LEYDSCHE COURANT. WOENSDAG 17 DECEMBER. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag Avond. 1856. De Prijs der Courant is ƒ12 in het jaar de afzonderlijke Nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. BIMENLANDSCHE BERIGTEN. LEYDEN, 16 December. Bij Kon. besluit zijn mei 1° Jan. 1857 in Zuidholland o. a. op nieuw benoemd als Burgemeesterste Leyden5Ir. A. 0. E. Grave van Limburg Stirum; te Alphen, J. T. Roos; te AarlandcrvcenMr. A. Jongkindt Coninck; te llazerswoudeMr. C. van der Vlies; le Leyderdorp, Mr. P. G. llubrechl; te Lisse, Mr. J. C. van Rosse; te Noordwijkerhout, Mr. II. C. J. Hoog; te Rijnsalervvoude, P. van Sehravendijkete Voorscholen, J. P. Theub; te Warmond, Mr. A. Ncderburgh, en te Zoetermeer, Mr. C. W. llubrecht. De Collecte voor het Weeshuis van de Ned. Ilerv. Gemeente, op gis teren gehouden, heeft opgebragt de som van ƒ1942.05. De Amst. C. deelt mede dat een aantal ingezetenen van Amerongen (Utrecht) een adres aan den Koning hebben gezonden, waarin de adressan ten hun leedwezen te kennen geven over den tegenstand, dien de begrooting van het Dep. van Binnenl. Zaken bij de Tweede Kamer heeft ontmoet, en waarin zij de hoop uitdrukkendat de Minister Simons nog lang een deel van de Regering des lands zal blijven uitmaken. Dezer dagen is onder geleide van den lieer van Hoorn, Ambtenaar bij liet Dep. van Koloniën1,200,000 in specie van Amsterdam naar Vlissin- gen vervoerd, om van daar naar Oost-Indië te worden overgezonden. Als een bewijs hoe de waarde der landerijen in den polder van Schou wen (Zeeland) is toegenomen, meldt men dat op den 26slcn Nov. 11.pu bliek verkocht zijn 4 bunders 92 roeden 70 ellen weiland, onder de ge meente Duivendijke, voor 2269.03,; welke landerijen op den 25slc" Mei 1846 bij cene openbare veiling hadden opgebragt ƒ472.84. In een bijzonder berigt van de Kaap de Goede Hoop, aan de/V. R. C. medegedeeld, wordt het vergaan van het te Rotterdam te huis behoorende barkschip Japara bevestigt. Deze bodem moet nabij het Kaapsche Rif op de klippen zijn verongelukt. Men veronderstelt dal de schipbreukelingen zich in de booten hebben willen redden en in de branding zijn omgeko men. Vier lijken waren op strand geworpen en begraven. Wij vernemen uit een bijzonder schrijven dd. 14 Sept. 11. uit Decima de droevige tijding, aldaar aangebragt, van het totaal vergaan van het schip de Sara Johanna, Kapt. ten Boekeien dat niets van de lading was gered. De Kapitein en zijn volk waren op 4 na te Shanghae aangekomen, naakt en bloot en zeer mishandeld door de Chinezen. Zij zouden trachten naar Batavia terug te keeren. ArnhC.) Be Utr. Cour. deelt uit een brief het volgende over den toestand van Curasao mede: De handel en nijverheid breiden zich bijna overal uit en hebben grooten invloed op de welvaart der volken; dit kunnen wij ook nopens dit eiland zeggen: onze handelsbetrekkingen hebben zich in de laatste jaren meer en meer uitgebreid, zoodat er thans meer vaartuigen regtstreeks van Europa hier aankomen dan immer in de laatste jaren. Men ziet op Curacao vele nieuwe huizen ontstaan. De lage huizen worden ver hoogd en overal worden nieuwe gebouwd. Men kan hieruit opmaken, dal ons eiland een tijd van ongekenden voorspoed beleeft. Trouwens de Coria- nen, de uitgewekenen uit Coro, hebben veel geld herwaarts gebragt en besteden dit geld om huizen te bouwen en Curasao te verfraaijen. De huizen zijn hier in waarde gerezen. Een huis dat vóór 15 jaren ƒ1000 waardig was, vindt thans koopers voor ƒ10,000. De huur is naar evenredigheid ook gestegen. Voor de minder gegoeden wordt ook gezorgd en worden ge schikte goedkoope woningen aangebouwd." Bij de beantwoording der bedenkingen van de commissie van rappor teurs der Tweede Kamer, betreffende hel fonds van kolonisatie, heeft de Regering te kennen gegeven, dat het moeijelijk is le bepalen, welke de •oorzaken zijn, die aan verpleegden in de bedelaars-gestichten van de Maat schappij van Weldadigheid aanleiding geven tot het schrijven van brand brieven ten einde uit dien hoofde uil de koloniën naar eeue gevangenis le worden overgebragt. De Regering doel opmerken, dat de weinige personen, onder de meer dan 5000 verpleegden, die zich aan dergelijk misdrijf schul dig maken, zeker tot de zedelijk diepst gezonkene klasse belmoren; dat de voeding steeds voldoende is bevonden; dal het welligl tegenzin tegen den veldarbeid is, welke als de voornaamste oorzaak moet worden beschouwd, maar dal met zekerheid niets deswege kan worden bepaald, en dat het be zwaarlijk is om het verzenden van dergelijke brieven daadwerkelijk te belet ten, zonder de kolonisten in de vrijheid van briefwisseling, op welke zij aanspraak mogen maken, te belemmeren. Van Regeringswege is in de Memorie van Toelichting van het ontwerp tot verhooging van het Hoofdstuk Binnenl. Zaken met ƒ182,000 ten dienste van de Maatschappij van Weldadigheid verklaard, dat wegens bestaand verschil met de Commissie, benoemd bij Kon. besluit van 13 Nov. 1855, het Bestuur der Maatschappij lol het besluit is gekomen, om bij volstrekte ontstentenis van middelenom de zaken der Maatschappij zelfs voor het oogenblik, gaande te houden, zijne betrekking neder te leggen. Tot innig leedwezen der Regering was nu een der gevallen ontslaan, in welke, volgens art. 51 van het contract, de Maatschappij gerekend wordt niet aan hare verpliglingen te voldoen. De Regering zal alsnu onverwijld de vercischte maatregelen moeten beramen, om de regten van den Staat als de voornaamste schuldeischcr der Maatschappij te handhaven en te doen gelden. Het is te verwachtendat ook andere schuldeisehers op gelijke wijze zullen handelen, en dat weldra zal worden verzocht, dal de Maat schappij bij regterlijk vonnis worde verklaard is slaat van kennelijk onver mogen te zijn, ingevolge den 7d™ titel van het 3de bock van het Wetb. van Burg. Reglsvordering. In dat geval zullen zeker een of meer Curators worden benoemd. Het belang van den Staal vordert ontwijfelbaar dat het niet aan middelen ontbreke om de kolonisten te verzorgen en hun werk te verschaffen, en om de instandhouding der koloniale instellingen tijdelijk te verzekeren tot dat de zaken der Maatschappij op wettige wijze zullen zijn geregeld. 's GRAVENII AGE 16 December. Door Z. M. is aan den Kapitein-Luit.-ter-Zee J. May, Adjudant van Z. K. II. Prins Hendrik der Nederlanden, vergunning verleend tot het aan nemen der Orde van het Zwaardhem door Z. M. den Koning van Zweden en Noorwegen geschonken. Tot Burgemeester der gemeente Crommenie is benoemd C. Walig, Secretaris dier gemeente. Door Z. M. zijn benoemd tot Kantonreglersle Medemblik, Mr. L. C. van Bommel, Advocaat te Amsterdam, en te Breda, Mr. A. C. G. Baron van Oldeneel tot Oldenzeel. Deden morgen vóór het openen der zitting van de Tweede Kamer, heeft er een Ministerraad plaats gehad. De Minister van Binnenl. Zaken neemt langzamerhand in beterschap toe, doch blijft overigens zeer zwak. De Ridder de Loinonosoff, Russisch Gezant bij ons Hof, heeft zich tol herstel zijner gezondheid naar Italië begeven. Zondag middag, ten één ure, werd de eerste openbare godsdienstoefe ning in de Willemskerk gehouden. Ecne aanzienlijke schare vulde het groote kerkgebouw. Voorganger der Gemeente was Ds. II. L. Oort. Nadat er Vooraf, zonder begeleiding van het orgel, gezongen waren Ps. 84: 1 en Ps. 68: 10, beklom Z. Eerw. onder het zingen van Ps. 118: l3 en 12b, (mede zonder orgelspel), den predikstoel, liet na eene korte maar bezie lende voorafspraak, de Gemeente nog eens zonder orgel zingen Gez. 91: 2, waarna de geheele Gemeente opstondom het gebouw plegtig in den gebede aan God op te dragen terwijl dat gebed onmiddellijk werd vervangen door het zingen van Ps. 33: 2a, lb, 11, waarbij het orgel, voor 't eerst zijne welluidende toonen deed hooren. De prediker legde tot grondslag zijner rede I Kon. VIII: 29a, dat uwe oogen open zijn, nacht en dag over dit huisover deze plaatswaarvan Gij gezegd hebt: Mijn Naam zal daar zijn! en beschouwde die reden van Salomobij de inwijding van Jerusa- lems tempel, met het oog op de tegenwoordige kerkinwijding; als eene rijke, gepaste en ernstige bede. Deze rede werd gedurig afgewisseld met beurtgezangenwaartoe gekozen werden Gez. 903Ps. 1343Gez. 2: 1, terwijl de geheele Godsdienstoefening plegtig met het zingen van Gez. 96 werd besloten. Hartelijk en welverdiend waren de dankbetuigin gen aan allendie zich met betrekking tot den opbouw dezer kerk hadden verdienstelijk gemaakt. Was de Koninklijke gever ook niet persoonlijk aan wezig, aan eene door Z. M. afgevaardigde commissie, werd het. overbren gen van den dank der Gemeente opgedragen, terwijl de Gemeente zich vol geestdrift vereenigde in hel afsmceken van 's Heeren zegen over 's Konings hoofd en huis, zingende van Ps. 134, het 3dc vers. Tweede Hamer dei' Staten-Generaal. Zitting van Maandag 15 December. Na de behandeling van cenige ontwerpen van wet van ondergeschikt be lang, die met algemeene stemmen zijn aangenomen, worden de beraadsla gingen heropend over Uoofdsluk XII Onvoorziene Uitgaven), over welk Hoofdstuk Zalurdag 11. de stemmen slaakten. De lieer Schimmelpenninck van der Oye wil bij de beraadslagingen over de begrooling geenc politieke beweegredenen toelaten. De Heer Thorbecke heeft het pijnlijk getroffendat de Minister weigert verantwoording van die penningen te doen. De Heer van Bosse zegt, dat het zijne bedoeling niet is stremming in de dienst te veroorzaken. De Heer Schimmelpenninck merkt op, dat de Heer Thorbecke gezegd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1856 | | pagina 1