BIJVOEGSEL, bchoorende bij de Leydsche Courant van 9 Junij 8856. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leyden doen te weten, dat door den Raad der Gemeente, in zijne vergadering van den 11 December 1855, ge wijzigd den 24 daaraanvolgende, en later den 17 Mei 1856, is vastgesteld het volgende I& AABSBESIUIT. De GEMEENTERAAD van Leyden, Gezien de 6(le Titel en Art. 291 der Wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad N°. 85) in verband met Art 3 der Wet van 13 Julij 1855 (Staatsblad N°. 103). Verlangende het tegenwoordig plaatselijk belasting stelsel in overeenstemming te brengen met de voorschrif ten der bestaande wetten Heeft besloten: 1». Enz. 3°. Er zal, te beginnen met 1 Januarij 1856, geheven worden eene plaatselijke directe belasting, waarvan de opbrengst, met inbegrip van 12 pCt. voor kwade pos ten, geraamd wordt op ƒ134.000, naar betgeen als vermoedelijke vertering voor een redelijken maatstaf van het inkomen wordt gehoudenen te berekenen op het zevenvoudig bedrag der kadastrale huurwaarde, met dien verstande, dat bij gelijke inkomsten de be lastingschuldigennaarmate hunne huisgezinnen uit meer of minder leden beslaan, in evenredigheid1 lager of hooger belast worden. Die belasting wordt alleen geheven van hendie een jaarlijksch inkomen van meer dan 300 guldens hebben. 4°, Enz. Gedaan te Leyden in de openbare Raadsverga dering van den 11 December 1855, en ge wijzigd in de Openbare Raadsvergaderingen van den 24 daaraanvolgende en den 17 Mei 1856. De Burgemeester, van LIMBURG STIRUM. De Secretaris, v. PUTTKAMMER. Zijnde de heffing dezer belastingen goedgekeurd, betrekkelijk 3°, bij Koninklijke Besluiten van den 22 Maart, 30 April en 25 Mei 1856, N°. 51, 105 en 75; bij welk laatste besluit tevens zijn aangehaald de Ver ordeningen op de invordering dier belasting, vastgesteld den W December 1855 en den 3 April 1856. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 7 Junij 1856. Burgemeester en Wethouders voornoemd, van LIMBURG STIRUM. De Secretaris, v. PUTTKAMMER. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leyden doen te weten, dat door den Raad dier Gemeente in zijne vergadering van den 15 December 1855 en gewijzigd den 28 Februarij 1856, is vastgesteld het volgende RA4® SBESBITST regelende de heffing van Leges ter plaatselijke Secretarie te Leyden. De RAAD der Gemeente Leyden, Gezien art. 232 der Gemeentewet, Heeft besloten Er zullen te beginnen met 1 Julij 1856 de navolgen de leges voor de administratieve diensten van wege bet Gemeentebestuur verstrekt, ter plaatselijke Secretarie geheven worden 1". voor alle afschriften of uittreksels van stukken, behalve die voor den burgerlijken stand, alsmede voor certificaten van goed gedrag, van gegoedheid, acten van aanstelling, gunstige beschikkingen op verzoek schriften en dergelijke, alles onverminderd de tot het opmaken en schrijven dier stukken, vereischte kosten van zegel en registratie, voor elke geheel of gedeeltelijk beschrevene bladzijde van 27 regels van 12 lettergrepen twintig cents, 2°. voor gedrukte stukken: voor een heel veltwintig cents, half tien kwart» vijf 3°. voor legalisatie van handteekeningen tien cents, 4°. voor afschriften of uittreksels van acten van hu welijk; adoptie of echtscheidingveertiy cents. van geboorte, overlijden en huwelijks-aangifte of afkondigingvijfentwintig cents. Alles onverminderd de voor deze afschriften of uit treksels vereischte zegelgelden en kosten van legalisatie. 5°. voor de huwelijks-aangifte in een ander lokaal op het raadhuis dan het daartoe bestemde bureau eene gulden vijfentwintig cents. 6°. voor het gebruik van een bijzonder lokaal op het raadhuis bij gelegenheid van de huwelijks-voltrekking drie gulden. 7». voor de huwelijks-voltrekking op den gewonen dag (zijnde des woensdag ten 1 ure voor hen wier stukken alsdan tegenwoordig kunnen zijn, en des don derdags op het zelfde uur voor de overigen)op een ander uur dan het bepaaldetien gulden, op eenen anderen dagtwintig 8». voor het sluiten of ontsluiten der bureaux op buitengewone tijdenzestig cents. 9". Leges worden niet geheven van: ade stukken door onvermogenden in hun per soonlijk belang benoodigd, op vertoon eener behoorlijke acte van onvermogen; h. attestatien de vita tot ontvang van lijfrenten, pensioenen, gagementen en riddersoldijen, be houdens de kosten der formulieren aan de pro vinciale griffie verschuldigd; c. de stukken die van het zegelregt zijn vrijge steld, alsmede de extracten van huwelijks-af kondiging ter aanplakking bestemd. Gedaan te Leyden ter openbare Raadsvergadering van den 15 December 1855, en gewijzigd in de openbare Raadsvergadering van den 28 Februarij 1856. De Burgemeester, van LIMBURG STIRUM. De Secretaris, v. PUTTKAMMER. Zijnde de heffing dezer belasting goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van den 2 Mei 1856, N°. 128. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 7 Junij 1856. Burgemeester en Wethouders voornoemd, van LIMBURG STIRUM. De Secretaris, v. PUTTKAMMER. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leyden doen te weten, dat door den Raad dier Gemeente, in zijne vergadering van den 15 December 1855 en gewijzigd den 28 Februarij 1856, is vastgesteld de volgende op de invordering van Leges ter plaatselijke Secretarie te Leyden. Art. 1. De invordering der leges alsmede der uitschotten van zegel, registratie en legalisatie of regten van overschrij ving in de registers der hypothekengeschiedt dadelijk bij het verzoek der stukkenof wel hij de afgifte van die door den beambte met de opmaking of afgifte daarvan belast. Art. 2. Bij de afgifte der stukken zal door den beambte met de opmaking of afgifte dier stukken belast, bewijs van betaling op het stuk worden gestelden zalbijaldien bij het verzoek dier stukken de invordering der leges enz. heeft plaats gehad, het betaalde alsdan in betaling of in mindering verstrekken van bet bedrag der leges enz. op het stuk vermeld, terwijl het te veel betaalde zal worden teruggegeven. Art. 3. Die zich met de berekening der leges en verdere uitschotten bezwaard acht, kan zich met zijne bezwa ren tot den Secretaris der gemeente wenden. Alle op komende geschillen beslist de Burgemeester. Art. 4. De gelden worden maandelijks overgebragt bij den Gemeente-ontvanger. Vastgesteld door den Raad der Gemeente Ley den, in de openbare vergadering van den 15 December 1855 en gewijzigd in zijue verga dering van den 28 Februarij 1856. De Burgemeester, van LIMBURG STIRUM. De Secretaris, v. PUTTKAMMER. Zijnde deze verordening aangehaald bij Koninklijk Besluit van den 2de" Mei 1856, N°. 128. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 7 Junij 1856. Burgemeester en Wethouders voornoemd, van LIMBURG STIRUM. De Secretaris, v. PUTTKAMMER. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. G. LA LAU.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1856 | | pagina 37