Genootschap: Mathesis Scientiarum Genitrix gedu
rende 25 jaren had vervuld, werd hem gisteren avond door het Bestuur
een geschenk in zilver aangebodenals bewijs van erkentelijkheid voor de
helanglooze en trouwe diensten daardoor aan het Genootschap bewezen.
J)e leerlingen van de onderscheidene scholen des Genootschaps voegden
daarbij een bewijs van hulde, bij monde van ée'n hunner, dat gevolgd werd
door een serenade, uitgevoerd door het corps muziekanten van hel alhier
in bezetting liggend bataillon Jagers; terwijl de onderwijzers op eene
waardige en gepaste wijze van hunne belangstelling deden blijken.
Nadat het muziek-corps op de plaats voor de vergaderkamer des bestunrs
cenige muziekstukken had doen hoorenbegaven de leerlingenvoorafge
gaan door de uit hun midden gekozen Commissarissendie een bij deze
gelegenheid opzettelijk vervaardigde banier voerdenversierd met de spreuk
des Genootschaps en eene zinnebeeldige voorstelling van de verschillende
vakken van onderwijs, in geregelde orde, met fakkellicht en geleid door
het muziek-corps, van hel schoolgebouw naar het stads Heeren-Logeraent aan
den Burg, alwaar de trein zich ontbond. Korten tijd daarna werd de
banier door de Commissarissen naar het locaal des Genootschaps lerugge-
bragt, om aldaar lot een aandenken te worden bewaard en tot een bewijs
te verstrekkenop welken prijs de hier ter stede sedert het jaar 1785 ge
vestigde inrigting van industrieel onderwijs door de leerlingen wordt ge
schat en hoe belangloozeijverige en trouwe diensten aan het Genootschap
betoond, gelijk steeds vroeger, ook nu nog dankbaar worden erkend.
De Heer Stoffels, Wethouder, tijdelijk het Burgemeesterschap waar
nemende, gaf door een persoonlijk bezoek aan de vergadering, een
waardig blijk van belangstelling, zoowel vereerend voor den jubilaris, als
voor het Genootschap, dat sleeds builen eenige geldelijke ondersteuning van
de gemeente, in eene behoefte voorziet van den tegenwoordigen lijd, die
elders aanzienlijke uitgaven van de gemeentekas eischt.
In de zaak van het gebeurde onder de gemeente Berkel wordt door
de Justitie een naauwkeurig onderzoek gedaan. Er bestaan vermoedens,
maar het is voorzigtig het onderzoek niet vooruit te loopen. Omtrent het
verdwijnen van van Santen wordt niets meer gemeldzoodat dit waarschijn
lijk onwaar is.
Yan wege de llollandsche Maatschappij van Landbouw is haar gewoon
jaarboekje voor 1857 uitgegeven. Daaruit blijkt o. a.dat die Maatschappij
telt: 45 afdeelingen, met 6767 leden. 'sGravenhage telt 582, Amsterdam
504, Delft 190, Dordrecht 441, Gouda 149, Leydcn 171, Rotterdam,
Schiedam en omstreken 251 leden.
Omtrent den ontworpen Noordhollandschen spoorweg wordt aan de
A. C. het volgende gemeld: net maatschappelijk kapitaal is groot 12 mil-
lioen guldenverdeeld in 50,000 aandeelen. In het overig gedeelte der uil
gaven zal voorzien worden door de uitgifte van obligaliën. In Nederland
kan bij de Heeren J. 1). Landré en Comp., te Amsterdam, ingetcekend
worden. De lleer John Watzon te Londen zal voor 15,400,000 den ge-
heelen weg makenmet bijlevering van het materieelhet betalen der ont
eigening en het uilkeeren van 5 pCt. 'sjaars aan de aandeelhouders van
hunne stortingentot dat de gehecle weg gereed is. Binnen 5 jaren na de
vergunning moet de spoorweg gereed zijn. De zetel der maatschappij zal
te Amsterdam zijn; zij zal bestuurd worden door een Directeur en 12 Com
missarissen, waarvan ten minste 7 in Nederland moeten gevestigd zijn. Tot
Ingenieur Directeur voor het maken der werken zal benoemd worden de
beroemde Engelsche Ingenieur Koloner, en tot Ingenieur de Heer Bridge-
man; misschien zal later, tot geruststelling van de Nederl. Regering, nog
een llollandsche Ingenieur worden benoemd, die vooral met de onteigening,
het sluiten van contracten enz. zal belast worden.
Aan het Nieuwe Diep zijn in de vorige week weder twee afdeelingen
koloniale troepen aangekomen, voor Oost-Indiedie dadelijk zijn ingescheept
aan boord der schepen Prins Maurits en Johanna Christina. Men verwacht
nog een vijfde afdeeling die ingescheept zal worden aan boord van het schip
Java, Kapt. Tuk.
In de provincie Groningen zijn in den loop van het vorige jaar aan
gebouwd 73 nieuwe zeeschepen, zijnde het hoogste getal dat tol heden
werd bereikt.
Door het Prov. Hof van Drenthe zijn 7 personen uit Ycenhuizen,
waaronder 3 vrouwen, wegens liet schrijven van brandbrieven, elk tot
10 jarige tuchthuisstraf en in de kosten veroordeeld.
Omtrent de levensbijzonderheden van den verdienstelijken Kapt.-Luit.
ter Zee Melvill van Carpbe'e, wiens overlijden in ons vorig nomrner is ver
meld wordt nog het volgende medegedeeld
Op 15-jarigen ouderdom als Adelborst op het Koninklijk Instituut voor de
marine te Medemblik geplaatst, onderscheidde hij zich, en mogt hij met veel
vrucht de lessen van Pilaar volgen. In 1835 deed hij als Adelborst ls,c kl.
eene reis naar Oost-Indie; met afwisseling van bodem kwam hij in 1837 aan
boord van de Bellona, op welk fregat Z. K. II. Prins Hendrik der Neder
landen toen eene reis naar Indie deed. Reeds toen zag de aankomende
Zee-Officier het gebrekkige van de kaarten dezer zeeën inhield vele aan-
teckeningcn en verzamelde bouwstoffen voor zijne latere werken. In 1838 naar
het vaderland teruggekeerdwerd de Heer Melvill van Carnbe'e in hel vol
gende jaar tot Luitenant ter Zee 2dc kl. bevorderd. Weldra deed hij zijne
tweede reis naar Indië, die in groole mate lot ontwikkeling strekte van de
voornemens, die hij had opgevat tot verrijking van de kennis van den
Archipel, waartoe de gelegenheid hem te stade kwam, dal hij bij liet
hydrographiseh bureau te Batavia werd geplaatst. Reeds in 1842 zag de
kaart van Java in 5 bladen, met een daarbij behoorenden Zeemansgids.
liet licht, die binnen een kort tijdsverloop nog door eenige andere hoogst-
nuttige kaarten van vele druk bezochte vaarwaters in den Archipel gevolgd
werden. Tol hel einde van 1844 in die betrekking werkzaamverliet hij
Indië en nam zijne terugreis over Britsch Indië, en knoopte tusschen de
voornaamste wetenschappelijke ligchamen aldaar en Batavia betrekkingen
aandie over en weder vruchten hebben gedragen.
In 1845 in het Vaderland wedergekeerd, vond of schepte hij zich aldaar
ruimschoots de gelegenheidom in de door hem geliefkoosde vakken werk
zaam te blijven; hij werd geplaatst bij het Dep. van Marine, tot het zamen-
stellen van de geschiedenis der hydrographie van den Ned. Ind. Archipel;
stelde deswege vele hoogst belangrijke stukken, en verrijkte nieuwe uit
gaven van zijne vroegere kaarten en zeemansgidsenook was de leiding van
den Moniteur des lndes aan hem opgedragen, welk tijdschrift 3 jaargangen
mogt beleven, en waarin een ganscli stel van keurige kaarten, over al de
overzeesche bezittingen en koloniën, van Melvill's hand, het licht zagen. In
1850 keerde hij, intusschen lot Luit. ter Zee lsle kl. bevorderd, naar
Indië weder als Adjudant van den Vice-Admiraah van den Bosch, die tot
Opperbevelhebber van 's lands zeemagt in Ned. Indië was benoemd cn hem
bijzonder waardeerde. Die Vlootvoogd mogt slechts weinige maanden in
Indië beleven. Van 1852—54 bewees de lieer Melvill nog vele diensten bij
het werkelijke zeewezen, waartoe hij op zijn verzoek werd overgeplaatst;
zag zich op nieuw belast met het beheer over het depot zeekaarten; werd
tot lid en Secretaris benoemd der commissie lot verbetering der Indische
zeekaarten; vond nog tijd voor anderen wetenschappelijken arbeid, en zag
zich bij de vestiging van het zoo hoogst nuttig Indisch natuurkundig
genootschap met de leiding daarvan belastverbeterde den Indischen
Almanak enz.
Zware huisselijke beproevingen waren hem daarna voorbehouden. In 1854
met Jonkvr. de Koek, dochter van den Raad van Indië Baron de Koek,
gehuwd, werd hem deze geliefde echtgenoot, even als later de eenige spruit
uil dezen echt, door den dood ontrukt. Ofschoon hij de herhaalde slagen
door verdubbeling van arbeid trachtte te boven te komen, zich geheel wijdde
aan de bewerking van zijn Atlas van Nederl. Indië, hadden zij zijn gestel
zwaar geschokt. In Augustus jl. tot Kapt.-Luit. ter Zee en lot Directeur
van het etablissement op Onrust benoemd, werd hij in October door eene
plotselinge ongesteldheid overvallen, die hem naar hel hospitaal te Weltevre
den deed overvoerenalwaar hij na een kort doch smartelijk lijden bezweek.
Voor ieder die hem gekend heeft, behoeven wij geene woorden te bezigen
om te doen uitkomen de heuschheid van zijn omgang met hoogcren en min
deren; hel reglschapen, onbekrompen, ronde van zijn karakter, zijne gulle
hulpvaardigheidhet onbezwekerie van zijn pogen op zijne 20 jarige weten
schappelijke loopbaan, zoo wèl vervuld, dat hij reeds op jeugdigen leeftijd
door eigen en vreemde Regeringen zich zag onderscheidendooq weten
schappelijke ligchamen tot lid benoemen, en hem de eere te beurt mogt
vallen, dat de Brilsche en Eransche Regeringen verscheiden zijner zeevaart
kundige werken deden vertalen, dat ieder deskundige in de hedendaagsche
cartologie van Nederland hem eene plaats van onderscheiding aanwijst en
zijn roem voor lang in cn buiten zijn Vaderland gevestigd mogt geheeten
worden.
's GRAVENHAGE 6 Januarij.
De lItr. C. meldtdat de Officier van Gezondheid lst« kl.G. F. van
Dommelen, door Z. M. benoemd is lot Ridder der orde van den Ned. Leeuw.