Art. 30. Geene conscnt-l/Lllcttcn af te geven zonder bewijs van wettigen inslag. Geen consent-billet tot uitslag of vervoer wordt afgegeven dan op vertoon van een bewijs van wettigen inslag. De bijzondere verordeningen wijzen den tijd aangedurende welken de billetten als bewijs van wettigen inslag, kunnen gelden. Art. 31. Aanteekening van den uitslag op het bewijs van inslag. Op bet vertoonde bewijs van wettigen inslag wordt door den ontvanger aange- teekend hoeveel daarop weder uitgeslagen en vervoerd zal worden. Die aanteekening moet door hem onderlcekend en het nonimer van het consent- billet vermeld worden. Art. 33. Aanvraag en consent-billet tot uitslag binnen de gemeente. Wanneer dc goederen naar elders binnen de gemeente uitgeslagen worden, moet de aanvrage ter bekoming van een consent-billet aan het algemeen kantoor van ontvangst geschieden. Die aanvrage moet inhouden: 1°. Den naam of de firma des verzoekers; 2°. De nommers, merken, soort, maal, getal of gewigt der goederen; 3°. Het huis, erf of bergplaats van waar de goederen zullen uitgeslagen worden; 4°. Den naam of de firma en de woonplaats van hem voor wien de goederen bestemd zijn. Het daarop te vcrleenen consent-billet moet bevatten: 1°. Den naam of de firma van hem die wenscht uit te slaan 2°. De nommers, merken, soort, maat, getal of gewigt der goederen; 3°. Den naam of de firma en de woonplaars van hem, voor wien die goederen bestemd zijn; 4°. Het huis, erf of bergplaats van waar de uitslag zal geschieden; 5°. De dagteekening en het uur der afgifte; 6°. Den tijd gedurende welken het billet geldig is tot dekking van uitslag, ver voer en inslag. Art. 33. Aanvrage en consent-billet tot uitslag naar buiten de gemeente. Wanneer de goederen naar buiten de gemeente bestemd zijn moet mede aan het algemeen kantoor van ontvangst aanvrage ter bekoming van een consent-billet tot uitslag gedaan worden. Die aanvrage moet inhouden: 1°. Den naam of de firma van den verzoeker; 2°. De nommers, merken, soort, maat, getal of gewigt der goederen; 3^. Het huis, erf of bergplaats van waar de uitslag zal geschieden; 4°. De poort of hel watergat, waardoor men wil uitvoeren; 6°. De wijze van uitslag, met teruggave der belasting of afschrijving op de reke ning van het plaatselijk doorloopend crediet. 6°. De wijze van vervoer enwanneer die met vaar- of voertuig geschiedtden naam van schipper of voerman. Het daarop te verleenen consent-billet moet bevatten 1°. Den naam of de firma aan hem die wenscht uit te slaan; 2°. De nommers, merken, soort, maat, getal of gewigt der goederen; 3(k Het huis, erf of bergplaats van waar de uitslag zal geschieden; 4°. De poort of het watergatwaardoor men wil uitvoeren 5°. De wijze van vervoer en wanneer die met vaar- of voertuig geschiedt, den naam van schipper of voerman; 6°. De plaats waar de verificatie moet geschieden; 7°. De dagteekening en het uur der afgifte; 8°. Den tijd gedurende welken het billet geldig is tot dekking van uitslag, vervoer en uitvoer. Art. 34. Bewijs van gedane verificatie Na de verificatie, ter plaatse in het consenl-billet uitgedrukt, constateren de ambtenaren hunne bevinding op de keerzijde van dat billet. Art. 35. Uitslag en vervoer bij nacht. Uitslag en vervoer van goederenwelke zonder billet niet mogen vervoerd wordenzijn gedurende den nacht niet geoorloofd dan in tegenwoordigheid van een' ambtenaar. VIJFDE HOOFDSTUK. Uitvoer. Art. 36. Wanneer formaliteiten bij den uitvoer in acht te nemen Uitvoer van belaste voorwerpen is vrij. Uitvoer van belaste voorwerpenmet teruggave of afschrijving van belasting, is onderworpen aan de formaliteiten, in de volgende artikelen omschreven. Art. 37. Geenc teruggave of afschrijving van belasting zonder verificatie of visitatie. Geene teruggave of afschrijving van belasting heeft plaats, wanneer niet door aanteekening op het consentbilletblijkt van de verificatie enals deze binnen de gemeente plaats heeft gehad, van de visitatie aan den post van uitvoer. Art. 38. Intrekking der consent billetten tot uitvoer. Teruggave en afschrijving van belasting, heeft alleen plaats op vertoon en tegen intrekking van het consent-billet. Art. 30. Wanneer teruggave der belasting aan de kantorren van toezigt en invordering kun plaats hebben Bij kleine hoeveelhedenvoor welke bij invoer aan de kantoren van toezigt en invordering d.e belasting betaald wordtkan ookwanneer de staat der kas het toelaataan die kantoren tegen intrekking van het consent-billetteruggave der belasting; plaats hebben. Art. 40. Binnen hoeveel tijd teruggave of afschrijving der belasting moet gevraagd worden. Op consent-billettenwelke ouder zijn dan veertien dagen, wordt geene belas ting teruggegeven. Tot afschrijving op de rekening van het plaatselijk doorloopend crediet moet men die billetten binnen eene maand aan het algemeen kantoor van ontvangst overleggen. ZESDE HOOFDSTUK. Doorvoer. Art. 41. V er zekering der belasting en afgifte van consent tot doorvoer. De gaarders aan de kantoren van toezigt en invordering geven aan hem die doorvoert.tegen consignatie of borgstelling voor de belastingeen verlof van door voer af, waarin de tijd bepaald wordt, welke tot den doorvoer noodig is, als ook het kantoor, waar de uitvoer en afteekening moet geschieden. Het verlof tot dadelijken doorvoer wordt verleend voor den tijd van twee uren en het verlof tot kortstondig verblijf binnen de gemeente mag den tijd van 24 uren niet te boven gaan. De tot doorvoer aangegeveneaan belasting onderhevige voorwerpenmoeten tot na hel stellen der cautie of tot de consignatie,'"bij of aan de kantoren van toezigt en invordering verblijven. Art. 42. Drieërlei wijze van doorvoer. De doorvoer geschiedt op drieërlei wijze. Eerslelijk: onmiddelijk en zonder overlading; Ten tweede: met overlading; Ten derdemet nederlage onder toezigt der plaatselijke beambten, Art. 43. Doorvoer zonder overlading. Doorvoer zonder overlading geschiedt hetzij onder consignatie of borgstelling hetzij onder geleide van een' ambtenaar. Art. 44. Doorvoer met overlading. Doorvoer met overlading mag niet geschieden dan met verificatie en in tegen woordigheid van een' ambtenaar. Deze leekent 2ijne bevinding op de keerzijde van liet consent billet aan. Dat billet moet tevens duidelijke aanwijzing bevatten van het vaar- of voertuig, waarin de goederen overgeladen zijn. Art. 45. Doorvoer met nederlage. Doorvoer met nederlage wordt alleen toegelaten, wanneer de door te voeren goederen worden gesteld onder de bewaring der plaatselijke beambten. Die opsla" wordt op de keerzijde van het verlof tot doorvoer aangeteekend en bij het vervol gen der reis de tijd aangewezen, binnen welken de verdere doorvoer volbra<>t zal moeten wezen. Art. 46. Wat vereischt wordt ter verkrijging der afteekening van doorvoer. De vervoerders van doorgevoerd wordende voorwerpen moeten zich daarmede begeven naar het kantoor van toezigt en invordering, waar de uitvoer plaats heeft, in het consent-billet vermeld, op de keerzijde waarvan de beambten den doorvoer afteekencn. Art. 47. Wat in acht te nemen om teruggave van de geconsigneerde belasting of ontslag van borgtogt te bekomen. De geconsigneerde gelden worden aan den invoerder teruggegeven, of de gestelde borgtogt ontslagen tegen intrekking van het consent, mits uit de afteekening blijke dat de daarin vermelde voorwerpen werkelijk zijn doorgevoerd. ZEVENDE HOOFDSTUK. Zekerheid voor de gemeente voor hetgeen men aan haar schuldig Is- Art. 48. Algemeen grondbeginsel omtrent het vorderen van zekerheid voor de betaling der belasting. Aan geen belastingschuldige wordt eenig crediet voor de voldoening der plaatse lijke belastingen geopend, dan nadat daarvoor, ten behoeve der gemeente, zekerheid gesteld zij. De ambtenaarwelke verzuimt deze zekerheid te vorderenis voor al de nadoe len aansprakelijk. Art. 49. Wijze van zekerheid. Behoudens de voorzieningen in het voorgaande artikel, kan de zekerheid, door den belastingschuldige te stellen op driëerlei wijze plaats hebben. Eerslelijk door cautie in geld of consignatie van penningen. Ten tweede door cautie in vaste goederen. Ten derdedoor borgtogtdoor onderpand op waren koopmanschappen en effecten of ook door verband te stellen op inschrijvingen in een der grootboeken der nationale schuld. Art. 50. Cautie in geld. De cantie door storting van penningen alleen in aanmerking komende voor de belastingschuldigen hij in- en doorvoer van aan de plaatselijke belasting onderwor pen goederen bestaat in eene lijdelijke consignatie van de belasting. Deze cautie wordt gestort op het kantoor van den gaarder aan die poort, waar van den in- of doorvoer aangifte gedaan is. Art. 51. Cautie in onroerende goederen. Bij het stellen van cautie in gebouwde of ongebouwde eigendommenmoet worden in acht genomen a. Dat de goederen onder het ressort der arrondissements-regthank alhier moeten zijn gelegen; b. Dat de waarde der eigendommen, ten koste der belanghebbendendoor beëe- digde tauxatenren moet worden geconstateerd en hij behoorlijke acten blijke; c. Dat de waarde het bedrag der gevorderde zekerheid met tien procent moet te boven gaan. d. Dat van de gebouwde eigendommen, de polis en jaarlijks de quitantie van assurantie hij eene geaccrediteerde maatschappij tijdig aan den daarbij betrokken ambtenaar worde overgelegd; e. Dat het vrije en onbelaste der goederen op eene volledige wijze moet blijken; f. Datin geval van vermeende daling der waarde of deterioratieop reqnisitic der ambtenaren hiertoe bevoegdde gevorderde zekerheid door eene nieuwe bijdrage gesuppleerd wordetenzij de belanghebbende van zijne zijde zoude meenen met deze vordering bezwaard te zijnin welk gevalalvorens tot het stellen eener nadere snppletoire cautie over te gaande vaste goederen andermaal doch op kosten van ongelijk, als boven getauxcerd moeten worden; en eindelijk. g. Dat de acten voor deze cautien opgemaakt en ingeschreven moeten worden ten koste van de belanghebbenden en op de wijze hij het burgerlijk wetboek omtrent hvpotheken voorgeschreven. Art. 52. Borgtogtverband op inschrijvingen in het grootboekonderpand van waren en koopmanschappencertificaten van 's lands werkelijke schuld of schuldbrieven ten laste der gemeente Bij borgtogtcn voor zooveel deze meer dan drie honderd guldens bedragen wordt gevorderd: aDat zij notarieel worden gepasseerd b. Dat de borg gedomicilieerd zij onder het ressort der arromlisscments-reglbank alhier; c. Dat, de borg geen ambt bekleede of bedrijf uitoefene, waarvoor hij rekenpligtig is aan de gemeente; d. Dat de borg solvabel zij cDat, in geval van overlijden van den borg, de borgtogt blij ve voortloopentot het einde der dertig dagen volgende op den dag waarop de erfgenamen van den borg hebben kennis gegeven aan den ontvanger van den dag van het overlijden. Bij het in onderpand geven van koopmanschappen of waren, moeten deze gedeponeerd worden in een der plaatselijke magazijnen en de acten, obligatien of schuldbrieven ten laste der gemeente of de certificaten van 's rijks werkelijke schuld ten kantore van den gemeente-ontvanger. Bij verband van inschrijvingen in een der grootboeken en hij onderpand van effecten of waren moet in acht genomen worden 1°. Dat de waarde der inschrijvingen, goederen of effecten worde opgemaakt naar de prijs-courantvoor hel regt van successie wekelijks hekend gemaakt, of anders geschat door beëedigde deskundigen 2°. Dat er steeds twintig ten honderd aan waarde hoven het bedrag der gevor derde zekerheid gedeponeerd worde; 30. Dat de pandgeverin geval van deterioratie of daling heneden twintig ten honderd boven het bedrag der zekerheid, tot eene nieuwe of suppleloire zekerheid moet overgaan. Art. 53. Verantwoordelijkheid der ambtenaren voor de door hen aangenomene zekerheid De ambtenaren zijn verantwoordelijk aan de gemeente voor de door hen aange nomene zekerheid. Art. 54. Doorloopende cautie. Wanneer een belastingschuldige een bedrijf uitoefent, voor hetwelk voortdurend zekerheid vereischt wordtis het hem geoorloofd eene doorloopende cautie te stellen. Wanneer er genoegzame termen van soliditeit zijn, ter beoordeeling van Burge meester en Wethouders, behoeft die zekerheid de som van tien duizend guldens niet te boven te gaan. Art. 55. Opheffing der gestelde zekerheid. Het verhand, op vaste goederen en op inschrijvingen in het grootboek gelegd, wordt niet opgeheven, noch de gelden of de goederen, in onderpand gegeven, ontslagen9 dan nadat de zaak, waarvoor door een belastingschuldige zekerheid ge steld is, volkomen met de gemeente vereffend en daarvan bewijs afgegeven is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1856 | | pagina 6